Het nieuwe douaneverdrag met Duitschland. Barbara Worth Raad Winkel. Wat voor den landbouw bereikt werd Een breede kijk noodzakelijkl Waarom verlaging van den rentevoet? door Dr. F. E. POSTHUMA, Oud-minister van Landbouw, Minister tijdens den wereldoorlog. Dat er ontevredenheid bestaat over het nieuwe douaneverdrag tusschen Nederland en Duitschland is mij natuurlijk bekend en de ontevredenen hebben zelfs nog wel eenigszins gelijk ook. Maar daarom gaat het nu niet. Men moet deze moeilijke zaak van een ander, een breeder en een juister standpunt be kijken. Doet men dat, dan zal men moeten toege ven, dat er voor werkelijke ontevredenheid geen fei telijken grond bestaat. Wat toch is het geval? Reeds veel en veel vroeger had over het nieuwe Douaneverdrag gepraat dienen te worden. Ware men zoo verstandig geweest, dan had men een overvloed van tijd gehad alle bezwaren en moeilijkheden thuis rustig te overwegen. Nu was dit alles helaas! niet meer mogelijk. Met den uitvoer van zuivelproducten, van groen ten en van pluimveeproducten zou de boel onher roepelijk spaak zijn geloopen. De koeien bleven melk leveren, de groenten bleven groeien en de kippen bleven eieren leggen. Waar moesten wij in Neder land met al die producten van veeteelt en landbouw blijven' als opeens de grenzen van Duitschland voor den export uit ons land waren gesloten? Onze kaas en boter, kropsla en eieren zouden in dat geval niet dan tegen betaling van de zeer verhoogde In voerrechten Duitschland binnen kunnen komen en dan zou waarschijnlijk zijn gebleken, dat deze pro ducten óf onverkoopbaar waren, óf voor de Neder- landsche exporteurs niet meer loonend in Duitsch land konden worden afgezet. Voor ons, Nederlanders, was het derhalve volko men onmogelijk te wachten. Wij moesten onvermijde lijk zoo snel mogelijk tot een resultaat komen. De Duitschers stonden er daarentegen geheel an ders voor. Zij hadden den tijd, want zij onderhandel den van hun kant alleen over een financieel vraag stuk, het door Nederland aan Duitschland verleende crediet. Van Duitsche zijde stond er dus geen enkel product op het spel, dat ook maar eenigszins be derven kon. Dit ontzettende verschil dient men dus voor een rechtvaardige beoordeeling van de gevoerde onder handelingen en van de bereikte resultaten wel in het oog te houden. Voor de Nederlandsche delegatie te Berlijn was dus de toestand aldus geworden: Zoodra het resul taat der onderhandelingen bij benadering te over zien was, moesten wij de overeenkomst, hetzij aan nemen, hetzij verwerpen. Een tusschenweg was niet mogelijk. Stel ik mij op den dag van heden opnieuw de eer lijke vraag: Kan en moet ik wederom het te Ber lijn gesloten Douaneverdrag aannemen? Dan is mijn eenig antwoord: Ja! Maar nu de verschillende tegen het Douanever drag gerezen klachten. Als voorzitter van den Nijverheidsraad en als voorzitter van den Algemeenen Nederlandschen Zui- velbond, bovendien min of meer nauw verbonden met tal van Nederlandsche takken van bedrijf, ge voelde ik mij te Berlijn niet als vertegenwoordiger FEUILLETON. Door HABOLD BELL WRIGHT 55. Intuschen rolde de opzichter een sigaret en door de rookwolkjes heen volgde zijn oog den Mexicaan die langs het bergpad reed en nu tusschen de enge wanden van den Duivelsweg verdween. „Ik heb niet het minste vermoeden wat hij hier komt doen. Hij rijdt nu in de richting van de woestijn. Er kunnen natuurlijk honderd redenen bestaan, waarom die man hier gekomen is." „Maar er kan maar één reden zijn, waarom hij niet hier aan de bron gekomen is." „En wat is die reden?" „Dat hij al ergens anders water gehaald heeft." „Maar daar heeft hij over een afstand van vele mijlen geen gelegenheid toe gehad." „Dan is hij aan deze bron geweest." Holmes voelde zich geprikkeld. Er was iets in den toon van Abe dat hem hinderde. „Ik begrijp niet hoe je daar zoo zeker van kunt zijn." „Omdat dit de eenige bron is op een afstand van