Barbara Worth
Donderdag 24 Augustus 1933.
SCHAGER COURANT.
Tweede blad. No. 9335
Brieven over
Engeland. -
Stand van de
Landbouwgewassen.
BICESTER, 19 Augustus 1933.
WILT gij, Noordhollandsche Plattelander, En
geland zien, gaat U dan niet slechts naar
Londen, maar gaat U ook eens wat verder,
70 K.M. laat ik zeggen. Ver is het niet U bent er in
een uurtje, in Bicester, waar wij, zooals ik reeds eer
der schreef, het huis van het afwezige schoolhoofd be
trokken hebben. Maar U neemt dan eenige dagen uw
intrek in een van de keurige hotels van dit oude,
echt Engelsche marktstadje in het hart van Oxford
shire, de provincie van landbouw en veeteelt.
Als ik u was, nam ik de fiets mee, al geeft hot
reizen met een fiets nifct alleen extra kosten, maar
ook veel extra zorgen. Heeft u evenwel uw rijwiel een
maal hier, dan kunt u er ruimschoots van genieten.
Het landschap is wel golvend, maar niet te heuvel
achtig om te berijden, zoolang u niet te ver uit de
buurt van Bicester gaat. Maar als u de fiets heeft
thuis gelaten, dan kunt u hier ook naar hartelust
■wandelen, of busritton maken naar Oxford, naar
Banburv, naar Aylesbury, naar Thame, naar Bucking-
ham, naar Olnoy. Dat kunt u, als u goed oplet
Wij hebben vreemde ondervindingen opgedaan met
die bussen. Maar daarover vertel ik wel eens een vol
gende maal.
En als u nu zoo wandelt of fietst, dan zullen uw
oogen gaan over de weiden en akkers van Oxford
shire. Weiden zonder vee, of met een eenzaam paard,
of weiden met een heclc menagerie van koeien, paar
den, schapen. Akkers van bruine klei, vol steenen (de
steenen groeien, zegt de Engelscho boer, want als je
ze met karrevrachten wegbrengt, dit. jaar, zijn ze er
het volgende jaar evengoed weer), waarop aardappe
len verbouwd worden, en graan, en kool.
Ja, dat wordt er op verbouwd. Maar niet op de
manier, zooals wij dat kennen. Je krijgt zoo wel eens
den indruk, alsof de Engelsche boer bij het zaaien
en planten heeft gedacht: „Nou, als er nog wat van
opkomt, is het meegenomen." Nee, een Langedijker
zou een koolland in Oxfordshire geen blik waardig
keuren. Er staat wel kool op, maar elko kool woont
zoo ver van zijn naaste buren af. En als hem dat nu
nog goed had gedaan in zijn ontwikkeling, zou ik er
vrede mee kunnen hebben. Maar hij heeft blijkbaar
zoo gepiekerd in zijn eenzaam bestaan, dat hij aan
geen groei is toegekomen. Ik wou, dat u de twee
bloerakooltjes eens kon zien, waarover mijn Bicester
sche groenboer deze week in extase raakte. Wit,
noemde hij ze, en ze hadden de kleur van schoen
smeer, vermengd met koffie. „Wat is dat?", vroegen
Hollandschc bezoekers, toen we aan tafel zaten, en
het deksel van de schaal werd genomen. De slaboo-
nen schenen hun een kruising te zijn tusschen een
overjarige doperwt en lupine. Vanmiddag eten we
snijbooncn. "t Zal mij benieuwen. We hebben voor de
visite ook al een blik doperwten geprobeerd. De beste
soort. Groene knikkers, groot formaat, vonden ze.
Maar kom, geen klachten over het eten. Wie naar
Engeland gaat, weet wat hem te wachten staat.
