Alumni Bitïïs-
luinllii
Wie stichtte den Rijksdagbrand?
Uilgevers:- N.V. ?.h. TRAPMAN Co., Schagen.
Eerste Blad.
Minister Göring wordt algemeen
als de dader beschouwd.
Vermetele ontvoering
te Innsbruck.
Bekende personen die een Koninklijke
onderscheiding kregen.
Vergiftigingsgevallen te Overloon.
Wonderklok te Messina.
Redding in volle zee.
Donderdag 31 Augustus 1933.
SCHAGER
76ste Jaargang No. 9339
ITÏÏÏIT.
Dit blad verschijnt viermaal per week: Dinsdag, Woensdag, Donder
dag en Zaterdag. Bij Inzending tot 's morgens 8 uur, worden Adver-
lentiën nog zooveel mogelijk ln het eerstuitkoraend nummer geplaatst.
POSTREKENING No. 23330. INT TELEF. No 20.
Prijs per 3 maanden f 1.80. Losse nummers 6 cent. ADVERTEN-
TlëN van 1 tot 5 regels f0.85, iedere regel meer 15 cent (bewijsno.
inbegrepen). Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.®
DIT NUMMER BESTAAT DIT TWEE BLADEN.
WAAROM ZWIJGT DUITSCHLAND OP DIE
BESCHULDIGING?
Den procureur-generaal het vuur na aan de
schenen gelegd?
Het Secretariaat van het Xederlandsche Comité van
kunstenaars en intellectucelcn voor den strijd tegen
de Duitschc terreur deelt aan V.D. den tekst mede van
het antwoord van Dr. Branting op den brief van den
procureur-generaal van het rijksgereclitshof te Leip-
zig.
Wij ontleenen er het volgende aan:
„Zeer geachte heer Oberreichsanwalt!
Ik bevestig de ontvangst van uw brief van 22 Augus
tus. Ik constateer met voldoening, dat volgens uw op
vatting het materiaal in het bezit der enquête-commis
sie geschikt kan zijn tot ontlasing der verdachten
Torgler. Dimitrov. Popov en Tanev. U schrijft, dat u
uw verzoek van mij is uitgegaan van het streven, dal
door alle Duitschc ambtenaren van het openbaar mi
nisterie van oudsher als belangrijke plicht is be
schouwd en volgens hetwelk de ter zake dienende be
langrijke feiten ter kennis van het gerecht moeten
worden gebracht." Daartoe behoort ongetwijfeld ook
het volgen van andere sporen als van dat, hetwelk
heeft geleid tot de door u aangeklaagde personen.
U schrijft ook over „materiaal, dat geschikt is, ver
denking van medeplichtigheid aan den rijksdagbrand
te wekken tegen personen, tegen wie tot nu toe geen
proces aanhangig is gemaakt."
Is het u niet bekend, dat in de geheele wereldpers
reeds begin Maart met groote zekerheid werd ver
klaard, dat de brandstichting in den Duitschen rijks
dag geen werk van communisten was? Is het u niet
bekend, dat in de geheele wereldpers reeds begin
Maart beweerd werd, dat dc brandstichting den tcgen-
woordigen Pruisischen minister-president Göring tot
auctor had? Het leek ons in het buitenland vanzelf
sprekend, dat minister-president Göring tegen ten
minste één der groote wereldbladen, die deze bewe
ring uitten, een aanklacht zou indienen. Hij heeft het
niet gedaan.
Nog kort geleden heeft dc bekende advocaat Moro-
Giafferi zelfs woordelijk verklaard: „Ik beoordeel de
zaak streng van uit beroepsstandpunt en spreek tot
u als advocaat, die eenvoudig de stukken heeft be
studeerd. Bij mijn ziel en bij mijn geweten verklaar
ik: „Göring heeft het gedaan, Göring heeft het be
vel gegeven, het rijksdaggebouw in brand te steken.'
Ook tegen Moro-Giafferi is geen aanklacht ingediend.
U onderstreept in uw brief uw belangstelling voor
beschuldigingsmateriaal ook tegen anderen dan de
beklaagden. Waarom hebt u de door de wereldpers
eenstemmig geuite .beschuldigingen tegen Göring niet
onderzocht? Al zijn ook de persberichten formeel-ju
ridisch geen voldoende bewijsmateriaal, toch konden
en mochten de vervolgende autoriteiten deze eenstem
mig in de pers geuite beschuldigingen niet voorbij
gaan.
