LKMAARSCHE sa CAUSERIE euralgischc pijnen DE MOOISTE FOTO gaande 19 Maart 1933 opnieuw vast te stellen en wel op het door Ged. Staten bedoelde bedrag. Het bezwaar tegen den buitensporigen eenheidsprijs van f 102.12 per kind en per jaar over het tijdvak van 1 Mei 1932—19 Maart 1933, blijft echter onverminderd bestaan, zoodat voorgesteld wordt het beroep te hand haven. Aldus wordt besloten. Hooge belasting. Ingekomen is het besluit van Ged. Staten van Noord-Holland, houdende toezending van een uittrek sel uit het K B. van 27 Maart 1933, No. 27, houdende goedkeuring van het raadsbesluit van 13 December 1932, tot plaatsing van de gemeente in de derde klasse der gem. fnndsbelasting. Aangezien in de verordening op de heffing van opcenten op die belasting is be paald, dat die verordening moet worden herzien, zoo dra de gemeente wordt gerangschikt in een andere dan de le klasse, stellen B. en W. den Raad voor: a. te besluiten de verordening op de heffing van 80 opcenten op de gemeentefondsbelasting te hand haven; b. het aantal opcenten voor het belastingjaar 1933 1934 vast te stellen op 80. Voorzitter deelt mede, dat indertijd is besloten S0 •opcenten op de gemeentefondsbelasting to heffen. De rekening is gemaakt. De inspecteur, daarin gekend, meent dat. 40 opcenten voldoende is. Het gaat. er nu om of 80 opcenten of wel 40 zullen worden geheven. Voorzitter wil er op wijzen, dat nog niet vaststaat hoe groot de kosten zullen worden voor de gemeente. Wethouder Smit wil er een en ander aan toevoegen De inspecteur doet bericht, dat 40 opcenten voldoende is, welke meening ook de heer Smit is toegedaan Juist waar de resultaten hetzelfde blijven is spreker er voor om 't minste te nemen, naar billijkheid, 't Is een ontlasting voor de menschen en dat is naar spre kers oordeel gewenscht. Waar er hier wat gedaan kan worden, stelt spreker 't ook voor. Den heer Engel verheugt het bericht van den in specteur. Maar feitelijk is 't een averechtsche politiek De personeele belasting blijft hoog. Het blijft een eigenaardig geval. Wat de regeering zal vragen als bijdrage in de werkverschaffing is nog een vraag. Om nu 't. uiterste te nemen vindt spreker niet ^oed Al zal men zich dan niet aan 80 opcenten houden, er is nog oen andere weg. De middenweg kan ook be wandeld worden. De te voeren politiek gaat tegen wil en dank. Indien do Raad eerder had geweten, wat nu de inspecteur mededeelt, dan ware het wel anders geloopen. Voorzitter zegt dat de belasting werd verhoogd, maar niet kon worden voorzien wat de wprkversrhaf fing enz. zou eischen. Om nu iets te doen. wil voor- zitter voorstellen de opcenten te brengen op 60. De heer Kater is het met den heer Engel en voor zitter eens, om 60 opcenten te heffen. Een reserve zal nooit kwaad zijn. De heer Kistemaker wil aanmerken dat de inkom stenbelasting de billijkste belasting is. Spr. wil 80 opcenten houden, opdat later de personeele belasting kan worden geheven zonder, of met weinig opcenten. Den heer Schenk spijt het, dat hier plompverloren moet. worden beslist. De heer Smit vindt het, hoe mooi het is, niet goed een reserve te gaan vormen in dezen tijd. Dat onnoo- dig opschroeven is niet goed. Waar de menschen kun nen worden ontlast, al is het gering, moet de gelegen beid worden aangepaakt. De heer Kater wil de middenweg bewandelen. In stemming gebracht wordt aangenomen om 60 opcen ten te heffen. Tegen stemmen de heeren Smit en Burger. Na de stemming ontspint zich nog een heftige dis cussie, waarin vóór- en tegenstanders hun meening verdedigen. Ontslag gevraagd. Voorts kwam in een schrijven van Mej. M. H. Freij muth te Kolhorn, houdende verzoek haar ingaande 1 Augustus 1933 ontslag te willen verleenen als onder wijzeres aan de o. 1. school aldaar. B. en W. stellen voor het gevraagde ontslag eer vol te verleenen met ingang