Alftitci Billis-
Geestelijk L,evën
MaisonGerrits
Uitgevers: N.V. v.h. TRAPMAN Co., Schagen.
HOE KOMEN WIJ AAN EEN WERELD
EN LEVENSBESCHOUWING?
SALON DE COIFFURE l
SALON DE BEAUTE-
Een nieuw „zee-station" te Cherbourg.
Zaterdag 5 Augustus 1933.
SCHAGER
76ste Jaargang No. 9324
COURANT.
Dit blad verschijnt viermaal per week: Dinsdag, Woensdag, Donder
dag en Zaterdag. Bij inzending tot 's morgens 8 uur, worden Adver-
tentiën nog zooveel mogelijk in het eerstuitkoraend nummer geplaatst
POSTREKENING No. 23330. INT TELEF. No 20
Prijs per 8 maanden f 1.80. Losse nummers 6 cent. ADVERTEN-
TlëN van 1 tot 5 regels f0.85, iedere regel meer 15 cent (bewijsno.
inbegrepen). Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
EERSTE BLAD
DIT NUMMER BESTAAT UIT VIJF BLADEN
door Astor.
Vervolg.
MET den mikrokosmos (de wereld van het
oneindig klein) zullen wij ons thans bezig
houden. Tot voor betrekkelijk zeer korten
tijd was deze mikrokosmos een volslagen geheim en
had men daarvan zelfs niet 't geringste denkbeeld.
"Wel vermoedde men reeds zeer vroeg het bestaan van
een oerstof waaruit de wereld is opgebouwd (Thales
van Milete in de zesde eeuw vóór Christus) en leerden
Leucippus en Democritus (vijfde eeuw vóór Christus)
dat alles is samengesteld uit atomen, maar de uitvin
ding van de mikroskoop en de opkomst van de
scheikunde waren noodig om den mikrokosmos te
onthullen.
Groot was de verbazing van de geleerde wereld,
toen in het jaar 1676 Antony van Leeuwenhoek te
Delft ontdekte dat in een enkele waterdruppel dui
zenden levende diertjes (infusoriën). rondzwommen.
Er werd getwijfeld, maar met de prachtige mikrosko
pen, waarvan hij zelf met uiterste zorgvuldigheid de
lenzen sleep, liet hij iedere belangstellende deze on
noemelijk kleine wezentjes zien.
Sedert dion tijd is het onderzoeken voortgegaan en
de wereld der levende wezens breidde zich op een
ontzaglijke manier uit. Daar waren niet alleen de
infusoriën van allerlei vorm, men leerde ook de. bak
teriën kennen. Met het ongewapend oog zijn deze on
zichtbaar. Van de kleinheid dezer bakteriën kan men
zich misschien bij benadering een voorstelling ma
ken (maar daar is veel fantasie voor noodig!), in
dien men bedenkt, dat het oog van een naainaald
S00 millioen van die wezentjes kan bevatten, die be
kend staan als miltvuurbakteriën. En zij leven, zij
vermenigvuldigen zich! Onder gunstige omstandighe
den is die vermenigvuldiging onbeschrijfelijk snel. Zij
verdubbelen zich eenvoudig door verdeeling in tweeën.
Bij de cholerabacterie (choleravibrio) kan dit om de
20 minuten plaats hebben. Zoodat een aantal van 1600
trillioen bacteriën in één dag uit één enkele cel voort
komt!
Het zou interessant wezen hier verder op in te gaan.
Dit zou evenwel te omslachtig worden. Als dit maar
voor ons vast staat, dat er buiten de levende wezens,
welke wij zien, nog een wereld van eveneens levende
wezens bestaat, waarin zich ónzichtbaar voor het
het menschelijk oog dezelfde drama's afspelen als in
de wereld om ons heen.
De infusoriën in een waterdruppel kunnen wij
eenige honderden malen vergroot geprojecteerd zien
op het witte doek; zij vallen elkaar aan, verslinden
elkaar, de ééne soort handhaaft zich ten koste van de
andere. Maar hetzelfde heeft plaats met de bakteriën,
die een verwoeden strijd voeren met elkaar. En de
mensch heeft zelfs geleerd daar een handig gebruik
van te maken door gevaarlijke bakteriën door vij
andige bakteriën te laten uitroeien in het zieke
lichaam. En 't is, helaas, óók bekend, hoe reeds over
wogen wordt, om, wanneer nog eens weer de volken
van het beschaafde(?) christelijke Europa tegen
elkaar in den oorlog zullen worden gejaagd, van de
bakteriën gebruik te maken om elkaar uit te roeien.
