llliiin Nlciws- Geestelijk L,evIn ASPIRIN' Uitgevers: N.V. v.h. TRAPMAN Co, Schagen. DE GROOTE REIS. VERGROOTINGEN w Kingsford Smith te Amsterdam. aat&m Zaterdag 16 September 1933. SCHAGER 76ste Jaargang No. 9348 COURANT Dit blad verschijnt viermaal per week: Dinsdag, Woensdag, Donder dag en Zaterdag. Bij inzending tot 's morgens 8 uur, worden Adver- fentiên nog zooveel mogelijk In het eerstuitkomend nummer geplaatst. POSTREKENING No. 23330 INT TELEF. No 20 Prijs per 3 maanden f 1.80. Losse nummers 6 cent. ADVERTEN- TlëN van 1 tot 5 regels f0.85, iedere regel meer 15 cent (bewijsno. inbegrepen). Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. EERSTE BLAD DIT NUMMER BESTAAT UIT ZES BLADEN door Astor. DE GELIJKENIS VAN DEN SPOORWEG. WU zitten tezaam in denzelfden trein En reizen dwars door den tijd. Wy kijken uit. Wij zagen genoeg, Wij reizen tezaam in denzelfden trein. Maar niemand weet. hoe ver. Een buurman slaapt, een andere klaagt. Een derde heeft veel praats. Stationnen roept men aldoor ai. De trein, die door de jaren jaagt, Komt nimmer aan zijn doel. Wij pakken uit. Wy pakken in. Begrijpen niet waarom. Waar zullen wij morgen wéder zijn? De conducteur kijkt door de deur En glimlaoht voor zich heen. Ook hij weet niet. waarheen hij wil. Hij zwijgt en gaat weer heen. Daar klinkt de schrille spoortreinfluit! De trein rijdt langzaam en houdt stil. De dooden stappen uit. Een kind stapt uit. De moeder weent De dooden staan daar stom Od 't perron van den verleden tijd. De trein snelt verder en jaagt door. En niemand weet, waarom. De eerste klas. is bijna leeg. Daarin een welgedane heer Op 't rood fluweel, hij ademt zwaar. Hij is alleen en voelt dat zeer. De meerderheid zit op hout. Wij reizen tezaam in denzelfden trein De toekomst te gemoet. Wij kijken uit. Wij zagen genoeg. Wij zitten tezaam in denzelfden trein En velen in verkeerde coupé. ERICH KaSTNER. Het gedicht, hetwelk ik hierboven heb geplaatst, vond ik in een bundel, die behoort tot de vele, die door de Hitler-rabauwen ten vure zijn gedoemd op dien schandedag, toen het waanzinnig gemaakte Duit- sche volk zich aan dc beschaving heeft vergrepen door duizenden boeken te verbranden. Toen de ge schriften van Heinrich Mann, Ernst Glaeser en Erich Kastner op den brandstapel werden geworpen, wer den daarbij deze woorden gesproken: „Tegen deca dentie en moreel verval. Vóór tucht en zedelijkheid in gezin en staat. Ik geef door vlammen de geschriften van Heinrich Mann, Ernst Glaeser en Erich Kastner over." Werken van de twee eerstgenoemden zijn mij on bekend. Van den derde heb ik eon bundel gedichten gelezen. Een dezer gedichten heb ik zoo goed als t mij mogelijk was vertaald en hierboven ge plaatst, omdat ik getroffen werd door de gedachte, die er in wordt vertolkt. Ik weet niet of Kastner een Jood is. Het kan me ook niets schelen. Wat mij betreft mag hij een mohame- daan, een christen, een heiden wezen. Dit. doet niets af aan de waarde van zijn gedicht. Want daarin komt tot uiting wat eon diepvoelend, denkend mensch heeft doorleefd. En wij kunnen alleen maar betreuren, dat de werken van zulk een mensch tot verboden lec tuur worden verklaard voor een volk van millioenen. hetwelk onder zijn groote schrijvers toch ook een Lessing, een Goethe, een Schiller onz. kan rekenen. „De gelijkenis van den spoorweg" (Das Eisenbahn- gleichnis) heeft mij er toe gebracht, een „geestelijk le ven te schrijven over „de groote reis". Ik ben er haast zeker van dat ieder, die aandach tig denkend het gedicht leest, evenals ik zal voelen welk een waarheid daarin wordt vertolkt. Wij allen de gansche menschheid worden hier vergeleken met reizigers in één grooten trein. Altijd maar voort gaat het. Telkens even stoppen om de dooden uit te laten en dan maar weer verder, ver der Waarheen is de reis? Wij weten het niet. Niemand is het gegeven de tóekomst te kennen. Het einddoel als er een einddoel is blijft een mysterie. Of is er geen einddoel? Voor den dóórdenkenden mensch lijkt dit wel het meest waarschijnlijke. Immers wan neer wij zouden aannemen, dat ééns het eind kon worden bereikt, dan zou dat voor ons bewustzijn niet anders kunnen beteekenen dan het ophouden van het leven-zelf. Want