Een nieuwe Model-Jeugdherberg. Barbara Worth Donderdag 13 Juli 1933. SCHAGER COURANT. Tweede blad. No. 9311 Het „N.B.A.S.-Bondshuis" te Oldebroek. De laatste Duitsche kruiser bij Scapa Flow MALAISE IN M0NTE CARL0. Verschillende jeugdorganisaties in ons land bezitten ni beheeren een eigen gebouw, ten dienste der leden. Eenige van deze jeugd-vereenigingen huldigen de op vatting, dat eigen tehuis ook opengesteld dient te wor den voor andere jongeren. In verband met het feit, dat de jeugdberbergbeweging in de laatste jaren zoo snel gegroeid is en bij de massa van de jeugd vasten voet heeft gekregen, is het begrijpelijk, dat wilde men eigen huis open stellen voor de geheele jeugd, die het best ïton geschieden door er een jeugdherberg van te maken. In eigen kring moeten de opvattingen omtrent gastvrij heid dan ook wel zeer ruim zijn. Een voorbeeld is het Nederlandsch Meisjes Gilde, welke jeugdvereeniging onlangs te Blaricum de nieuwe jeugdherberg „Zonne- fcoeve" opende. De Nederlandsche Bond van Abstinent Studeerenden. een geheelonthouders-jeugdorganisatie van hen, die op de Middelbare Scholen en Universitei ten studeeren, heeft reeds zeven jaar geleden een der gelijk plan opgezet. Men nam toen het Initiatief om een Bondshuis te bouwen, dat tegelijkertijd als jeugd herberg zou kunnen worden opengesteld. Speciaal mag hier wel bij worden vermeld, dat de scholieren zelf de benoodigde finantiën bijeen spaarden, dus het zonder subsidies van Gemeente, steun van ouderen of organl_ saties stelden. En als tweede merkwaardige bijzonder heid diene het feit. dat de scholieren met den daad toonden, dat zij niet alleen intellectueel werk konden verrichten, maar ook den handenarbeid niet veraf schuwden. Onder leiding van eenige technici uit den Bond. werd toen in 1929 door de leden zelf het Bonds huis gebouwd, op een prachtige plek, temidden van bosch en hei, nabij Oldenbroek op de hooge Noorder- Veluwe. Er werd gegraven, gemetseld, getimmerd, ge verfd, en de scholieren bewezen daarmee, dat de idee der zelfwerkzaamheid der jongeren niet alleen een ide aal behoefde te zijn, doch ook in de praktijk kon wor den omgezet. Het vierkante middenstuk is toen gebouwd, tot zoo_ ver reikten de zelf gespaarde gelden. Intusschen werd het Bondshuis gebruikt en in den loop der jaren heb ben vele duizenden gasten van de jeugdherberg ge bruik gemaakt Maar de scholieren-bond zat niet stil in dien tusschentijd. Wederom werd een actie van ja ren ingezet, andere scholieren-leden kwamen er bij en spaarden mee. Eerst in dit jaar is de lang gekoesterde wensch in vervulling gegaan. De jeugdherberg kon worden afge bouwd. groote vleugels werden opgetrokken, een prach tig dagverblijf, ruimte biedend aan eenige honderden bezoekers, werd geprojecteerd. Wederom onder leiding van eenige technici uit den Bond en met behulp van jeugdige werkloozen werd met de uitbreiding en ver nieuwing een aanvang gemaakt en dezer dagen is de nieuwe jeugdherberg klaar gekomen. Zij biedt onder, dak aan 125 jeugdherberggasten en voldoet aan alle gestelde eischen, die aan een model-jeugdherberg kun nen worden gesteld. Mede door zijn fraaie ligging, ver scheidene hectaren bosch en heidegrond behooren bij In twee etappes werd de Jeugdherberg „N.B.A.S.- Bondhuis" te Oldebroek (G.) gebouwd. In 1929 was het eerste deel klaar. de jeugdherberg, is het geheel een mooie aanwinst in het net der Nederlandsche jeugdherbergen. Grootsch Inwijdingsfeest. Na moeitevol sparen van gelden en jaren lang har den arbeid is de jeugdherberg thans gereed gekomen. Dit heugelijke feit zal gevierd worden met een inwij dingsfeest op Zaterdag 29 en Zondag 30 Juli a.s. te Ol debroek. Geheel ln het kader der traditie zal dit feest plaats vinden in de sfeer van gastvrijheid, de pijler van het jeugdherbergwerk. Vanzelfsprekend zullen honder den leden-scholieren van den Bond het inwijdingsfeest bijwonen. Voorts zullen eenige honderden trekkers uit het geheele land aanwezig zijn, terwijl onderscheidene jeugdorganisaties van verschillende richting mede zul_ len