Het nieuwe douaneverdrag
met Duitschland.
Barbara Worth
Raad Winkel.
Wat voor den landbouw bereikt werd
Een breede kijk noodzakelijkl
Waarom verlaging van den rentevoet?
door
Dr. F. E. POSTHUMA,
Oud-minister van Landbouw,
Minister tijdens den wereldoorlog.
Dat er ontevredenheid bestaat over het nieuwe
douaneverdrag tusschen Nederland en Duitschland
is mij natuurlijk bekend en de ontevredenen hebben
zelfs nog wel eenigszins gelijk ook. Maar daarom
gaat het nu niet. Men moet deze moeilijke zaak van
een ander, een breeder en een juister standpunt be
kijken. Doet men dat, dan zal men moeten toege
ven, dat er voor werkelijke ontevredenheid geen fei
telijken grond bestaat.
Wat toch is het geval? Reeds veel en veel vroeger
had over het nieuwe Douaneverdrag gepraat dienen
te worden. Ware men zoo verstandig geweest, dan
had men een overvloed van tijd gehad alle bezwaren
en moeilijkheden thuis rustig te overwegen. Nu was
dit alles helaas! niet meer mogelijk.
Met den uitvoer van zuivelproducten, van groen
ten en van pluimveeproducten zou de boel onher
roepelijk spaak zijn geloopen. De koeien bleven melk
leveren, de groenten bleven groeien en de kippen
bleven eieren leggen. Waar moesten wij in Neder
land met al die producten van veeteelt en landbouw
blijven' als opeens de grenzen van Duitschland
voor den export uit ons land waren gesloten? Onze
kaas en boter, kropsla en eieren zouden in dat geval
niet dan tegen betaling van de zeer verhoogde In
voerrechten Duitschland binnen kunnen komen en
dan zou waarschijnlijk zijn gebleken, dat deze pro
ducten óf onverkoopbaar waren, óf voor de Neder-
landsche exporteurs niet meer loonend in Duitsch
land konden worden afgezet.
Voor ons, Nederlanders, was het derhalve volko
men onmogelijk te wachten. Wij moesten onvermijde
lijk zoo snel mogelijk tot een resultaat komen.
De Duitschers stonden er daarentegen geheel an
ders voor. Zij hadden den tijd, want zij onderhandel
den van hun kant alleen over een financieel vraag
stuk, het door Nederland aan Duitschland verleende
crediet. Van Duitsche zijde stond er dus geen enkel
product op het spel, dat ook maar eenigszins be
derven kon.
Dit ontzettende verschil dient men dus voor een
rechtvaardige beoordeeling van de gevoerde onder
handelingen en van de bereikte resultaten wel in
het oog te houden.
Voor de Nederlandsche delegatie te Berlijn was
dus de toestand aldus geworden: Zoodra het resul
taat der onderhandelingen bij benadering te over
zien was, moesten wij de overeenkomst, hetzij aan
nemen, hetzij verwerpen. Een tusschenweg was niet
mogelijk.
Stel ik mij op den dag van heden opnieuw de eer
lijke vraag: Kan en moet ik wederom het te Ber
lijn gesloten Douaneverdrag aannemen? Dan is
mijn eenig antwoord: Ja!
Maar nu de verschillende tegen het Douanever
drag gerezen klachten.
Als voorzitter van den Nijverheidsraad en als
voorzitter van den Algemeenen Nederlandschen Zui-
velbond, bovendien min of meer nauw verbonden
met tal van Nederlandsche takken van bedrijf, ge
voelde ik mij te Berlijn niet als vertegenwoordiger
FEUILLETON.
Door
HABOLD BELL WRIGHT
55.
Intuschen rolde de opzichter een sigaret en door de
rookwolkjes heen volgde zijn oog den Mexicaan die
langs het bergpad reed en nu tusschen de enge wanden
van den Duivelsweg verdween.
