Barbara Worth
Op jacht naar Orchideeën.
Reisherinneringen uit Guatemala
UIT HET LAND VAN DE DORST
Arrondissements Rechtbank
te Alkmaar.
Ingezonden Stukken.
Iets over wettige middelen.
Dag en naoht, jaar in, jaar uit, brult de branding
van den Stillen Oceaan en beukt het zwarte vulkani
sche zand van de kust Het witte schuim loopt het
strand op en trekt zich dan langzaam weer terug.
Haaien wagen zich tot vlak bq de kust en houden zelfs
de gedachten aan baden in zee op den achtergrond. Af
en toe passeert er een reusachtige rog, die zich lui met
den stroom laat meevoeren.
Buiten het bereik van de golven reizen wij langs de
kust voort op onze paardjes, vertelt Dr. F. Morton in
een van zijn reisschetsen over Guatemala. Rechts het
ondrinkbare water van den oceaan, links het even on
drinkbare, brakke en onbeschrijfelijk troebele water van
een lagune, een der hier zoo talrijke „esteros", We zijn
omgeven door mangrovebosschen, die worden bewoond
door tallooze vogels en... muskieten, die een ernstigen
vorm van malaria overbrengen en ook de doodelijke
gele koorts.
De estero is gepasseerd, nu komt een dichte vegetatie
van mangroven, wilde ananas, bamboes een paradijs
voor slangen. Men kan er slechts doorheen komen als
men een der bochtige boschpaden volgt. Een enkele
loopt er van de kust door tot den spoorweg in het
binnenland. Wij konden het niet vinden en besloten
daarom, de kust te volgen tot de eerstvolgende haven
plaats.
Hoe de dag verloopt
Om elf uur 's morgens werd de hitte zoo ondragelijik,
dat wij besloten te rusten op een eenigszins besohaduwd
plekje. De tong kleefde ons reeds aan het verhemelte
en met moeite kon ik mijn portie maiskoek en boonen-
purée naar binnen krijgen. Urenlang bleven wij zitten in
de verlammende hitte, boven ons de onbarmhartige zon,
voor ons de donderende wereldzee, achter ons de dood-
sche stilte van lagunen en moerassen. Met een zwaar
gevoel in het hoofd braken wij tegen drieën weer op.
Wij trokken voort, totdat de roode zonneschijf in de
zee verzonk. Een groene straal lichtte over den Stillen
Oceaan. Nu zou 't spoedig gehee ldonker' zijn. Mijn In-
diaansohe gids Juarros maakte van een groote hoop
dorre takken een vuur, waarop groene takken met bla
deren werden gelegd voor de rookvorming. Alleen zoo
zouden wij misschien de muskieten van het lijf kunnen
houden.
Na drie dagen dorst.
Den volgenden dag moesten wij met dat al onze reis
reeds in den loop van den morgen onderbreken, omdat
ik een zware malaria-aanval kreeg, die tot vier uur
duurde. Toen dwong Juarros mij om verder te reizen.
Zelfs na zonsondergang reden wij door. En wij werden
beloond. Een lichte rooklucht een kwartier later het
schijnsel van een vuur toen kwam een eenzaam vis-
schersdorp in het gezicht. Vijf hutten, vijf oocospal-
men. Op stangen hingen visschen te drogen, zoo dicht
bezet met lichtgevende bacteriën, dat er in de nachte
lijke duisternis een vaal schijnsel van uitging. Een
hond blafte, wü rooken bedorven vleesch. Konden wij
geen cocosnoten krijgen, al was het voor goud? Dan
Ihadden wij tenminste te drinken. Maar geld had in dit
gehucht geen waarde. Mijn kapmes moesten zij heb
ben voor drie onrijpe cocosnoten. die nog vocht bevat
ten, inplaats van het blanke vruchtvleesch. Maar waar
wij drie dagen lang niet gedronken hadden, willigden
wij elke eisch in.
De reddende liaan.