Ik wil terugkeeren tot het onderwerp, waarover ik
begonnen ben te schrijven. Wie Engeland wil leeren
kennen, zooals hij 't zich voorstelt van oude, Engel
sche platen, van boeken over Engeland uit vroegeren
tijd, het Engeland, dat hij ziet op kerstkaarten, die ga
naar Oxfordshire. 't Is waar, de „coach" vormt niet
langer de verbinding tusschen de verschillende steden
en dorpen, de autobus is in zijn plaats getreden. Het
schilderachtige vervoermiddel heeft voor het vlugge
moeten wijken. Maar aan het landschap is hierdoor
niets veranderd. De bus voert den Engelschman van
heden langs dezelfde smalle wegen, waarlangs zijn
voorvaderen vroeger in de postkoets hotsten, smalle
wegen met hooge hagen aan beide zijden.' Geen rechte
verkeerswegen, maar „lanes", zooals ze hier genoemd
w orden, met bochten en nog eens bochten, om de lan
derijen van de boeren, om de landgoederen van de
grondbezitters. Ze zullen allicht beter bestraat zijn
FEUILLETON.
Door
HAR O LD BELL WBIGHT
66.
Holmes richtte zijn blik naar de aangeduide plaats en
zag dat de khakibroek van Abe een bloedvlek vertoon
de. „Stap af," beval hij en met zijn ongeschonden
arm lichtte hij zijn metgezel uit het zadel. Het onder
zoek bracht een bedenkelijk gat in de rechterdij aan
den dag. Met zakdoeken en enkele lappen die zij van
de Jaa van den ingenieur scheurden, verbonden zij hun
wonden, zoo goed als dat in deze omstandigheden mo
gelijk was Toen zij gereed waren, richtte Holmes zich
op en keek naar alle zijden in het rond. Achter hen
was de ongenaakbare bergmuur, aan beide zijden de
droge en dorre Mesa en voor hen uit de onafzienbare
woestijn.
Als een weerklank op zijn gedachten, zeide Lee: „Ik
had u beloofd u mijn verontschuldigingen aan te bie
den.; Mijnheer Holmes, zou u er iets tegen hebben mij
een hand te geven?"
Willard Holmes nam de toegestoken hand in alle har
telijkheid aan. „Je hebt je plicht gedaan, oude jongen.
Je kondt niet anders doen. Maar eer er misschien iets
anders mocht gebeuren, wilde ik je toch even zeggen
dat ik geen man meer ben van de Maatschappij."
„Geen man van de Maatschappij?'*
„Greenfield heeft mij er uit gezet, omdat ik Jeffer-
son Worth geholpen heb in zijn onderhandelingen met
den kapitalist die hem het noodige geld zal bezorgen."
Een oogenblik zag Abe Lee den ingenieur zwijgend
aan, toen krulden zich zijn bleeke lippen tot een glim
lach. „Mijnheer Holmes, zou u mij nog eens een hand
willen geven
De glimlach was weer verdwenen van het aangezicht
van den opzichter, toen hij den ander vroeg: „Abe,
hoe zullen wij dit zaakjê tot een goed einde brengen?"
De opzichter antwoordde langzaam en met een hard
nekkige vastberadenheid in. zijn stem: ,Wy moeten
dan vroeger. Op geregeldo afstanden ligt een teerton
netje tusschen het kreupelhout, en een hoopje rood
grind. Gaat op den duur do bestrating wat verzak
ken, wat niet gemakkelijk gebeurt op dezen harden
grond, welnu, een beetje teer, een beetje steenen, de
pletrol er over, en klaar is Kees.
Behalve de wegen schijnt hier wel niets gerepareerd
te worden. Het voorgeslacht heeft het blijkbaar noo-
dig, nuttig of mooi gevonden de landerijen van de
wegen af te scheiden door lage muurtjes op al die
plaatsen, waar geen hagen zijn. Muurtjes van grijze,
grauwe steen, Maar daarop is mos gaan groeien, en
muurpeper, en meerdere planten. Regen is er op ge
vallen, sneeuw heeft er op gelegen, stormen hebben
er over geloeid. En op vele plaatsen zijn de muurtjes
afgebrokkeld, ingestort, tot puinhoopen geworden. Ze
worden niet hersteld. Een beeld van het in puin val
lend Engeland? De landhuizen soezen door den mo
dernen tijd heen op dezelfde wijze, als ze dat door de
vroegere eeuwen deden. De dorpen bestaan uit de
zelfde schilderachtige, vervallen hutten als honderden
jaren geleden. Waar een dorp is, daar weet men, dat
ook een landhuis moet zijn: 't dorp hoort van 't huis.