„Ik heb niet het minste vermoeden wat hij hier komt
doen. Hij rijdt nu in de richting van de woestijn. Er
kunnen natuurlijk honderd redenen bestaan, waarom
die man hier gekomen is."
„Maar er kan maar één reden zijn, waarom hij niet
hier aan de bron gekomen is."
„En wat is die reden?"
„Dat hij al ergens anders water gehaald heeft."
„Maar daar heeft hij over een afstand van vele mijlen
geen gelegenheid toe gehad."
„Dan is hij aan deze bron geweest."
Holmes voelde zich geprikkeld. Er was iets in den
toon van Abe dat hem hinderde. „Ik begrijp niet hoe je
daar zoo zeker van kunt zijn."
„Omdat dit de eenige bron is op een afstand van
twintig mijlen in beide richtingen."
„En waarom meende je dat het een gezelschap van
vi*. zes man moet zijn geweest?"
„Ik weet dat het er vijf of zes zijn."
„En waar zijn de anderen dan wanneer dit er een van
de bende is?"
„Ik ben er niet volkomen zeker van, waar zij zijn,
maar ik heb mijn vermoedens."
Langzamerhand was het Willard Holmes duidelijk ge
worden dat zijn reisgezel heel wat meer in dit alledaag-
sche voorval zag dan hij onder woorden wilde brengen.
Abe wierp zijn sigaret weg en was nu bezig een andere
te rollen en inmiddels scheen hij zich veel moeite te
geven om het met zichzelven eens te worden over iets
dat aan de aandacht van den ingenieur te eenenmale
ontging
De terughoudendheid van zijn metgezel verbitterde
Holmes ho« langer hoe meer, totdat hij eindelijk los
van een bepaald belang. Maar uit den aard der raak
had ik van zuivelproducten, van land- en tuinbouw
in het algemeen, het meeste verstand. Laat ik dus
beginnen met dienaangaande iets mede te deelen.
Natuurlijk heb ik gelezen, dat de secretaris van den
Zuivelbond klaagde over het te Berlijn bereikte re
sultaat. Hij vergeleek namelijk wat de toestand voor
het zuivelbedrijf was geweest voor en aleer het oude
verdrag tusschen Nederland en Duitschland afliep
tegenover datgene, wat de commissie te Berlijn
heeft weten te bereiken. Ja, dan is er geen twijfel
aan mogelijk, dat de nieuwe toestand voor het zui
velbedrijf veel en veel minder is.
Maar gegeven, wat er behalve door het verdrag
tusschen Finland en Duitschland nog bestond, voor
Nederland nog te veroveren viel, moet het te Ber
lijn bereikte, ondanks alles, tot tevredenheid stem
men. Wij hadden voor den Nederlandschen export
van kaas niets meer, zouden onderworpen worden
aan een autonoom recht, met uitzondering dan van
een hoeveelheid van 1.910 ton kaas. En dat autonome
recht was in zeer korten tijd van R.M. 30.tot
R.M. 60.verhoogd Met die wetenschap voor oogen
is er derhalve voor toch niet tegepioet te komen
klachten geen aanleiding. Want men verhele zich
geen oogenblik dat voor alle kaas boven de betrek
kelijk geringe hoeveelheid van nog niet ten volle
2000 ton kaas, het aan Duitschland volkomen vrij
stond geleidelijk ieder invoerrecht boven R.M. 60.
vast te stellen, waardoor feitelijk een invoerverbod
voor de Nederlandsche kaas in Duitschland zou zijn
geschapen.
Ronduit wil ik erkennen, dat het voor groenten, in
het bijzonder voor kropsla, bereikte resultaat aller
minst tot eenige voldoening stemt. Maar de Duit-
sches waren op dit punt onverbiddelijk, zoodat wij
niet verder konden komen.
Voor den invoer van haring in Duitschland werd
door de Duitschers tegemoet gekomen aan de ge
rechtvaardigde bezwaren van Nederlandsche zijde
dat het groote verschil in belasting voor het zwaar
dere Schotsche vat tegen de lichtere Nederlandsche
ton door een technische moest worden teniet gedaan.