Zulk een kapmes is anders onmisbaar bij de jacht
pp orchideeën. Men kan geen stap vooruitkomen in het
oerwoud zonder eerst lianen, doornstruiken enz. weg
te kappen. Het is anders een praohtig gezicht: vanille-
planten ranken zich omhoog tegen de machtige stam
men, die tot boven aan toe bedekt zijn met de witte,
steenroode en violette orchideeën van het oerwoud.
Slechts de Indianen kunnen ze omlaag halen en ook
voor hen is het een moeilijk werkje door de lianen en
de vaak voorkomende groote boschmieren.
Soms moet men een ondiep beekje doorwaden. Soms
moet men in het oerwoud overnachten een ellende,
ondanks het prachtige gezicht, dat de orchideeën op
leveren bij het kampvuur. Heeft men dorst, dan zoekt
men een zekere lianensoort op, die ruim een duim dik
wordt. De liaan wordt dicht boven den grond afgekapt
en daarna grijpt men het slingerende stuk en kapt er
ongeveer 1 M. af, het ondereind wordt snel in den mond
gestoken en men kan er verscheidene lange teugen uit
drinken. Ik heb het altijd als een sprookje beschouwd,
totdat ik het hier meemaakte.
In het cactusbosch.
Uit de heete laagvlakte aan de kust van den Stillen
Oceaan komt men met den trein ln enkele uren in het
ikoele hoogland. Komt men verder naar het Oosten,
dan daalt het land weer af naar den Atlantischen Oce-'
FEUILLETON.
Dooi
HAROUD BELL WRIGHT
24
In Déep Well. aan de grens van het Dal werden da
gelijks treinladingen gelost van handelsgoederen, ge-
r eedschappen, werktuigen, timmerhout, bouwmateriaal,
paarden en muildieren. De doorgaande reizigers staarden
■in stille verbazing naar dit tafereel van overstelpende
bedrijvigheid dat zich zoo plotseling voor hen ontrolde
^te midden van dit dorre land dat zij vroeger doorreisd
hadden zonder over een eindeloozen afstand eenig tee-
ken van menschelijk leven te bespeuren. Die onafzien
bare voorraad van allerlei goederen die daar opgesta-
peld lagen op de vale vlakte, die menschenmenigte, die
daar krioelde in een schijnbaar hopelooze verwarring,
het maakte alles den indruk van in hooge mate mis-
plaatst en volkomen doelloos te zijn.
Van uur tot uur vertrokken de voertuigen met hun
trekdieren uit het kamp, om in de zwijgende verte ver-
zwolgen te worden. Bij nacht en bij dag werden de
I. koopwaren va,n den hoogen stapel weggevoerd door de
.vrachtrijders die met hun groote wagens, getrokken
;,soms door meer dan een dozijn muildieren, plotseling
I kwamen opdagen uit het geheimzinnige landschap, als-
;of zij geesten waren, onverhoeds in het gewone leven
'overgebracht. Zoodra de karren waren volgeladen en
de watertonnen gevuld, keerden zij naar hun onzicht-
'Jjare wereld terug waaruit zij waren opgeroepen. De
luide stemmen van de voerlieden, het krakende knar
een van de wielen, het gerammel van het paardetuig, het
geknal van de zweepen, het stierf alles weg en het
beeld verflauwde allengs om straks in stofwolken te
verdwijnen die dreven over het land van de geheimenis.
In Rubio City leefde Jefferson Worth, als te voren,
zijn werktuigelijk leven aan de Pionier-Bank en schijn
baar wijdde hij niet de minste aandacht aan het veelbe
wogen bedrijf dat zoovele gelegenheden bood voor een
voordeelige geldbelegging. Barbara sprak zelden van
het werk dat haar eens zoo dierbaar was geweest en
aan. Hier ligt het spoorwegstation Zacapa bij de berg
hellingen, niet ver van de Rio Motague, die in den re
gentijd geweldige massa's water naar den Atlantischen
Oceaan vervoert.