van een door hen te be palen dag. Aldus besluit de Raad. Vergoeding roiskosten. Van L. Bil, Barsingerhorn, kwam in een verzoek hem vergoeding van reiskosten te willen verleenen, ten behoeve van het bezoeken der Ambachtsschool te Alkmaar, door zijn zoontje. B. en W. stellen voor adressant voor het tijdvak van 1 Juli 1933—1 Mei 1934 een vergoeding toe te kennen van 50 der reiskosten. Goedgevonden Schrijven van Ged. Staten van Noordholland, hou dende terugzending der gemeenterekening voor 1930, vergezeld van enkele opmerkingen B en W. stellen voor deze gemeenterekening te wijzigen overeenkom stig de gemaakte opmerkingen, welke hoofdzakelijk betrekking hebben op de rekening van den Vleesch keuringsdienst. Goedgevonden. Schrijven van K. Schaafsma, arbeider te Barsinger- horn, houdende verzoek hem een tegemoetkoming als bedoeld in art. 13 der 1. o. wet 1920 te willen verlee nen ad f46, voor het bezoeken van zijn dochtertje Douwina, van de bijz. scholo te Schagen. B. en W. stellen voor, op dit. verzoek gunstig te be schikken, waaraan de Raad voldoet. In die eenzaamheid, als gevangen in den Handpalm Gods. terwijl de uren van den nacht voorbijkropen, ont waakte de geest van de Puriteinsche vaderen in zijn binnenste. In het hart van de Woestijn die nog nooit door een menschendaad was aangeraakt, en waar een vervlogen eeuwigheid lag te sluimeren, voelde hij de kleinheid en geringheid van zijn eigen leven. Naast de geweldige krachten die zich voelbaar maakten in den geest van Barbara's Woestijn, werd de macht van het kapitaal bedroevend klein en alledaagsch. Wanneer men dacht aan de elementen die aan de vorming van dit land hadden medegewerkt, dan voelde een mensch zijn eigen nietigheid. Het klonk hem ongeloofelijk dat hij er van gedroomd had den Handpalm Gods aan zijn winsten te laten bijdragen. En zoo vond hij dan ten laatste de verklaring van die instinktmatige vrees van Barbara. Tegen het naderen van den dag ging de bankier een eind langs het wegspoor waar de plantengroei niet ge heel en al onder het stuifzand bedekt is. Hier verzamel de hij de noodige brandstof om een vuur aan te leggen. En toen hij meende te mogen aannemen dat zijn vrien den op den uitktjk waren, stak hij den brandstapel aan en wachtte voorts op het antwoord dat op den omhoog kringelende rookkolom gegeven zou worden. Na korten tijd kwam het. ver weg en nauwelijks hoorbaar, het was het pistoolschot van Texas Joe. Spoedig daarna 'hoorde hij luide menschenstemmen en eindelijk het snelle hoefgetrappel van dravende paarden. En ten laatste verschenen daar Tex en Abe met een paard zonder ruiter. Maar de Jefferson Worth die terugreed naar het kamp en daar begroet werd en gélük gewenscht door zijn vrienden, was niet dezelfde Jefferson Worth, die den morgen te voren uit het kamp was weggereden... En er was niemand die hem daarmee gelukwenschte. Drie weken daarna ging een krachtig gebouwd en weldoorvoed persoon het gebouw in van de Pionier- Bank in Rubio City. Hij vroeg den portier: „Is mijn heer Worth te spreken?" De man keek door zijn getralied venster en in het antwoord: ..Om u te dienen, mijnheer", lag een onge wone eerbied. „Zeg hem dan dat mijnheer Greenfield er Is." „Om u te dienen, mijnheer. Mak ik u maar even voorgaan?" Er ging een deur in het kantoorlokaal open en de ■bc"-"-.2r werd in het heiligdom toegelaten, achter de tralies, de koperen staven en het matglas. Toen hij door Een ander gevaL Schrijven van G. Heres, arbeider.te Barsingerhorn, van gelijke strekking. Gevraagd wordi een tegemoet koming van f38.40 per kind en per jaar. voor drie kinderen. B. en W. stellen voor hierop afwijzend te beschik ken, aangezien de beweegredenen der ouders om hun ne kinderen de bijzondere school te Schagen te doen bezoeken, ligt in de persoonlijke verhouding van de ouders tot een