Kinderen die niet terugkomen Tweede plank rechts. Postvervoer Kort verhaal De Berlijnsche Jeugd organiseerde in den Lustgarten aldaar een grooten reclame-optocht ter bevorde ring van de Jeugdherberggedachte en de ontwikkeling der Duitsche Jeugdherbergen, centen verdwijnen, en den kapitaaldienst eenige ver anderingen ondergaan. Als gevolg daarvan ondergaan de eindbedragen eenige verandering: Gewone dienst, oud: Ontvangsten f 101.937.17%, uit gaven f 103.296.94, nadeelig saldo f 1.359.76%. Gewone dienst, nieuw: Ontvangsten f 101.937.18, uitgaven f 103.296.93, nadeelig saldo f 1.359.T5. Kapitaaldienst, oud: Ontvangsten f23.498.50, uitga ven f24.011.61, nadeelig saldo f513.11. Kapitaaldienst, nieuw: Ontvangsten f23.498.50, uit gaven f24.313.73, nadeelig saldo f815.23. B. en W. stellen voor de rekening andermaal voor- loopig vast te stellen. De heer Van Zoonen hoopt, dat straks nu niet de aanmerking komt, dat de halve centen zijn verwaar loosd. Het is een rare tijd en men hoeft nergens meer van op te kijken. (Algemeen gelach.) Aanbieding rekeningen. Volgt aanbiedingen van de rekeningen over 1932. Gemeenterekening. Gewone dienst: Ontvangsten f 108.965.52, uitgaven f 112.010.09, nadeelig saldo f 3.044.57. Kapitaaldienst: Ontvangsten f26.045.67. uitgaven f26.360.78, nadeelig saldo f315.11. Rekening Algemeen Burgerlijk Armbestuur: Ont vangsten f 16.223.77, uitgaven f 15.169.28, batig saldo f 1.054.49. Aanbieding rekening gasfabriek 1932. Gewone dienst: Ontvangsten f50.357.03, uitgaven f50.357.03, saldo nihil. Het door de gemeente te betalen tekort op de exploi tatie bedraagt f2806.70. Kapitaaldienst: Ontvangsten f21520.23, uitgaven 121.220.23, saldo nihil. B. en W. stellen voor tot commissie voor het onder zoek dier rekening aan te wijzen alle raadsleden, niet behoorende tot het College van B. en W. Aldus wordt besloten. Belastingverordeningen. B. en W. stellen voor andermaal vast te stellen de verordening op de wijziging der tarieven van de per- Kinderontvoeringen In Amerika. De ter reur der gangsters. - Tien jaren van ver schrikking. Twee tragische gevallen. Nuttelooze folteringen. - Zwijgzame bandieten. Wanneer de politie ingrijpt. Over de kinderontvoeringen in de Ver- cenigde Staten, is in de laatste tijden herhaaldelijk gesproken. De brutale kin derroof is in de V. S. ook vóór het uit breken van de .ontvoeringsepidemie" voorgekomen en men kan zeggen dat de Amerikaansche misdadigers hun slacht offers door de ontwikkeling van zekere methoden in den loop der laatste tien jaar systematisch geïntimideerd hebben. Eenige bijzonder sensationeele gevallen worden hier weergegeven. Van den misdadiger maakt men zich gewoonlijk een valsche voorstelling. De Amerikaansche gang ster veroorzaakt weliswaar onmenschelijk leed doch hij wordt daarbij niet, zooals .men meestal gelooft, gedreven door een drijfveer, maar hij handelt uit berekening welke hem noodzaakt terreur uit te oefe nen. De geringste zwakheid van zijn kant zou de toe komst van het geheele misdadigersgilde in gevaar brengen; de burgers zouden den angst voor de ben den verliezen, zij zouden zich veelvuldiger tot de po litie wenden en daarom is elke misdadigersorganisa- tie er op uit, de ongeschreven regelen van haar gilde nauwkeurig op te volgen. Een karakteristiek voorbeeld biervan biedt de ontwikkeling der kinderontvoeringen in de V. S. Of schoon de „kidnapping", zooals de Amerikaansche uitdrukking hiervoor luidt, eerst in de laatste maan den werkelijk schrikbarende vormen aangenomen heeft, is bij de ontvoeringen en afpersingen