Deze berghellingen vormen het gebied van de reu-
zencactussen. Het is hier vreeselijk warm en droog;
de grond is bedekt met puin en steenen, en toch is deze
woestenij begroeid met tallooze organos (orgelpijpen),
zooals de groote.' zuilvormige cactussen hier worden
genoemd. Er zijn geweldige candelabres, zoo hoog en
dik als boomen „grijsaardshoofden", met prachtig wit
„haar", reusachtige cereus-exemplaren en op den grond
sterke ..slangcactussen". Het landschap wordt door al
die cactussen onbeschrijflijk mooi en harmonisch.
Helaas was ik zoo onvoorzichtig geweest om mij hier
heen te wagen zonder gids. Ik verdwaalde en kreeg
vreeselijke dorst. De Motague was vol water, maar het
water was ongelooflijk vuil en toen ik er zelfs een
doode muilezel op zag drijven, had ik plotseling geen
dorst. Ik zou maar eens probeeren, of de cactussen geen
vocht opleverden. Het was wel niet veel, maar ik kon
het ermee uithouden.
Ook agaven helpen tegen dorst
In dit droge land leert men wel, hoe men zich tegen
dorst kan beschermen. Na cocosnoten. lianen en cac
tussen leerde ik ook agaven als redders in den
nood kennen. In het hoogland van Guatemala, dioht bij
de Mexicaansche grens, tusschen 2000 en 3000 M. hoogte,
treedt in de droge ijle lucht vaak zeer spoedig een
kwellende dorst op. Men riet hier soms dagen achter
een geen mensch. terwijl een meterdikke, soms zelfs
huizenhooge laag puimsteen en vulkanische asch op
den grond alle vocht onmiddellijk doet wegzakken. Maar
het landschap wordt er verlevendigd door prachtige
agaven. Deze bloeien in Europa weliswaar niet eens in
de honderd jaar, maar toch uiterst zelden en alleen on
der bijzonder gunstige omstandigheden. In Centraal-
Amerika gaat het sneller. Er schieten machtige bloem
stengels omhoog, die honderden bloemen dragen. Meest
al wordt, voordat de bloeiwijze te voorschijn komt, het
„hart" uitgesneden en alle sappen, die voor de vorming
daarvan bestemd waren, verzameld in de ontstane holte
en worden eruit geschept om te gisten. Menige roes
heeft de „pulque" reeds veroorzaakt, maar ik heb er
eens een brandende hoogland-dorst mee kunnen les-
schen.
MEERVOUDIGE STRAFKAMER.
ZITTING VAN DINSDAG 27 JUNL
Sijbecarspel.
VERMOEDELIJK EEN ORKAAN IN EEN WASCH-
KUIP.
De voormalige boekhouder-administrateur en bedrijfs
leider van de Stoomzuivelfabriek „Prins Hendrik" te
Sijbecarspel, thans gepromoveerd tot arbeider te Pur-
merend, de op 4 Mei 1904 in Friesland geboren heer
Tjipke IJ. had zich heden te verantwoorden: primair
ter zake verduistering van pl.m. 1235% Kg. boter, door
hem ten behoeve van de fabriek verkocht, doch niet
verantwoord en subsidiair, dat hij een bedrag van
f 2415.22%, althans een aanzienlijk bedrag aan geld,
zijnde 'de opbrengst van de door hem verkochte boter
op verschillende datums in 1928, '29 en '30, welke
gelden hij krachtens zijn dienstbetrekking anders dan
door misdrijf, onder zich had, wederrechtelijk zich zou
hebben toegeëigend.
In deze zaak waren 6 getuigen a charge, waaronder
een accountant uit Edam als deskundige, gedagvaard,
terwijl verdachte juridisch werd bijgestaan door mr.
Belonje als raadsman en verdediger.
De verdachte kon als gevolg van autopech niet bij
den aanvang tegenwoordig zijn. In afwachting van
zijn komst werd de zaak alvast voorgedragen en een
aanvang gemaakt met het verhoor van den getuige-
deskundige, den heer J. C. Oosterbeek te Edam, die
met rechtbank, parket en verdediger de door verdach
te gehouden administratie onderzocht en naploos.