worden uitgenoodigd. Verscheidene autoriteiten heb ben tenslotte reeds toezegging gedaan bij de opening tegenwoordig te zijn. Op Zaterdag 29 Juli, om 7 uur, vindt de eigenlijke opening plaats met vlaggenhulde. Daarna vindt in het openlucht-theater, dat op het terrein is gelegen, een uit voering plaats van het jeugd-orkest, waar muziek van Tsohaikowsky, Hindemith. Ravel en anderen, voor de gasten zal worden ten gehoore gebracht. De avond wordt gesloten met een reusachtig kampvuur, opge luisterd door muziek en zang, waar tevens de heer L. Meilink, Adjunct-Secretaris der Nederlandsche Jeugd herberg Centrale te Amesterdam, het woord zal voe ren. Den volgenden dag vindt een gezamenlijke wandel, tocht plaats met als besluit een spel- en zangmiddag, waarbij het scholieren-orkest wederom zijn medewer king zal verleenen. Aangenomen mag worden, dat een 700 tot 1000 jeugdige gasten het inwijdingsfeest zullen bijwonen. In verband met de omvangrijke organisatie zijn reeds speciale maatregelen getroffen. De geheele opzet van het inwijdingsfeest heeft tot doel een poging te ondernemen een nieuwe jeugdherberg in te wijden op een wijze, die beantwoordt aan het doel. welke de jeugdherbergbeweging zioh stelt; een gastvrij vertrouwd tehuis te zijn voor de geheele Neder landsche jeugd. In Juli 1933 was de Model-Jeugdhe rberg geheel gereed. Boven-aanzdcht. FEUILLETON. Door HAROLD BELL WRIGHT Willard Holmes kon niet ontkennen, dat hij haar bedekt verwijt met eenig genoegen aanhoorde. Het bleek dus dat zij aan hem gedacht, naar hem uit gezien, hem gemist had. „Ik hoop dat u het mij ver geven zult. Ik heb niet geweten dat u komen zou „Het spreekt van zelf dat uw zonden u vergeven en zij voegde er ernstig aan toe: „Ik zou willen dat ik een ieder die hier bij de onderneming behoort, vergeven konbehalve één...." „En wat is die misdaad die u niet vergeven kimt?" vroeg hij, terwijl hij haar gelaat aandachtig gade el oeg. Zij keek hem diep in de oogen. „Weet u dat niet?'' Hij ging een weinig achterwaarts en er klonk iets vreemds in zijn stem toen hij antwoordde: „Ik denk dat u het iemand nooit zou kunnen vergeven die verraad pleegde aan zijn werk, voor wien dat work niet het eerste en het hoogste was." „Ja" antwoordde zij, „zoo is het. Dat zou ik nooit kunnen vergeven „Maar hoe zou u dat kunnen weten? Hoe zou u daarover kunnen oordeelen?' vroeg hij, eenigszins ruw. „Het zou toch kunnen zijn, dat dezelfde man. die door u van ontrouw aan zijn werk verdacht werd. in waarheid zichzelf voor dat werk opofferde Ik heb in het leven geleerd dat juist zij die de hoog ste idealen hebben en de stoutste opvatting van de plichten die wij jegens elkander hebben. in den regel niet degenen zijn die feitelijk het meeste werk in deze wereld afdoen. Laten wij de zaak eenvoudig bezien hoevelen van al de menschen die bij de ontginning van de woestijn betrekken zijn, hetzij als landbouwers, als zakenmenschen, of voor welk ander werk ook, hoeve len mogen daaronder zijn die in dit alles nog iets anders zien dan de paar dollars die zij als winst van de onderneming venvachten? Het blijft hetzelfde, of het de hooge loonen zijn die door de Maatschappij worden uitbetaald, dan wel de groote winsten van den zakenman of de zooveel zwaarder oogst van den landbouwer. En zou u dan willen volhouden dat zij naar die winzucht niet mogen luisteren? Zoo ver mijn oordeel over die dingen gaat, is het ten allen tijde die jacht op het voordeel geweest die de men schen er toe heeft aangedreven waarlijk groote din gen tot stand te brengen. U kunt elke groote onder neming die gebleken is een zegen voor de wereld te zijn, op den keper beschouwen en in haar begin vindt u een streven naar winst en bezitUw vader, bij voorbeeld. Barbara viel hem in de rede met een afwijzend ge baar: „Laat ons niet verder gaan op dien weg, mijn heer Holmes. Ik weet dat wat u zegt, volkomen waai is. Vader en ik hebben al zoo dikwijls hetzelfde tot elkander gezegd. En toch weet ik, ja, ik weet dat mijn gevoel ook recht van spreken heeft. Wie helpt ons uit