Aanval op de schatten der Lusitania. Minister Verschuur over de groote beteekenis der Margarine-Industrie. Woensdag 30 Augustus 1933. SCHAGER COURANT. Tweede blad. No. 9338 Visschersschepen vergaan. De „Leviathan" wordt varend danspaleis. DE WENSCHEN VAN DEN ZUTVELBOND INZAKE MENGING VAN BOTER MET MARGARINE VINDEN GEEN INSTEMMING BIJ DEN MINISTER. De bij de Margarine-Industrie betrokken belangen zijn van zeer groote beteekenis voor den export. De minister van Economische Zaken heeft eerst thans geantwoord op een schrijven van den Alg. Ned. Zul- vel bond gedateerd 25 April, betreffende de crisismaat regelen in zake het veehouders- en zuivelbedrijf, zulks ln verband met in te winnen adviezen en de runveetel- ling. De minister zegt de conclusie van den: Bond te deelen dat het thans noodzakelijk is. den toestand van het zuivel- en veehoudersbedrijf opnieuw onder oogen te zien. ten einde dit bedrijf voor een catastrophe te behoeden. Naar de meening van den minister kan er op dit oogenblik niet meer gesproken worden van een oplos sing der zich voordoende problemen in één van twee richtingen: óf sterke inkrimping van den veestapel en zoodoende beperking der melkproductie, of vergrooting van het afzetgebied, doch zullen beide richtingen ge combineerd moeten worden. Te meer acht hij dit noo- dlg. wijl door het abnormaal snel toenemen van den rundveestapel er niet alleen meer een melkvraagstuk. doch ook een vleesohvraagstuk van de eerste orde is ontstaan, dat de vleeschmarkt geheel dreigt te ont wrichten en daardoor ook de werking van de Crlsis- Varkenswet bedreigt Het vraagstuk van de toename van den veestapel en de inkrimping. Eerst een vast stelsel. De regeering Is bereid voor een gelegenheid te zor gen, dat de boeren zonder al te groot verlies hun vee zullen kunnen afzetten, evenwel onder het voorbehoud, dat zekerheid wordt geschapen, dat met de eene hand niet wordt teruggenomen, wat met de andere hand ge geven wordt, m.a.w. dat waarborgen worden verstrekt, dat de inkrimping, die behoort plaats te vinden ook in derdaad tot stand komt en geen nieuwe uitbreiding van den veestapel over Ie toegestane limieten heen plaats vindt. Dezen elsch moet de regeering stellen, óók in het belang van den landbouw in zijn geheel, omdat de gelden, door de regeering ten behoeve van de in perking van den rundveestapel voor te schieten, uit eindelijk weer door het Landbouwcrisifonds zullen moeten worden terugbetaald. De vraag, of de Inkrimping van den veestapel vrijwil lig of gedwongen zal geschieden, is in dezen gedach- tengang er een van den tweeden rang. Voorop sta. dat de regeering niet bereid is gelden voor de inkrimping beschikbaar te stellen ook niet ter leen te geven tenzy een welomlijnd stelsel omtrent die inkrimping is ontworpen en zekerheid verstrekt wordt, dat de inge perkte veestapel niet weder buiten een vastgestelde verhouding aangroeit. Geen opheffing van het menggebod. Des noods vergrooting van het mengpercentage van 25 pet. tot 50 pet. De minister heeft gelijk bekend is de productie van gemengde margarine gecontingenteerd tot 1050 ton per week. Het mengpercentage bedraagt thans 25 pet., zoodat in het toegestane contingent 790 ton eigenlijk margarine voorkomt: waar de normale omzet de laat ste jaren voor het in werking treden der Crisiszulvel- wet c.a. 1300 ton per week bedroeg, blijkt dus het thans toegestane contingent reeds groote beperking aan te toonen. Hiermede is de contingenteeringsmogelijkheid evenwel nog niet uitgeput. Indien de omstandigheden het noodig maken, dat in het binnenland 72.000.000 Kg. boter per jaar wordt geplaatst kan zulks door boven bedoelde contingenteering ten volle bereikt worden bij een menging van 50 pet. boter, zooals op grond van de bepalingen der Crisis-Zuivelwet mogelijk is en zonder dat gevaar bestaat, dat de gebruiker van boter tot het gebruik van margarine overgaat. Het denkbeeld om ingeval van gedwongen inkrimping van den veestapel de contingenteering der margarine productie vast te koppelen aan de opheffing van het menggebod, acht de minister onaanvaardbaar, omdat het inbreuk maakt op twee der hoofdbeginselen, die aan alle maatregelen tot steunverleening door de regee ring ten grondslag liggen. Deze maatregelen toch be oogen eenerzijds