Deze verificatie had tot resultaat, dat het door den
Officier genoemd getal kilo's verduisterde boter niet
geheel juist was. Er moesten nog eenige posten wor
den bijgevoegd.
Omstreeks 11 uur verscheen de bewuste bedrijfslei
der, een gebrild, gunstig uitziend jongmensch, dat ver
klaarde door 'n lekke autoband te zijn opgehouden.
Na kort resumé der dagvaarding werd hem het re
sultaat van 's heeren Oosterbeek's enquête voorgele
zen. Verdachte erkende, de boekhouding te hebben ge
voerd, waarop de diverse posten nog eens, maar nu
met verdachte, werden nagegaan. Om de 14 dagen, bij
de uitbetaling, hield de verdachte de boeken bij. Ver
schillende onregelmatigheden in die administratie wer
den hierop den verdachte onder het oog gebracht. Vol
gens verdachte had hij alle cijfers overgenomen uit de
nooit meer reed zij uit naar den voet van den heuvel
op de Mesa-vlakte, waar de Woestijn zioh ln de verte
uitstrekte. De Profeet was bezig bij den aanleg van
den noordelijken spoorweg en Abe Lee. Tex en Pat en
Pablo Garcia waren opgenomen in den stroom die in
het nieuwe land doordrong.
Overeenkomstig de vér-dragende plannen van de
Maatschappij, werd in het hartje van het Koningsdal
de stad Kingston ontworpen en reeds in de dagen, toen
iedere druppel water van drie tot tien mijlen ver moest
aangebracht worden, werden de bouwgronden ten ver
koop aangeboden en door koopgrage speculanten aan
gekocht.
Een jaar nadat de onderneming begonnen was, werd
het water in de aangelegde kanalen binnengelaten. En
toen het water kwam, veranderde Kingston als met een
tooverslag en werd het in plaats van een in allerijl aan
gelegd kamp een regelmatige stad met postkantoor, ma
gazijnen, hotel, smidswerkplaats en stalling, alles in
doelmatige gebouwen gevestigd. Maar de aanzienlijkste
vestiging was toch het kantoor van de Maatschappij.
Tegelijk met het water stroomde nu het menschelijk
leven de stad in. Het waren vele honderden die zich
kwamen vestigen, allen gedreven door den oppermach-
tigen handelsgeest, allen bereid te werken en handel
te drijven, de stad op te bouwen, den grond te ontgin
nen en vruchtbaar te maken en aldus den droom van
den Profeet te verwezenlijken, terwijl de ingenieur zelf
verbannen was van het werk waaraan hij zijn leven
gegeven had. Iedere zonsopgang zag nieuwe houten
huizen verrijzen op de aangekochte grondstukken rond
om de nieuwe stad van de Maatschappij en ook in het
centrum van de stad, waren ontelbare handen ijverig
bezig. En iedere zonsondergang zag nieuwe aanvoer
kanalen die het water naar zijn bestemming geleidden
en nieuwe landerijen binnen het bereik van de be
sproeiing brachten.
Zoo was het ook dien middag, toen mijnheer Burk,
de hoofddirecteur van de Koningsdal-maatschappij, voor
het venster stond van zijn kantoor en zag hoe een
vrachtrijder met een span van twaalf muildieren stil
hield voor het grootste en aanzienlijkste goederenmaga
zijn van de stad *at aan van de straat
gevestigd was.
Deck Jordan verser..- .n zijn winkel
en Burk hoorde 'r n luide toeriep:
„Ik denk dat Jim binnen h u-.<: tt 1 zijn. Wij ho
pen de rest in twr lil m."
„Nu al zes gr< r n vn»e t' cht Burk, „en
hoe kort is het man met een
boeken, gehouden door den nog niet gehoorden getuige
Visser, welke boekhouding steeds ln orde was be
vonden. De accountant vermeende echter dat de zaak
moest worden omgekeerd. De heer Visser nam de cij
fers over uit de boeken van verdachte, veronderstelde
de heer Oosterbeek. Verdachte ontkende zulks. Ver
dachte, die aanvankelijk dienst deed als controleur,
had het systeem gevolgd van de reeds vroeger door
Visser aangelegde boekhouding.