twintig mijlen in beide richtingen." „En waarom meende je dat het een gezelschap van vi*. zes man moet zijn geweest?" „Ik weet dat het er vijf of zes zijn." „En waar zijn de anderen dan wanneer dit er een van de bende is?" „Ik ben er niet volkomen zeker van, waar zij zijn, maar ik heb mijn vermoedens." Langzamerhand was het Willard Holmes duidelijk ge worden dat zijn reisgezel heel wat meer in dit alledaag- sche voorval zag dan hij onder woorden wilde brengen. Abe wierp zijn sigaret weg en was nu bezig een andere te rollen en inmiddels scheen hij zich veel moeite te geven om het met zichzelven eens te worden over iets dat aan de aandacht van den ingenieur te eenenmale ontging De terughoudendheid van zijn metgezel verbitterde Holmes ho« langer hoe meer, totdat hij eindelijk los van een bepaald belang. Maar uit den aard der raak had ik van zuivelproducten, van land- en tuinbouw in het algemeen, het meeste verstand. Laat ik dus beginnen met dienaangaande iets mede te deelen. Natuurlijk heb ik gelezen, dat de secretaris van den Zuivelbond klaagde over het te Berlijn bereikte re sultaat. Hij vergeleek namelijk wat de toestand voor het zuivelbedrijf was geweest voor en aleer het oude verdrag tusschen Nederland en Duitschland afliep tegenover datgene, wat de commissie te Berlijn heeft weten te bereiken. Ja, dan is er geen twijfel aan mogelijk, dat de nieuwe toestand voor het zui velbedrijf veel en veel minder is. Maar gegeven, wat er behalve door het verdrag tusschen Finland en Duitschland nog bestond, voor Nederland nog te veroveren viel, moet het te Ber lijn bereikte, ondanks alles, tot tevredenheid stem men. Wij hadden voor den Nederlandschen export van kaas niets meer, zouden onderworpen worden aan een autonoom recht, met uitzondering dan van een hoeveelheid van 1.910 ton kaas. En dat autonome recht was in zeer korten tijd van R.M. 30.tot R.M. 60.verhoogd Met die wetenschap voor oogen is er derhalve voor toch niet tegepioet te komen klachten geen aanleiding. Want men verhele zich geen oogenblik dat voor alle kaas boven de betrek kelijk geringe hoeveelheid van nog niet ten volle 2000 ton kaas, het aan Duitschland volkomen vrij stond geleidelijk ieder invoerrecht boven R.M. 60. vast te stellen, waardoor feitelijk een invoerverbod voor de Nederlandsche kaas in Duitschland zou zijn geschapen. Ronduit wil ik erkennen, dat het voor groenten, in het bijzonder voor kropsla, bereikte resultaat aller minst tot eenige voldoening stemt. Maar de Duit- sches waren op dit punt onverbiddelijk, zoodat wij niet verder konden komen. Voor den invoer van haring in Duitschland werd door de Duitschers tegemoet gekomen aan de ge rechtvaardigde bezwaren van Nederlandsche zijde dat het groote verschil in belasting voor het zwaar dere Schotsche vat tegen de lichtere Nederlandsche ton door een technische moest worden teniet gedaan. Voor mij is het nog steeds onverklaarbaar, waardoor dit in het verdrag niet duidelijk tot uitdrukking is gekomen. De door den heer UytdenBogaard, den voorzitter van de Scheveningsche reedersvereeniging, geuite be zwaren zijn dus in mijn oogen wel begrijpelijk. Zoowel voor eieren, als voor spek, heeft de Ne derlandsche delegatie te Berlijn wel het een en an der kunnen bereiken. Dat er tezelfder tijd en tezelf- der plaatse voor reuzel geen regeling is gemaakt, is iets waarvan ik onlangs uit de bladen kennis nam. Ik kan dienaangaande geen oordeel uitspreken, om dat tegelijk met de delegatie te Berlijn ook aanwezig was de regeerings-commissaris van de varkenscen trale, die de opdracht had de Nederlandsche en de Duitsche belanghebbenden tot een bepaalde overeen stemming te bewegen. Toen deze regeerings-commis saris, wiens werk dus min of meer den arbeid van de delegatie kruiste, op een goeden dag in de zaal, waar de conferenties plaats vonden, verscheen met de mededeeling, dat de Duitsche en Nederlandsche belanghebbenden het onderling