Voor mij is het nog steeds onverklaarbaar, waardoor
dit in het verdrag niet duidelijk tot uitdrukking is
gekomen.
De door den heer UytdenBogaard, den voorzitter
van de Scheveningsche reedersvereeniging, geuite be
zwaren zijn dus in mijn oogen wel begrijpelijk.
Zoowel voor eieren, als voor spek, heeft de Ne
derlandsche delegatie te Berlijn wel het een en an
der kunnen bereiken. Dat er tezelfder tijd en tezelf-
der plaatse voor reuzel geen regeling is gemaakt, is
iets waarvan ik onlangs uit de bladen kennis nam.
Ik kan dienaangaande geen oordeel uitspreken, om
dat tegelijk met de delegatie te Berlijn ook aanwezig
was de regeerings-commissaris van de varkenscen
trale, die de opdracht had de Nederlandsche en de
Duitsche belanghebbenden tot een bepaalde overeen
stemming te bewegen. Toen deze regeerings-commis
saris, wiens werk dus min of meer den arbeid van
de delegatie kruiste, op een goeden dag in de zaal,
waar de conferenties plaats vonden, verscheen met
de mededeeling, dat de Duitsche en Nederlandsche
belanghebbenden het onderling volkomen eens waren
geworden, bestond er voor de commissie zelve geen
verdere aanleiding zich met dat onderdeel onledig
te houden.
Tijdens die zitting van de Duitsche en Nederland
sche gedelegeerden onder voorzitterschap van Hugen-
berg, hebben de afgevaardigden van beide landen
dus onmiddellijk en naar mijne meening terecht,
besloten, dat over spek niet meer gesproken behoef
de te worden. Maar dan gaat het niet aan, later aan
de Nederlandsche delegatie het verwijt te richten, als
zoude zij inzake reuzel een omissie hebben begaan;
als deze omissie begaan is, waarover ik geen oordeel
heb, dan zal dat ongetwijfeld verklaard kunnen wor
barstte: „Om Godswil, Abe, spreek toch! Waar denk je
aan? Wat wil je met dat alles zeggen?"
Abe zag den ingenieur doordringend aan. „Begrijp je
dan niet waar dit heenwijst?"
„Ik kan daarin hoegenaamd niets van beteekenis ont
dekken. Zeg mij dus wat jij er in ziet."
„Dat zal ik u zeggen, mijnheer Holmes. Maar ik ben
er niet zeker van dat het voor u bepaald nieuw zal
zijn. De rest van het gezelschap dat hier aan de bron
geweest is, staat ons nu in den Hollen Duivelsweg op
te wachten. Ongeveer drie uur geleden zijn zij hier ge
weest. Daarna hebben zij een van hen op den bergrug
op wacht'geplaatst en de anderen hebben zich in den
hollen weg opgesteld. Zij konden er zeker van zijn dat
wij hier zouden stoppen om te eten en te drinken... En
nu is de man die op den uitkijk stond, hen gaan waar
schuwen dat wij in aantocht zijn."
„Je meent dus dat het een rooversbende is?" zelde
Holmes min of meer opgewonden.
„Ik vermoed dat die naam goed gekozen is," ant
woordde Abe. „Maar uw Maatschappij zou liever spre
ken van ©en poging tot onderschepping van den bode
van mijnheer Worth."
„De Maatschappij! Wat heeft de Maatschappij daar
mee te maken?"
„Greenfield en u waren beiden in San Felipe. Het
was u beiden bekend wat het doel was van mijn komst.
En u weet ook dat Jefferson Worth zoo goed als zeker
naar den bliksem gaat wanneer ik niet vanavond in
Gemeenebest ben. En wat nog meer zegt die man
daar is een man van de Maatschappij."
