Barbara Worth
Radioprogramma
Ingezonden Stukken.
namelijk het voertuig gekocht van zekeren heer J.
Bruul en niet gezorgd dat het nummer werd over
geschreven. De noodzakelijkheid van deze admini
stratieve formaliteit was den verdachte niet bekend,
doch daar onbekendheid met de wet niemand tot ver
schooning strekt, werd hij veroordeeld tot f5 boete
of 5 dagen.
Helder.
BIJZONDERHEDEN MINDER GEWENSCHT.
De niet aanwezige gehuwde dame, mej. Johanna
Gezina de KI., had den korporaal-matroos der K.N.
H.M. de Vries te Helder een qualificatie toegedacht,
die we fatsoenshalve maar in de pen zullen houden,
maar waarmede de korporaal begrijpelijk lang niet
gediend was. Eisch en vonnis f 10 boete of 10 dagen
voor de bedenkster van onooglijke Lynonicmen.
Helder.
EEN ONSOCIALE SNIJBOON.
De 19-jarige visscher Lubertus v. d L dit Den Hel
der, thans bekleed met 's Rijks pilour wegens an
dere strafbare feiten, had op 29 April m arren moede
een ruit ingetimmerd in het perceel bewoond door
den heer G. Boon, wien de glasscherven om de ooren
vlogen. Vonnis 1 maand gevangenisstraf.
Enkhuizen.
MET EEN BIERFLESCHJE GELIEFKOOSD.
In den avond van 7 Mei bevond de heer M. Roo-
zendaal zich in het café van Molenaar te Enkhuizen
en kreeg toen heibel onder het kaarten met ze
keren heer- Anth. P., die zich zoo opwond, dat hij
zijn tegenpleiter met een bierfleschje op het hoofd
patste, waardoor Roozendaal bloedend werd ver
wond. Verdachte was niet verschenen en werd tegen
hem gevorderd f30 boete of 30 dagen. Uitspraak 1
maand gev.
Helder.
EEN RUWE AUTOBEDWINGER.
De 34-jarige chauffeur Paulus Joh R te Helder,
verkeerde op Zondag 30 April niet in een Zondagsch
humeur, waarvan hij blijk gaf door in de verlofgele
genheid van den heer J. Kramer aan de Bassingracht
2 glasruiten te vernielen en 'n rolgordijn te scheu
ren. Dientengevolge stond de chauffeur thans terecht
wegens vernieling. Het bleek, dat deze onhebbelijke
cliënt, vooraf een door hem verloren biljartpartij
niet had willen voldoen, waarop de caféhouder zeer
terecht aanmerking maakte met het hiervoren ver
melde resultaat
De heer R., thans compareerende, wees echter alle
schuld af en droeg dezelve over op een ander be
zoeker. den visscher Ruiter Dez^- had hem buiten
zijn zinnen gebracht en hem met een bierflesch af
getuigd. Eisch 14 dagen, omdat Riesenbeck volgens
den Officier zoo n reuzebek had opgezet. Vonnis con
form eisch.
Hoorn.
ONDER VALSCHE VLAG GEVAREN.
De 31-jarige koopman Joh. V., uit Hoorn, zich be
vindende op 27 April te'Bovencarspel in een 4-wielig
motorrijtuig en aldaar aangehouden door brig. Brui
nes en veldwachter Keij, bleek niet in 't bezit te zijn
van een ten zijnen name gesteld nummerbewijs.
Thans terecht staande, verklaarde hij niet te heb
ben bevroed zich aan een strafbaar feit te hebben
schuldig gemaakt, f 5 boete of 5 dagen.
Helder.
EEN TRAPLUSTIGE MIJNHEER.
Dè niet verschenen heer Joh. T. v. d. W., te Helder,
de laatste der Mohicanen, had den arbeider L. N.