Door den accountant waren geconstateerd regelma
tig voorkomende fouten in de boekhouding van ver
dachte, die echter verdwenen waren, toen de opvolger
van verdachte, Twisk, de boekhouding had overgeno
men.
Hierop volgde het uitgestelde verhoor van den ver
dachte. Deze was in dienst getreden in kwaliteit van
controleur-boekhouder op een salaris van f27.50 per
week plus vrij wonen, later werd hij aangesteld als
bedrijfsleider en genoot toen een traktement van f35
per week plus vrij wonen.
Als gewoonlijk was van de besprekingen over het
gevoerde geldelijk beheer van verdachte en den heer
J. Visser voor de groene tafel niet veel te volgen.
Verdachte stelde het volste vertrouwen in den heer
Visser en meermalen werd de kas niet eens gecontro
leerd.
Hierop werd gehoord de 50-jarige veehouder Jan
Visser uit Sijbecarspel, de voormalige penningmeester
der coöperatieve zuivelfabriek „Prins Hendrik" aldaar,
die verklaarde, dat hoofdzakelijk de verdachte de gel
den door getuige Kramer op de markt ontvangen, had
geïnd. Hij ontving de cijfers der bedragen van ver
dachte en noteerde getuige dat in een zakboekje. Deze
getuige geleek ons veel zenuwachtiger dan verdachte
zelf!
De president bracht verdachte onder het oog. dat
b.v. een post van 180 Kg. boter geboekt als verkocht
aan getuige Kramer, bleek te moeten zjjn 202% Kg.
Wat verdachte voorts aanvoerde betreffende de hem
aan Visser gedane opgaven, werd door dezen getuige
ontkend.
De 41-jarige pluimveehouder C. Houter uit Benning-
broek was vanaf 1928 tot de liquidatie der fabriek
voorzitter der coöperatie en had nimmer de boeken of
de kas gecontroleerd. De productie ging getuige na uit
de productieboeken. Een controleboek werd gebruikt
en nooit waren door getuige onjuiste cijfers geconsta
teerd. Later bleek een tekort en konden de leveranciers
niet voldaan worden, zoodat het noodig bleek, om geld
op te nemen bij de boerenleenbank. Een bijzondere
weelde in de levenswijze van verdachte was dezen ge
tuige persoonlijk niet bekend. Wel had hij wel eens
wat hooren praten.
De 30-jarige melkhandelaar J. Koning, vroeger boter-
maker bij de coöperatie, legde verklaringen af omtrent
de boterproductle, door hem in schriften genoteerd.
Tusschen deze opgaven en het engrosboek bestonden
verschillen en de president maakte hierop verdachte
opmerkzaam.
Deze getuige verklaarde nog, dat verdachte nogal
royaal was ln zijn uitgaven, hetwelk door verdachte
werd tegengesproken. Ook wat betrof het autorijden,
dat hem werd ten laste gelegd. Zijn persoonlijke uit
gaven gingen de f 5 per week niet te boven.
Getuige Gerrit Kramer, koopman te Medemblik, 'n
jarenlange boterafnemer van de „Prins Hendrik' deel
de mede, dat hij den laatsten tijd betaalde aan den
verdachte. De resultaten der geldelijke connectie had
getuige neergelegd in eeü opschrijfboekje, die klopten
met het engrosboek van verdachte.
Op de vraag van mr. Belonje, deelde deze getuige
nog mede, ook aan zekeren Piet Oud te hebben betaald.
De 70-jarige heer T. Trompet had de boeken en
rekeningen van den heer Visser gecontroleerd. Ben
der boeken had getuige nimmer gezien, waarom, kon
getuige niet ophelderen. Dit ontbrekende boek was
bet engros-verkoopboek.