al die verwarring! Het schijnt toch zoo onwaardig ons heele leven voor niets anders dan voor geld te werken. En toch wordt het waarlijk goede werk in de wereld verricht door menschen die in het geheel niet naar dat goede vragen, maar alleen naar de winst die het hun oplevert. Ik zou er bijvoorbeeld op durven wedden dat u dezen zomer in de woestijn aan het werk gebleven is, zonder verlof te nemen en dat alles voor uw salaris zonder meer." „Hoe weet u dat ik geen verlof genomen heb?" Dat heeft mijn vader mij gezegd. Het schijnt dat u een bijzonderen indruk op hem gemaakt hebt. Hij heeft mij veel van u verteld. Maar zou ik u mogen vragen, is u hier gebleven voor een belooning in geld?" Holmes had gaarne willen weten of haar iets be kend was van het gevaar dat de nieuwe bewoners be dreigd had uit hoofde van den gebrekkigen aanleg van de waterwerken „Misschien", zeide hij, „ben ik gebleven ter wille van mijn goeden naam in mijn vak. Maar dat zou toch eigenlijk op hetzelfde neerkomen, vindt u ook niet?" Barbara lachte. „Ik kan niet aannemen dat uw goede naam er onder geleden zou hebben, wanneer u een vacantie genomen bad. Het scheen dat de wending die het gesprek genomen had, Barbara bij zonder behaagde. Holmes dacht aan die angstvolle dagen en nachten bij de waterkeering toen de veiligheid van de onder neming van het Koningsdal uitsluitend afhing van de grillen van een onberekenbare rivier Maar hij vond het niet noodig, Barbara voor te rekenen dat het verlof niets met zijn salaris uitstaande had. Het is meer dan 14 jaar geleden, dat de Duitsche of ficieren die de trotsche Duitsche oorlogsbodems aan de Engelschen hadden moeten uitleveren, deze te Scapa Flow tot zinken brachten. Aanvankelijk heeft men die kostbare wrakken daar maar laten liggen, doch ten slotte is men ze gaan lichten, waartoe gaten in de kiel werden geboord, waarin buizen werden aangebracht, waardoor de schepen werden volgepompt met lucht, zoodat zfj vanzelf kwamen boven drijven. Deze werk wijze was noodig, doordat de schepen bij het zinken waren omgeslagen. Thans is het werk voltooid met het lichten van de von der Tann, een der groote Duitsche liniekruisers. Op onze foto hierboven passeert het wrak de Forth-bridge. Het schip is naar Rosyth versleept, waar het gesloopt zal worden. In totaal zijn 32 schepen gelicht. De Engelschen meenen dat dit het grootste bergingwerk ie ooit ondernomen. De groote spelers blijven weg. MOEILIJKHEDEN MET DEN STAAT. Overal, zoowel in ons land als daarbuiten, worden nieuwe casino's ingericht. D? bank van Monte Carlo lijdt onder de con currentie en de crisis. Gedurende eenige jaren heeft in Monaco een po litieke storm gewoed, zij het een storm in een glas water, waarvan de toeristen nauwelijks iets merkten, want de roulette blijft haar bekoring uitoefenen in het casino en op de promenades flaneerden als altijd de bezoekers der Riviéra. Maar vorst Louis XI lag over hoop met zijn landje; hij had er de voorkeur aan zegeven, zijn residentie naar Parijs te verleggen en liet het beheer der staatszaken over aan zijn geadop teerde dochter, prinses" Charlotte én haar gemaal prins Pierre, graaf van Polignae. De vorst geraakte in moeilijkheden. Zijn echtgenoote verliet hem en huwde met een arts. In 1930 brak in het vorstendom een revolutie uit, die overigens netjes en vreedzaam verliep. Eenige honderden onderdanen verzamelden zich voor het paleis en protesteerden vooral tegen het feit, dat de directie van het casino haar verplichtin gen niet nakwam. Bij het verleenen der concessie was bepaald? dat het casino aan de inwoners van Monaco vrij gas' en electricite.it zou leveren; deze voorwaarde nu werd niet voldoende nagekomen. De vorst koos echter de zijde van het casino en hief eenvoudig de grondwet op. In November 1931 constitueerde hij, de Assemblée Monegasque, een soort adviseerend lichaam, welks leden hij zelf benoemde. Hij regeerde door decreten. Waar Louis XI zijn onbeperkt gezag niet misbruik te, waar de bewoners van Monaco en Monte Carlo zich bij dit regiem niet slecht