Betoovering! j U'T de OMGEVING Rumoerige nacht in Dublin. Shaw in de étalage. Annexatieplannen heeft Duitschland niet. Auto-ongeluk te Limmen. Staatsloterij. Kort verhaal TANG ENVirjK De tuinbouwers die langen tijd aan alle moeilijkhe den het hoofd hebben geboden, de wanhoop hebben verdreven en den moed er in hebben gehouden, zien thans geen uitkomst meer. Moedeloosheid begint zich van hen meester te maken. De steun, dien zij hebben ontvangen, is zoo gering geweest, dat velen al dieper Jn de schulden zijn geraakt en aan hun vroeger aan- gegane verplichtingen niet meer kunnen voldoen, het ergste, dat de meesten onder hen kan overkomen en wat hen moedeloos, vaak onverschillig maakt. Wij kennen er verschillende, die vroeger nooit een cent schuldt maakten en nu „op de pof' moeten leven- Is het wonder, dat zij. die geen uitkomst meer zien. geen middelen meer hebben, om hun bedrijf voort te zet ten, zich niet meer bekommeren over de vraag naar de wijze .waarop in hun toestand verbetering kan worden gebracht. Of dit zal zijn langs legalen of illl- galen weg, het is hun onverschillig. En waar zij mee- nen, dat, bij het volgen van den wettelijken, den par lementairen weg, het resultaat is geweest, dat zij a.1 verder tot het pauperdom zijn vervallen, trekken zij zich van theoretische beschouwingen over het al- of niet-verkeerde van hun inzicht of mentaliteit niets meer aan. Deze overwegingen zijn het, die in den Neutralen Bond van Boeren, Land- en Tuinbouwers bij een deel der leden een geest hebben doen ontstaan, die van den tot nu toe gevolgden weg willen afwijken en een ander pad inslaan. In het Hoofdbestuur van genoemden Bond worden aanhangers gevonden van te blijven voortgaan op denzelfden weg ter verkrijging van betere hulp en steun, maar ook van te breken met de gevolgde methode. Het besloot intusschen de leden zelf uitspraak te laten en zelf te laten bepalen, welken kant de Bond uitmoet. „Wat moet er gebeu ren?" is de vraag, die onder deze omstandigheden aan de orde wordt gesteld door het Hoofdbestuur en die. vóór 14 October, wanneer een buitengewoon con gres van den Bond zal worden gehouden, in de ver schillende afdeelingen nader onder het oog zal wor den gezien. De beantwoording van die vraag is nar turlijk zeer verschillend. De steen der wijzen is nog niet gevonden en wij dur ven wel te voorspellen, dat die ook in deze bijzonder moeilijke zaak wel niet gevonden zal worden. Daar voor zijn de toestanden en omstandigheden veel te gecompliceerd en zijn de tijden, die getuige zijn van een internationale verwarring op economisch gebied, van te ernstigen %ard om hier het verlossende woord te spreken. Maar dat de meeningen sterk tegen el kaar inbotsen. is begrijpelijk; moge die botsing „du choc des opinions jaillit la vérité" tot gevolg hebben. OUD KARSPEL, In allerhaast is alhier een comité gevormd, dat bij Het vertrek van dokter Vogelenzang uiting wil geven aan de gevoelens, welke de vele oud-patiënten «n vrienden den scheidenden geneesheer toedragen. Met het oog daarop heeft het comité tegen Vrijdag avond a-s. een afscheidsavond georganiseerd voor hen, die van hun vriend en geneesheer afschied wllen ne men. Naar wij vernemen wordt het op prijs gesteld, als allen om half negen aanwezig zijn. Wij twijfelen er niet aan, of velen zullen van deze gelegenheid gebruik maken. NOO RDSCHARW OUDE. De Mosselenbrug is thans zoover gereed, dat kleine schuitjes en vletten er onder door kunnen varen. Met grootere motoren is dit nog iet het geval. W I E R I N G E N DEN OEVER. Wij meldden onlangs dat de heer J. Tijsen in een op het land staande fuik een edelmarter (geen edel- karper) had gevangen. Dit bericht werd door de groote pers overgenomen en naar aanleiding daarvan keeg de heer Tysen uit Den Haag van een Pelterijen- handel een aanbieding om de marter te verkoopen. waarop de heer