volkomen eens waren geworden, bestond er voor de commissie zelve geen verdere aanleiding zich met dat onderdeel onledig te houden. Tijdens die zitting van de Duitsche en Nederland sche gedelegeerden onder voorzitterschap van Hugen- berg, hebben de afgevaardigden van beide landen dus onmiddellijk en naar mijne meening terecht, besloten, dat over spek niet meer gesproken behoef de te worden. Maar dan gaat het niet aan, later aan de Nederlandsche delegatie het verwijt te richten, als zoude zij inzake reuzel een omissie hebben begaan; als deze omissie begaan is, waarover ik geen oordeel heb, dan zal dat ongetwijfeld verklaard kunnen wor barstte: „Om Godswil, Abe, spreek toch! Waar denk je aan? Wat wil je met dat alles zeggen?" Abe zag den ingenieur doordringend aan. „Begrijp je dan niet waar dit heenwijst?" „Ik kan daarin hoegenaamd niets van beteekenis ont dekken. Zeg mij dus wat jij er in ziet." „Dat zal ik u zeggen, mijnheer Holmes. Maar ik ben er niet zeker van dat het voor u bepaald nieuw zal zijn. De rest van het gezelschap dat hier aan de bron geweest is, staat ons nu in den Hollen Duivelsweg op te wachten. Ongeveer drie uur geleden zijn zij hier ge weest. Daarna hebben zij een van hen op den bergrug op wacht'geplaatst en de anderen hebben zich in den hollen weg opgesteld. Zij konden er zeker van zijn dat wij hier zouden stoppen om te eten en te drinken... En nu is de man die op den uitkijk stond, hen gaan waar schuwen dat wij in aantocht zijn." „Je meent dus dat het een rooversbende is?" zelde Holmes min of meer opgewonden. „Ik vermoed dat die naam goed gekozen is," ant woordde Abe. „Maar uw Maatschappij zou liever spre ken van ©en poging tot onderschepping van den bode van mijnheer Worth." „De Maatschappij! Wat heeft de Maatschappij daar mee te maken?" „Greenfield en u waren beiden in San Felipe. Het was u beiden bekend wat het doel was van mijn komst. En u weet ook dat Jefferson Worth zoo goed als zeker naar den bliksem gaat wanneer ik niet vanavond in Gemeenebest ben. En wat nog meer zegt die man daar is een man van de Maatschappij." Plotseling werd het Holmes duidelijk hoe zijn tocht genoot den toestand moest zien en welke vermoedens in zijn binnenste huisden. Tegelijkertijd besefte de ingeni eur dat het oogenblik slecht gekozen was om een ver klaring van zijn tegenwoordigheid te geven of den an der mee te deelen dat hij niet langer in dienst stond van de Maatschappij. En in. zij verbijstering en ergernis zeide hij wat wel het ongeschiktste was wat hij in dat oogenblik zeggen kon „En wat denk je nu te doen?" De stem van Abe klonk gevoelloos. „Mogelijk is dit niets anders dan een overval van roovers, misschien ook is het een complot dat door de Maatschappij op touw gezet is, alleen met het doel, mij op te houden. Om het even, dit geld moet vanavond nog in Ge meenebest zijn. Neem daar nota van." Holmes wilde iets zeggen, maar Abe viel hem in de rede. „Wij hebben nu lang genoeg geredeneerd, mijnheer Holmes, De paarden zijn klaar met hun voer en het den door dengenen, die der commissie berichtte, dat alles tusschen belanghebbenden van beide landen in kannen en kruiken was. Er rest dus nu niets anders dan een paar woorden te wijden aan de door Duitschland gevraagde en verkregen vermindering van den rentevoet van het Nederlandsche crediet, aan Duitschland van 5.5 tot 4 een vrij aanzienlijke verlaging dus van 1,5 Overeengekomen is, dat vóór den aanvang van het jaar 1934 „grosso raodo" eenzelfde overeenkomst moet zijn gesloten, als thans gesloten is. Het kan dus niet anders, gegeven het feit., dat wij nu reeds in midden Augustus leven, dat binnen zeer afzienbaren tijd, in ieder geval in den komenden herfst, te Berlijn nieuwe onderhandelingen een aan vang zullen hebben te nemen. Het zal dan wellicht mogelijk zijn voor den thans nog wat misdeelden tuinbouw andere en betere, resultaten te bereiken, al thans beproeven dit te