Het Rijksdagproces te Leipzig.
Vergeet niet
Van der Lubbe voor
de Vierschaar.
POORTER's Tapijt- en Meubelhandel
Vakkundige voorlichting
en prijsopgaaf GRATIS
Zaterdag 23 September 1933.
SCHAGER COURANT.
Tweede blad. No. 9352
onze afdeeling
meubelen te
bezichtigen
Wij brengen IETS APARTS
Wij zijn gesorteerd in alle genre's
Wij zijn GOEDKOOP
Hij ontkent communist
te zijn.
Het groote gebouw van het Rijksgerechtshof te
Leipzig, waar Donderdagmorgen om 9 uur het door
de geheele wereld met spanning verwachte proces
inzake den brand in het Rijksdaggebouw zou aan
vangen, bood in den vroegen ochtend nauwelijks een
ander beeld dan bij vroegere groote politieke pro
cessen. Wel valt het op, dat de bcwakingsmaatrekelen
veel scherper zijn. Op het ruime plein voor het ge
bouw wandelden reeds in den vroegen ochtend klei
ne groepen personen, die belangstelling toonen voor
hen, die zich naar het gebouw begeven en in het
bijzonder wachten: op de komst van de beklaagden.
In de omgeving van het gebouw wordt druk gepa
trouilleerd, volgens de officieele mededeeling tot het
handhaven van de orde en het verhinderen van een
grooten toeloop van nieuwsgierigen.
In het Rijksgerechtshof zelf zijn tal van maatrege
len genomen. De visitatie van de bezoekers is zeer
etreng; vooral wordt naar wapens gezocht.
De aankomst der beklaagden had zonder incidenten
plaats. Driemaal reed een gevangeniswagen, gevolgd
door een met gewapende politiebeambten bezette
auto, de binnenplaats van het gerechtsgebouw bin
nen. Het binnenbrengen der beklaagden stond onder
leiding van den commandant der Leipziger Schutz-
polizëi Overste Hocfer.
De beklaagden worden binnengeleid.
Precies te 9 uur werden de beklaagden binnenge
leid.
Op de eerste bank neemt geboeid en geflankeerd
door twee politiebeambten de hoofdbeklaagde, de Ne:
derlandsche jongeman Marinus van der
Lubbe plaats. In zijn blauwe gevangeniskleding
ziet hij er bleek uit.
Na hem volgen in gewone kleeding de medebe-
klaagdc Bulgaren, de journalist Georgi Dimitroff, de
student Blagoi Popoff en de schoenmaker Wasil
Taneff.
Als laatste verschijnt, eveneens in gewone klee-
diug, de vroegere communistische Rijksdagafgevaar
digde Ernst Torgler.
Tegelijkertijd zijn ook de deskundigen, evenals de
verdediger van Torgler, Dr. Sack en de toegewezen
verdediger van Van der Lubbe, Dr. Seuffert do zaal
binnengekomen.
Van der Lubbe maakt een bijna totaal af
wezigen, onverschilligen indruk. Hij zit in el
kaar gedoken en staart in de ruimte.
De president aan het woord.
Te kwart over negen treden de leden van het Ge
rechtshof, met den Senaatspresident Dr. Bünger, aan
het hoofd de zaal binnen. Zij worden met den „Duit-
ichen groet" door de aanwezigen ontvangen.
Br. Briinger, de president van het Rijksgerecht,
die het proces leidt.
Onmiddellijk bij den aanvang legt de President Dr.
Bünger een verklaring af, waarin hij doet uitkomen,
dat de buitengewone beteekenis van de gebeurtenis,
die den achtergrond van dit proces vormt, er toe
heeft geleid, dat de kwestie van het onderzoek in
de pers van alle landen hartstochtelijk en diepgaand
is besproken. Ik behoef hier niet te verzekeren, ver
volgde dr. Bünger, dat de verdediging der verdach
ten, overeenkomstig Duitschc rechtsgebruiken volko
men vrij is. Er is kritiek uitgeoefend op de afwijzing
van de toelating van buitenlandsche rechtsgeleerden.