De enqucte-commissie heeft u het „Bruinboek over
rijksdagbrand en Hitlerterreur" doen toekomen, waar
in over de onschuld der door u aangeklaagden als
mede over dc schuld van den Pruisischen minister
president Göring een deel van het materiaal wordt
verzameld. Het Bruinboek is in de geheele wereld
pers ontvangen met het respect en de opmerkzaam
heid, die deze zorgvuldige arbeid verdient. Hier had
u moeten optreden.
Over de verdediging der beklaagden wordt vervol
gens in den brecde uitgeweid, waarbij er op gewezen
wordt dat, ofschoon als in alle beschaafde landen ook
de verdachten inzake den Rijksdagbrand de vrije keu
ze van hun verdedigers hebben, deze laatsten bij een
aanzoeking allen uit gerechtvaardigde vrees voor ei
gen vrijheid, leven en gezondheid, hebben geweigerd.
Hoe zouden ook advocaten of hoogleeraren besluiten,
de verdediging van communistische beklaagden op
zich te nemen, aldus vervolgt dr. Branting, wanneer
het bekend is, dat de advocaat Hegewisch naar een
concentratiekamp is gebracht, nadat hij zich bereid
verklaard had, de verdediging van Ernst Thalmann
te voeren? Moeten zij niet allen gewaarschuwd wor
den door het lot van den advocaat Günther Joachim,
die als advocaat van den Reichsbanner doodgemar
teld is? Bedreigt hun niet het lot van den advocaat
Spiegel uit Kiel, die door S.A. in zijn woning dood
geschoten is? Zien zij niet voor oogen het lot van den
advocaat dr. A. Weiner uit Chemnitz, die door S.A.
werd weggesleept en doodgeschoten?
Het lot van den advocaat Schumm, die in de ge
vangeniscel werd doodgeslagen? Het lot der vele
advocaten, die in Duitsche concentratiekampen zit
ten, omdat zij soc.-democraten, communisten, paci
fisten of joden hebben verdedigd? Dat zijn geen
„onware tendentieuze berichten, zooals die uit on
edele gronden in de buitenlandsche pers worden
verspreid", maar berichten, die door het officieel*
Wolff-telegraafbureau, de Telegraphen Union en
Duitsche bladen werden bevestigd. Derhalve kan het
in par. 138 genoemde recht der beklaagden vrije
keuze der verdediging practisch niet uitgeoefend
worden.
MINISTER GÖRING.
Dr. Brauting verzoekt vervolgens in zijn schrij
ven toelating van buitenlandsche verdediging, in
zage in de stukken en vrij onderhoud van de be
klaagden met de advocaten, volledige open
baarheid van het proces, Menschwaardige
behandeling der beklaagden Ten aanzien van dit
laatste wordt het volgende aangemerkt:
U beweert, dat dc beklaagden menschwaardig
worden behandeld. In het Engelsche Hoogerhuif
is een vraag aan de regcering geconstateerd, dat de
beklaagde Torgler dag en nacht in ketens wordt ge
houden. Een andersluidende verklaring van de\Duit-
sche regeering is niet gepubliceerd.
Bij deze gelegenheid wil ik, zonder daarin zelf
mijn standpunt te bepalen, verder meedeelen, dat
de commissie mededeelingen heeft ontvangen, vol
gens welke individuen aan het werk zijn, die het
doel hebben, beklaagde Torgler nog vóór de behan
deling of gedurende het proces te dooden.
Niet slechts de meest eenvoudige beginselen van
humaniteit verbieden het ketenen van beklaagden.
maar het schijnt mij ook uitgesloten, dat beklaag
den hun verdediging voldoende kunnen voorberei
den, wanneer zij in ketenen iiggen. Ik verzoek u mij
mede te deelen, of beklaagde Torgier of een der an
dere beklaagden thans nog in ketenen worden ge
houden?
Over de veiligheid der getuigen wordt het vol
gende gezegd:
U zegt, dat deze eisch lederen grondslag ontbeert.