Vlug en goedkoop! Men kan (denk eens aan de vlugge
vermenigvuldiging van de cholera-bacteriën, waarvan
lk zooeven vertelde) ze in ongekende hoeveelheden
aankweeken en vanuit een vliegmachine bereiken ze
snel de aarde.
Maar laat ons deze bittere gedachte onderdrukken
en weer ons bezig houden met de wonderen van den
mikrokosmos.
En dan gaan wij uit de wereld der levende wezens,
naar die der doode dingen.
Ja, zoo zeggen wij het vaak. Toch is het onzin om
van doode dingen te spreken. Immers: dood is voor
ons het volkomen bewegingslooze. En aljes is in
voortdurende beweging, alles leeft!
Als ik een zoutkorreltje bezie, is 't mij niet mo
gelijk daarin ook maar het geringste spoor van le
ven te ontdekken, mijn zintuigen zijn daarvoor niet
fijn en scherp genoeg. Toch is dat korretje vol leven
en beweging. Elk eenigszins ontwikkeld mensch in
onzen tijd heeft wel eens gehoord van moleculen,
atomen en electronen.
Wat zijn dat voor geheimzinnige dingen?
Moleculen (van het latijnsche woord „molecula",
een verkleiningsvorm van „moles", dat massa betee-
kent. Letterlijk vertaald dus: massa-tje) zijn de klein
ste deelen, waarin een stoffelijk lichaam (voorwerp)
kan worden verdeeld.
Als ik dus om bij dit voorbeeld te blijven een
zoutkorreltje verbrijzel, tot in het uiterste vermaal,
dan krijg ik een verzameling afzonderlijke moleculen.
Wij moeten hierbij aannemen, dat wij dus komen tot
niet verder te verdeelen zout Hoe klein zulk een mo
lecuul is, kunnen wij ons denken, wanneer wij weten
dat een bakterie, daarmede vergeleken, een reus is!
Alles wat we waarnemen, óók ons eigen lichaam,
is uit moleculen opgebouwd. Een nietig zoutkorreltje
telt er millioenen. En één zoo n zoutmolecuul kan
langs chemischen (d.i. scheikundigen) weg weer ver
deeld worden. En dan blijkt dat het is samengesteld
uit twee* verschillende stoffen, waaraan de weten
schap de namen chloor en natrium heeft gegeven.
Twee uiterst kleine deeltjes chloor en natrium vor
men één zoutmolecuul. Die twee deeltjes worden ato
men genoemd.
In die atomen heeft men de kleinste bouwsteenen
gevonden, waaruit alles is opgebouwd. De geleerden,
die over de heele wereld zich met de bestudeering van
den mikrokosmos hebben bezig gehouden, zijn tot de
overtuiging gekomen, dat de grootte van een atoom
ongeveer het tienmillioenste deel van een millimeter
is.
Deze atomen zijn de elementen, de grondstoffen, die
in allerlei verbindingen zich tot andere stoffen sa
menvoegen.
En zulk een atoom is weer een wereld op zich zelf!
Zij bestaat uit een kern, die positief electrisch ge
laden is en om dezen kern bewegen zich als plane
ten om de zon de electronen, die dragers zijn van
negatieve electriciteit.
Wij komen derhalve tot dit verbazingwekkende in
zicht, dat wij in een nietig atoompje eon weerspiege
ling zien van ons eigen zonnestelsel. Gesteld dat het
ons mogelijk ware door een oneindige vervolmaking
van ons oog een atoom te aanschouwen, dan zouden
wij opmerken, dat zij bestaat uit een vaste kern
waaromheen volgens vaste wetten de electronen met
een ongeloofelijke snelheid rondcirkelen. Een atoom,
is dus een zonnestelsel in 't klein.
Volledigheidshalve wil ik nog vermelden dat o.a. door
de onderzoekingen van prof. Einstein tegenwoordig
aan de geleerden zich de gedachte opdringt, dat, wat
wij stof noemen, eigenlijk niet bestaat en er alleen
maar gesproken kan worden van een ongelooflijk
snelle werveling van energieën, van krachten.
Hoe dit ook zij: wetenschappelijk staat vast dat de
mikrokosmos het millioenen malen verkleinde beeld
van den makrokosmos te zien geeft. En wij weten
thans hoe waar het woord van den ouden Griekschen
wijsgeer is, die zeide: pantra rei, d.i. alles vloeit, alles
beweegt. Doode stof bestaat niet.
Wij hebben nu een blik geslagen in de oneindig
groote en de oneindig kleine wereld. Beide vervullen
ons met onbegrensde bewondering.
Ondoorgrondelijke krachten of moet ik spreken van
één ondoorgrondelijke kracht?) zien wij overal werk
zaam.