in den loop van dit jaar tot dusver geen enkel kind gedood. De afpersers konden daarvan afzien, omdat de ou ders van de ontvoerde kinderen in alle gevallen na gelaten hebben de politie te hulp te roepen. Zij heb ben dit gedaan, omdat de ervaring van vroeger ja ren duidelijk genoeg hebben bewezen, dat het ge vaarlijk is de „kidnappers" tegenstand te bieden. Toen de kinderontvoeringen nog niet dagelijks voorkwamen probeerden de ouders dikwijls, den roo- vers hun slachtoffers zonder losgeld weder te ont rukken. Destijds is veel bloed gevloeid, onschuldig kinderbloed, dat vergoten werd om het handwerk voor de misdadigers in de toekomst te vergemakke lijken. Eenige tragische episoden van de laatste tien jaren herinnert elke Amerikaan zich nog heden, en Juist hierop, juist op het feit dat de herinnering daar aan nog niet is verdwenen, bouwt de gangster zijn tactiek. Daar is allereerst het geval van Guiseppe Varotta, een vijfjarig Italiaansch kindje, dat op 21 Mei 1921 uit New York verdween. Zijn vader was een arme kerel, die nog te kort in het land was, om in zijn kleinen groentewinkel geld te verdienen. Een oudere zoon was door een automobiel overre den en de vader had juist een proces tegen den automobilist gewonnen. De buren verbreidden het gerucht, dat een verzekeringsmaatschappij gedwon gen was den Italiaan 10.000 dollar uit te betalen. Kort daarop verdween de kleine Guiseppe. Eenige dagen later kwam een brief, romantisch met een doodskop en een zwarte hand er op, waarin de ont voerders 2500 dollar verlangden. Ze hadden den groentehandelaar echter verre overschat. De hem toegewezen schadevergoeding was slechts een zeer klein gedeelte van de vermeende 10.000 dollar; wat Varottta ontvangen had was door hem gebruikt, om den overreden zoon door geneeskundige behandeling voor het lot te bewaren altijd een kreupele te blij ven. De vertwijfelde vader wilde het losgeld bij zijn landslieden te New York bijeen bedelen. Daar hij het geld niet bijeen kreeg wendde hij zich tot de politie. Een commissaris van politie gaf Varotta 2500 dol lar en zette een val op voor de ontvoerders. Daarbij werden vijf Italianen gevangen onder wie buren van soneele belasting, zooals die eerder werd vastgestél in de vergadering van 1 November 1932, doch toen we gens het verstrijken van den termijn niet goedgekeurd kon worden. Daardoor zal de gemeente komen in de 3e klasse der gemeentefondsbelasting. De verordening, den Raad bekend, wordt vastge steld. De heer Dekker merkt op, dat zonder meer tot een en ander wordt besloten, waaruit niet zou af te leiden zijn, dat dit feitelijk het meest belangrijke punt is der agenda. Maar wat er van te zeggen? De dienst 1932—1933 gaf een groot tekort aan, waarmee de be grooting 1934 zal aanvangen. De uitkeering uit de ge meentefondsbelasting zal dalen en de personeele be lasting zal moeten dienen als afsluitpost. We zijn, al dus de heer Dekker, lamgeslagen, we kunnen niet meer. Van een belasting naar draag„kracht" kan haast niet. meer gesproken worden. Hoe droevig het ook is, het zij zoo. Voorts stellen B. en W. voor, vast te stellen de ver ordening op de heffing van opcenten op de personeele belasting, zooals die in ontwerp aan de leden is toe gezonden. Overeenkomstig het voorstel van B. en W. besluit de Raad. Verordening schoolgeldheiiing. B. en W. stellen voor vast te stellen de verordening op de heffing van schoolgeld voor lager en uitgebreid lager onderwijs, zooals deze in ontwerp aan de leden is toegezonden. Aldus besluit de Raad. Suppletoire begrooting 1933. B. en