Plotseling werd het Holmes duidelijk hoe zijn tocht
genoot den toestand moest zien en welke vermoedens in
zijn binnenste huisden. Tegelijkertijd besefte de ingeni
eur dat het oogenblik slecht gekozen was om een ver
klaring van zijn tegenwoordigheid te geven of den an
der mee te deelen dat hij niet langer in dienst stond
van de Maatschappij. En in. zij verbijstering en ergernis
zeide hij wat wel het ongeschiktste was wat hij in
dat oogenblik zeggen kon „En wat denk je nu te
doen?"
De stem van Abe klonk gevoelloos. „Mogelijk is dit
niets anders dan een overval van roovers, misschien
ook is het een complot dat door de Maatschappij op
touw gezet is, alleen met het doel, mij op te houden.
Om het even, dit geld moet vanavond nog in Ge
meenebest zijn. Neem daar nota van."
Holmes wilde iets zeggen, maar Abe viel hem in de
rede.
„Wij hebben nu lang genoeg geredeneerd, mijnheer
Holmes, De paarden zijn klaar met hun voer en het
den door dengenen, die der commissie berichtte, dat
alles tusschen belanghebbenden van beide landen in
kannen en kruiken was.
Er rest dus nu niets anders dan een paar woorden
te wijden aan de door Duitschland gevraagde en
verkregen vermindering van den rentevoet van het
Nederlandsche crediet, aan Duitschland van 5.5
tot 4 een vrij aanzienlijke verlaging dus van 1,5
Overeengekomen is, dat vóór den aanvang van het
jaar 1934 „grosso raodo" eenzelfde overeenkomst
moet zijn gesloten, als thans gesloten is.
Het kan dus niet anders, gegeven het feit., dat wij
nu reeds in midden Augustus leven, dat binnen zeer
afzienbaren tijd, in ieder geval in den komenden
herfst, te Berlijn nieuwe onderhandelingen een aan
vang zullen hebben te nemen. Het zal dan wellicht
mogelijk zijn voor den thans nog wat misdeelden
tuinbouw andere en betere, resultaten te bereiken, al
thans beproeven dit te doen.
Wil men de thans rijkelijk laat aangevangen on
derhandelingen, die voor den eersten Januari 1934
door nieuwe onderhandelingen gevolgd dienen te
worden, als een goede les beschouwen, dan kan het
niet anders, of het wordt geleidelijk tijd opnieuw
te beginnen.
Door thans aangenomen wetten staat Nederland
er thans anders en vermoedelijk ook beter voor, dan
toen wij te Berlijn met de allereerste onderhandelin
gen moesten beginnen; er zijn nu middelen, die toen
ontbraken.
Maar dit is een terrein, dat behoort aan de nieuw
te benoemen onderhandelaars waar ik mij dus bui
ten wensch te houden. Eveneens wensch ik mij
zorgvuldig te onthouden van eenig oordeel over de
samenstelling van de nieuwe commissie. Want ten
slotte is de minister en de minister alleen de verant
woordelijke persoon. Ieder lid van de delegatie kan
zich niet genoeg voor oogen houden, dat dit het ge
val is, zoo voor de samenstelling van de oude com
missie, als voor de nog te benoemen nieuwe com
missie.
Vergadering van den Raad op Dinsdag 22 Augustus
1933, des morgens kwart voor 10 uur.
Voorzitter de heer J. Koster, burgemeester, secreta
ris de heer A. de Ridder.
De Voorzitter opent de vergadering.
Afwezig is de heer Kamp met kennisgeving van ver
hindering.
De notulen der raadsvergadering van 14 Juli 1933
worden onveranderd vastgesteld.
Mededeelingen.
Door den Voorzitter wordt medegedeeld:
De heer J. Slooten, onderwijzer aan de Openbare
Lagere School te Winkel, heeft op 15 Juli j.1., na be
ëindiging van zijn militairen dienst zijn werk hervat
en met ingang van dien datum, is de heer H. Stobbe
ontslagen.