onderwijzer der o. 1. school te Barsin gerhorn, hetgeen den raadsleden blijken kan uit ter secretarie voor hen ter inzage liggende schrifturen, alsmede uit, het feit, dat de vader, zelf klaarblijkelijk meent op dezen steun geen recht te hebben, aangezien de handteekening onder het verzoek kennelijk niet is die van den verzoeker. De Raad is het met B. en W. volkomen eens; op het gedaan verzoek wordt afwijzend beschikt. Gevolmachtigde. B. en W. stellen voor den heer j J. Engel aan te wijzen als gevolmachtigde voor d« verkiezing van hoofdingelanden en -plaatsvervangers voor het Hoog heemraadschap Noordhollands Noorderkwartier. Aldus wordt besloten. De heer Engel maakt de opmerking, dat er wel een kink in den kabel kan komen, daai spr. de gemeente waarschijnlijk gaat verlaten. Voorzitter wijst er op, dat het dan evengoed wel kan en mag, al is het niet zoo gewenscht. Ten allen tijde kan nog een ander worden aangewezen. De heer Engel neemt zijn benopming aan. Vastgesteld wordt een suppletoir* begrooting 1933. Pensioengrondslag. B. en W. stellen voor den pensioensgrondslag van J. Struijf, als uurwerkopwinde» te Haringbuizen, als nog per 1 Juni 1922, vast te stellen op f40.—. Aldus wordt met algemeene stemmeo besloten. De rondvraag. De heer Burger vraagt, of de bewoners van de woonschuiten in de haven te Kolhorn verplicht zijn liggelden te betalen. Voorzitter gelooft wel. dat deze gelden mogen wor den geheven. De menscnen betalen geen personeele belasting ook. De heer Burger merkt op, dat ds menschen fl.— per maand betalen. Voorzitter vindt het gewenscht. de bescheiden dien aangaande er op na te zien Secretaris is van meening, dat het een leges is, geen belasting. Voorzitter zal mededeeling dopn aan den polder. De heer Kater dringt er op aan, dat bij de kana lisatiewerken zooveel mogelijk arbeiders uit de ge meente te werk gesteld zullen worden Voorzitter zegt toe, dat alles in het werk zal worden gesteld om dit te bevorderen. De heer Schenk maakt de heeren er op attent, dat er ook vakmenschen noodig zijn. De heer Kater vraagt of de tuin voor het huis van den hoofdonderwijzer te Kolhorn wat kan worden opgeknapt, liet huis staat wel leeg maar de zaak moet toch worden onderhouden. Het zal geschieden De heer Kater zou gaarne zien, dat de loco-burge meester bij vacantie van den burgemeester een vaste vergoeding werd gegeven Voorzitter zegt, dat het niet mogelijk is. Dat is al leen mogelijk bij ziekte van den burgemeester en dan nog, indien dit waarnemen langer gescniedt dan een maand. Den heer Smit doet het genoegen dat de heer Kater dit punt aanroert. Het is moeilijk voor spr. om bui ten het eigen werk de gemeentebelangen te beharti gen als loco, Spr. heeft o.p. zich genomen om. hel dit, jaar waar te nemen, maar gelooft niet dat dit zoo zal blijven Het gaat niet om de verdienste, maar om het verlies. De tijd aan de gemeentezaken besteedt is in het bedrijf verloren. De heer Schenk vraagt, ho* het met de brandspuit quaestie staat Voorzitter antwoordt, dat dit nog een punt van bespreking uitmaakt. De heer Engel wijst er oj dat de groote kosten in den regel niet tijdens het werk van de spuit is, maar nadat de spuit is vertrokken. De nablussching kost geld. Voorzitter wijst er op, dat in de Zijpe de nablus sching komt ten laste vai den betrokkene. Een en ander zal in bespreking worden genomen. Niets meer aan de orde zijnde, kan sluiting volgen. worden gestild door ASPIBINVTN TABLETTEN \J[y Uitsluitend verkrijgbaar In de oranje-bandbuisjes van 20 tabi. 70 cis. en oranjezakjes van 2 tabl. 4 10 ets. dat lokaal ging voorbij de lessenaars en de schrijftafels volgden hem aller oogen en was er in den dampkring een strooming voelbaar, alsof de natuurkrachten wer den samengedreven, eer het tot een botsing van de elementen komt Jefferson Worth keek op. toen de