Ik heb hierboven enkele weinige gevallen genoemd
uit de vele, die bewijzen, dat bezorgdheid voor het
leven niet ontsproten is uit onware tendentieuze
berichten, maar een zeer rëelen grondslag heeft. In
de laatste zes maanden zijn in Duitschland talrijke
personen zonder vorm van proces beroofd van hun
vrijheid, mishandeld of gedood. De politie heeft her
haaldelijk personen, die gearresteerd werden, uitge
leverd aan andere dan staatsorganen (S.A.), dooi
welke deze personen zijn mishandeld, gefolterd en
vaak ook gedood. (Mededeeling der Bremer politie
van 1 Juli van dit jaar, waarin een dergelijke uit
levering wordt bevolen.)
Bij de enquêtecommissie berust over dergelijke
voorvallen verpletterend materiaal.
Tenslotte merkt het schrijven van dr. Branting
over de toestemming tot het doen van verklaringen
door ambtenaren het volgende op:
Op dit punt vermijdt u weder, uw standpunt uit
een te zetten en verwijst u naar de autoriteiten.
Ik vraag u, of u bereid is, de verdediging te steu
nen, wanneer zij harerzijds een dergelijke toestem
ming vraagt. Een vrije en onafhankelijke verdediging
zal in ieder geval niet de verklaringen van eenige
ambtenaren, die zich al of niet in dienst bevinden,
kunnen missen.
Tenslotte nog een mededeeling: De enquêtecom
missie begint in de eerstvolgende dagen door sub
commissies in verschillende landen met het verhoor
van getuigen en het onderzoek der desbetreffende
documenten. De commissie zal dan resumeerend
het resultaat harer onderzoekingen en getuigenver-
hooren in een pleinaire zitting over een zoo groot
mogelijk deel van de wereld hpkend maken. Ook het
gerecht zal vóór het begin van het proces nog wor
den ingelicht omtrent de resultaten der plenaire
zitting.
Ik moge verwachten, dat u ook dezen brief in
Duitschland zult openbaar maken.
Aanvaardt mijnheer de procureur-generaal, de ver
zekering van mijn hoogachting,
get. BRANTING.
Bijeenkomsten der enquêtecommissie.
Naar V.D. verneemt vindt op 2 September a.s. te
Parijs een voor-conferentie plaats van de leden der on
derzoekingscommissie inzake den brand in den rijks
dag. Op 14 September begint te Londen de eigenlijke
vergadering der commissie.
Nafc-socialistische gouwleider van Tirol uil
de gevangenis bevrijd. De auto, waarin
hij ontvluchtte, door een gendarme bescho
ten. Oosteuryksch-Italiaansche grens
streng bewaakt.
V.D. verneemt uit Innsbruck:
Officieel wordt medegedeeld dat gisternacht tegen 1
uur de sedert 12 Juni j.1. in verband met den aanslag
op dr. Steidle gearresteerde en in het Huis van Bewa
ring te Inssbruck opgesloten nationaal-socialistlsche
gouwleider van Tirol en Vorarlberg Frans Hofer door
eenige mannen na een worsteling met de gevangenis
beambten is bevrijd en met een gereedstaande auto ia
gevlucht.
Dr. Steidle.
Oomiddelijk na deze bevrijding werd een groot aan
tal nationaal-socialisten te Innsbruck en andere plaat
sen in Tirol gearresteerd. Het geheele politie- en mili
taire apparaat is in werking gesteld en de grens is ge
heel gesloten.
Omtrent de bevrijding van den nationaal-socialisti-
schen gouwleider Hofer wordt nader medegedeeld, dat
tegen 1 uur vannacht een auto voor den ingang der ge
vangenis te Innsbruck stopte. Uit den wagen stegen
twee mannen in den uniform der Heimatwehr-politie en
een man in burger. Zij meldden zich by den waarne-
menden directeur en de beide mannen in uniform deel
den mede, dat zij een gevangene kwamen brengen. Nau
welijks werd de poort geopend of de drie mannen wier
pen zich op den portier en sloegen hem neer. Eenzelfde
behandeling onderging een hem te hulp snellend be
waker.