In verband met de in de vorige vergadering door
den heer Dekker uitgesproken wenschelijkheid om de
arbeiders in de werkverschaffing er op te wijzen, dat
zij moeten trachten werk te vinden in het vrije be
drijf, wordt thans meermalen de klacht vernomen,
dat zij, die werk zoeken om buiten de werkverschaf
fing te blijven, ge^n werk kunnen vinden, aangezien
in bijna alle landbouwbedrijven vreemde werkkrach
ten worden aangenomen.
Voorzitter deelt met genoegen mede, dat enkele
boerderijen in den Groetpolder dit systeem niet hul
digen en niet toepassen. Dit is ten zeerste toe te
juichen en verdient alle navolging.
Ingekomen stokken.
Ingekomen zijn besluiten van Ged. Staten, melden
de de goedkeuring van het besluit van den Raad, re
gelende de heffing van opcenten op de Gemeente
fondsbelasting; de goedkeuring van het besluit van
den Raad regelende de heffing van opcenten op de
hoofdsom der personeele belasting en idem tot aan
koop van grond voor de gasfabriek.
B. en W. stellen voor deze stukken voor kennisge
ving aan te nemen, waartoe besloten wordt.
Verslagen.
De volgende verslagen over 1932 zullen voor de le
den ter inzage liggen, van:
wordt tijd op weg te gaan."
Toen zij opgestegen waren, zeide de opzichter kortaf:
„Nu verzoek ik u vooruit te rijden en heel langzaam,
tot ik een ander commando geef. dan kunt u mijnent
wege zoo hard rijden als de duivel. Wanneer u een hand
uitsteekt om een teeken te geven of wanneer u een
zoogenaamde vergissing begaat of stopt om uw zadel-
riem vast te maken,, dan houd ik mij het eerst aan u.
Wanneer u te goeder trouw is, dan kunt u die kerels
van de Maatschappij tot rede brengen en dan zal ik u
later mijn verontschuldigingen aanbieden. En wanneer
je met je vervloekte Maatschappij de hand hebt in dit
complot, dan krijg je hier op een schitterende manier je
afscheid en hoeft de Maatschappij zelfs niet je begrafe
niskosten te betalen. En nu, vooruit!"
„Eerst nog een enkel woordje," en Abe zag dat de
ingenieur even onverstoorbaar was als een oudgediende.
„Wanneer ik voor een oogenblik aanneem dat je ver
moeden juist is en er hier een bende ons staat op te
wachten, zeg mij dan hoe ik het geld naar Gemeene
best kan brengen, in geval je iets mocht overkomen.
Door mij dat te zeggen, loop je ten minste geen ge
vaar."
„Volg het wegspoor tot de telefoonlijn. Bij de Wolfs-
bron, daar in de nabijheid vindt je water. Laat je paard
even drinken, maar houd je daar niet op. Van hieruit
kun je zoo hard rijden als je wilt. Binnen de zes uur
kun je in Gemeenebest zijn. Geef het geld dan aan Miss
Worth. Heb je verder nog iets te vragen?"
Holmes' antwoord was dat hij in zijn zadel sprong en
vooruitreed. En Abe volgde hem op den voet.
Zij reden de helling af. naar. den ingang van den
hollen weg. Ongeveer honderd yards van het punt waar
zij zich bevonden, geeft een opening in den bergmuur
van niet meer dan vijftig voet breedte toegang tut den
hellen weg.
Holmes wendde halverwege zijn gelaat over zijn schou
der en zeide tot Abe: „Ik zie een man achter die rots
aan de rechterzijde gluren."
„Wees klaar als ik het sein geef."
„Zouden zij van plan zijn te schieten?"
„Neen, wanneer zij zonder dat den aap kunnen
machtig worden. Dan sturen zij ons eenvoudig de woes
tijn in."
„Zal ik vuur geven?"
„Wanneer zij ons willen staande houden." ant
woordde Abe, „en als ik het signaal geef, sohiet ze
dan neer als je er kans toe ziet."
Er was nog slechts een afstand van honderd voet.