Straathof uit Breezand onthaald op een schop te
gen het onderlijf, waarbij Straathof zeer pijnlijk werd
getroffen. Voorts kreeg ook de Iieldersche agent-re
chercheur Sprengers bij deze gelegenheid een trap
tegen zijn scheenbeen. Ter zake deze mishandelin
gen werd deze muilezelmanieren in toepassing bren
gende verdachte veroordeeld tot 1 maand gev.
Het spectakel was ontstaan naar aanleiding van
het feit, dat eenige kinderen, die ingevolge wettelijk
vonnis moesten worden onttrokken aan het toezicht
van de gescheiden echtgenoote vaD den heer Straat
hof, door dezen werden afgehaald. De heer W. scheen
zich voor deze, natuurlijk veel opzienbarende gebeur
tenis bijzonder te interesseeren. Wij vermeenden tor-
loops op te vangen, dat hij een halt broeder is van de
moeder, wat dan deze belangstelling eenigermate
zou verklaren.
Hoogwoud, Juli 1933.
Mijnheer de Redacteur,
Naar aanleiding van Uw mededeeling in de Scha-
ger Courant omtrent de saneering in het Bloembol-
lenbedrijf, zij het mij vergund U omtrent een partij
bloembollen, welke wij hebben geteeld, schoonge
maakt en afgeteld, eens in het licht te stellen, hoe of
de tegenwoordige regeling werkt in de praktijk.
Van eene partij best gegroeide E.lt. Oranje King
groot 2400 regels of 38 roe, heb ik geraapt:
op zift 12 1600 stuks
op zift 11 4430 stuks
op zift 10 J 6765 stuks
Te zamen T2975 stuks
Dat is per R. Roe 338 stuks.
Hiervoor komt aan geld terecht, indien dat ten
minste de prijs op de veiling opbrengt, die de regee-
jring als minimumprijs gesteld heeft:
1600 zift 12 ad f0.90 f 14.40
4430 zift 11 ad f0.65 f28 75
6765 zift 10 ad f0.50 f 33.82X
f 76.97 M
Leverbaar gereserveerd 2'A kilo per R. Roe is
38 X 2Vs kilo is 95 kilo, is bijna 3 mand of 5000 stuks
'lift 10. Trekken wij van het bedrag, dat de oogst
'oplevert, indien er tenminste een kooper op een vei-
;Iing voor komt, het bedrag van de 5000, die gereser:
'veerd moeten wórden, dan wordt dat f76.97ka
■5000 zift 10 a f0.50 f25.00
.Veiling-onkosten 6
Huur 7 manden
Bruto f 51.97X
f 3.12
f 48.85
f 0.70
f48.15
f 2.50
Vracht 10 manden, ook van de 3 van de
reserve
f45.65
Van het plantgoed dat over is moet ingeleverd
worden 5 kilo en gereserveerd 3 kilo, dus ook weg,
dat veronderstellen we tenminste, dus geheel 8 kilo
[per R. Roe of in het geheel 8 X 38 is 304 kilo. In-
fdien onze schatting juist is van het overgeblevene
(plantgoed, dan heb ik 420 kilo over, daaraan moet
ingeleverd worden en gereserveerd 304 kilo, dus
houd ik over om te planten 116 kilo of ongeveer 12
Roe. Dus de inkrimping heeft niet plaats met 35
maar met 70 Dit is het beeld van een best en heel
FEUILLETON.
Dooi
HABOLD BELL WBIGHT
36.
Zoo vroeg de voorzitter: ,Heb je mij niet geschreven,
iBurk, dat de dochter van Worth was aangekomen en
vaij van plan waren zich in Kingston te vestigen... Zou
fje meenen dat zij tot de populariteit van haar vader
|Zou bijdragen,.. Het zou niet voor de eerste maal zijn..."
p Burk's sigaar verhuisde naar den hoek van zijn
[mond en zijn hoofd boog naar eene zijde over. „Dat
imoet Holmes vragen, antwoordde hij met een
'grijns.
tf „Ik geloof dat het beter zou zijn Miss Worfch hier
buiten te laten, Oom Jim," zeide Holmes en hij zei-
pe 'het zóó scherp, dat de naam van Barbara niet ten
[tweeden male genoemd werd. Hetgeen intussohen al
lerminst bewees dat Greenfield de zaak als afgedaan
[beeohouwde.
fc „Ie dat verslag al klaar van het onderzoek van het
Buider-Centraal-District?" vroeg Greenfield.