doen. Wil men de thans rijkelijk laat aangevangen on derhandelingen, die voor den eersten Januari 1934 door nieuwe onderhandelingen gevolgd dienen te worden, als een goede les beschouwen, dan kan het niet anders, of het wordt geleidelijk tijd opnieuw te beginnen. Door thans aangenomen wetten staat Nederland er thans anders en vermoedelijk ook beter voor, dan toen wij te Berlijn met de allereerste onderhandelin gen moesten beginnen; er zijn nu middelen, die toen ontbraken. Maar dit is een terrein, dat behoort aan de nieuw te benoemen onderhandelaars waar ik mij dus bui ten wensch te houden. Eveneens wensch ik mij zorgvuldig te onthouden van eenig oordeel over de samenstelling van de nieuwe commissie. Want ten slotte is de minister en de minister alleen de verant woordelijke persoon. Ieder lid van de delegatie kan zich niet genoeg voor oogen houden, dat dit het ge val is, zoo voor de samenstelling van de oude com missie, als voor de nog te benoemen nieuwe com missie. Vergadering van den Raad op Dinsdag 22 Augustus 1933, des morgens kwart voor 10 uur. Voorzitter de heer J. Koster, burgemeester, secreta ris de heer A. de Ridder. De Voorzitter opent de vergadering. Afwezig is de heer Kamp met kennisgeving van ver hindering. De notulen der raadsvergadering van 14 Juli 1933 worden onveranderd vastgesteld. Mededeelingen. Door den Voorzitter wordt medegedeeld: De heer J. Slooten, onderwijzer aan de Openbare Lagere School te Winkel, heeft op 15 Juli j.1., na be ëindiging van zijn militairen dienst zijn werk hervat en met ingang van dien datum, is de heer H. Stobbe ontslagen. In verband met de in de vorige vergadering door den heer Dekker uitgesproken wenschelijkheid om de arbeiders in de werkverschaffing er op te wijzen, dat zij moeten trachten werk te vinden in het vrije be drijf, wordt thans meermalen de klacht vernomen, dat zij, die werk zoeken om buiten de werkverschaf fing te blijven, ge^n werk kunnen vinden, aangezien in bijna alle landbouwbedrijven vreemde werkkrach ten worden aangenomen. Voorzitter deelt met genoegen mede, dat enkele boerderijen in den Groetpolder dit systeem niet hul digen en niet toepassen. Dit is ten zeerste toe te juichen en verdient alle navolging. Ingekomen stokken. Ingekomen zijn besluiten van Ged. Staten, melden de de goedkeuring van het besluit van den Raad, re gelende de heffing van opcenten op de Gemeente fondsbelasting; de goedkeuring van het besluit van den Raad regelende de heffing van opcenten op de hoofdsom der personeele belasting en idem tot aan koop van grond voor de gasfabriek. B. en W. stellen voor deze stukken voor kennisge ving aan te nemen, waartoe besloten wordt. Verslagen. De volgende verslagen over 1932 zullen voor de le den ter inzage liggen, van: wordt tijd op weg te gaan." Toen zij opgestegen waren, zeide de opzichter kortaf: „Nu verzoek ik u vooruit te rijden en heel langzaam, tot ik een ander commando geef. dan kunt u mijnent wege zoo hard rijden als de duivel. Wanneer u een hand uitsteekt om een teeken te geven of wanneer u een zoogenaamde vergissing begaat of stopt om uw zadel- riem vast te maken,, dan houd ik mij het eerst aan u. Wanneer u te goeder trouw is, dan kunt u die kerels van de Maatschappij tot rede brengen en dan zal ik u later mijn verontschuldigingen aanbieden. En wanneer je met je vervloekte Maatschappij de hand hebt in dit complot, dan krijg je hier op een schitterende manier je afscheid en hoeft de Maatschappij zelfs niet je begrafe niskosten te betalen. En nu, vooruit!" „Eerst nog een enkel woordje," en Abe zag dat de ingenieur even onverstoorbaar was als een oudgediende. „Wanneer ik voor een oogenblik aanneem dat je ver moeden juist is en er hier een bende ons staat op te wachten, zeg mij dan hoe ik het geld naar Gemeene best kan brengen, in geval je iets mocht overkomen. Door mij dat te zeggen, loop je ten minste geen ge vaar." „Volg het wegspoor tot de