Plotseling kwamen van de likerzijde drie Mexicanen
de N.H. Vereeniging „Het Witte Kruis";
den keuringsdienst voor Waren te Alkmaar;
het Provinciaal Waterleidingbedrijf van Noordhol
land;
het Provinciaal Electriciteitsbedrijf van Noordhol
land;
de lagere Landbouwschool voor Hoorn en Omstre
ken;
de Vereeniging tot bevordering van het Vakonder
wijs in West-Friesland;
den Politiecursus te Schagen;
de vergadering der Gascommissie van 4 Juli 1933.
Het verslag van de vergadering der Gascommissie
wordt voorgelezen.
Fondsgelden voor onvermogende^
Ingekomen is een verdoek van de Crisis-Commissie
van het A.A.Z.A. en Omstreken, om steun te verlee-
nen bij het betalen van contributie door loden van
het Fonds, wonende in deze gemeente, die hiertoe zelf
niet meer in staat zijn.
De bestaande regeling der armenpraktijk laat toe,
dat aan den gemeente-geneesheer kosteloos genees
kundige behandeling kan worden opgedragen tot een
getal van 100 patiënten en 15 verlossingen. Boven
dien worden armlastige patiënten verzekerd in de zie
kenhuisverzekering en in de Onderlinge Operatiekas.
Het komt B. en W. voor dat van het treffen van
een regeling als in het verzoek bedoeld, do finan-
cieele gevolgen niet zijn te overzien en stellen voor
op het verzoek afwijzend te beschikken.
De Raad besluit overeenkomstig het voorstel van
B. en W.
Ontheffing schoolgeld.
Ontheffing van schoolgeld wordt verzocht:
le. door P. Helder te Aartswoud, voor een leerling
der school voor U.L.O., die de school in Juli 1932 heeft
verlaten.
2e. Door G. Beers Czn. te Winkel voor een leer
ling der school voor L. O., aangezien hij is vrijge
steld voor het betalen van Rijksinkomstenbelasting..
B. en W. stellen voor in beide gevallen geheele ont
heffing te verleenen.
Wordt goedgevonden.
Ontheffing van hondenbelasting voor 1933 is ge
vraagd door S. Vethman, H. de Wit, K. Koorn en de
wed. P. Leijen.
B. en W. stellen voor de gevraagde ontheffing te
verleenen, aangezien gebleken is, dat deze personen
ten onrechte zijn aangeslagen.
Aldus wordt besloten.
Een benoeming.
Tengevolge van het overlijden van den heer K.
Over moet worden voorzien in de daardoor ontstane
vacature van lid der Commissie tot wering van
schoolverzuim voor de Openbare Lagere School te
Lutjewinkel.
B- en W. bieden het volgende dubbeltal aan: no. 1.
W. Roggeveen, no. 2. G. Kollenberg.
Uitgebracht 6 geldige stemmen, welke de heer W.
Roggeveen op zich vereenigt.
Den benoemde zal bericht zijner benoeming worden
gezonden.
Nieuwe bouw- en woning ver ordening.
B. ei; W. stellen voor de bouw- en woningverorde
ning, zooals deze in ontwerp is toegezonden, in ver
band met het advies der Gezondheidscommissie to
Hoorn te wijzigen als is aangegeven en daarna vast
te stellen.
De heer Dekker zegt er zijn stem wel aan te zullen
geven, nu er in ven-at is, dat B. en W. waar zulks
gewenscht voorkomt, ontheffing kunnen verleenen of
soepel zullen optreden. .Anders .zon .spreker het niet
zoo maar laten doorgaan.
B. en W. zullen, zooals ook werd verwacht, een wil
lig oor leenen aan eventueele verzoeken. Een en ander
heeft spreker doen besluiten vóór de vaststelling te
stemmen.