In dit verband moet ik er op wijzen, dat volgens het
Duitsche recht de toelating van buitenlanders tot de
zeer bijzondere uitzonderingen behoort, en dat het
Hof na ampele studie van het materiaal, geen aan
leiding heeft gevonden om in dit proces buitenlan
ders toe te laten, die, naar de overtuiging van het
Hof, niet bepaaldelijk waren aangewezen om de bc
langen der beklaagden te behartigen.
Nadat deze verklaring onder doodsche stilte was
aangehoord, volgde het afroepen der beklaagden, uit
sluitend door het noemen van hun namen.
De beschuldiging. Van der Lubbe
wenscht geen Nederlandschen verdediger.
Den beklaagden wordt door de tolken me
dedeel ing gedaan van de opening van het
proces.
Daarop laat President Bünger de acten van
beschuldiging voorlezen.
Alle beklaagden wordon er van beschul
digd te hebben getracht de grondwet van het
Duitsche Rijk met geweld te wijzigen, verder
het Rijksdaggebouw in brand gestoken te
hebben, met de bedoeling onder begunstiging
De hoofdbeklaagde In
het proces:
Marinus van der Lubbe.
van de brandstichting een oproer te veroorza
ken.
Van der Lubbe wordt er verder van beschul
digd getracht, te hebben het Wolhlfahrtsamt
Berlijn—Neuköln en het Stadhui9 van Berlijn
in brand te steken.
President. Bünger leest daarop een verkla
ring voor van Van der Lubbe dat hij het aan
bod van de Nederlandsche advocaten Mr.
Francois Pauwels en Mr. Stomps definitief
afwijst.
Van der Lubbe verzekert, dat hij deze ver
klaring zonder eenigen dwang uit eigen be
weging heeft afgelegd.
Het verhoor van Van der Lubbe.
Het verhoor van den hoofdbeklaagde Van der
Lubbe neemt vervolgens geruimen tijd in beslag.
Hij geeft zijn antwoorden met een zeer zachte stem.
Hij vertelt dat zijn vader koopman was, dat hij de
lagere school bezocht heeft en een goed leerling is
geweest. Later heeft hij een deel van zijn jeugd ech
ter in een opvoedingsgesticht doorgebracht. Hij leer
de het metselaarsvak, maar bracht het hierin niet
tot een duurzame positie. In 1928 kreeg hij kalk in de
oogen, waardoor hij van de ongevallen-verzekering
een pensioen van zeven gulden per week verkreeg.
De Officier van Justitie Werner spreekt den
wcnsch uit, dat den beklaagde vragen gesteld zullen
worden over vroeger door hem ondergane straffen.
Daar Van der Lubbe zelf geen voldoende antwoord
geeft, wordt een rapport van de politie te Leiden
voorgelezen, waarin melding wordt gemaakt van
eenige veroo^leelingen wegens verzet tegen de po
litie. Omtrent den persoon van Van der Lubbe wordt
in dit rapport nog gezegd, dat Van der Lubbe een
onbeschrijfelijke heerschzucht had en zich voor een
geboren leider hield. Hij hoopte leider der commu
nisten te worden en trachtte in het bijzonder onder
de werkloozen aanhangers te vinden. In het begin
van 1931 verminderde zijn invloed op de werkloo
zen. Hij heeft toen de Communistische Partij verla
ten en zou toen zijn wereldreis ondernemen. Hij is
echter niet; verder gekomen dan Duitschland, waar
liij werd. uitgewezen.
Teruggekeerd in Nederland, sloot hij zich bij de
„Internationale Communisten" aan waartoe ook de
student Van Albarda behoorde. Hij werc( herhaalde
malen wegens bedelen veroordeeld.
De President laat dan pauzeeren.
Van der Lubbe, wien tijdens de behandeling de
boeien waren afgenomen, wordt weer geboeid en
met de andere beklaagden weggeleid.