Te zamen liggen ze, droomerig, tusschen de boomen
verscholen.
Dezer dagen heeft de koster van de kerk in Bicester
ons meegenomen op den toren van de kerk om het
uitzicht te bewonderen. De Bicestersche kerktoren is,
evenals bijna alle andere, zonder spits, grijs en laag.
Een torenspits ziet men hier wel eens een enkele
maal, maar *t is toch een zeldzaamheid. Van onzen
toren af konden we ons oud, stil stadje bewonderen,
en het land in de omgeving. Brill Hill, Uuswell Hill.
en daarachter de Chiltern Hills. Maar denkt u, dat
we een van de vele dorpjes uit de omgeving kon
den zien? Geen enkel. Hun stompe, grijze torens slie
pen ergens tusschen het geboomte. Wel zagen we hier
en daar een boerderij, midden in het land. Een boer
derij is hier een soort heerenhuis, met vele groote
schuren er achter en er naast, en soms met geweldig
uitgestrekt grondbezit. Veel boeren zijn zelfstandig,
verscheidene echter behooren weer met pak en zak
bij het Huis. En op de Huizen is het tegenwoordig
lang niet alles rozengeur en maneschijn, zooals Gals-
worthy ons in zijn laatste boeken, Maid in Waiting,
en Flowering Wilderness laat zien. Vele van de fami
lies, die daar wonen, weten niet, hoe ze 't redden zul
len, en met de welvaart van de familie op het Huis
staat en valt het heele dorp.
Nog eens. Wilt u naar Engeland gaan, ga dan voor
al eens iets verder dan Londen, het Eiland Wight, of
de een of andere badplaats. Wilt u een groote stad
zien, waarom zoudt u niet naar Amsterdam gaan?
't Is waar, Londen heeft zijn Ondergrond, zijn rollen
de trappen, zijn druk verkeer, zijn bobbies, zijn groote
schouwburgen en music halls. In Londen gaat men
niet met de kippen op stok, zooals wij doen in dit
vanavond nog dH geld in Gemeenebest afleveren. Dat
staat zoo vast als een muur. Help mij op."
Geholpen door den ingenieur, gelukte het Abe in het
zadel plaats te nemen. Holmes ging achter hem zit
ten en zoo aanvaardden zij de reis door het Koningsdal
naar de Wolfsbron.
Toen zij daar waren aangekomen, hielp Holmes zijn
metgezel van het paard en geleidde hem naar een be
schaduwd plekje bij den put, waar hij over hem heen
gebogen stond en er krachtig tegen op kwam. dat hij
hem in de woestijn aan zijn lot over zou laten. Maar
de opzichter gaf zich niet gewonnen. Ik zou het toch
niet zoo ver brengen, zelfs al hadden wij een tweede
paard. Ik ben onnut en onbruikbaar Er moet vanavond
in Gemeenebest betaald worden. Wie weet of het wel
zoo lang nog rustig gebleven is. Jij kunt er vanavond
om tien uur zijn en dan een rijtuig zenden om mij te
halen. Zie je dan niet in dat dit de eenige mogelijkheid
is?" Hij reikte hem de zwartlederen documententasch
over. „ÏSTeem dit. Wat beteekent het voor mij, een nacht
in de woestijn door te brengen!"
„En als de roovers langs dezen weg terugkomen?"
.Hier komen zij niet langs. Maar ook in dat geval
heb ik toch mijn revqlver en ik zie hen altijd eerder
dan zij mij zien. Ga nu heen. Wij hebben al te veel
tijd verloren. Ga nu heen, Holmes."
De ingenieur zocht zijn paard op. „Tot weerziens,
oude jongen."
„Tot weerziens. Zeg Barbara dat het mij goed gaat."