En wij voelen hoe zich aan ons opdringt de gedach
te van het eeuwige worden.
Heeft dit worden een begin? Heeft het zin?
En hoe staat de mensch daar tegenover?
Wij kunnen ons van de beantwoording van derge
lijke vragen afmaken door zuchtend te zeggen dat
wij er toch nooit iets van zullen begrijpen. En zoo
doet ook menigeen. Maar de denkende mensch kan
dit niet.
Hij ik schreef dit reeds in 't vorige artikel
wil een antwoord zoeken.
En daarom moeten wij thans met elkaar een ander
terrein betreden.
Ik stel u daarom voor ons nu bezig te houden met
het ontstaan der aarde, de ontwikkeling van het le
ven op aarde, de verschijning van den mensch in
de wereld om ten slotte stil te staan bij de roeping
van den mensch en bij zijn toekomst. Daarbij zal
ons dan tevens de gelegenheid worden geopend om
ons 'n oordeel te vormen over de waarde van zede
lijkheid (moraal) en godsdienst in den loop der tijden.
Natuurlijk moet ik hierbij groote beperking be
trachten. Ik hoop echter dat het mij zal gelukken
den lezers eenig inzicht in deze problemen te geven.
Wij beginnen derhalve met het ontstaan der aarde.
De algemeene opvatting der geleerden is, dat wij
de aarde hebben te beschouwen als een kind van
onze zon, die zich rondom haar moeder rusteloos
vöortwentelt. Eens een deel der zon, leidt zij thans
een zelfstandig leven, echter in volkomen afhanke
lijkheid van deze zon, van wie zij licht en warmte
ontvangt.
Wij moeten ons de aarde denken als een groote
bol, die aan twee tegenover elkaar liggende punten
Telef. 457. - Spoorstraat 104-106,
DEN HELDER.
(de N. en de Z. Pool) een weinig afgeplat is. Deze bol
is omgeven door een „korst"' die ongeveer 40 kilome
ter dik is. Onder deze korst ligt een gloeiende steen
gordel van ongeveer 150u kilometer dikte en dan
bereikt men de eigenlijke kern der aarde. Met groote
waarschijnlijkheid neemt men aan dat deze kern
bestaat uit nikkelijzer. Hoe dieper wij in de aarde
doordringen, hoe grooter dus de warmte, welke wij
aantreffen. Zoo heeft men in een boorgat in Silezië
dat 2221 meter diep is, reeds een hitte van 84 graden
Celsius kunnen constateeren. Dit is echter nog maar
een kleinigheid vergeleken bij de hitte van de lava,
welke door vulkanen woedt uitgeworpen. Deze is van
3000 tot 4000 graden Celsius!
Als een heetgloeiende gasbol is de aarde gebo
ren. Maar steeds koelde zij aan den buitenkant af,
doordat zij warmte in de ruimie uitstraalde. Een ge-
gevolg van de afkoeling was inkrimping en samen
persing, waardoor de aardkorst geweldige spannin
gen had te doorstaan. Er kwamen inzinkingen en
verheffingen. Zeeën ontstaan en landen verheffen
zich.
De Engelsche schrijver Wells geeft van dit eerste
tijdperk der aarde de volgende mooie beschrijving:
„Indien het mogelijk was door de oneindigheid van
tijd den terugweg af te leggen en de aarde in deze
beginperiode van haar geschiedenis te aanschouwen,
zou zich aan ons oog een tooneel voordoen dat meer
aén het inwendige van 'n hoogoven of een overstroo
ming van lava die nog niet afgekoeld en verhard is,
de^d denken, dan aan het beeld dat de aarde in onze
dagen vertoont. Er zou geen water zichtbaar zijn, aan
gezien al het aanwezige water zich in den vorm van
oververhitten stoom en in een onstuimigen damp
kring zou bevinden, vervuld van zwavel- en metaal-
dampen. Daar beneden zouden wij een zee van ge
smolten rots-materie zien borrelen en koken. En
langs den vurigen wolkenhemel zou men zon en
maan zich als een vlammende ademtocht zien voort-
reppen. Langzaam en geleidelijk, terwijl het eene
millioen jaren op het andere volgde, zou dit vurige
schouwspel zijn uitbarstenden, gloeienden aard ver
liezen. De dampen omhoog zouden als regen neer
dalen en in dezelfde ffate omhoog verdunnen. Ver
vaarlijke, schuimachtige korsten van zich in vaster
vorm zettende rotsmassa zouden aan de oppervlakte
van de gesmolten zee komen bovendrijven, om daar
na te zinken en door andere vlottende bestanddee-
len vervangen te wordenZoo zou in een tempo,
van welks langzaamheid wij ons nauwelijks een voor
stelling kunnen vormen, door de uitgestrektheid van
den tijd heen, de aarde meer en meer gelijkenis gaan
vertoonen met de aarde waarop wij leven, totdat er
eindelijk een tijd kwam, waarin, onder den invloed
van de afkoelende lucht, de stoom zou beginnen tot
wolken te verdichten en de eerste regen sissend op de
eerste rotsen nedervallen. Gedurende ongetelde dui
zendtallen van jaren zou het grootste deel van het
GEBRUIKTE AUTOMOBIELEN
ferkoopen wij onder GARANTIE en op PROEF
Garage C NIEUWLAND BERGEN.