1 „Ik geloof dat ons personeel er mee bezig is," ant
woordde Burk.
De ingenieur spreidde een kaart voor hen uit, wees
[de grenzen aan van het bewuste district en de lijn
:yaai het ontworpen kanaal. Op een andere schets was
;d« bodemgesteldheid aangegeven benevens de terrein-
verhoogingen die voor het grootste gedeelte van die
streek alle besproeiing onmogelijk schenen te maken,
e „Kun je instaan voor de nauwkeurigheid van al deze
getallen, Willard?" vroeg Greenfield ten laatste,
t „Volkomen mijnheer. Black is een van onze b este
werkkrachten
„En ben je van meening dat het een groote verlies
post voor de Maatschappij zou zijn als wij dat kanaal
aanlegden 'en de ontginning van deze gronden beproef
den
„Ik ben er zeker van, mijnheer. Dit district is vol
strekt waardeloos."
.Jk dank je, vrienden. Voor vanavond is het genoeg
geweest. Dat inspectie-reisje zullen wij op overmorgen
in de huid gegroeide partij; andere partijen zullen 'n
nog veel ongunstiger beeld vertoonen Indien de sa
neering ten doel heeft om tegelijkertijd bloembollen
en kweekers op te ruimen, dan is ze buitengewoon
doeltreffend. Overal treffen we aan, wat, we moeten
doen inzake saneering enz., maar nergens vindt men
voorschriften hoe of men eigenlijk moet doen hoe of
wij aan brood enz. moeten komen. Zou het niet eens
tijd worden dat de minister of zijn raadgevers dat
eens aangeven, dan zou een groot gedeelte van de
Noord Hollandsche of Westfriesche kweekers hem
of hen uitermate dankbaar zijn en ook onderge-
teekende.
JANUS TULP.
DWANGBEVEL.
In naam der Koningin, een Dwangbevel.
Kosten zijn zestig cent,
De Raad van Arbeid vindt U wel
Of is 't lezer, ook misschien hekend?
Wanneer de landman afgekloven is,
Alleen is vel en been,
Waar kan hij, zelfs als hij jong nog is
Met zijn gezin dan heen?
Wanneer een spa gebroken is,
Wagentuigen zijn kapot,
Dan is 't de landman, naar ik gis
Die de zegels vindt op zijn depot.
Betaalt de boer geen honderdmaal
De zegels van een knecht.
Maar 't is eenmaal, Sijmen betaal.
Voelt ge niet 't schrijnend onrecht.
Maar als de boer en bouwer schulden maakt,
En niets verkoopt naar wensch.
En als 't vee dan nog ziek geraakt,
Vergt men dan niet te veel van dezen mensch"?
Toen in een tijd van honger en van nood
De stad gebrek had (wai was toen geld?)
Verschaften boer en bouwer eten en brood
Nu gooit men 't laatste op de belt.
Thans vraagt men weder geld van 't land.
De bron, die is opgedroogd.
En strooit daarvan d' oogen vol met zand
't Geen platteland nog steeds gedoogt.
In naam der mensch'lijkheid. één dwangbevel,
In 't leven van den boer, een hoon.
Heeft hij geen geld, dan wacht de cel,
Dat is voor gewilligheid en trouw, het loon.
EEN WESTFRIESCHE BOERIN.
bepalen. Morgen heb ik een onderhoud met onzen
vriend Worth."
ZEVENTIENDE HOOFDSTUK.
JAMES GREENFIELD DOET EEN VOORDEEXIGE
ZAAK.