De officier verkreeg hierop het woord om aan te
toonen, dat ondanks alle controle in diverse vormen
de controle niet veel had te beteekenen. Ook had het
bestuur, da Officier constateerde dit met leedwezen,
zijn taak bijzonder slecht vervuld. Uit de gebleken
stelselmatige onregelmatigheden In de diverse boeken
gevonden, distilleerde de Officier, dat verdachte, die
deze administratie had gevoerd, in deze boeken had
geknoeid teneinde de ontdekking der malversatie te
voorkomen. Op grond van een *en ander achtte de Of
ficier de bij dagvaarding subsidiair ten laste gelegde
verduistering wettig en overtuigend bewezen en werd
gerequlreerd 8 maanden gevangenisstraf.
Mr. Belonje verkreeg daarop gelegenheid tot het
houden van zijn pleidooi, waarin hij kwam tot de
conclusie, dat ln deze duistere zaak, waarin de pen
ningmeester Visser ook een eigenaardige plaats in
nam, het bewijs niet was geleverd en verzocht pleiter
vrijspraak.
Geen repliek. Uitspraak a s. week
S t.nM aartensb rug.
EEN ONTROUW RENTMEESTER
De 37-jarige arbeider Cora. K., wonende te St. Maar
ten, had zich als penningmeester van den bond van
arbeiders in het bollen-, land-, tuinbouw- en zulvelbe
drijf, afdeeling St Maartensbrug, niet bepaald 18 ka
raats gedragen en zoo respectievelijk gedurende jaren
1931, '32 en '33 'n nogal respectabel sommetje, de Of
ficier sprak zelfs van f 291, aan de viool en de strijk
stok laten hangen. De heer W. Hoogerhuls, controleur
van den Bond, wonende te Utrecht, had deze fraude
paar kisten zijn zaak begon."
Er kwam een ledige wagen aangereden die stilhield
voor het magazijn en Burk herkende ln den voerman
een van de arbeiders van de Maatschappij, die in een
kamp, zes mijlen ver, gewerkt had. En onmiddellijk
daarna kwam er een andere wagen voorbij, volgeladen
met handelswaren, die wegreed naar de woestijn.
De zaak van Deck aan de overzijde, begon eerbied
waardige afmetingen aan te nemen, meende Burk. En
de meeste klanten van Deck waren ambtenaren van de
Maatschappij. Hij nam een sigaar uite en kistje op zijn
schrijftafel, streek aan de zool van zijn schoen een lu
cifer af en bleef, aohterover geleund in zijn stoel, ge-
noegelijk mijmeren. Want mijmeren, denken, overleggen
was de voornaamste bezigheid waarvoor hij betaald
werd. De Maatschappij had zijn eigenaardig talent ge
huurd. zooals zij de lichaamskracht van haar arbeiders
en de vakkennis van haar ingenieurs gehuurd had.
Terwijl hij daar zat na te denken, sloeg hij met niet
minder aandacht de bedrijvigheid van de straat gade.
Uit de richting van de Woestijn, langs het laatst ver
rezen gebouw in de straat zag hij een ruiter naderen.
Met zwierisren draf kwam de ruiter aangestevend op 't
hoofdkwartier van de Maatschappij en toen hij nader
kwam. herkende de directeur den hoofdingenieur. Met
een groet in het voorbijgaan door het openstaande ven
ster, steeg Willard Holmds af voor den ingang van het
gebouw. Zijn eerste bezoek gold het water-reservoir en
onmiddellijk daarna verscheen hij in de deur van de
kaïmer van den directeur. Zijn kleeren waren v.**j top
tot teen overdekt met stof en zijn gelaat was volkomen
gebronsd in den loop der maanden die hij in de open
lucht had doorgebracht,
Mijnheer Burk reikte hem het sigarenkistje toe.
..Dank u", zeide de ingenieur met een glimlach. „Ik
heb het te warm om te rooken. Ik zal liever tot na
het avondeten wachten."
Hij legde zijn hoed en handschoenen neer en nam
plaats in een stoel, met een zucht van verlichting onder
den Indruk van de weldadige koelheid die in het vertrek
heerschte en die hij na zijn urenlangen rit in den ver
blindenden zonneschijn dubbel waardeerde.