W. stellen voor vast te stellen een wijziging der begrooting 1933 tot een bedrag van f 1358.18. De Raad gaat met het voorstel van B. en W. ac- coord. Waar de rondvraag niets oplevert, volgt sluiting der openbare vergadering. Varotta. In de politiegevangenis te New York wer den zij verhoorfi, maar de bandieten zwegen; hoe scherp zij ook aan een verhoor werden onderwor pen geen woord werd door hen gekikt. Den llden Juni van hetzelfde jaar zagen kinderen, die aan den oever van den Hudson speelden, daar een pakket drijven. Het bevatte het lijk van den kleinen Guiseppe, die door zijn beulen „om principieele re denen" vermoord was. De vijf bandieten werden ter dood veroordeeld, maar niet terechtgesteld. De Ame rikaansche burgers hadden hun eerste vreeselijke les in de praktijk van die misdadigers ontvangen, die zich op kinderontvoeringen specialiseeren. Een tweede geval. Marion Parker was een klein blond meisje van twaalf jaren, met groote blauwe oogen, vroolijk en opgewekt. Haar vader, een rijk bankier uit Los Angeles, was zeer trotsch op zijn dochter. In December 1927 kwam zij op een dag niet uit school terug. De beangstigde ouders dachten niet aan een ontvoering, maar vreesden dat zij veronge lukt was en gaven daarom de politie kennis van het geval. Daarmee was Marion's lot bezegeld. De politie doorzocht de geheele omgeving. Toen zij geen spoor van de kleine Marion vond, vermoedde zij dat het een ontvoering betrof. Na vier-en-twintig uur ontving de bankier Parker een anoniemer» brief, waarin men een samenkomst op een afgelegen plaats voorstelde. Toen hij daar kwam, was er nie mand. Maar spoedig daarop vond hij in zijn Za.k een brief: „U bent een schurk. Geld is belangrijker voor U dan het leven uwer dochter. Achter U kwam een auto mot detectiven en derhalve heb ik mij niet la ten zien." Nu had Parker den afpersingsbrief niet aan de politie getoond, maar een commissaris had door bespieding laten nagaan, wat er aan de hand was en daarop zijn maatregelen genomen. Twee da gen later werd Parker aan de telefoon geroepen, men eischte van het 1500 dollar naar een bestemde plaats te brengen. Parker voldeed hieraan. Het was nacht. De straten waren zwak verlicht en geheel leeg. Plotseling kwam een auto uit de duisternis, achterin lag een klein lichaam, in de kussens. De bandiet aan het stuur eischte het geld en zeide daar- De jongeman voelde, dat iemand, die bijzonder ge- rulschloos binnengekomen was. achter hem stond en strak naar hem keek. Hij keerde zich snel om, zon derling verschrikt, en glimlachte toen. „Hallo" zei hij, „je bent kater geweest In Je vorige incarnatie. Hoe kan iemand zoo griezelig zacht loop en!" Ted Lynder van Scotland Yard, glimlachte ook, maar zijn opmerkelijk scherpe oogen rustten op het boek, dat de jongeman in zijn hand hield. „Wat heb je daar?" vroeg hij. „Een werk over spiritisme" zei de ander. „Ik wist niet, dat jij er zulke lectuur op na hield." ..Men moet zich voor alle lectuur interesseeren in mijn vak beste Jales" zei de detective langzaam. George Jales lachte. „Tijdroovend en duur. vind ik... en via geesten zul je wel niet veel moorde naars vangen." „Wie weet" zei Lynder, „er zijn meer dingen tus- schen aarde en hemel... maar ga zitten... sigaret? Whiskey? Zij waren sinds eenl- gen tijd bevriend. Lynder had den schrijver van de- tectivevei-halen voor zijn laatsten roman waarde volle gegevens verschaft, en daar hun smaak veel over eenkwam, waren zij elkander blijven bezoeken. Lynder was over het algemeen gesloten van natuur, iets. wat zijn beroep