Dien volgenden morgen ontving Jefferson Worth in
zijn kantor wederom den voorzitter van de Koningsdal
maatschappij. James Greenfield kwam hem met toege
stoken hand op de hartelijkste wijze tegemoet.
„Ik moet beginnen met u mijn excuses te maken. Ik
heb eerst gisterenavond toen ik in mijn hotel terug
kwam, van de huldebetooging gehoord die te uwer eer
heeft plaats gehad. Anders was ik u al eerder komen
gelukwenschen, Het verheugt mij dat de inwoner® van
Kingston u op deze manier hun waardeering toonen.
U wilt mij zeker wel toestaan u mijn persoonlijke ach
ting te betuigen."
„Ik dank u zeer," verzekerde Worth van achter
zijn masker. „Laat ons hopen dat het licht hier nog
lang schijnen zal."
Hier liet Greenfield zijn vormelijkheid op een® varen
en gipg hij in den zakelijken toon over. „Hoor eens.
mijnheer Worth, ik heb nog eens rijpelijk nagedacht
over de zaak die ik onlangs heb aangeroerd. Ik heb
open oog voor de kracht van de positie die u hier ver
overd hebt en ik erken gaarne de waarde van al wat
u hier op touw hebt gezet in het belang van deze streek,
aangezien een en ander niet weinig bijdraagt tot de
waardevermeerdering van de eigendommen en de be
langen van de Maatschappij. Wij hebben hoegenaamd
geen lust met u den strijd aan te binden. Dat zou al
leen in het nadeel van alle partijen kunnen zijn. Wij
zouden er alleen ons geld bij verspelen en het zou een
noodlottigen invloed op de heele onderneming hebben.
Wanneer u dus niet tot ons wilt toetreden, zoudt u
dan een voorstel in overweging willen nemen, dat uw
onafhankelijkheid in haar geheel zou laten?"
„En hoe luidt dat voorstel?"
„Dat zal ik u zeggen. In de plannen die wij ontwon
pen hebben voor de uitbreiding van ons gebied hebben
wij een nieuw district gedacht... het Zuider-Oentraal-
District. Eer wij nu de rechten van dit besproeiings
stelsel aan het publiek aanbieden, scheen het mij toe
dat wij een overeenkomst zouden kunnen aangaan,
waardoor de ontwikkeling al bij voorbaat verzekerd zou
zijn, terwijl dat onze handen vrij zou laten om onze
bemoeiingen nog verder uit te strekken. Zooals u weet,
is de stroom van gegadigden voor onze terreinen zóó
Schagen, 16 Juli 1933.
Mijnheer de Redacteur!
Vergun mij een klein plaatsje in Uw veelgelezen
blad.
Naar aanleiding van het ingezonden stuk van Za
terdag 15 Juli van A. van Dalen te Krabbendam,
waarin hij laat blijken het niet eens te zijn met de
Geestelijke Levens van Astor, gaat het toch van ge
noemden heer Van Dalen te ver om Ivleerekooper
voor een spotter uit te maken. De heer Van Dalen
moet dan met bewijzen komen, maar denkelijk is de
heer Van Dalen van die richting: heb God lief bo
ven alles en geef je naasten deD kogel en laat oud en
arm aan de liefdadigheid over Dat is m.i., mijnheer
v. Dalen, niet Bijbelsch, want Jezus leert: Heb God
lief boven al en uw naasten als u zelve.
OPMERKER.
Mijnheer de Red.!