leven is actie, is streven, is strijden Zóó heeft de dichter het óók gevoeld. Daarom zegt hij: de trein, die door de jaren jaagt, komt nimmer aan zijn doel. Maar hoe heeft, met enkele korte woorden deze dichter de treinreizigers geteekend! Daar zijn de slapers allereerst. Dat. zijn de onbe- wust-levenden; de menschen, die er nooit toe komen zich met de groote levensvragen in te laten. Zij zijn tevreden, wanneer zij het zelf niot al te moeilijk heb ben. Zij zitten liefst behagelijk in een hoekje en be kommeren zich niet om de anderen. Zoo zijn er dui zenden. Slechts hun eigen leven interesseert hun. Het kleine familiekringetje, waartoe zij bohóoren, is feite lijk het eenige, waarin zij belangstellen. Zoo gaat hun leven voorbij, totdat het uur gekomen is, waarop zij moeten uitstappen: de dood. Maar hun plaatsen wor den ingenomen: de reis gaat verder. Hebben zij eigenlijk wel ooit waarlijk gelééfd? Ze ker, zij hebben hun groote en kleine vreugden, hun leed en hun verdrietelijkheden gehad, dat is nu een maal het deel van alle menschen, ja, van alle schep selen der aarde. Maar hebben zij de diepe vreugde gekend der bewustwording? Hebben zij oogenbiikken van ongekende zaligheid doorgemaakt, wanneer zij soms plotseling iets gevoelden van den zin des levens? En dan zijn er de klagers. Daar zijn menschen, die van klagen een soort van sport maken. Zij kunnen er niet buiten. Zij koketteeren met hun leed en zij loo- pen met hun smart te koop. Maar zij komen niet verder dan klagen. Zij zouden zich rampzalig voelen als ze niet meer kónden klagen. Het is hun tweede natuur geworden. Maar tot den strijd om de oorzaak van hun klachten weg te nemen, komen ze nooit. Denken wij niet noodwendig aan onzen tijd? Van klachten en jammerkreten weergalmt de lucht. Het is te begrijpen. Want het bestaan vooa^ millioenen is hopeloos zwaar en armoede en ellende is hun deel. Waar echter is het ernstig zoeken, niet om zelf zich aan de ellende te ontworstelen of om de groep, waartoe men behoort, uit de misère te redden, maar om de wereld te verlossen van de vreeselijke toestan den, de onzedelijke verhoudingen, waaruit het onzeg baar vele leed voortkomt? Waar is de vaste wil om het leven in zijn uitingen te doorgronden, om de maatschappelijke verhoudin gen te leeren begrijpen? Hierom is het verklaarbaar, dat b.v. het rampzalige Duitsche volk zich blindeling kan overgeven aan een zwetser als Adolf Hitier, die alles aan allen belooft, maar één ding niet durft te zeggen n.1. dat de klagers- zèlf hun lot ter hand moeten nemen, dat alle ver betering van binnen uit moet komen. Het is zooveel gemakkelijker te vertrouwen op een ander, dan zelf scheppend, ordenend op te treden. Eenmaal echter zal het Duitsche volk tot het in zicht komen, dat het bedrogen is. Zoo zal het alle volkeren gaan, die hun vertrouwen stellen op een modernen messias, die onder allerlei namen in on zen tijd optreedt, die duce of Führer of sterke man of dictator wordt genoemd. Ik meen dat het Multatuli is geweest, die eens heeft gezegd, dat luiheid de grootste zonde is. Daar zit veel waarheid in, als we onder luiheid geestelijke traagheid verstaan. Voor die geestelijke traagheid moet de menschheid zwaar boeten. Zij is er de oor zaak van dat dc leugen, het bedrog, de onrechtvaar digheid in onze samenleving niet worden doorzien, zelfs niet, ja het allerminst door hen, die daarvan de miserabele slachtoffers zijn, Klagen slechts kunnen zij. Zoo klagen zij over mi litairisme, over oorlog, maar zij vergeten te bedenken dat het militairisme slechts bestaan kan en de oor log gevoerd als zij, mènschen, er zich voor blijven leenen. En dan zijn er de drukke, de levendige menschen, de praatjes-makers. Dat zijn de typen, die over alles een oordeel hebben, die in een handomdraaien do diepzinnigste vragen oplossen. Maar het ontbreekt hun aan wcrkelijken ernst. Zij blijven aan de opper vlakte. Zij zijn goed-geloovig of ongeloovig zonder dat zij ooit waarachtig hebben gezocht Zij kennen geen zuiver-geestelijke vreugde en hebben nooit de loutering van het lijden doorproefd Maar al die menschen gaan verder in denzelfden trein. Wat wil dit andprs zeggen dan dit: allen worden gevoerd in