indrukwekkende figuur van den grooten financier op den drempel van zijn kamer verscheen. Bij het noemen van den naam van James Greenfield schoof hij zorgvuldig zijn papie ren op zijde en stond van zijn stoel op. Onmiddellijk daarna sloot de klerk de deur. De beide mannen reikten elkander de hand, hetgeen eenigszins deed denken aan twee worstelaars, die el kander vóór den wedstrijd begroeten. Gedurende een oogenblik sprak geen van hen beiden. Elk hunner wist dat hij gedurende dat stilzwijgen door den ander geme ten en geschat werd, onderzocht met het oog op zwak ke en sterke plekken, en elk van hen erkende dit goed recht van zijn tegenpartij. Er werd geen tijd ver spild in plichtplegingen. Beide mannen kenden de waar de van den tijd. Er werden geen vormelijke woorden gewisseld over het wederzijdsch genoegen van de ont moeting. Stilzwijgend aanvaardden zij de waarheid dat het genoegen hen niet te zamen had gebracht. James Greenfield was een fraai exemplaar van zijn soort. Zijn welgedaan, fleurig en kleurig aangezicht, met een weiverzorgden grijzen snor, helder blauwe oogen en grijs haar. was het beeld van den wakkeren en schran- deren man van invloed en macht. Het was niet het gelaat van iemand die de dingen doet. maar van iemand die er voor zorgt dat de dingen gedaan worden. Niet zoo zeer het beeld van Iemand die zelf machtig is, dan wel van iemand die de macht van anderen bedwingt en leidt. Het was een gelaat als wij wel eens hebben waargenomen op de locomotief van een trein die een werelddeel doorkruist, of bij de machine van een over- zeesche mailboot. Het was dapper, maar van een dap perheid die niet persoonlijk is een dapperheid die voortkomt uit de nauwkeurige wetenschap van de kracht en den plicht van eiken schroef en onderdeel van zijn machine. Jefferson Worth begaf zich naar een stoel aan het uiteinde van zijn schrijftafel en nam daar plaats. De man uit het Oosten bevond zich in de noodzakelijkheid het gesprek te beginnen. „Mijnheer Worth, het kost ons een weinig moeite de houding te begrijpen, die u tegenover onze maatschappij aanneemt. Het is ons niet recht duidelijk waarom u ons De rechters van Grootgortbniken- burg voorbeen en thans. - Litte raire knokpartij tnsschen de Ball- neezen van Grootgortbnikenbnrg en Jan Westerhof de Groote - De nieuwe rue de Gerrit v. d. Bosch met een stevig nentje feestelijk ingewijd. Geachte lezers! Toen ik. uw vriend en mentor. Cave Canum, alias de Bullebijter, voor 'n magere 40 jaar geleden de eerste schrede zette op het modderige pad der journalistiek, was al mijn hoop op succes gevestigd op de Rechtbank van Grootgortbuikenburg, sinds eenige jaren overge bracht in een fonkelnieuw rechtbankpal eis, waarin nog tot heden ten dage de porties bruine boonen met kwis tige hand worden uitgedeeld, zooals enkelen mijner be wonderaars persoonlijk wel aan den lijve gewaar zul len zijn geworden. Stop! De oorzaak van deze kostbare bokkesprong des Rijks moest worden gevonden in het feit, dat korten tijd te voren in het stadhuis te Grootgortbuikenburg een feilen brand was ontsaan. zoodat het geheele archief der ge meente en der justitie, die haar rechtsbedeeling hield in de tegenwoordige raadszaal, zoo ongeveer verloren ging. Althans, om ln stijl te blijven, waaiden de trouw- acten en dagvaardingen om je ooren en lag de vuil- natte straat bezaaid met allerlei intieme papieren, ge noeg stof opleverende voor 25 jaar lang leverantie voor de Chronique scandaleuse van het reeds toenmaals duchtig de kat in 't donker knijpende Grootgortbuiken burg. De edelachtbare heeren uit die dagen van menschen- vergoding waren echter toen nog 'n dergelijk pottekjj- ker niet welkom. De slaperige krantjes uit den pruiken tijd hadden nog nimmer dezen goudader der publiciteit en kolomvulling aangeboord, dus toen ik verscheen in