reeds meebracht. Jales, was het tegendeel, een vroolijke, openhartige jongen. Terwijl hij zijn whiskey dronk, bladerde hij in het boek, en weer was het hem, als keek de ander bijzon der oplettend hem aan. Sinds wanneer interesseer je je voor spiritisme? vroeg Lynder. Oh, daar heb ik altijd interesse voor gehad. Een tijdlang heb ik zelfs meegedaan aan séances en er heilig in geloofd. Tegenwoordig interesseert het me hoofdzakelijk te weten, welke nieuwe trucs de handige media verzonnen he<bben. Lynder lachte niet mee. Hij stak een cigaret op en zei: Toen ik je daar straks zoo zag staan, is er iets merkwaardigs gebeurd, alsof iemand me zachtjes op den schouder duwde en me toefluisterde: Dat is het, ezel. op: „Uw dochter is gechloroformeerd. Ik zal haar een eindje verder uit den wagon laten Daarop reed hij verder. Na een paar honderd meter hield hij plotse ling stil, greep het kind, wierp het op het trottoir en verdween. Toen de vader zijn dochter opnam be merkte hij tot .zijn ontzetting, dat het kind ver moord was. Men had hem enkel nog het losgeld wil len afpersen. De misdadigers hadden zich gewroken over het feit, dat men de politie in de zaak had gemengd. De afschuwelijke misdaad verwekte in de Vereenigde Staten geweldig opzien. Alle kranten schreven da genlang er over en men zwoer Marion Parker te wreken. Het gelukte inderdaad na eenigen tijd den negen tienjarigen Edward Hickmann te arresleeren die waarschijnlijk slechts een bijfiguur in dit drama was, echter schuldig werd verklaard en zijn leven op den electrischen stoel eindigde Deze terechtstel ling schrikte echter de misdadigers niet af. De afper sers namen dit offer op den koop tce en hieven bij hun methode, de ouders te intimideeren en bang te maken. Zooals thans blijkt hadden zij daarbij succes. Te genwoordig waagt in Amerika geen enkele familie het meer, na een gelukte ontvoering de hulp der po litie in te roepen. Het gevaar voor het leven der ont voerden is te groot. Aan den anderen kant is het juist daardoor dat de Amerikaansche politie op zulke groote moeilijkheden stuit een einde te maken aan het afpersersbedrijf. Thans wordt het gansche staatsapparaat in wer king gesteld om een misdaadepidemie uit te roeien, die het Amerikaansche familieleven vergiftigd. in vroeger jaren. HERBERG SCHILDEN, DIE VAN HET VERLEDEN VERTELLEN. Wij rijden met het op één na snelste vervoermiddel der moderne samenleving langs een eenzaam dorpje of een stil stadje en willen onzen dorst lesschen in een boerenherberg, waar nog een ouderwetsch, doch blij kens de frischheid van de verf, steeds onderhouden uithangbord boven de deur hangt Wij zijn afgestapt „In George keek hem met groote oogen aan. Je wilt toch niet beweren, dat je gelooft aan geesten? Dat beweer ik niet... en evenmin het tegendeel, zei de detective. Het is precies zooals ik het je zeg. Ik geld voor zeer succesvol, maar ik heb mijn échecs, zoo goed als iemand anders. Ik heb er een gehad, nu een jaar of acht geleden. Ik weet niet, of je de Italiaansche wijk kent. Jawel, ik heb er gewoond. Weer keek de detective hem scherp aan. Zoo, wanneer? George glimlachte. Een jaar of acht geleden, toen het me zeer slecht ging. Misschien heb je dan heel toevallig ook de huur bibliotheek van den ouden Mumpher gekend? Ja, ik heb er zelfs wel boeken vandaan gehaald. Dat verwondert me. Ik heb destijds alle namen van zijn klanten nagegaan, want hij hield die precies bij. Jou naam was niet daaronder. Ik was destijds een arme drommel, en kon me zelfs de weelde niet permltteeren. Maar ik had