Nogmaals verzoek ik U beleefd mij een plaatsje
in Uw blad af te staan. Ja U moet naar denken,
dat ik zóó reken: „Een aanhouder wint" U moet
n.1. weten, mijnh. v. Dalen, dat de door U uitge
brachte critiek over "Astor's werk, niet zooals U
meent destijds onbeantwoord is gebleven. Integen
deel! Door mij is wel zóó heftig geantwoord, dat het
toentertijd als te heftig, niet werd geplaatst
Thans zal ik mijn uiterste best doen, mij zoo kalm
en bedaard mogelijk uit te drukken, hopende dat
hierdoor dan dit stukje wèl een plaatsje waardig zal
worden geacht Ik wil het dan zoo kort mogelijk ma
ken om niet te véél plaatsruimte in beslag te nemen
en zal ik mij dus tot enkele punten bepalen. U.
mijnh. v. Dalen ergert U aan de „Geestelijke Levens"
van Astor, nietwaar? Maar dat komt waarschijnlijk
voor het grootste gedeelte hierdoor, dat U, zooals
U zelf beweert de „orakeltaal" van Astor niet be
grijpt. Maar dan moet U er ook geen oordeel over
vellen! U hoort liever het Oude Evangelie prediken,
zegt U? Volgens U de oude, beproefde „Waarheid?"
Mijnheer v. Dalen, ik geloof vast en zeker dat U de
Bijbel of H. Schrift nooit anders hebt gelezen, dan
alleen zónder er bij te „denken"! Want het is m.i.
onmogelijk, dat een mensch die werkelijk „denkt"
dat alles voor „waarheid" kan aannemen! De
„waarheid" kan, volgens mij, allééD gezocht worden
in „kennis", d.w.z. in dingen die „wetenschappelijk"
bestaan, in feiten, dus niet tn „gelooven" dat dit of
dat bestaat, maar in „weten". Het is mij een raad
sel hoe jullie soort menschen altijd maar wéér ge
noegen kunt vinden in die onbegrepen, ongeziene
dingen uit dien Bijbel, hoe jullie je altijd maar weer
laat misleiden door al dat opgeschroefde, dat toch
evenals andere boeken, door menschen bij elkaar is
gescharreld.
Kijk eens hier, mijnh. v. Dalen, U bent waarschijn
lijk zg.n. „godsdienstig" opgevoed. Juist daardoor
dan ook thans bij U die godsdienstige ideeën. Wij
vrijdenkers, zijn dat niet. Wij hebben een „vrije'
opvoeding genoten, d.w.z. wij zijn niet gedwongen
tot één of andere bepaalde gedachtengang. wij heb
ben onze gedachten „vrij' kunnen ontwikkelen en
dientengevolge hebben wij ons „denken" getoetst aari
alles wat wij „zagen", aan alles wat wij „voelden",
aan al datgene dat werkelijk bestaat, doch nooit
hebben wij iets gemerkt van een „hoogere macht",
van een „God".
En als meD het U, mijnh. v. Dalen, .nu ook eens
niet had bijgebracht, dan was U evenmin „gods
dienstig" geweest als wijEn hierin nu is m.i. de
volledige onmogelijkheid van alle Bijbelsche ge
schiedenissen vastgelegd. Immers.... zoo er werke
lijk een „hoogere macht" bestond, dan moest het
toch niet noodig zijn, dat dit „gelo ons door onze
ouders moest worden voorgehouden, dan moest dat
ons door de natuur zijn ingegeven, zonder dat we
daartoe behoefden te worden aang -spoo -d. Volgens
mij bestaat er geen god. Ik twijfel hieraan zelfs niet
en ik geloof dat iemand, die ernstig nadenkt,tot
dezelfde conclusie zal en moet kumen. Vooral dat
„oneindig goede" en die „rechtvaardigheid" geefi
véél te denken. Waar is die goedheid te vinden?
Waar kan men die rechtvaardigheid opmerken?
't Is alom leed en ellende! Armoede! Haat! Ego
isme! Verdeeldheid!