het studeervertrek van den toenmaligen president. Mr. T. A- Sannes. die van subsistuut Griffier tot voorzitter was opgeklauterd en later zelfs tot Raadsheer 4n het Hof te Amsterdam werd gekozen, want de gortlucht mijner lieve vaderstad was zeer bevorderlijk voor de ontwikkeling der intellectualiteit, kijk maar naar mij, lievelingen, toen ik dan in de juridische studio van dezen grootvorst der Grootgortbuikenburger recht spraak. bevend en met hevig kloppend hart verscheen ter bemachtiging van een persplaats, werd ik nu juist niét met veel enthousiasme ontvangen, 'n Stoel en nog veel minder een sigaar werd mij aangeboden. Wel werd mij en lang niet onduidelijk te verstaan ge geven, dat de rechtbank geen reclame noodig had en het. .nieuwe rechts paleis niet voor verslaggevers .was In gericht Verbeeld je, wat 'n stommiteit, dat ze daar niet eens aan hadden gedacht! Enfin, ik wist dan toch in elk geval met behulp van de flink gevulde strooppot die ik voorzichtigheidshalve van mijn moeder had meegekregen, te bereiken, dat ik mü mocht verstaan met den toenmaligen gerechtsbode, den heer Jacobus Emmering, opdat ik even vóór de zitting begon, vóór de andere balieklui vers in de Engelenbak mocht worden binnengelaten en kon ik dan in een bescheiden hoekje voor het balie hek, dat het Sanctum Sanctuarium van Justitia af scheidde van de standplaats van het profanum fulgi, het ongewijde volk, mijn aanteekeningen maken. Nu. de oude heer Emmering heeft onverpoosd en geheel belan geloos den armen slokker ln de bewaarplaats der En gelen vriendelijk ter zijde gestaan en als een tweede vader voor mij gezorgd. Ik ben hem daarvoor nog steeds dankbaar en zijn nagedachtenis is mij altijd in vriendelijke herinnering gebleven. Ik zie hem nog voor mij. met zijn knikkebol en krullig baardje, altijd kwiek en bij de hand. Requiscat in pace! Maar nu, veertig jaar later! Wat 'n verschil! Ik zal niet zeggen, want dat zou een profanatie zijn dat de rechtbank, misgaders het parket, uit mijn hand eet, maar ik. kan het toch met de Hooge heeren wonderwel vinden. De glimmende gibussen en puntige vadermoor ders zijn reeds lang naar de voddenzak verwezen. De rechters wandelen ln nuchtere colbertjes en rooken uit een ordinaire tabakspijp. De kat jongt in de deftige baretten en van alle bovenaardsche voornaamheid is geen spoor meer te vinden. De heeren zijn zelfs zoo hevig met het volk verbroederd, dat de politierechter voorstel van de hand wijst. Het verslag dat wij van u ontvangen hebben, zou juist het sterkste argument voor uw instemming moeten zijn en u noemt ons geen enkele reden voor uw weigering. Eerlijk gezegd, is de zaak ons volkomen onbegrijpelijk en ik ben dan ook hierheen gekomen om eens kalm met u te spreken en te zien of het misschien mogelijk zou zijn u op uw besluit terug te doen komen en ln ieder geval de redenen te hooren die u verhinderen met ons in zee te gaan. Er is zulk een geweldige tegenstrijdigheid tusschen uw rapport en uw antwoord op ons voorstel, dat wij eenig recht meenen te hebben de motieven te hooren die u in dit geval ge leid hebben." Terwijl hij sprak, had de voorzitter van de Land- en Besproeiingsmaatschappij van het Koningsdal vergeefs getracht met zijn blik door te dringen tot achter het masker van den man die daar tegenover hem zat. En dat hem dit niet gelukte, verhoogde juist zijn eerbied en zijn bewondering. Bij instinkt voelde hij de aanwe zigheid van het genie en hij verlangde er juist te ster ker naar zich de medewerking van deze kracht te ver zekeren. ,Mag ik daaruit opmaken dat mijn rapport uw goed keuring heeft weggedragen?" De woorden klonken vol komen kleurloos. „In ieder opzicht. Het was juist wat wij noodig had den. Met uw uiteenzetting die het verslag van onze In genieurs geheel en al bevestigde, voelden wij ons ge rechtigd tot