een neef. een geschikte kerel, die, als hij in het zaakje was, me wel eens zóó maar een boek meegaf. Een echte klant was ik dus niet. Er bleef even een stilte. Toen zei de detective: Je herinnert je natuurlijk, dat de oude man vermoord werd. George knikte. Ja, er staat me zooiets zij. Maar het was juist in een tijd, toen het me iets beter ging. zoodat ik naar een ander stadsgedeelte kon verhulzen. Vertel eens, welk verband er bestaat tusschen die zaak en... dit boek. Hij hield het omhoog. De detective boog zich eens klaps naar voren en nam het boek hem zoo vlug uit de handen, dat de ander verbaasd opkeek. De detective legde het boek op zijn bureau, liep de kamer op en neer en zei: De oude man werd gevonden, met ingeslagen schedel. Hij lag op de toonbank. Het was zijn neef, die hem zoo vond en die de politie telefoneerde. Doch het bleek weldra, dat deze jongeman vaak met zijn oom overhoop lag. omdat deze hem geen geld wilde geven voor een eigen zaak. Verder lag er een boek op den grond en in een open plek achter de boeken werden eenige bankbiljetten ge vonden. Waarschijnlijk had de oude man daar een soort bé- waarplaatsje gehad. Wie kon dat beter weten dan zijn neef? Wie wist zoo goed op welk uur er bijna nooit iemand kwam? Wie had er voordeel bij, dat hij ver moord werd? Kort en goed, de jongeman ontkwam aan de galg. doordat de vingerafdrukken die er gevonden waren op dat boek, niet de zijne waren. Het bleef een onopge loste zaak. Toen ik je daareven zag staan, en je, juist van de tweede plank rechts een boek zag wegnemen, den Posthoorn" of „De Twee Postpaarden" of „In dê Postillon" of „Koppelpaarden". Bij enkele van deze herbergen kan men voerbakken voor paarden aantreffen, meer en meer maken deze voor weinige jaren voor elke boerenherberg aanwezige, meestal helder groene bakken, plaats voor een benzine pomp. De naam van de herberg, .vaak vele honderden jaren oud, blijft echter bestaan en roept herinneringen wakker aan dien verren tijd, toen het postvervoer nog per postkoets of postkoeriers te paard werd onder houden. Hoe ontzaglijk ver weg schijnt ons die tijd toe, maar hoe betrekkelijk kort geleden is het nog, dat de brie sende postpaarden langs de hobbelige wegen stoven, de diligence of postkoets in een voor die dagen wer velende vaart voortbewegend, ja, zelfs wel eens twin tig kilometer per uur wisten te rijden. Deze vaart kon dagen lang worden volgehouden, om dat op bepaalde afstanden de paarden door nieuwe vervangen werden. Wat thans het benzine-innemen is geworden, was vroeger het „paard en-innemen". Het verschil bestond natuurlijk daarin, dat de moegereden paarden, na uitgerust en gelaafd te zijn, later weer voor een volgende postkoets bestemd waren. Het postverkeer is al heel oud, eigenlijk zoo oud als de kunst van het schrijven, al was er destijds nog geen sprake van het georganiseerde postverkeer van thans. Particuliere- en legerkoeriers te paard brachten in hun kunstig bewerkte brieventasschen de perkamen ten rollen van afzender naar geadresseerde. In die dagen gebruikte men ook geen postzegels, die zijn een uitvinding van de negentiende eeuw. Ja, er waren zelfs niet eens gebaande wegen en de koeriers moesten maar zien, dat zij langs oude sporen hun bestemming bereik ten. Op het oogenblik mopperen wij als een poststuk ons met een vertraging van enkele uren bereikt. Wij ver wachten, dat brieven en. drukwerken 's avonds in een willekeurige plaats van ons land op de bus gedaan, den volgenden morgen in een andere willekeurige plaats van ons land bezorgd