water opgenomen blijven in den dampkring. Er zou
den zich nu heete stroomen vormen, die hun weg
vonden over een zich steeds meer verstevigenden
rotsgrond, ook plassen en meren werwaarts deze
stroomen hun bezinksel zouden dragen met bestem
ming dit daar af te zetten.
Ten slotte moet een toestand zijn ingetreden waar
in het denkbaar was, dat een mensch verrees en
rondom zich blikte en leefde. Indien wij toen een be
zoek aan de aarde hadden gebracht, zou onze voet
gerust hebben op een lava-achtigen rotsgrond, zonder
een zweem van plantengroei en in geen enkel op
zicht op onzen aardbodem gelijkende. En boven onze
hoofden hadden wij een door stormen geteisterden
hemel aanschouwd. Heete en geweldige winden, in
verschrikking den hevigsten tornado van onze dagen
verre achter zich latende, en ontladingen van regen,
waarvan onze aan deze buitensporigheden ontwende
aarde de wedergade niet kent, zouden ons overvallen,
hebben. Het water van de wolkbreuk zou langs ons
heengestroomd zijn, verontreinigd door het puin der
rotsen, zich straks vereenigende tot rivieren en diepe
ravijnen en holle wegen gravende, terwijl het zich
voortspoedde om zijn afzetsel te loozen in de nieuw
geboren zee...."
Hoe ver ligt de kindsheid van de aarde achter ons?
Hoe oud is onze goede moederaarde?
Ook met deze vraag hebben de geleerde onderzoe
kers zich bezig gehouden. Men schat den ouderdom
der aarde tegenwoordig op ruim twee duizend mil
lioen jaren!
En ééns is in die lange periode het leven begon
nen, toen de voorwaarden daarvoor aanwezig waren.
(Ik verzoek den lezers hier wèl te bedenken dat,
waar ik spreek van leven, daarmede nu bedoeld
wordt het leven van levende wezens, d.i. dus van
planten, dieren, menschen).
Nog steeds wordt getwist, over de vraag hóe het
leven op aarde ontstaan is. Over één ding is men
het echter eens, het leven is op een zeker tijdstip
voor de eerste maal op aarde tevoorschijn getreden
in een uiterst primitieven vorm, waaruit in den loop
van millioenen jaren zich een oneindig aantal vor
men als planten, dieren en menschen. hebben ont
wikkeld.
Den volgenden keer zullen wij dezen ontwikkelings
gang van het leven met elkaar beschouwen en daar
bij in het bijzonder de aandacht vestigen op de
„schepping" van den mensch. Want waar, goed be
keken, alle leven belangwekkend is en grootsch, voor
ons blijft toch altijd de mensch het meest interes
sante schepsel en zijn lot, zijn toekomst ligt ons het
naast aan het hart.
ASTOR.
P.S. Een vriendelijke lezer heeft mij opmerkzaam
gemaakt op en fout in mijn vorige artikel. Ik schreef
dat een lichtjaar een afstand beteekende van
60 X 60 X 60 X 24 X 365 X 300.000 K.M. Dit moet
zijn 60 X 60 X 24 X 365 X 300.000 volgens hem.
En hij heeft gelijk. Immers een jaar heeft 365 etma
len, een etmaal 24 uren, een uur 60 minuten en een
minuut 60 sekonden. Ik dank hem voor zijn correc
tie, welke een bewijs is van nauwkeurig lezen zijner
zijds.
Artistieke Kinder-opnamen,
Studie-foto's.
Fotografisch Atelier
ARPAD MOLDOVAN
Nieuwe Niedorp. 0
GEOPEND: dagelijks, ook Zondags.
De president der Fransche republiek, Lebrun, voltrok dezer dagen de inwijding van
het nieuwe „zee-station" in de havenstad Cherbonrg, waar de per trein aankomende
passagiers nu direct op de groote Oceaanstoomers kunnen overstappen- Wij zien hier
boven het grootsche bouwwerk, badende in een zee van licht.