de oprichting van onze maatschappij over te gaan en konden wij aan onze plannen al vast een begin van uitvoering geven. Maar juist omdat u het plan zoo beslist en onvoorwaardelijk aanbeveelt, als een belegging waarvan het welslagen boven allen twijfel verheven is, is het ons onverklaarbaar dat u weigeren zou uw aandeel in die vruchten in ontvangst te nemen." Hij wachtte op een antwoord, maar zag zich genood zaakt opnieuw het woord te nemen. „Ik zou u een weinig uitvoeriger dan dat in mijn brief mogelijk was. de omtrekken willen schetsen van onze plannen. De Land- en Besproeiing-maatschappij van het Koningsdal wenscht haar werkkring niet te beperken tot het verschaffen van water ten behoeve van de ontginning van die landerijen. Dit zal hoogstens het begin, de basis van onze werkzaamheden zijn. Wan neer het land daar eenmaal bevolkt eh de grond vrucht baar gemaakt is, zal zich daar vanzelf steeds nieuwe gelegenheid voordoen voor een voordeelige geldbeleg ging. Er worden huizen gebouwd, er komt behoefte aan mij nis 'n doodgewone taxichauffeur thuisbracht in zijn reuzenkar en met geen stok was te bewegen, het kwar tje fooi, dat ik hem in mijn verbouwereerdheid in de hand wilde stoppen, te accepteeren. Zie je, dat is nu de echte evolutie! Van de vloermat in de cabine van 's rechters luxe benzinecaros. Ook onder de juridische krijgers uit den alouden stand der Gort Balineezen klinkt een anderen toon. Ook op hén heeft de demo- cratischen geest van den tegenwoordigen tijd zijn stem pel gedrukt. De hooggedopte, zwartgedaste en lang ge jaste meesters in de beide rechten, de ongenaakbare procureur J. C. Vonk. adviseur van de Nederlandsche Bank, Mr. Ko Kraakman, Klaas de Lange en de locale balleredenaar par excellence Mr. F. G. van der Hoeven zijn reeds lang tot het stof weergekeerd in langzaam verval. Ik zie hem nog voor mij, Mr. van der Hoeven, de leeuw der wildernis, met zijn Jupiter Tonans, den dondergodsstem en zijn steeds te pas uitgebulderde La- tijnsche citaten! Thans bulderbassen de verdedigers niet meer, zij zijn zelfs afgedaald tot het schrijven van ingezonden stukken in de dagbladen van Grootgortbui kenburg en ontzien zich niet onzen loco-burgemeester, onzen wethouder van de mesjommes. Jan Westerhof, de Groote. wiens beeltenis eenmaal zal prijken op het sigarenkistje, bevattende het naar hem genoemde merk met gratis abonnement op het Centraal Zieken huis, te brutaliseeren! Ik wil niet zeggen, dat imperator Johannis Primus dit niet eenigermate verdiend heeft, maar je moet toch maar durven hè, om ?oo'n verheven kapstok, ik bedoel kopstuk, der stedelijke regeering zoo aan te blaffen! Maar ik moet ook eerlijk zeggen, dat het met dia IJsies Musolinianen niet is, wat je noemt: dik in orde! En nu mogen jullie me tegenwerpen, dat ik hier mij zelf tegensprak toen ik een lans brak voor den ouden Peter, den verworpen contrabassist van wijlen het ste delijk muziekcorps, maar dan antwoord ik dadelijk en fier: Non tali auxilio; niet met zulk een hulpe Heer! Zeker, de industrie en handel van Grootgortbuikenburg moet worden beschermd, maar ridderlijk en met eere! Niet eerst roepen: welkom vreemdeling, als je je •belasting maar aftikt, en hen dan, als hij is gekomen en zijn bedrijf heeft aangevangen, met een ezelstrap ■buiten de grens der gemeente te schoppen, dat is niet oirbaar en geoorloofd! Zelfs niet aan Joh arm es Pri mus! Het is zeer onedel, de kat te lokken met 'n scho teltje melk en te roepen: poes, poes! en als het dier dan vertrouwelijk komt, 'm mosterd om z'n snoet te smeren Maar bovenal verdient het afkeuring om de verdedi gers des rechts, die steeds belangeloos, voor zoover de voorraad strekt natuurlijk, ten strijde trekken voor iederen door het zwaard van Moeder Themis getroffen ellendeling met hautaine geringschatting te bejegenen! En