bevonden en er in het ge heel niet aan dachten, ter verdediging der volksrech ten de barricaden te beklimmen, zou alles waarschijn lijk goed gegaan zijn, als het casino maar betere winsten had gemaakt en evenals in vroegere dagen alle tekorten had gedekt. Maar sedert ook in de Fran- sche luxe-plaatsen het hazardspel toegelaten was, lie pen de inkomsten van de „Société des Bains de Mor" gestadig terug. Nadat de vemlichte uitkeeringen aan vorst en staat hadden plaats gehad, bleef er voor de ,Mag ik u eens zeggen, waarom u dezen zomer bij uw werk in de Woestijn gebleven, mijnheer Hol mes?" vroeg zij en in haar stem lag een klank van blijde overwinning. „En wat zou die reden wel zijn?" was zijn vraag „De reden is dat u bezig is de taal van het land te Ieeren." Een oogenblik was hij verward. Toen herinnerde hij zich den avond vóór zijn vertrek. „O, zeker, Se- norita. Onwillekeurig leert een mensch toch altijd iets in La Palma de la Mano de Dios." „Ook een man die voorouders heeft?" Holmes kreeg een kleur. „Wat moet u dien dag wel van mij gedacht hebben!" zeide hij met een ge voel van walging bij de herinnering aan de poging die hij toen gewaagd had om het onervaren meisje uit het Westen met de belangrijkheid van zijn plaats in het leven te overbluffen. „Ik heb toen niets kwaads van u gedacht... Om u de waarheid te zeggen hebben uw beschouwingen over het voorgeslacht geen bijzonder diepen indruk op mij gemaakt. Ik geloof veeleer dat ik er mij een weinig vroolijk over gemaakt heb.... U leek mij nog zoo jong en onervaren Maar weet u ook dat er een tijd is geweest, toen ik u hartgrondig haatte?" „Miss Worth!" „En toch is het zoo. Ik had mij zelfs vast voorge nomen nooit meer een woord met u te spreken.... nooit! Toen drong het langzamerhand tot mij door, hoe dwaas het van mij was u daar hard over te val len en mijn vader vertelde mij zooveel van uw werk in dezen zomer, dat ik mij over mijzelve schaamde. Ik zeg u dit alles, omdat ik hier blijf en dus op mijn manier een klein deeltje ben geworden van den grooten arbeid waaraan u bezig is en u er recht op hebt te weten wat u aan mij hebt." „Maar, Miss Worth, u is mij toch geen rekenschap schuldig...." „Ik heb ingezien hoe dwaas dat van mij was.... maar ik was nu eenmaal niet wijzer.. Het is nu alles voorbij en wij staan weer zuiver tegenover elkander tenminste wanneer u het mij vergeven wilt." „Ik weet waarlijk niet wal u bedoelt! Wat heb ik dan wel gedaan?" Zij zag hem strak aan. „Kunt u dat niet raden?" „Ik heb zelfs niet het flauwste vermoeden.' „Eigenlijk ben ik daar blij om, al maak ik daar door misschien dan ook een belachelijk figuur. Het was alles omdat de Profeet ontslagen was en zij u hadden aangesteld in zijn plaats." „Maar ik..-" aandeelhouders geen centime dividend over. De be grooting van het vorstendom vertoonde een tekort van 4.630.233 francs, dat op de een of andere wijze gedekt moest worden, daar kwam nog bij, dat nieu we kostbare gebouwen moesten worden opgericht om met kans op succes het hoofd te kunnen bieden aan de concurrentie met de Fransche plaatsen in de na bijheid. Nu luidt de leuze der bewoners van Monaco: „Geen belastingen, de speelbank moet alles betalen". Daar echter de totale inkomsten van het casino niet meer dan 21 millioen francs bedroegen, kon men van de speelbank geen verdere uitgaven vergen. In den nood zond de Assemblée Monegasque een adres aan Louis XI, waarin zijn interventie werd verzocht. De vorst verscheen in de vergadering en werd met eerbetoon ontvangen. Minister Bouilloux-Lafant legde een ver klaring af, waarin hij mededeelde, dat de vorst beslo ten had, de grondwet weder in te voeren cn dat bin nenkort nieuwe verkiezingen zouden worden uitge schreven. De vergadering stond daarna voorloopig een bedrag van een millioen toe voor nieuwe gebouwen. En zoo mag men aannemen, dat de wederinvoering der grondwet even ongemerkt voor de bezoekers is geschied als de vroegere opheffing. Het kan niet ontkend worden. Monte Carlo heeft oen slecht seizoen. De matadors van het geluksspel, de