telefoonlijn. Bij de Wolfs- bron, daar in de nabijheid vindt je water. Laat je paard even drinken, maar houd je daar niet op. Van hieruit kun je zoo hard rijden als je wilt. Binnen de zes uur kun je in Gemeenebest zijn. Geef het geld dan aan Miss Worth. Heb je verder nog iets te vragen?" Holmes' antwoord was dat hij in zijn zadel sprong en vooruitreed. En Abe volgde hem op den voet. Zij reden de helling af. naar. den ingang van den hollen weg. Ongeveer honderd yards van het punt waar zij zich bevonden, geeft een opening in den bergmuur van niet meer dan vijftig voet breedte toegang tut den hellen weg. Holmes wendde halverwege zijn gelaat over zijn schou der en zeide tot Abe: „Ik zie een man achter die rots aan de rechterzijde gluren." „Wees klaar als ik het sein geef." „Zouden zij van plan zijn te schieten?" „Neen, wanneer zij zonder dat den aap kunnen machtig worden. Dan sturen zij ons eenvoudig de woes tijn in." „Zal ik vuur geven?" „Wanneer zij ons willen staande houden." ant woordde Abe, „en als ik het signaal geef, sohiet ze dan neer als je er kans toe ziet." Er was nog slechts een afstand van honderd voet. Plotseling kwamen van de likerzijde drie Mexicanen de N.H. Vereeniging „Het Witte Kruis"; den keuringsdienst voor Waren te Alkmaar; het Provinciaal Waterleidingbedrijf van Noordhol land; het Provinciaal Electriciteitsbedrijf van Noordhol land; de lagere Landbouwschool voor Hoorn en Omstre ken; de Vereeniging tot bevordering van het Vakonder wijs in West-Friesland; den Politiecursus te Schagen; de vergadering der Gascommissie van 4 Juli 1933. Het verslag van de vergadering der Gascommissie wordt voorgelezen. Fondsgelden voor onvermogende^ Ingekomen is een verdoek van de Crisis-Commissie van het A.A.Z.A. en Omstreken, om steun te verlee- nen bij het betalen van contributie door loden van het Fonds, wonende in deze gemeente, die hiertoe zelf niet meer in staat zijn. De bestaande regeling der armenpraktijk laat toe, dat aan den gemeente-geneesheer kosteloos genees kundige behandeling kan worden opgedragen tot een getal van 100 patiënten en 15 verlossingen. Boven dien worden armlastige patiënten verzekerd in de zie kenhuisverzekering en in de Onderlinge Operatiekas. Het komt B. en W. voor dat van het treffen van een regeling als in het verzoek bedoeld, do finan- cieele gevolgen niet zijn te overzien en stellen voor op het verzoek afwijzend te beschikken. De Raad besluit overeenkomstig het voorstel van B. en W. Ontheffing schoolgeld. Ontheffing van schoolgeld wordt verzocht: le. door P. Helder te Aartswoud, voor een leerling der school voor U.L.O., die de school in Juli 1932 heeft verlaten. 2e. Door G. Beers Czn. te Winkel voor een leer ling der school voor L. O., aangezien hij is vrijge steld voor het betalen van Rijksinkomstenbelasting.. B. en W. stellen voor in beide gevallen geheele ont heffing te verleenen. Wordt goedgevonden. Ontheffing van hondenbelasting voor 1933 is ge vraagd door S. Vethman, H. de Wit, K. Koorn en de wed. P. Leijen. B. en W. stellen voor de gevraagde ontheffing te verleenen, aangezien gebleken is, dat deze personen ten onrechte zijn aangeslagen. Aldus wordt besloten. Een benoeming. Tengevolge van het overlijden van den heer K. Over moet worden voorzien in de daardoor ontstane vacature van lid der Commissie tot wering van schoolverzuim voor de Openbare Lagere School te Lutjewinkel. B- en W. bieden het volgende dubbeltal aan: no. 1. W. Roggeveen, no. 2. G. Kollenberg. Uitgebracht 6 geldige stemmen, welke de heer W. Roggeveen op zich vereenigt. Den benoemde zal bericht zijner benoeming worden gezonden. Nieuwe bouw- en woning ver ordening. B. ei; W. stellen voor de bouw- en woningverorde ning, zooals deze in ontwerp is toegezonden, in ver band met het advies der Gezondheidscommissie to Hoorn te wijzigen als is aangegeven en daarna vast te stellen. De heer Dekker zegt er zijn stem wel aan te zullen geven, nu