Dan heeft U het ook weer over dat „oordeel"! Wij,
vrijdenkers zouden dan allen rampzalig worden ge
maakt? Maar waar is dan weer die „oneindige goed
beid",, die „rechtvaardigheid" te vinden? Het is
toch niet onze 3chuld dat wij niet in Hem geloo
ven? Waarom is dat ons dan niet door Hem, door
de natuur ingegeven? Een heele courant zou zelfs
nog te klein zijn om alle bewijzen en alle uitwer
kingen van die „oneindige goedheid" en Zijn „recht
vaardigheid" te beschrijven en daarom wol ik het
hierbij laten. Ik raad U aan, mijnh. v Dalen, denkt
U eens verder, verder dan U tot nu toe gedaan hebt
en leest U gerust de „Geestelijke Levens" van As
tor, ze bevatten gezonder voedsel voor den mensche-
lijken geest dan alle psalmen en gezangen en „ver
halen" uit het Oude en Nieuwe Testament van den
Bijbel.
"DE VRIJDENKSTER.
Oudkarspel, 17 Juli 1933.
P.S. Aan U, Mijnheer de Red., mijn hartelijke* dank
voor de plaatsing.
sterk dat wij alle krachten moeten inspannen om bet
water aan de rechthebbenden te versohaffen. Mijn
voorstel zou nu wezen dat wij onze rechten op dat Zul-
d er-Centraal -District aan u overdoen.... het zijn zestig
duizend aandeelen. U zou dan verder uw eigen kanalen
en waterwerken hebben aan te leggen. Het geheele
district zou dan in uw handen komen en u zou daar
mede geheel naar goedvinden kunnen handelen, terwijl
u dan alleen de verplichting op u neemt om in uw
kanalen de hoeveelheid water te leveren die in de om
schrijving van de rechten is vastgelegd."
„En is de inspectie van dat district al afgeloopen?"
„Zoo is het. Het verslag is kant en klaar. Wij staan
gereed ons werk te beginnen en het water te verkoopen
„Waar ligt dat land dat al verkocht is?"
„Wanneer u aan ons kantoor wilt komen, dan kan ik
u de kaarten laten zien."
Toen Jefferson Worth de teekening van dat Zuider-
Centraal District zag en de teekening van den loon van
de Droge Rivier en van het wegspoor van San Felipe,
trilde er een onmiskenbare aandoening in zijn vingers
die langs zijn gelaat streken. Het punt waar het wa
genspoor de Droge Rivier kruiste en waar de bankier
en de zijnen het jonge meisje gevonden hadden, lag
binnen de grenzen van dit district.
Blijkbaar verdiept in de kaart die voor hem lag uit
gespreid, zat Barbara's vader daar stil en zwijgend en
alleen zijn zenuwachtige vingers bewogen zich nu -en
dan. En ook Greenfield zeide geen woord, overtuigd
als hij was dat de gedachten van zijn tegenpartij geheel
vervuld waren van de zaak die hem was voorgelegd.
Maar het was geen negotie die den geest van Jefferson
Worth in beslag nam. In zijn verbeelding zag hij een
klein meisje met bruine oogen en donkere haren dat
zich angstig afwendde van zijn armen die hij naar
haar uitstrekte.
Geen spoor van aandoening was op dat masker zicht
baar en toen hij eindelijk het woord nam, vroeg hij
werktuigelijk: „Waar is uw ingenieur?"
Greenfield zag Burk vragend aan. De directeur druk
te op een knop op zijn schrijftafel. Toen de jonkman
zich kwam aanmelden, zeide de directeur: „Charlie, als
mijnheer Holmes in het gebouw is, vraag hem dan even
hier te komen."
Enkele oogenblikken later stond de hoofdingenieur
vóór hen. Er gleed een uitdrukking van verwondering
over zijn gebronsd gezicht toen hij Worth gewaar werd.
Daarna zag hij Burk en Greenfield aan en wierp ein
delijk een blik op de kaart die voor hen lag.
Onmiddelijlk doorzag hij den toeleg van Greenfield.
Maar wat zouden zij van hem verlangen? Het was on
DONDERDAG 20 JULI
HILVERSUM (1875 M.)