De ander leunde opnieuw aohterover in zijn stoel,
plaatste zijn voeten in een gemakkelijke houding en
keek. met zijn sigaar in een hoek van zijn mond, zijn
bezoeker vragend aan. „Mij dunkt. Holmes, dat je er
wel iets voor over zou hebben, als je vanavond op je
gemak ln New York kon zitten."
Het antwoord op die onderstelling was een tragisch
gebaar, vergezeld van: „Ga achter mij, Satanus!" En
Schoorldam, 26 Juni 1933.
Mijnheer de Redacteur,
Zou U zoo goed willen zijn, om mij wat plaatsruimte
te verleenen, bjj voorbaat mijn dank.
In dezen tijd van actie, van verschillende groepen
van werkenden, worden de vormen van die actie
nogal eens besproken.
De strijd van al de noodlijdende groepen (zoo wordt
gezegd) moet gevoerd worden met wettige middelen.
Over die wettige ^niddelen is nogal eens verschil
van meening en voornamelijk onder de noodlijdende
boeren en tuinders. Met wettige middelen worden wij
gedwongen om veel te hooge pachten te betalen. Met
wettige middelen dwingt men ons, om rente en aflos
sing te betalen.
Met wettige middelen worden 1 Augustus weer eeni
ge millioenen aan de Nederlandsche werkers ontfutr
seld, in den vorm van rijwiel belasting.
Met wettige middelen moeten een massa boeren en
tuinders hooge polderlasten, Hoogheemraadschap»- en
grondlasten bij elkaar brengen.
De omzetbelasting is ook weer zoo'n beroemd wettig
middel.
Door al deze wettige middelen worden wij wettig
naar den afgrond gebracht.
Door middel van de wet zullen straks van velen hun
huis of land worden verkocht.
Met wettige middelen worden thans velen in d©
werkverschaffing gedrongen.
Al deze dingen en nog veel meer, zijn wettig.
Maar, zoo wordt gezegd, als middel van verweer te
gen dit alles, moet men wettige middelen kiezen.
Nu wilde ik graag, door middel van Uw veelgelezen
blad, een vraag stellen
Die vraag is dan hoofdzakelijk gericht tot de Hoofd
besturen van de Landbouworganisaties, als Holland-
sche Maatschappij van Landbouw, L.T.B., en vooral
niet te vergeten tot den Neutralen Bond van Boeren.
Land- en Tuinbouwers.
Wat voor soort van wettige middelen 9taan ons
boeren en tuinders ten dienste???
Kunnen wjj tegenover de wettige middelen van da
Regeering met succes andere wettige middelen
plaatsen???
Nogmaals: hebben wjj boeren en tuinders werkelijk
wettige middelen van verweer???
In spanning wacht ik op een afdoend antwoord op
deze vragen.
K. WILDEBOER,
Schoorldam.
geconstateerd en stond deze onbetrouwbare penning1-
meester heden terecht. Het materieele feit werd door
verdachte erkend, alleen noemde hij een belangrijk
kleiner bedrag dan de dagvaarding.
De heer Wiggers, de onmisbare bazuin der reclas-
seering, stelde vertrouwen in de waarheidsliefde van
het verdwaalde schaap en vermeende dat. wat het be
drag betrof, de verdachte geen geflatteerde voorstel
ling gaf. Verdachte scheen ook nog tot de O.S.P. t«
behooren. maar was een nogal makke volgeling, gelet
op zijn bescheiden optreden.
Overeenkomstig het advies van mijnheer Wiggers
vorderde de Officier alsnu een gevangenisstraf voor
den tijd \'an 6 maanden met 3 jaar proeftijd en bijz.
voorwaarden, waaronder vergoeding van het verduis
terde bedrag.
Alkmaar.
EEN STOKER, DIE BLOCNOTES PRESENTEERDE.