ik hoop dan ook van harte, dat Senator Janes Westerhovius, wiens komt reeds te voren in Groot gortbuikenburg was aangekondigd, door de verheffing van zijn naam in het Westerhofje, zich zal om hullen met het boetekleed, dat zelfs de groote Bram Kuijper zaliger niet ontsierde, nederig zijn mannelijken en weinig bekoerriijken boezem zal bekloppen en - be rouwvol zijn confiteor zal stamelen. Ik zal dan de eerste zijn, die zijn hand zegenend over zijn grijze re- genteokop uitstrekt en zal zeggen: Vade. et jam am- plius nale peccave: Ga heen en zondig niet meer! 1 minuut pauze om adem te baggeren! Gisteravond is de nieuw gedoopte Gerrit van den Boschstnaat alvast geïntroduceerd met de opening van... een tempel van Bacchus en is er gezongen: Nune est Bibendum, nu dient er gesikkerd te worden! Het is ge lukkig en 'n pak van mijn hart, dat vader Gerrit v. d. Bosch z.g. nimmer bekend heeft gestaan als 'n vurig propagandist voor de geheelonthouding. Ik weet daarentegen, dat hij ter gelegenheid van historische feesten, als mej Nierop, de zuster van de beroemde gebroeders Klep en Oog. voor Stedemaagd poseerde, op 'n zegewagen, gegarneerd met spinazie of boerekool, al naar het saizoen, waarin het feest voorviel, ople verde, zijn partij dapper mee kon blazen, dus behoeft die antithese mij althans geen zorg te baren en kan ik ditmaal met een verlicht hart u toeroepen: auf wiederselien metne geliebten, maf in ruhe! CAVE CANEM. Portret-Atelier JAC. DE BOER, Keizerstraat - DEN HELDER middelen van vervoer, aan telefoonleidingen, aan een electrische installatie, aan bankinstellingen en wat dies meer zij. Onze verbindingen en onze hulpbronnen ma ken het ons mogelijk elke onderneming te financieren waarvan een behoorlijke winst verwacht zou mogen worden, terwijl wy als oprichters van de onderneming van het Koningsdal en als eigenaars van het besproei ingsstelsel een enormen voorsprong zullen hebben op het vreemde kapitaal dat dan ook niet met ons zal kun nen concurreeren." „Ik had mij uw gedragslijn juist zoo voorgesteld," was het onzijdigé antwoord. James Greenfield had dezen man meer dan ooit noo dig. Gedurende eenige oogenblikken overwoog hij den toestand, zooals die zich zonder de hulp van Jefferson Worth ontwikkelen zou. „Wanneer u ven meehing mocht zijn dat onze aanbieding niet ver renoeg gaat. mijnheer Worth, dan ben ik gemachtigd het cijfer dat ik genoemd heb, te verdubbelen." Wanneer de geldkoning van New York verwacht had met dit meer dan vorstelijk aanbod den onbeduiden- den bankier van het Westen te overbluffen, dan had hij zich misrekend. Het scheen dat zijn woorden hoege naamd geen uitwerking hadden. Het was alsof hij tot een marmeren beeld het woord had gericht. „Ik waardeer uw voorstel ten zeerste, maar ik kaa er niet op ingaan." „Zou ik de reden daarvan mogen, vragen, mijnheer?" „Het is mij niet mogelijk die reden te noemen." De ander rees op, met glanzen van strijdlust in zijn oogen, want voor James Greenfield kon dit antwoord maar één beteekenis hebben. „Dat is natuurlijk uw goed recht, mijnheer Worth," zeide hij koel. En in het volle bewustzijn van zijn macht voegde hij daaraan toe: „Ik zou u alleen nog dit willen zeggen, mijnheer. Wanneer u van plan mocht zijn u zonder ons en tegenover ons in het Koningsdal te vestigen, dan zou dat een groote vergissing blijken. Daarvoor zijn uw hulpmiddelen te beperkt en het zou ons niet de minste moeite kosten u zonder genade dood te drukken. Goeden dag, mijnheer." „Goedendag." Nog eer de geldkoning het gebouw verlaten had, was Jefferson Worth verdiept in de papieren die op zijn schrijftafel lagen, alsof het hem elk uur van den dag gebeurde, voordeelige en eervolle aanbiedingen van reusachtige ondernemingen van de hand te wijzen. Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1933 | | pagina 10