De indringers namen den beiden bewusteloozen be
ambten de sleutels af en openden de gelijkvloers gele
gen cel, waarin Hofer was opgesloten. De vier mannen
liepen daarop naar de auto voor de poort en reden
met groote snelheid weg.
De auto, die eigendom is van een groothandelaar te
Kufstein werd op den weg naar den Brenner tussohen
Steinach en Gries door een gendarme aangehouden.
Toen de wagen niet stopte, loste de gendarme twee
schoten. De inzittenden verlieten daarop den wagen
en vluchtten langs een zijweg in de richting van de
Italiaansche grens. Uit bloedsporen, die men in de
verlaten auto en op den weg vond, valt af te leiden,
dat een der inzittenden door de schoten van den gen
darme is gewond. Op het tijdstip dat de auto op den
weg naar den Brenner werd aangehouden, was de Oos»
tenrijksohe grens in de omgeving van de Brennerpas
reeds geheel bewaakt. Onmiddellijk is de sluiting van
de geheele grens gelast en is elk verkeer over de grens
onmogelijk zonder dat een sterke bewaking gepasseerd
wordt. De auto waarin Hofer gevlucht is werd in be
slag genomen en naar Innsbruck teruggebracht.
In totaal zijn te Innsbruck en op andere plaatsen in
Tirol ongeveer 70 nationaal-socialisten gearresteerd.
In den loop van den morgen werd ook in het Bren-
nergebied een aantal nationaal-socialisten gearresteerd.
Over do ontvoering zelf ka nnog worden gemeld, dat
de burger, dien de beide personen die zich als hulp-
politie-agenten voordeden, in de gevangenis wilden
brengen en die geboeid was, de nationaal-socialist
Kusstatscher, die 8 dagen geleden na een straf van
drie weken \xit de gevangenis was ontslagen. Daar de
cipier hem onmiddellijk herkende, liet hij de z.g. hulp
agenten zonder meer binnen. De wachters werden
daarna met ohloroform bedwelmd en waren een uur
lang bewusteloos.
Aan den heer G. Bot te Westwoud. administrateur
der vereeniging tot bevordering van het vakonderwijs
in Westfriesland is toegekend de eeremedaille in goud,
verbonden aan de Orde van Oranje Nassau.
Kapelmeester L. H. F. Leistikow van de Stafmuziek
te Den Helder verkreeg de eeremedaille in goud met de
zwaarden.
De heer C. Hos Mz., reiziger bij de firma J. S. Visser
te Uitgeest, verkreeg de eere-medaille in zilver.
BUZIAU GERIDDERD.
De heer J. F. Buziau. de geestige revue-komiek, wo
nende te Rijswijk (Z.H.) is benoemd tot ridder in de
orde van Oranje-Nassau.
TEXEL.
Aan den brigadier-titulair J. de Jong, te Cocksdorp,
is de eere-medaille toegekend in brons, verbonden aan
de Orde van Oranje-Nassau.
MIDWOUD.
Burgemeester H. J. Avis is benoemd tot Ridder in
de Orde van Oranje-Nassau.
Een gezin ongesteld. Twee jeugdige perso»'
nen reeds overleden.
OVERLOON (L.) 30 Aug.
In het gezin van zekeren Tiesen te Overloon
(in de provincie Limburg) deden zich gisteren
ziekteverschijnselen voor die er op wezen, dat
door het eten van ondeugdelijk voedsel maag
en ingewanden geheel van streek waren. De
hulp van verschillende doctoren werd ingeroe
pen, o.m. heeft dr. Reyers uit Vierlingsbeek
geneeskundige hulp verleend. Intusschen was
de toestand van een 12-jarig logétje Piet Otten
uit Nijmegen dusdanig verergerd, dat 't knaap
je nog gisteravond aan de gevolgen is overleden
In den loop van heden is ook de 18-jarige zoon
Tiesen onder de zelfde verdachte verschijnselen
overleden. Tiesen en zijn echtgenoote zijn ern
stig ongesteld en overbrenging naar het Cani-
siusziekenhuis te Nijmegen werd noodzakelijk
geacht. Beide personen zijn nog hedennamiddag
naar Nijmegen overgebracht. Aangenomen mag
worden dat door het eten van ondeugdelijk voed
sel deze vergiftigingsgevallen zich hebben voor
gedaan. Een onderzoek ten deze wordt ingesteld
Naar wij nog vernemen is de toestand van va
der en moeder Tiesen dusdanig, dat zij buiten
levensgevaar zijn.