worden. Brieven uit de hoofdste den in het nabije buitenland, Parijs, Berlijn, Brussel. Londen of Kopenhagen, hebben nauwelijks een dag noodig om in Nederland in onze brievenbus te worden gestopt. En nu spreken we nog niet eens over de vlieg- post, die de brieven uit onze koloniën binnen tien da gen naar het moederland laat komen. We verwonderen ons over dit alles niet meer, ver wonderen doen we ons als we de afbeeldingen bekijken uit de zeventiende eeuw, waarop we de snelste vervoer middelen dier dagen zien afgebeeld, de weinig comfor tabele postkoets, zwaarbeladen met bagage, rijdend langs stoffige, ongelijke wegen. Toch schijnt men ook in die dagen blijkens de afbeelding wegwijzers gekend te hebben, al zullen deze wel niet zoo volledig en nauw keurig zijn geweest als die, welke de AN.W.B. in ons land heeft neergezet Het geschal van den posthoorn klinkt niet meer langs onze wegen. De posthoorn is verdrongen door het gillen van de fluit der locomotief en in verschil lende plaatsjes van ons land kondigt de postauto zijn komst door claxon-geloel aan. herinner ik me, dat het boek destijds ook van de twee de plank rechts was afgenomen. Er was even een stilte. Daarna vroeg George: Wat voor boek was het? Een werk over motaphysica, zei de detecetive kalm. Daarna spraken zij over andere dingen. Doch lang daarna, toen zijn vriend was weggegaan, bleef de de tective nog lag in gedachten zitten verzonken. Een jonge man verkeerde in geldnood. Komt op een stil uur, in de hoop voor niets een boek te krijgen. De winkel is leeg. Hy neemt een boek van de plank, dat hem interesseert, ziet daarachter geld. de verlei ding... opeens verschijnt de oude man... angst-... de schande... gevangenis... een slag.... harder aangekomen dan de bedoeling was... de jongeman vlucht... verhuist kort daarna... naar een betere buurt... klimt sinds dien langzamerhand op... krijgt succes... een goeden naam... Lynder huiverde. Voor het eerst in zijn loopbaan wist hy niet wat hem te doen stond. Hij nam het boek op dat zijn vriend in de hand had gehad. Aan de twij fel kon thans een einde gemaakt worden. Den volgenden morgen ontving hij een brief, waarop hij diep geschokt was. Het luidde: De vingerafdrukken op het werk over metaphystica moeten van mij geweest zijn. Ik kwam in dat winkeltje, zag niemand, en wilde een boek meenemen, toen de oude man verscheen, ik had geen geld, om dat boek te leenen. Toen ik me omkeerde, zag ik eensklaps wat ik in het halfduister buiten was het hellichte zomer dag, niet had gemerkt, een dun straaltje bloed... en op de toonbank het vreeselijke. Het boek viel uit mijn hand, ik rende weg in mijn ontzetting en nooit durfde ik er met iemand over spreken. Ik begrijp, dat je me verdenkt en dat er geen hoop voor me is, daar de vingerafdrukken op het boek van mij zijn. Maar nu, nu ik je. aan den rand van mijn dood, bezweer dat ik onschuldig ben, zul je my gelooven. George. Toen men de vingerafdrukken op het boek over spi ritisme vergeleek, met die op het andere boek, bleken deze inderdaad dezelfde te zijn. George werd echter bijtijds gered, doordat zijn knecht gaslucht rook, de slaapkamer, die op slot was, open brak en zijn meester redde. Hij aanvaardde het met gelatenheid, dankbaar, dat hij niet de verschrikkelijke verstikkingsdood had moe ten ondergaan. Het zal wel een onopgelaste zaak blijven, zei Lynder. Nooit heeft hij geweten, dat George Jales zijn knecht omkocht, om op het juiste moment de deur open te breken. JAMES WHITE.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1933 | | pagina 7