AVRO.: 8.00 Gramofoonmuzlek; 10.00 Morgenwijding:
10.15 Gramofoonmuziek; 10.30 Solistenconcert; 11.00
Knipcursus; 11.35 Solistenconcert; 12.00 Omroeporkest
o.l.v. Nico Gerhard; 2.15 Rustpoos; 2.30 Omroeporkest;
3.00 Gramofoonmuziek; 4.00 Kommer Kleijn spreekt
voor zieken en ouden van dagen; 4.30 Gramofoonmu
ziek; 5.C0 Voor grootere kinderen; 5.40 Kovacs Lajos
en zijn orkest; 6.30 Sportpraatje door H. Hollander;
7.00 Kovacs Lajos en zijn orkest; 7.30 Gramofoonmu
ziek; 8.00 Vaz Dias; 8.05 Aansluiting met het Concert
gebouw te Amsterdam. Concertgebouworkest o.l.v. Ni
co Treep; 10.30 Gramofoonmuziek; 11.00 Vaz Dias; 11.10
Gramofoonmuziek; 12.00 Sluiting.
HUIZEN (296 M.)
K.R.O.: 8.<X> Morgenconcert: N.C.R.V.: 1000 Gramofoon
muziek; 10,15 Morgendienst; 10,45 Gramofoonmuziek;
K.R.O.: 11.00 Gramofoonmuziek; 11.30 Godsdienstig
halfuurtje; 12.00 Politieberichten; 12.15 Orkest o.l.v.
Johan Gerritsen; N.C-R.V: 2.00 Fraaie handwerken;
3.30 Zenderverzorging; 4.00 Bijbellezing, daarna concert
5.00 Handenarbeid voor de jeugd; 5.30 Concert door
trio; 6.45 Knippen en stof versieren; 7.00 Politieberich
ten; 7.15 Ned. Chr. Persbureau; 7.30 Weekoverzicht;
8.00 Chr. Radiokoor; 9.00 Carillonbespeling op het ca
rillon van het Kon. Paleis, Amsterdam, door J. Vin
cent; 10.00 Vaz Dias; 10.10 Gramofoonmuziek.
LÜXEMBOURG (1191 M.)
7.00 Lichte gramofoonmuziek; 7.50 Symphonïsoh con
cert; 8.40 Lichte gramofoonmuziek; 9.55 Dansmuziek.
BRUSSEL (509 M.)
12.20 Gramofoonmuziek; 1.30 Concert; 5.20 Concert;
6.35 Gramofoonmuziek; 8.20 Concert; 9.20 Idem.
KALUNDBORG (1153 M.)
12.20 Strijkorkest; 3.50 Idem; 5.20 Pianospel; 8.20 Om
roeporkest; 1030 Symphonie-orkest.
BERLIJN (419 M.)
6.20 Concert; 8.'30 Volksliederen; 9.20 Concert.
HAMBURG (372 M.)
6.40 Concert; 7.40 Idem; 11.20 Gramofoonmuziek; 1230
Concert; 1.35 Gramofoonmuziek; 10.50 Dansmuziek.
KONINGSWUSTERHAUSEN (1633 M.
2.20 Gramofoonmuziek; 4.20 Concert; 11.20 Idem.
LANGENBERG («72 M)
12.20 Concert; 1.20 Idem; 4.50 Vesperconcert; 8.25
Concert; 11.10 Concert.
DAVENTBY (1554 M.)
1.35 Gramofoonmuziek; 2.35 Concert; 4.05 Concert; 6.50
Militair concert; 8.20 Concert; 9.30 Idem; 11.05 Dans
muziek.
PARIJS EIFFEL (1446 M.)
8.50 Gramofoonmuziek.
PARIJS RADIO (1725 MA
8.05 Gramofoonmuziek; 12.50 Idem; 7-30 Idem; 8.20
Opera-uitzending.
MILAAN (331 M.)
ROME (441 M.)
WEENEN (517 M.)
8.35 Concert; 9.00 Opera-uitzending.
8.35 Gramofoonmuziek;
9.00 Programma van Milaan.
WARSCHAU f1412 M.)