De Voorzitter wil niet nalaten om te wijzen op de
belangrijkheidhet artikel, waar gesproken wordt
over de aanwjjgheid van closets. B. en W. hebben
aan dit artikel toegevoegd de bepaling dat uiterlijk 5
jaren na de inwerkingtreding der'verordening de be
staande woningen eveneens allen moeten zijn voor
zien van closets, tenzij B. en W. meenen dat algehee-
le of tijdelijke ontheffing moet worden verleend. De
belangrijkheid van deze clausule is wel gelegen hier
in, dat het voor de volksgezondheid eisch is, maar
daarnevens voor de gemeentefinanciën voordeelig zal
wezen. Het reinigingswezen eischi nog geregeld vele
financieele offers, iets wat bij algeheelc in gebruik-
stelling van closets tot het verleden zal behooren. Al
maakt spreker zich geen illusie dat de tijd spoedig zal
zijn, waarin een en ander in orde zal wezen; in de
toekomst zal dit besluit van voordeel blijken te we
zen.
Daarna wordt de nieuwe bouwverordening in haar
geheel door den Raad aanvaard en vastgesteld.
Halve centen moeten verdwijnen.
Ingevolge opmerking van Gedeputeerde Staten de
zer Provincie, moesten uit de rekening 1931 de halve
te paard zich midden op den weg plaatsen en van de
rechterzijde twee anderen. Zij legden hun revolvers aan
en riepen: „Halt!"
Abe gaf het sein „Vooruit!"
De beide mannen drongen hun sporen diep in de
flank van hun paard en bogen ver voorover in hun za
del. In woeste vaart renden zij op de roovers af, Drie
malen, in snelle opeenvolging had het vuurwapen in
de hand van Abe geknald en in hetzelfde oogenblik had
den de Mexicanen die schoten beantwoord. Twee van
de ruiters aan de linkerzijde waren reeds buiten gevecht
gesteld en de opzichter tuimelde bijna van zijn zadel.
Maar het was alsof Holmes daar niets van zag. Zijn
eigen revolver zong een duo met dien van Abe. Dicht
naast hem "hield een Mexicaan krampachtig zijn zadel
omklemd. De paarden van de Mexicanen steigerden en
struikelden. Het salvo van de revolvers werd door de
rotswanden weerkaatst.
Maar de blanke mannen reden voort. Na~.st elkan
der zoo snel als hun razende paarden hen "i.len dra
gen. Holmes vulde zijn wapen met verschc i tronen.
,Houd je taal, oude jongen!" riep hij en in het zelfde
oogenblik brandde hij los en zwenkende, verdween hij
achter een kromming van den weg. Maar onmiddellijk
daarna kwam hij weer te voorschijn... „Het is afgeloo-
pen!" juichte de ingenieur en kwam naar Abe toe. „Er
kwamen er nog twee op ons af. Een daarvan heb ik zijn
portie gegeven en de ander heeft zich wijselijk verwij
der." Terwijl hij dit zeide. kromp hij van de pijn." Zij
hebben m toch nog een klein aandenken meegegeven."
Abe zag dat zijn linkerarm als verlamd langs zijn
lichaam hing. „Je bent gewond," zeide hij. „Waar
is het?"
„Hier in mijn schouder. Het heeft niets te beteekenen.
Laten wij even naar de bron gaan, dan kan ik de wond
uitwasschen." Dit zeggende, keerde de ingenieur om in
de richting van de bron .Zijn paard deed enkele stappen
en struikelde, deed moeite overeind te komen, strom
pelde met moeite enkele stappen verder, viel en bleef
liggen. Het was een kogel van het laatste gevecht die
doel getroffen had.
De ingenieur, ruiter te voet, stond verbijsterd te sta
ren naar zijn dood paard. Hij ontwaakte op het geluid
van de stem van Abe Lee: „Mij dunkt dat wij alles ge
kregen hebben wat ons was toegedacht."
Holmes keek snel op. De lippen van den opzichter
waren bleek en zijn aagezicht was verwrongen van pijn.
„Jij ook, Abe? Waar is het?"
„Majn been... aan den anderen kant..."
Wordt vervolgd.