Abe Lee keek hem na en zag het dravende paard
steeds kleiner worden, totdat het visioen zich oploste
in een stofwolk die door het avondlicht als verguld
werd. En toen hij zich omkeerde, zag hij den top van
den bergmuur die zich scherp ajteekende tegen den
hemel. Hij sloot zijn oogen. Hij was inderdaad onnut
en onbruikbaar.
De nacht van de woestijn werd zacht over de dorre
vlakte uitgespreid. Ginds uit de verte weerklonk het
gekras van de roofvogels. En Willard Holmes ver
volgde zijn weg langs het oude wegspoor van San Fe-
lipe.
Daar ginds in de verte wachtte Barbara zijn terug
komst.
Hij herinnerde zich haar woorden bij hun afscheid
en hoe hij in haar oogen vruchteloos gezocht had. wat
hij zoo innig verlangde daarin te mogen lezen. Hier, in
den zak van zijn flanellen hemd bewaarde hij den
j groet dien zij hem gezonden had. Wanneer zij werke
lijk liefde voor hem gevoeld had, zou zij dat nooit ge
stille marktstadje. In Londen is niet, zooals hier, het
eenige vermaak van burgers en buitenlui de bioscoop
zaal, in een van de hotels in Sheepstreet, de Schapen
straat, de voornaamste straat in ons Bicester. En wie
naar de Bicestersche bioscoop gaat, is geen nachtbra
ker. Kwart voor 9 gaat ze uit, en dan is het haast je,
rep je, om de laatste bus te halen, die je naar je
woonplaatsje brengt, naar Stratton Auxlv, Marsh Gib
bon, Charlton on Otmoor of Weston on the Green. In
Londen wordt het niet, na het vertrek van de bussen
om 9 uur, doodstil en pikdonker, de geheele stad door
twee lantaarns „verlicht". Maar Londen is nu een
maal een „grootstad", en de grootstads f e e r is dezelf
de. of wij ze vinden in Londen, in Parijs, Berlijn of
New York. Maar de sfeer van het Engelsche platte
land moet u hier komen zoeken, in Bicester en omge
ving. Of u laat ze u voor oogen tooveren door het
lezen van echt Engelsche boeken. Maar u zult dubbel
en tiendubbel van die boeken genieten, wanneer u in
de streek, waarover ze vertellen, kortcren of langoren
tijd, ook al is het maar enkele dagen, heeft vertoefd.
Over het algemeen gunstige stand.
Aan de Staats-Courant is het volgende ontleend om
trent den stand der landbouwgewassen, op 16 Augus
tus j.1., samengesteld uit rapporten der corresponden
ten van de Directie van den Landbouw:
De berichten omtrent den stand der landbouwge
wassen luiden over het algemeen gunstig. Het vrij
droge weer heeft vooral in de ontwikkeling der gra
nen verbetering gebracht.
De oogst van tarwe is goed. Het gewas heeft over
het algemeen weinig hinder van legeren ondervonden,
terwijl over het optreden van voetziekte minder klach
ten werden vernomen dan in het vorige jaar. Ook in
de veenkoloniën heeft het gewas zich goed ontwik
keld. Men verwacht aldaar een hoogerc opbrengst dan
in 1932.
Behoudens een enkele uitzondering is ook de rogge-
oogst goed. In sommige deelen des lands hebben de
zware regens in de maand Mei legering veroorzaakt,
waardoor te lier plaatse de verwachtingen ten aan
zien van de korrel-opbrengst minder hoog gesteld
worden. Hetzelfde geldt in het algemeen voor de ha
ver, welke van alle granen het meest gelegerd is.
Minder goed zijn de berichten ten aanzien van het
erwtengewas. Men klaagt over kortheid van het stroo.
In noordelijk Groningen en op de Zuid-Hollandsche
eilanden wordt het aantal peulen goed genoemd, in
Zeeland echter schijnt de oogst tegen te vallen.