den landbouwer voor zijn producten een prijs te doen ontvangen, die de productiekosten dekt, anderzijds in het bedrijfsleven niet sterker in te grijpen, dan strikt noodzakelijk is en met name aan andere takken van volkswelvaart geen schade te be rokkenen. tenzij zulks onvermijdelijk is. Tegen het prijsgeven van het beginsel, dat gestreefd moet worden naar het bereiken van den productieprijs, heeft de minister bezwaar, na het advies der centrale landbouworganisaties, hetwelk vermeldt, „dat zoolang de crisisomstandigheden duren, met een melkprijs, die uiterlijk 4 cent per liter zou bedragen, geen genoegen kan worden genomen, maar dat de pogingen om een hoogeren prijs te bereiken, zelfs indien het bereiken hiervan een beperking van den veestapel als voor waarde zou medebrengen, niet moeten worden opgege- Igeven." Wat staat er op 't spel voor de Margarine- industrie? Bij de menging van boter in de margarine kunnen de te verkoopen hoeveelheden nog zooveel mogelijk den normalen afzet van de margarine-industrie in het bin nenland blijven benaderen. Zou het binnenlandsch afzet gebied tot de helft moeten worden teruggebracht, dan beteekent dit het verlies van een vaste clientèle, die met veel moeite en kosten en na jarenlange voorberei ding is verworven; ook zullen de bestaande margarine- merken. waaraan door het maken van reclame groote kapitalen zijn besteed en waarin een „goodwill" van millioenen zit. grootendeels hunne waarde verliezen, omdat de helft der afnemers bij gebrek aan de noodlge hoeveelheden, niet meer zal kunnen worden bediend. Voor de vervaardiging van de beperkte hoeveelheid margarine, die in Nederland kan worden geplaatst, ia het niet noodig. dat b.v. de Margarine-Unie over een zoo wijd vertakt complex van bedrijven beschikt als zij thans bezit, en zonder hetwelk het aan de Nederland- eche margarine-belangen zeer stellig niet gelukt zou zijn, om een leidende plaats te verwerven in het inter nationale Unileverconcem, waarin thans Londen en Rotterdam als twee gelijkwaardige polen fungeeren. Van het bestaan van een bedrijf als de Margarine- Unie profiteeren niet alleen daarmede verwante, doch MINISTER VERSCHUUR. ook geheel andere ondernemingen van den meest ver scheiden aard, wat vooral in de huidige omstandigheden voor onze nationale welvaart van de grootste beteekenis lé. De Margarine-industrie is in hoofdzaak export-indastrle. In zeer bijzondere mate moet in dezen moeilijken tijd met name de zeescheepvaart de hoogste waarde hech ten aan den aanvoer van grondstoffen voor de margari neindustrie. Er moet dus alles aan gelegen zijn te trachten voor een zoo omvattend bedrijf naar welks beteekenis ook de beteekenis van Nederland in den vreemde voor een deel wordt afgemeten den toestand niet zoodanig te maken, dat Nederland de thans ingenomen positie in het Unilever-concern niet meer zal kunnen handhaven. Londen, dat toch reeds zooveel op ons voor heeft voor de concentratie van economische belangen van dezen aard, zou dan wel de overhand moeten krijgen. Niet uit het oog moet toch worden verloren, dat voor de gedwongen verplaatsing in de productie van margarine in de laatste jaren gedwongen, als gevolg van invoer- belemmeringen elders het Nederlandsohe gedeelte van het bedrijf reeds zeer in beteekenis heeft ingeboet en dat vooral historie en traditie tot dusverre de mach tige rem hebben gevormd, die belet hebben, dat van de resteerende productie, die even goed en soms zelfs met geringer kosten elders zou kunnen plaats vinden een groot gedeelte aan Nederland onttrokken is geworden. Alleen aan dezen zin voor historie en traditie is het te danken, dat thans nog groote hoeveelheden grondstof fen hier te lande verwerkt en naar het buitenland, met name naar België.