Een overzicht van de eerste zitting tijdens het verhoor van Van der Lubbe (staande op den
voorgrond); zittend naast hem, zijn tolk. In de beide banken links de overige beklaagden, onder
politiebewaking; in het midden en rechts de verdedigers, deskundigen en een deel der genoo-
digde buitenlandsche rechtsgeleerden en aan de lange tafels op den achtergrond de pers.
Na de pauze
wordt de politieke gezindheid van Van der Lubbe
behandeld, die in Nederland communistisch jeugd
leider is geweest, maar uit de partij trad, omdat
hij geen leidende functie kreeg. Van der Lubbe uitte
zich ook verder slechts zeer aarzelend en sprak
zichzelf soms tegen. Herhaalde malen moet de pre
sident hem waarschuwen, omdat hij glimlacht.
fwee brieven worden voorgelezen waarin v. d.
Lubbe „proletarische" groeten aan kameraden over
brengt. v. d. Lubbe geeft daarop geen duidelijk ant
woord, maar op de vraag of hij communist is, ant
woordt
beklaagde duidelijk met: neen.
Dr. Bunger wijst hem er dan op, dat hij de Sow-
jet-ster droeg, en een ledenlijst van de communisti
sche partij bij zich had. Is bekl alleen uit een ze
kere groep getreden en hgeft hij toch dc communis
tische leer beleden?
Bekl. herhaalt, dat hij geen communist is..
Even vóóór half drie sluit de president de zitting
en verdaagt de behandeling tot Vrijdag.
Onderzoek naar den geestestoestand van
Van der Lubbe. Zijn gedrag onmiddel
lijk na de arrestatie en thans.
Ook gisteren was de belangstelling van publiek en
pers bij de voortzetting van het proecs onverminderd;
Dr. Bonnhoeffer geeft dan als medisch deskundige
inlichtingen over den geestelijken en lichamelijken
toestand van v. d. Lubbe, dien hij van 20 tot 25 Maart
acht maal bezocht en onderzocht heeft. Bekl. was
toen lichamelijk gezond en krachtig en hij wilde
niets weten van eenige ziekte die hem misschien kon
DE ANDERE VIER BEKLAAGDEN IN HET PROCES. Van links naar rechts:
de drie Balgaren: George Dimitroff, Blagoi, Popoff en Wassil Taneff, resp. schrij
ver, student en schoenmaker; geheel rechts Torgler, de vroegere leider der com
munistische partij in den Dnitschen Rijksdag.
Wij leveren alles FRANCO thuis
Laagzijde B 32
Telefoon 87
S c h a g e n
verontschuldigen. Hoewel hij een eenigszins gesloten
karakter scheen te hebben, waren zijn antwoorden
toch veel duidelijker dan gisteren hier voor het Hof,
toen hij een apathischen indruk maakte, dien des
kundige in Maart niet had opgemerkt. Toen lachte en
glimlachte hij vaak en zijn heelc optreden was veel
zelfbewuster.
In vele dingen 'was hij doortastend, o.a. in zijn
hongerstaking, ten einde den gang van het proces
te bespoedigen. Bekl. heeft ons toen niet in twijfel
gelaten over zijn communistische bedoelingen. Hij
heeft een voorbeeld aan anderen willen stellen. Ik
heb geen afwijkingen in den geestestoestand van
Van der Lubbe geconstateerd, aldus besloot dr. Bon-
hoeffer.
Op vragen van den voorzitter bevestigde dr. Bon-
hoeffer,'dat van der Lubbe een uitgesproken behoefte
heeft aan eigen directe persoonlijke ervaring en wei
nig waarde hecht aan genegenheid. Een zekere be
hoefte bij van der Lubbe zich te doen gelden is zeer
zeker aanwezig.
Van der Lubbe treedt zoo nu en dan uiterst zelf
bewust op.
De voorzitter probeerde daarna vast te stellen, hoe
het herhaalde glimlachen van dc beschuldigde bij
volkomen ernstige situaties der behandeling van het
proces is te verklaren. De deskundige zag-hierin
niets ongewoons.
Als getuige werd daarna de Berlijnschc gerechte
lijke commissaris Heisig verhoord, die in Nederland
een onderzoek heeft ingesteld naar het verleden van
van der Lubbe.