grootvorsten van vóór den oorlog, de Hongaarsche magnaten, de millionnairs van den Balkan, al die spelers, die met een glimlach tienduizenden verloren, blijven uit. Er komt nu vooral een goed burgerpu bliek, dat, een sensatie wil beleven, een honderd francs-stuk er aan waagt, vaak wint en dan de reis naar Nice of Italië vervolgt. De directie van het ca sino behoeft slechts zelden een groot verliezer het tra- ditioneele geld voor de terugreis uit te keeren en op het kerkhof der zelfmoordenaars vindt men nauwe lijks een versch gedolven graf.... De wereld is armer en nuchterder geworden. Het rollen van den kogel over de roulette beslist slechts zelden over „zijn of niet-zijn" van den speler, het is slechts een sensatie en niéts meer. Als de bezoeker uit den tempel van Fortuna naar buiten treedt op het terras, dan heeft hij den terugweg naar het dage- lijksche leven niet verloren. Neen, om goede zaken 1e doen heeft Monte Carlo de groote spelers noodig, de Napoleons van het geluk, diè hoewel het hun wel licht eens gelukte de bank te doen spring - vroeger of later toch hun Waterloo vinden aan de roulette of de trente-et-quarante-tafe! en alle verliezen van de bank goedmaken. Monte Carlo heeft ze noodig. maar zij komen niet. Wel ziet men aan de speeltafels talrijke ernstige gezichten, mannen en vrouwen, die met wonderlijk geduld het nummer van iederen worp noteeren en ellenlange lijsten opstellen en be- studeeren, vóór zij er toe overgaan, met trillende hand een inzet te wagen. Toen Blanc omstreeks 1860 van den vorst van Mo naco de concessie tot oprichting van de speelbank ver- „O, ik weet er alles van," viel zij hem in de re de. „U had er zelf part noch deel aan. Niemand kon u iets verwijten. De Maatschappij heeft het gedaan omdat zij meende dat het in haar voordeel was. Ik heb u toch gezegd dat ik er mee in reine was. Ik heb het alleen even aangeroerd, omdat ik van u wil de hooren dat u het mij vergaf En toen gebeurde den altijd zoo rorrecten Willard Holmes iets dat zijn vertrouwste vrienden in het Oos ten boven alle beschrijving verbaasd zou hebben: hij toomde in totdat zijn paard zoo dicht mogelijk bij Capitan stond en met uitgestoken hand zeide hij tot Barbara: „Kameraad, geef mij de vijf. Je bent het kranigste meisje, dat ik ooit heb gezien". Het was geen zinledige plichtpleging met twee vingers, maar een handslag met het heele hart en met de heele hand en zijn bloed joeg sneller door zijn aderen. Toen hij de warme aanraking van haar hand voelde, werd zij hem tegelijk begeerlijk en ge meenzaam. En Barbara, die hem flink in de oogen had gezien, openhartig, als man tegen man, zij voel de in haar binnenste een schok en wendde haar ge laat af. Een eindweegs reden zij zwijgend naast elkander voort. Toen begon zij hem te ondervragen over zijn leven in de Woestijn en dien ganschen weg naar huis vertelde hij haar van zijn werk dat ook aan haar hart zoo dierbaar was. Terwijl hij aan het woord was en zij zijn gebruind aangezicht gadesloeg, ontdekte zij iets in zijn stem en in zijn geheele wezen dat daarin niet. werd aangetroffen, toen zij hem dien eer sten keer in haar Woestijn had binnengebracht. Zij vond nu zelfvertrouwen, geestdrift, doelbewustheid bij hem en dit alles deed aangenaam aan. Bij de deur van haar nieuwe woning aangekomen en door haar ten noenmaal genoodigd, moest hij het aanzoek afslaan, maar beloofde dien eigen avond te komen. Zij fluisterde hem een „Adios" toe in den zachten tongval van het Zuiden en toen hij verder reed en alras uit het gezicht verdween, stond Bar bara daar nog bij het tuinhek en staarde hem na. Die figuur in haar khaki-kleeding voelde zich zoo zeer in het zadel op haar gemak en scheen zoo zeer samengegroeid met het heele land. dat zij in hooge mate verwonderd was over de verandering die in dezen man uit het Oosten had plaats gegrepen. „Hij is inderdaad bezig de taal van de Woestijn te leeren," zeide zij tot zichzelve. En zij verheugde zich in haar hart. Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1933 | | pagina 5