-worden uitgevoerd; zouden deze fac toren niet meespreken, dan zou zeer ernstig gevaar zooal niet zekerheid ontstaan, dat de fabricage van voor export bestemde halffabrikaten vooN margarine naar het buitenland wordt overgebracht, met het mo gelijk gevolg, dat voortaan in het buitenland ook de halffabrikaten, noodig voor de margarine-productie in Nederland, worden vervaardigd. Juist met het oog op de groote belangen die hiermede voor Nederland gemoeid zijn, heeft de minister bij het regelen der voorwaarden betreffende de contingentee ring der productie van gemengde margarine zich ze kerheid verschaft dat de margarine-industrie de uiter ste pogngen zal aanwenden haar karakter van export industrie onveizwakt te handhaven. Meer grondstoffen betrekken uit Indië. Met de margarine-industrie zijn ook verdere bespre kingen gaande, teneinde te verkrijgen, dat zij nog meer dan tot dusver dienstbaar zal worden gemaakt aan de behartiging van nationale belangen. In het bijzonder denkt hij hier aan de mogelijkheid, om. voorzoover de margarine-industrie grondstoffen bezigt, die niet uit Nederland zelf afkomstig zijn, zooveel mogelijk grond stoffen zullen worden gebezigd, uit Ned.-Indië afkom stig. betgeen niet alleen steun zal bieden aan aldaar ge vestigde bedrijven, doch ook aan de Nederlandsche Soheepvaart. Ook mogelijkheden voor onzen eigen land bouw. Daarnaast ligt het ook in het voornemen inlandschfl grondstoffen in meerdere mate te doen verwerken; zou b-v. door de Inkrimping van den veestapel land vrijko men, dat voor de teelt van oliehoudende zaden, met name koolzaad kan worden gebezigd, dan zal het op grond der Landbouw-Crisiswet mogelijk zijn de teelt dier gewassen loonend te doen zijn en zou voorgeschre ven kunnen worden om naast boter en binnenlandsch dierlijk vet ook binnenlandsche raapolie te bezigen als grondstof voor de margarine-fabricage. De grief, dat de margarine-industrie louter buiten land sche grondstoffen verwerkt een grief, die overi gens een land als het onze, dat naar export streeft, wel kwalijk mag doen gelden komt zoodoende ook te vervallen, en daardoor ook de tegenstelling van melk als binnenlandsch en margarine als buitenlandscch pro duct. Terloops zij opgemerkt, dat indien de Nederland sche veehouderij het zonder buitenlandsch veevoeder, waarvan de invoer van jaar op jaar is toegenomen, had moeten stellen, ook een uitbreiding van den veestapei, zooals thans blijkt te bestaan, stellig niet mogelijk zou zijn geweest. Is de minister derhalve bereid de margarine industrie overal waar dit mogelijk is, aan de nationale belangen, waaronder die van den landbouw een eerste plaats innemen, dienstbaar te maken, niet bereid is hy de belangen van die industrie op te offeren aan andere belangen, te minder, waar dit in strijd zou zjjn met het nationale belang. 30 TOT 40 MILLIOEN ZIJN ER TE BERGEN. MET KIELER-TOESTELLEN OP DEN ZEEBODEM EEN NIEUW, SENSATIONEEL BERGINGSMIDDEL. Nadat in de laatste dagen onder verrassen de omstandigheden een groot deel van de goudschatten uit de „Egypt" konden wor den geborgen, rust men thans in alle haast een expeditie uit. die een algemeenen aan val op de schatten der „Lusitania" zal be ginnen. Van deskundige zijde deelt men thans interessante bijzonderheden mede over de laatste bergingsresultaten. de plannen ten opzichte van de „Lusitania" en in het bijzonder over de nieuwe toestellen, welke men gebruikt Met Kielertoestellen tot dusver onbereikbare diepten Van alle groote beraamde en begonnen schatbergin- gen. hadden de bergingspogingen bij de „Egypt", het goudschip vóór de Fransche kust. het meeste succes. Met behulp van de in Kiel vervaardigde duikuitrustin- gen, welke den last van den reusachtigen waterdruk, door een bijzondere inrichting voor den duiker, ook bij 120 tot 150 meter diepte, wegneemt, was arbeiden in een diepte mogelijk, die tot dusver onbereikbaar moest schijnen. Op deze wijze slechts kon men in de zee afdalen en de pantserkasten doen springen, de goudstaven in de hijschkranen brengen en zoo aan de zee ontrukken, wat deze eens den menschen in een woedenden storm nacht ontnam... Maar een pas uitgevonden toestel van den Italiaan Mario Raffaelli maakte het bergingswerk nog gemakke lijker. Met behulp van deze beide soorten toestellen zal men ook den „Lusitania" de schatten kunnen ontnemen, wel ke daarin zijn verborgen. Weder goud en zilver uit de „Egypt." Een paar weken geleden heeft de „Artiglio II" het nu reeds beroemd geworden bergingsschip, dat bij de „Egypt" duikersarbeid verricht, weder eens 162 staven zilver, 13 staven goud en 15000 goudstaven in Plymoutb aan wal gebracht. Kort geleden hoorde men, dat het nu spoedig voorbij was met de schatberging, want alles was verzand en de rest moest men daarom aan de visschen