Reeds meermalen compareerde voor den Kantonrech
ter te Alkmaar den 23-jarigen, zich stoker noemenden
heer Jan H. woonachtig te Haarlem, die bij gebrek
aan emplooi het geheele land doorscharrelde met
schrijfgereedschap, in casu blocnotes. In Alkmaar, al
waar dergelijke handelslieden allesbehalve welkom zijn
werd hij naarstiglijk met een bonnetje vereerd ter
zake het venten zonder vergunning en geraakte hij
dus in geregelde connectie met den Kantonrechter. De
eerste maal was het koek en ei tusschen de heeren.
Jan werd veroordeeld tot een onnoozelen plek en bij
wijze van compensatie kocht mr. Bastert van hem
voor 40 cent een blocnoot. Doch toen Jan een vast©
klant werd, was het uit met de liefde. Er werden geen
blocnotes meer afgenomen en de boete steeg tot f 2
subs. 2 dagen. Toen kreeg Jan H. echter ook de bokke-
pruik op, begon hij met hooger beroep te dreigen en
Taf hij ook gevolg aan dit dreigement, zooals heden
bleek uit de zittingsrol der meervoudige strafkamer,
waarop hij als comparant was ingeschreven. De dap-
oere man bleek echter nu niet verschenen. Het betrof
hier echter een vonnis van den Kantonrechter te Den
Helder, waarvan bevestiging werd gevorderd.
Den Helder.
NOG EEN HOOG ER-BEROEPELING.
De 22-jarige fruitkoopman Dirk V., had bezwaren te-
gen het vonnis van den Helderschen Kantonrechter,
die hem had veroordeeld tot f 5 boete of 5 dagen hech-
toen de directeur daarop in 'n lach schoot, voegde hq er
ernstig aan toe: „New York is machtig mooi, Burk,
maar ik denk dat ik het hier nog wel een poosje zal
kunnen uithouden."
Burk zag den ingenieur aan met een blik van iemand
die in gedachten verzonken is. ,Jk heb opgemerkt,"
zeide hq langzaam, „dat je hoe langer hoe meer belang
gaat stellen ln je karwei. Ben je gisteren bij de rivier
geweest?"
„Neen. ik ben bq het aanvoerkanaal nummer vijf ge
weest. Abe Lee gaat er vanmiddag heen."
„Hoe houdt de Colorado zich op zijn ouden dag?"
„Tot dusver bijzonder goed. Maar er zijn en blijven
tooh onzekere elementen in ons werk..." Er lag een toon
van bezorgdheid in het antwoord van den ingenieur.
„Ik neem aan dat de spraakzame Abe kinderlijk blij
moedig gestemd is aangaande de vooruitzichten van
ons werk?"
De schertsende toon van den directeur werd door
Holmes niet met een glimlach beantwoord.
„Lee doet zonder twijfel al wat in zijn macht voor
de duurzaamheid van het geheel. Hij is een model van
degelijkheid en, onder ons gezegd, Burk, behoorde de
Maatschappij daar meer aan ten koste te leggen. Met
een paar duizend dollars zou men daar al een heel
eind ver komen."
De man die er voor betaald werd over alles na te
denken, maakte een afwerende beweging met zijn hand
„Mijn beste vriend, daar hebben wij het toch al zoo
dikwijls over gehad. De Maatschappij stelt het bedrag
beschikbaar dat noodig is om het pl^n in beweging te
brengen, maar ook geen cent meer. Later, als de on
derneming blijkt winstgevend te zijn, is zij bereid het
systeem te verbeteren. Laat je vooral niet van de wijs
brengen door het verzinsel dat de zaak zou opgericht
zijn „tot heil van het volk", door een gezelschap van
goedmoedige oude heeren, die met hun geld niets an
ders weten te beginnen dan daarmee allerlei liefdadige
instellingen ln het leven te roepen. Je kent James
Greenfield wel beter. Dividenden... dividenden... dat is
het doel waarvoor wij hier bezig zijn en dat mogen wij
geen oogenblik uit het oog verliezen. A propos, heb je
vandaag wel gedineerd?"
„Ja, ik heb tegen den middag in kamp zeven aange
legd."
Wordt vervolgd.