dezelfde richting. Hierin schuilt voor mij de hoofdgedachte van het gedicht De menschheid met al haar verschillende typen moet steeds verder gaan. Even is er telkens een oogenblik stilstand. Wij staan aan een slation. De dooden verlaten ons. Straks is het onze beurt en stopt de trein voor ons. Maar dan gaat 't weer verder, al maar verder. Het leven gaat door. Wie is de machinist? Wie stookt het vuur van de locomotief? Wie anders dan de ééne, alles stuwende kracht? En is niet deze kracht de wereld bewegende Rede? Als wij en ik meen dat we hier toe moéten ko men dit erkennen, dan is de groote reis, waarbij wij allen passagiers zijn, voor ons niet meer zinloos. Dan moge er veel zijn dat wij niet begrijpen, maar één ding wordt ons tot zekerheid, nl. dat de reis ons vérder zal brengen. Of, om het beeld van den spoortrein los te laten: wij komen tot de overtuiging, dat de menschheid zich moet voortbewegen in opgaande lijn. De wereld geschiedenis roept ons een excelsior! toe. Even wil ik nog stilstaan bij de laatste twee ver zen. Hoe fijn teekent de dichter daarin het klasse- onderscheid. Een enkele slechts zit in de bchagelijke eerste klasse, de meerderheid heeft op de harde banken te zitten. Maar die enkele voelt zich zoo al léén. Hij leeft niet in de bewuste aanraking met zijn medemenschen. Hij, die in hoogheid zetelt, staat bui ten de levende, gistende menigte. Hij begrijpt haar niet, staat vreemd tegenover haar nooden en ver langens. Waarom hij op de kussens? Is hij meer dan de anderen? Komt hem de zachte rust toe, omdat hij zoo hard heeft gewerkt? En dan al die anderen? Heb ben zij geen behoefte aan wat gemak en comfort? Acb, wel mag de dichter zeggen: wij zitten tezaam in denzelfden trein en vele in de verkeerde coupé. Dit ééne zinnetje is een felle aanklacht tegen onze samenleving, waar nog altijd hoe lang nog? de klasseverschillen worden gesteld boven de gelijk berechtigdheid van ale menschen. Maar de reis gaat door. En er zijn suffe slapers en eeuwige klagers en drukke praters en eenzame hoog- hartigen, maar daar zijn ook en de dichter moet er toe behooren, anders had hij zijn gedicht niet geschreven diepvoelende en denkenden onder de reizigers. Zij zitten in den trein met het bewustzijn dat het leven zich telkens vervormt, dat hooger» ideeën moeten doordringen, dat verder trekken de beteekenis heeft van stijgen tot hoogere menschelijk- heid, van henaderen der zuivere broederschap, van overwinning der redeloosheid, der onrechtvaardig heid, der liefdeloosheid. Zij gelooven in het profetische woord: Wij reizen met elkander; Wij wand'len hand aan hand: D' één zij tot troost den ander Op weg naar 't Vaderland. Het VERTROUWDE ADRES voor A Fotografisch Atelier ARPAD MOLDOVAN Nieuwe Nledorp DAGELIJKS GEOPEND. ooR Zondags Nog is 't niet zoo ver. Maar een stil heimwee naaT wat in deze woorden is gezegd, leeft in ons hart. En even licht voor ons op een schoon visioen: Wij zien de menschheid niet meer in onderlingen moor denden strijd, maar in 't volle besef van haar een heid en saamhoorigheid, gemeenschappelijk optrek kend naar verre toekomst, waar dc tegenstellingen plaats zullen maken voor een harmonisch samen werken om door beheersching van de krachten der natuur het leven levenswaard te maken voor ieder raenschenkind. ASTOR. Naschrift. - Ik las het uitvoerige ingezonden stuk van den heer Van Dalen. Ik ga daar niet verder op in. De lezers moeten zelf maar uitmaken of zij met den heer v. D. zich zullen buigen voor de autoriteit van den bijbel of met mij als vrij-denkende menschen zullen pogen langs den weg van denken en zoeken zich een wereld- en levensbeschouwing te veroveren. Ik vind later wel weer gelegenheid op sommige pun ten nader in te gaan. Thans constateer Ik alleen nog maar het feit hoe moeilijk het is een vruchtbare discussie te voeren tusschen vrij-denkende menschen en gebonden-denkende menschen, die altijd maar weer zich beroepen op de geopenbaarde waarheid, op een bijbel, een Koran of een boek van Mormon. Ten slotte wensch ik op te merken, dat voor mij het zwaartepunt -van het leven ligt in het aardsche be staan; dit leven vraagt onze volle aandacht; dit leven hebben wij te louteren en te reinigen. De heer v. D. en de zijnen hopen op de eeuwige zaligheid ia den hemel Best! Maar dat geeft hem niet het recht de andersdenkenden te vewijten dat zij zeggen dood is dood. De nauwlettende lezers van de Schager we ten wel dat Astor dood een fictie noemt en leven een realiteit. Op zyn doorreis naar Londen, ter voorbe reiding van een solo-vlucht naar Australië met de „Percival Gull". Amsterdam. De beroemde Australische lange- afstandsvlieger. Air Commodore Sir Charles Kingsford Smith is Donderdagmiddag te ruim half vijf met het uit Indië teruggekeerde K.L.M.