overlaten. Een deskundige van de „Artiglio II" vertelde naar aanleiding daarvan het volgende: „Er zou ook werkelijk niets meer aan te doen zijn geweest, wanneer niet signor Mario Raffaelli op het grootsche idee was gekomen van vacuüm-buizen. Dat zit n.1. zóó: De duiker gaat naar beneden en met hem gaat een buis, die ongeveer 3 kubieke meter in houd heeft. Hij brengt beneden de buis daar aan, waar hij in het zand goud kan vermoeden, of, waar, volgen» vroegere ervaringen, goud moet liggen. Op een telefonisch teeken van den duiker wordt nu de lucht uit de buis gepompt, die door een bijzondere glasplaat gesloten is. Is de lucht uit de metalen buis gezogen, dan wordt door een machinale inrichting de glazen schijf gebroken. Het water stroomt met onge kend geweld in de luchtledige ruimte en rukt niet al leen het zand mee, maar ook alle vaste voorwerpen, die in het zand liggen. Reeds de eerste poging had een buitengewoon suc ces. In een dag borg men op deze wijze 6300 goudstuk ken en verscheidene staven, tot een gezamenlijk ge wicht van meer dan 200 Kg...." Met deze toestellen naar de „Lusitania." Kort na 7 Mei 1915 heeft een Duitsche U-boot, het Engelsche schip de „Lusitania" getorpedeerd en tot zinken gebracht. Volgens de Duitschers was er oorlogs materiaal aan boord. Het schip ligt aan de Old Gead of Kingsdale. voor Ierland. Sommigen zeggen 150 me ter diep, anderen slechts 80 meter. Van goud was tot dusver nooit sprake. Maar men wist, dat in de safes groote schatten lagen; minstens 30 tot 40 millioen aan steenen. sieraden en waardevolle metalen. De diepte, ook als zij 150 meter bedraagt, biedt geen moeilijkheden meer. Men behoeft geen zwaren arbeid te presteeren op den zeebodem, sinds men de vac- cuümbuis uitvond... Wel zal men eenige groote explosies moeten veroor zaken. Bovendien vermoedt men, dat de verzanding zeer sterk is. Men hoopt nog dit jaar tot het inwendige van het schip te kunnen geraken en een groot deel van de la ding te kunnen bergen. In het andere geval zal men het duikerswerk het volgend jaar, onmiddellijk na de voorjaarsstormen weer opnemen. Steeds nieuwe verrassingen. In het afgelóopen jaar was er dikwijls sprake van een geweldige buis, die men meter na meter door ster ken luchtdruk naar beneden kon duwen tot op den grond. Beschut door dezen luchtdruk zou de duiker, die eigenlijk in het geheel geen duiker meer is, in zooiets als een duikerklok, ook op de grootste diepten, kunnen werken. Men is van dezen gedachtengang blijkbaar terugge komen, nadat de Kieler duikbooten en de vacuum- buis steeds meer verbeterd werden en zoo zullen deze na het succes bij de „Egypt" ook bij den strijd tegen de „Lusitania" gebruikt worden. Zooals men ziet, zijn er steeds nieuwe verrassingen bij het bergingswerk van duikers naar schatten... Overzicht van een terreingedeelte der Leipziger Messe, welke Zondag feestelijk geopend werd. In de nabijheid van Bilbao zijn tengevolge van de hooge zee een tweetal visschtrawlers omgeslagen en vergaan. Daarbij zijn elf menschen verdronekn. NOG EEN MILLIOENEN GOUDSCHAT. De Wit-Rus Alexandrof heeft toestemming verzocht voor het opgraven van 12 millioen gouden roebels, die naar zijn zeggen door de Russische autoriteiten te Port Arfchur zijn verborgen juist voor de capi tulatie der stad in 1905. Naar verluidt hebben Japan ners reeds toestemming gekregen voor de opgraving van het goud. GASONTPLOFFING MAAKT 19 GEWONDEN. In de Standard Oil-fabricken te Whiting in Indiana zijn door een gasontploffing 19 arbeiders gewond, van wie 9 ernstig. Aan de tegenwoordigheid van geest van een opzichter is het te danken, dat. vele andere arbei ders tijdig in veiligheid konden worden gebracht. TREILER DOOR EXPLOSIE VERWOEST. De Fransche treiler „Raymond Annette", die Don derdag uit Calais was vertrokken, is in het Kanaal door een machine-ontploffing geheel verwoest De vis- schers konden zich in de reddingsbooten in veiligheid brengen en de postboot uit Ostende heeft hen naar Dover gebracht. De vroegere Duitsche Oceaanreus „Vaterland", die na den wereldoorlog door Amerika werd ge nomen en toen „Leviathan" werd gedoopt, wordt thans verbouwd tot danspaleis dat langs de Amerikaansche kust zal kruisen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1933 | | pagina 5