er in ven-at is, dat B. en W. waar zulks gewenscht voorkomt, ontheffing kunnen verleenen of soepel zullen optreden. .Anders .zon .spreker het niet zoo maar laten doorgaan. B. en W. zullen, zooals ook werd verwacht, een wil lig oor leenen aan eventueele verzoeken. Een en ander heeft spreker doen besluiten vóór de vaststelling te stemmen. De Voorzitter wil niet nalaten om te wijzen op de belangrijkheidhet artikel, waar gesproken wordt over de aanwjjgheid van closets. B. en W. hebben aan dit artikel toegevoegd de bepaling dat uiterlijk 5 jaren na de inwerkingtreding der'verordening de be staande woningen eveneens allen moeten zijn voor zien van closets, tenzij B. en W. meenen dat algehee- le of tijdelijke ontheffing moet worden verleend. De belangrijkheid van deze clausule is wel gelegen hier in, dat het voor de volksgezondheid eisch is, maar daarnevens voor de gemeentefinanciën voordeelig zal wezen. Het reinigingswezen eischi nog geregeld vele financieele offers, iets wat bij algeheelc in gebruik- stelling van closets tot het verleden zal behooren. Al maakt spreker zich geen illusie dat de tijd spoedig zal zijn, waarin een en ander in orde zal wezen; in de toekomst zal dit besluit van voordeel blijken te we zen. Daarna wordt de nieuwe bouwverordening in haar geheel door den Raad aanvaard en vastgesteld. Halve centen moeten verdwijnen. Ingevolge opmerking van Gedeputeerde Staten de zer Provincie, moesten uit de rekening 1931 de halve te paard zich midden op den weg plaatsen en van de rechterzijde twee anderen. Zij legden hun revolvers aan en riepen: „Halt!" Abe gaf het sein „Vooruit!" De beide mannen drongen hun sporen diep in de flank van hun paard en bogen ver voorover in hun za del. In woeste vaart renden zij op de roovers af, Drie malen, in snelle opeenvolging had het vuurwapen in de hand van Abe geknald en in hetzelfde oogenblik had den de Mexicanen die schoten beantwoord. Twee van de ruiters aan de linkerzijde waren reeds buiten gevecht gesteld en de opzichter tuimelde bijna van zijn zadel. Maar het was alsof Holmes daar niets van zag. Zijn eigen revolver zong een duo met dien van Abe. Dicht naast hem "hield een Mexicaan krampachtig zijn zadel omklemd. De paarden van de Mexicanen steigerden en struikelden. Het salvo van de revolvers werd door de rotswanden weerkaatst. Maar de blanke mannen reden voort. Na~.st elkan der zoo snel als hun razende paarden hen "i.len dra gen. Holmes vulde zijn wapen met verschc i tronen. ,Houd je taal, oude jongen!" riep hij en in het zelfde oogenblik brandde hij los en zwenkende, verdween hij achter een kromming van den weg. Maar onmiddellijk daarna kwam hij weer te voorschijn... „Het is afgeloo- pen!" juichte de ingenieur en kwam naar Abe toe. „Er kwamen er nog twee op ons af. Een daarvan heb ik zijn portie gegeven en de ander heeft zich wijselijk verwij der." Terwijl hij dit zeide. kromp hij van de pijn." Zij hebben m toch nog een klein aandenken meegegeven." Abe zag dat zijn linkerarm als verlamd langs zijn lichaam hing. „Je bent gewond," zeide hij. „Waar is het?" „Hier in mijn schouder. Het heeft niets te beteekenen. Laten wij even naar de bron gaan, dan kan ik de wond uitwasschen." Dit zeggende, keerde de ingenieur om in de richting van de bron .Zijn paard deed enkele stappen en struikelde, deed moeite overeind te komen, strom pelde met moeite enkele stappen verder, viel en bleef liggen. Het was een kogel van het laatste gevecht die doel getroffen had. De ingenieur, ruiter te voet, stond verbijsterd te sta ren naar zijn dood paard. Hij ontwaakte op het geluid van de stem van Abe Lee: „Mij dunkt dat wij alles ge kregen hebben wat ons was toegedacht." Holmes keek snel op. De lippen van den opzichter waren bleek en zijn aagezicht was verwrongen van pijn. „Jij ook, Abe? Waar is het?" „Majn been... aan den anderen kant..." Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1933 | | pagina 6