-'vlieg- tuig „Pelikaan' op Schiphol aangekomen. Sir Charles is naar men weet reeds verschillen de malen in Nederland geweest en geniet hier vooral bekendheid door zijn vlucht met Evert van Dijk van Engeland naar de Vereenigde Staten over den Atlan- tischen Oceaan, enkele jaren geleden. KINGSFORD SMITH. Hij is thans onderweg van Australië naar Londen (van Batavia af heeft hij per K-L-M. gereisd), in ver band met zijn plan cm met een nieuw type twee-moto- rig sportvliegtuig, dat in Engeland is gebouwd, de „Percival Gull", van Londen naar Australië terug te vliegen. Naar bekend is, staat hij in het land van zijn geboorte aan het hoofd van een luchtvaartonderneming, die hoofdzakelijk „pleizierreizen" door de lucht organi seert. Vaste luchtlijnen heeft Australië thans niet. Aan deze onderneming is tevens onder leiding van Sir Char les een vliegschool verbonden, welker materieel hij wil uitbreiden met vliegtuigen van hetzelfde type als de „Percival Gull", welke machine over een buitengewoon orestatlevermogen beschikt. De snelheid van dit vlieg tuig bedraagt niet minder dan 220 kilometer. De ontvangst op SchlphoL Sir Charles, die er opgewekt en sportief uitzag, is op Schiphol ontvangen door den directeur der Kon. Lucht vaart-Mij, den heer A. Plesman en de directe der Fok kerfabrieken, vertegenwoordigd door ir. B. Stephan, terwijl ook aanwezig waren de heer Smits, chef van de afdeeling propaganda van .deze fabrieken, en een groo te menigte bewonderaars. met hoofdpijn te blij ven tobben? ledereen weet, dat Aspirin een product van vertrou wen is, volkomen on schadelijk voor het organisme, dat elke, ook nog zoo hevige pijn doet verdwijnen. Uitsluitend verkrijgbaar In de oranje-bandbuisjes van 20 tabl. 70 ets. en oranjezakjes van 2 tabl. 10 ets. Geen recordvlucht? In een kort onderhoud hetwelk hij aan een mede werker van Vaz Dias in het Schipholrestaurant toe stond daarbij waren behalve genoemde heeren o.m. mede aanwezig de heer Evert van Dijk, de bekende piloot Geysendorffer en de bemanning van de „Peli kaan" met haar eersten pilpot Blaak deelde Sir Charles, behalve het bovenstaaned mede, dat het niet in zijn 'bedoeling ligt met zijn a.s. vlucht naar Austra lië, welke een solo-vlucht zal zijn, een record te verbe teren. Maar, „Smith" kennende, gelooven wij toch dat hij er alles op zetten zal om Australië in recordtijd te bereiken! Hij zeide verder van plan te zijn, ongeveer 14 dagen met de „Percival Gull" in Engeland te experimentee ren om dan, als hij alles in orde bevonden heeft, voor de groote vlucht op te stijgen, welke vlucht hij in elk geval binnen 14 dagen hoopt te volbrengen. Hy zal daarbij geheel of gedeeltelijk de route van de ILL-M. volgen, om van Soerabaya regelrecht den sprong naar Wyndham in Australië te maken. Zijn machine is in staat om zonder tusschenlanding een afstand van 3600 kilometer af te leggen. Kingsford Smith antwoordde ons nog op een desbe treffende vraag dat bij zijn onderneming nog altijd in overweging is het instellen van een vaste lijn van Au stralië (Sydney) naar Singapore. Overigens heeft Sir Charles zich met grooten lof uitgelaten over de zoo juist volbrachte reis van Batavia met de „Pelikaan onder de goede zorgen, welke de passagiers van de zijde der K.L.M. ondervinden en onder de groote be kwaamheid van haar piloten en technisch personeel. Zijn plan Is. om morgenmiddag per KL.M-vliegtuig te 1.45 van Schiphol naar Londen te vertrekken. In het Carlton-hotel te Amsterdam, waar Sir Charles logeerde heeft hij nog den beroemden vliegtuigbouwer Anthonie Fokker ontmoet.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1933 | | pagina 1