5.35 Concert; 6.55 Kwartet; 8.20 Concert; 9.30 Idem;
10.20 Dansmuziek.
BEROMUNSTER (460 W.>
7.30 Gramofoonmuziek; 850 Duetten uit opera's; 10.10
Gramofoonmuziek.
Wat menigeen niet weet.
In het lichaam van een mensch. dat 1.70 lang en 70 Kg.
zwaar Is, worden chemicaliën gevonden, welke tot den
tegenwoordigen marktprijs 8 gld. waard zijn. Vijf jaar
geleden was de waarde ervan nog 195 gulden.
In het Boheemsche stadje Schönbach. dat bekend 1®
om zijn fabricatie van violen, brengen deze instrumen
ten thans slechts 10 cent per stuk op. De prijsval is het
gevolg van het feit. dat Rusland en andere landen, die
bijna de geheele productie afnamen, thans hebben op
gehouden klant te zijn.
Het kostbaarste en tevens een der schoonste bouw
werken ligt bij Agra in Hindoestan en heet Jadsj Mahal
Het is het grafmonument "der gemalin van Sjah Jehan
en bestaat uit marmer en millioenen edelsteenen.
denkbaar dat zij hem een valsche verklaring wilden
laten afleggen ten opzichte van het onderzoek. Hij
■.vilde zich daarin niet mengen: dat was zijn werk niet.
Hij was nu eenmaal de leer toegedaan dat in zaken een
ieder voor zlchzelven moest xorgen. En de Maatschap
pij had niet het recht van hem te verlangen dat hij in
haar belang liegen zou. Terwijl deze gedachten zijn
hoofd doorkruisten, richtte hij zich op en lag er een
waarschuwing in zijn oogen, bijna een uitdagende blik
die op zijn beide lastgevers gericht was.
Geenfield zag en begreep dit en het was hem een
reden tot omzichtigheid. Burk zag het en glim
lachte. Maar geen van hen drieën zou in staat geweest
zijn te zeggen, of Jefferson Worth die over de kaart
gebogen zat, het al dan niet gezien had.
Eer de anderen iets gezegd hadden, vroeg de banr
kier, zonder op te zien: ..Ik zou u willen vragen,
mijnheer Holmes, of u mij iets kunt zeggen van den
aard van den grond in dat nieuwe district?"
„De grond, mijnheer Worth, is geloof ik niet
minder dan elder® in het dal."
De drie mannen wachtten met Ingehouden a^'cm de
verdere vragen af.
„Dank u, mijnheer Holmes. Ik zal over het voorstel
nadenken, mijnheer Greenfield."
De voorzitter en de directeur konden hun ooren nau
welijks gelooven. De ingenieur verdween.
Jefferson Worth vroeg verder: „Hoe lang had u nog
gedacht, hier te blijven, mijnheer Greenfield?"
„Nóg deze week, mijnheer Worth. Morgen ga ik met
mijnheer Burk en mijnheer Holmes op onderzoek uit.
„Ik vraag dat omdat ik morgen ook voor enkele
dagen op reis ga en ik onderstel dat u de zaak vóór
uw vertrek zoudt willen afsluiten."
„U is dus geneigd het voorstel aan te nemen?"
„Wanneer wij het over de bijzonderheden eens kun
nen worden." en Worth sprak, alsof hij verlangde,
dat zijn woorden in het geheugen bewaard zouden blij
ven, „dan zal ik het aannemen.. Ik zou u willen
verzoeken het mij zwart op wit morgen toe te zenden.
Als ik dan terugkom, kunnen wij de zaak onmiddellijk
op de eene of andere manier tot een einde brengen.
Wanneer alles in orde is en ik merk dat ik vóór uw
vertrek niet terug zal kunnen zijn, dan zal ik u seinen."
Toen Jefferson Worth nauwelijks een half uur in
zijn kantoor aan het werk was, kwam Abe Lee binber
„Hebt u mij geroepen, mijnheer?"
Worth stond op en sloot de deur.
Wordt vervolr