Veldboonen zijn goed tot vrij goed. De stamboonen
vertoonen een goeden stand. Hetzelfde kon gezegd
worden van het vlas, hetwelk echter eveneens kort
van stengel was.
schreven hebben. Zijn natuur was in haar dieipste we
zen te oprecht, dat hij zichzelven zou kunnen mislei
den... Voor zijn werk en voor de vrouw, wier leven zoo
wondervol en onverbrekelijk met het zijne was samen-
ge we ven, had hij de uiterste inspanning van al zijn
krachten veil gehad. En nu zou een andere man den
tocht voleinden en haar bezit als zijn belooning ver
werven.
Ondanks de stoere kracht waarin Willard Holmes
zich verheugde, bezat hij toch niet dat onuitputtelijke
uithoudingsvermogen dat den man van de woestijn
eigen was. Angstig klemde hij zich vast aan de ééne
gedachte. het geld moest in Gemeenebest worden
afgeleverd. En de onafgebroken maatslag van de hoe
ven van zijn paard klonk hem voortdurend in zijn ooren
alg Barbara... Barbara... Barbara...
De botsing met Greenfield de lange, moeizame uren
;n het zadel, de opwinding van het gevecht in den
hollen weg en daarbij zijn bezorgdheid voor den ge
wonden tochtgenoot dien hij in de woestijn alleen had
achtergelaten.. de last van dat alles viel moeilijk te
dragen. Zou hij daartegen bestand zijn? Het moest.
Met de kracht van de wanhoop hield hij vol. Dien
eigen nacht moest het geld in Gemeenebest zijn. Bar
bara! Barbara! Barbara! Het was alsof de paarde-
hoeven dien naam reeds eeuwen lang lieten hooren...
Alsof hij reeds eeuwen lang door de woestijn reed. het
oog gericht op een onveranderlijk doel daar in de verte.
De ingenieur wist niet welke geheimzinnige stem
hem daarheen riep
DERTIGSTE HOOFDSTUK.
MORGEN! MORGEN!
De nacht waarin Abe Lee van Gemeenebest naar
San Felipe was uitgereden, was in het kleine stadje
rustig voorbijgegaan. Texas en Pat. bijgestaan door
enkele getrouwen, bewaakten het eigendom van Worth,
voor het geval het noodlottige nieuws mocht uitlek
ken dat het Worth niet mogelijk zou zijn de loonen
uit te betalen en hierdoor de crisis verhaast werd.
Maar de stakers genoten vreedzaam van hun rustdag
en zagen verheugd naar den dag van morgen die hun
het geld zou brengen van een achterstand van twee
maanden. Toen de morgen gekomen was, kwamen de
werklieden van alle kanten opdagen. Hun donkere
gezichten straalden van kinderlijke blijdschap. Allengs
kwamen zij bij het kantoor van Jeffersoa Worth te
Hoe het er in de Cubaansche hoofdstad Havanna
toeging bij de jongste troebelen, toont ons deze
foto van de verwoesting aangericht in het paleis
van den verdreven ex-president Machado.
Blauwmaanzaad, koolzaad en mosterdzaad geven
eveneens een goed beschot.
De opbrengst van het karwijzaad is over het alge
meen genomen meegevallen, in Zeeland was de oogst
matig, tengevolge van den dunnen stand en het op
treden van de karwiimot.
Het spinaziezaad belooft goed tot vrij goed en het
suikerbietenzaad goed tot zeer goed.
De stand van de fabrieksaardappelen en consump
tie-aardappelen is goed. Door het vochtige, warme
weer in het eind van Juli vond in de veenkoloniën en
elders een vroegtijdige afsterving an het loof plaats,
hetgeen hoofdzakelijk moet worden toegeschreven aan
het optreden van Phytophtora. De latere soorten had
den hiervan minder te lijden. Waarschijnlijk heeft de
mindere aanwending van kali en fosforzuurmeststof-
fen eveneens een vroegere afsterving tengevolge ge
had. De oogst belooft in de veenkoloniën, vooral van
de latere soorten, goed te worden.
De stand der consumptieaardappelen in Friesland
is goed tot zeer goed, in Zuid-Holland, Zeeland en
Westelijk Noord-Brabant, over het alg .neen goed.