In Leiden was Heisig tot de overtuiging geko
men, dat Van der Lubbe in de partij een zeker aan
zien had verworven. Een zijner vrienden van Van der
Lubbe, Albarda, was de meening toegedaan, dat Van
der Lubbe voor de communistische partij een geëi
gend object was, om speciale opdrachten uit te voe
ren. De partij had Van der Lubbe steeds op den voor
grond geschoven, om zelf op den achtergrond te blij
ven en Van der Lubbe was zoo „fatsoenlijk", om
steeds de schuld op zich te nemen.
Over het gedrag van den beklaagde na zijn arresta
tie te Berlijn verklaarde getuige Heisig:
Eerst deden zich bij het verhoor kleine moeilijkhe
den voor, wijl Van der*Lubbe nog opgewonden was
en vermoeid door hetgeen er voorafgegaan was.
Maar zeer spoedig reeds tegen 12 uur 's nachts
was hij tot een onderhoud bereid. Het was merk
waardig met welk een animo hij zelf over de dingen
spirak en hoe hij mij alles nauwkeurig verklaarde.
Verder verklaarde de getuige: Bij zijn eerste ver
hoor, direct na de misdaad, was Van der Lubbe geens
zins terneergeslagen, maar hij heeft geheel openlijk
en vrij bevestigd, dat hij den Rijksdagbrand had aan
gestoken en ook daarvoor de verantwoordelijkheid
wilde dragen.
Hij had, naar hij zeide, met zijn daad de arbeiders
wakker willen schudden, die reeds veel te lang ge
aarzeld hadden. Om dc bstaandc staatsorde omver
te werpen, moest men volgens hem gewelddadig op
treden.
Mr. Stomps mag met Van der Lubbe spre
ken, doch deze antwoordt nauwelijks.
De familie van Van der Lubbe had een telegram
aan rijkspresident Von Hindenburg gezonden, waar
in dringend diens bemiddeling werd ingeroepen, op
dat alsnog mr. Stomps, de Nederlandsche advocaat,
de verdediging op zich zou nemen.
Ondanks het feit, dat Van der Lubbe beweert, had,
dat hij dien Stomps niet wilde hebben, schorste men
de voortzetting der zitting voor 20 minuten, om ad
vocaat Stomps gelegenheid te geven tot een onder
houd met beklaagde. Na afloop hiervan het had
veel langer geduurd verklaarde Mr. Stomps, dat
hij, alleen in tegenwoordigheid van den tolk, een
half uur lang gepoogd heeft Van der Lubbe tot an
dere gedachten te brengen, maar deze heeft hem
niet of nauwelijks geantwoord.
Na de middagpauze verklaarde dr. Bonhoeffer op
een vraag van den president, dat er bij den beklaag
de Van der Lubbe geen pyromanie (zucht tot brand
stichten) aanwezig is. Hij was dus niet in zooverre
geestesziek dat hij een onweerstaanbaren drang be
merkte om brand te stichten.
De zitting wordt dan verdaagd tot heden, Zater
dagmorgen half tien.
Het verhoor voor zoover het dc persoonlijkheid van
Van der Lubbe betreft, is biermede afgeloopen en
het hof wil, voor tot de daad zelf over te gaan, de
oersoonlijkheden der andere verdachten vaststellen.
In de zitting van heden zal dus het leven van be
klaagde Torgler in het middelpunt der verhandelin
gen staan.
Critiek van de Russische pers op de we
ring harer vertegenwoordigers.
De „Prawcla", die naar Reuter uit Moskou meldt,
een bescho iwing wijdt aan dc weigering der Duiti-
sche autoriteiten aan de Russische persvertegenwoor
digers tot bijwoning van het proces te Leipzig, be
schuldigt de. organisators, „die met moeite tot deze
riskante onderneming besloten" van vrees, dc open
baarheid in het gezicht te zien. De „Izwestia" ver
onderstelt, dat de weigering moet worden geweten
aan de vrees, dat het proces veel kan openbaren, dat
de organisators ervan kan compromitteeren.