Symbolische ornamenten
Gedurende de Augustusfeesten is, naar VJD. meldt,
te Messina de groote astronomische klok in den toren
van de kathedraal aldaar ingewijd.
Het uurwerk heeft aan elke zijde een wijzerplaat met
een middellijn van 4.5 m. Een der bijzondere beziens
waardigheden van de klok is een leeuw, die eiken dag
om 12 uur zich drie maal opricht, met zijn staalt
zwaait, om zich heen kijkt en brult! 's Morgens, 's mid
dags en 's avonds laat een haan zijn gekraai over de
stad weerklinken. De opeenvolging der uren wordt me
de aangegeven door symbolische voorstellingen van ge
boorte, jeugd, rijperen leeftijd en ouderdom. De betref
fende figuren trekken langzaam voorbij, elk uur een
andere. Aan het eind van den weg worden zij opge
wacht door den dood, die door het opheffen en weer
doen dalen van zijn zeis eraan herinnert, dat alweer
een uur voorbij is.
Verder bevinden zich aan het uurwerk nog ander»
figuren, die zich in tegenovergestelde richting voort
bewegen en de dagen van de week voorstellen.
Mailboot „Prince Charles" pikt vier schip
breukelingen op.
Naar wij in De Standaard lezen, waren de passagiers
van de Belgische mailboot „Prince Oharles" van den
dienst OostendeDover, getuige van een redding in
volle zee.
Ter hoogte v.an het vuurschip „Ruytingen" merkte de
officiei^van-dienst op eenige mijlen afstand een massa
op, die wel een scheepswrak leek te zijn. Hij beval een
boot te water te laten ten einde naar het wrak te rooien
dat daarenboven in een zwarte rookwolk was gehuld.
Men vond inderdaad dat de donkere massa het over
blijfsel was van een kotter, die klaarblijkelijk door het
vuur werd verneild.
De sloep kruiste een poos in de omgeving, doch ont
dekte geen spoor van schipbreukelingen.
De sloep keerde daarop naar de mailboot terug, maar
men liet haar tegen de flank hangen, terwijl er voort
durend uitkijk werd gehouden. Opeens bemerkte men
in de verte een bootje, waarin vier mannen overeind
stonden en met een beddelaken wulfden ten teeken.
dat ze Jn nood verkeerden.
Weer werd de sloep te water gelaten om den vier
schipbreukelingen hulp te bieden.
Alvorens de brojse schuit te verlaten, hakte een der
inzittenden mete en bijl een gat in den bodem van het
lichte vaartuigje, dat in de golven verdween.
Toen de mannen aan boord waren gehaald, vertelden,
ze hun wedervaren. Hun schip, de Fransche kotter
„Raymond-Emile-Annette" verliet Donderdag 1.1. Calals,
en toog ter vischvangst. Maandagmorgen brak aan
boord brand uit en vreezend voor ontploffing van den
motor, beval de kapitein een reddingsboot te water te
laten, waarin de vier leden der bemanning plaats na
men met een deken en een beddelaken, die hun tot zeil
en noodsein zouden dienen.
Pas hadden zij den kotter verlaten of een ontploffing
deed zich voor. Weldra verdween het schip in de golven
Sindsdien hadden de mannen het onmogelijke gedaan
om de aandacht te trekken der voorbijvarende schepen,
zonder resultaat evenwel.
Men begrijpt hun vreugde toen zij door het Belgische
schip werden opgemerkt. De schipbreukelingen werden
bij den Franschen consul te Dover gebracht, nadat de
passagiers van de „Prince Charles" een geldinzameling
voor hen hadden gehouden.
's Avonds bereikten zij aan boord van een Fransch
schip Calals.
SNEEUW IN DE KARPATHEN.
Naar Wolff uit Boekarest meldt, heeft het in den
nacht» van Maandag op Dinsdag in de Karpathen dik
gesneeuwd. Volgens toeristen lag de sneeuw reeds 30
c.M. hoog.