De suikerbieten zullen, voor zoover het zich laat
aanzien, een zeer goed gewas leveren. Evenwel de
invloed van de weersgesteldheid gedurende de komen
de weken te groot om de opbrengst zonder meer naar
den tegenwoordigen stand van het gewas te kunnen
beoordeelen.
Als minder unstig moet worden beschouwd de om
standigheid, dat. gedurende de laats dagen berichten
binnenkomen over ^3t voorkomen van de vergelings-
ziekte. De stand der voederbieten is eveneens goed,
terwijl die van uien beneden het gemiddelde is.
De grasgroei had gedurende eenigen tijd te lijden
van de droogte; vooral de stand van de naweide was
belangrijk minder dan verleden jaar. Evenwel hebben
de regens in de laatste weken eene gunstige werking
uitgeoefend, zoodat. thans de stand vrij goed tot goed
genoemd kan worden.
De roode klaver vertoont een vrij goeden stand.
OOGONDERZOEK-INRICHTING
GROOTSTE KEUZE BRILMONTUREN EN GLAZEN
SPECIALE REPARATIE-INRICHTING
W. C. VAN GEELEN
GEDIPLOMEERD OPTICIEN - REFRACTIONIST
LAGEZIJDE B40. TEL. 26. SCHAGEN.
OOGONDERZOEK GEHEEL GRATIS
zamen. Texas en Pat en hun helpers die den heelen
nacht gewaakt hadden, waren nu in de rust. want het
was te voorzien dat zij ook in den komenden nacht
weer noodig zouden zijn.
Toen het tien uur had geslagen en er nog niemand
in het kantoor verschenen was, werden de teekenen
van ongeduld allengs duidelijker en menigvuldiger.
Daar deed het verhaal de ronde van iemand die Abe
Lee had zien wegrijden naar het zuiden en de achter
docht nam hand over hand toe. Eindelijk gingen en
kelen van de meer ontwikkelden gezamenlijk naar de
Bank.
„Wij komen hier met u spreken over geldzaken. Weet
u iets van ons geld?"
„Welk geld bedoelt u?" vroeg de man achter het
loket.
„Ons geld voor ons werk aan den spoorweg. Dat is
mijnheer Worth ons schuldig. De opzichter had gezegd
dat er vandaag betaling zou zijn. Hij is niet gekomen.
Weet u er iets van?"
„Ik weet alleen dat Worth niet zal betalen."
„Neen?"
„Neen. Hij heeft hier geen geld."
De Mexicanen wisselden een veelbeteekenenden blik.
„Geen geld? Weet u dat zeker, Senor?"
.Heel zeker."
„Gracias, Senor. Adios."
Het was een gevaarlijke menigte die den namiddag
en den avond van dien dag de straten van het stadje
Gemeenebest vulde en van uur tot uur vreesden de
vrienden van Jefferson Worth dat de bedreigingen van
de stakers in daden zouden worden omgezet. Kort na
het ontbijt dat door Tex en Pat met Barbara in har#
woning genuttigd werd, kwam een telegram van Worth
waarin hij mededeelde dat Abe Lee op weg was naar
huis met het geld.
Zoo spoedig mogelijk werd dit aan de stakers bekend
gemaakt, maar de belofte werd met hoongelach en on
geloof ontvangen. „Zij hebben ons nu al één keer voor
den gek gehouden. Wie zegt ons dat zij dat niet weer
zullen doen!"... vroeg een van de leiders, die uit naam
van allen het woord voeTde. „Het kan zijn dat u daar
onschuldig aan is, Senor Tex. Misschien houden zij u
ook voor den gek. Als wij vandaag ons geld krijgen,
dan gaan wij weer aan het werk. Maar als wij ons geld
niet krijgen, dan..." en een veelbeteekenende beweging
voltooide den volzin.
Wordt vervolgd-
Aardige kiek uit den zwemwedstrijd HollandFrankrijk, waarbij de Nederlandsche damesploeg
zoo mooie successen behaalde. De start voor den 100 meter wedstrijd.