Tijsen niet kon ingaan, daar het beestje denzelfden dag bij het overbrengen naar een andere plaats uit een zak ontsnapte, waarin het tijde lijk moest worden geborgen. Dit verlies beteekent een flink schadepostje voor den heer Tijsen, die reeds van andere zijde een bod van f 35 voor het diertje had ontvangen. Vermeld dient nog te worden, dat de aan bieding uit Den Haag als postadres vermeldde: „Den WelEd. Heer J. Tijsen, vanger van de eerste marter, Wieringen". Dat het, ondanks de vele Tysen's op Wie- ringen. den postbesteller gemakkelijk viel met dit adres den juisten man te vinden, zal wel geen nadere uitleg behoeven. Van huis weggeloopen? Door den heer C. Tijsen MCz. werd gistermiddag in schreienden toestand een 14-jarigen jongen aangetrof fen, welke uit Leeuwarden bleek te komen. De knaap lag langs den weg en wilde aanvankelijk geen antwoord geven op. de hem gestelde vragen. Nadat de politie er mede in kennis was gesteld, bleek dat hij uit Leeuwar den was komen fietsen, daar hy volgens zijn zeggen door zijn moeder uit huis was gestuurd onder toevoe ging van de woorden: „d'r uit en er niet meer in!". Of hier sprake is van ontaarde ouders dan wel dat do knaap iets op zijn geweten heeft, en niet meer thui3 durfde te komen, zal de politie wel nader uitzoeken. ANNA P AU 10WNA Loop der bevolking. Ingekomen: Mej. M. Zon van Den Helder; P. Kooij van Wonseradeel; Mej. A. T. Barneveld van Naarden: C. Drayer van Wonseradeel; Mej. P. M. Zeestralen van Den Helder; Ch. van Weelde van Driewegen; J. W. Lammers van Winkel; Mej. J. Hoogesteger van Wie- ringen, Vertrokken: Mej. M. J. Heikens naar Wedde; C. Pee reboom naar Hoogkarspel; H. Lampersky naar Duitsch l«nd; N. J. J. de Wit naar Den Helder; J. Blankman en familie naar Den Helder; J. Andringa en familie naar Den Helder. Burgerlijke stand: Geboren: Petronella Cornelia. dochter van M. Kraak en G. Prulssen, Neeltje Catharina, dochter van F. de Klerk en J. J. Huige; Maartje, dochter van J. Kroes en J. G. Vos. Overleden: K. Jonge jan, oud 71 jaar. Politie. Verloren: een driehoekige reflector; een zak, inhou dende 15 a 20 leege zakken; een rijwielplaatje, en re serveband met velg van auto. Gevonden: een rijwiel plaatje in étui. Aan komen loopen: een zwart en bruin hondje. HARENKARSPEL DIRKSHORN. Politie. Verloren: een geldig rijwielbelastingmerk. Inlichtingen by de Politie. Botsihg tusschen betoogers en politie. Verscheidene gewonden. Reuter meldt uit Dublin: Na een republikeinsche vergadering, welke gehou den werd ten gunste van de republikeinsche gevange nen in den Ierschen Vrijstaat en waarop de regee ringDe Valera heftig werd aangevallen, hebben gisternacht hier ter stede hevige gevechten plaats ge had. Met allerlei soorten projectielen werd naar de po litie geworpen en toen deze ook aangevallen werii, werden eenige charges uitgevoerd, waarop een hevig gevecht volgde. De politie bleef tenslotte meester van den toestand. Vijftien betoogers moesten naar het ziekenhuis ver voerd worden. De toestand is thans weder rustig. Nader uit Dublin: Tegen den secretaris-generaal van de organisatie der blauwhemden is een bevel tot arrestatie uitgevaardigd. Naar verluidt zullen alle leiders van de oppositie partij gearresteerd worden. Drie leiders der Cosgrave- partij, van wie er twee leden van het parlement zijn, moesten gisteren voor de rechtbank verschijnen. In levende lijve. Door Reuter ondervraagd of hij nog eens het voor beeld zou gaan volgen van dc Italiaansche schrijfster Lily Ciampolillo, die in het centrum van de stad Mi laan aan een boekenstalletje zit en haar eigen wer ken verkoopt, waarmee zij groot succes oogst, ant woordde Bernard Shaw, de wereldvermaarde Iersche schrijver, dat het daar nog eens van zou kunnen ko men. „Ik heb mijn uitgevers wel eens voorgesteld", zoo vervolgde Shaw, „dat ik in hun étalages zou gaan zitten en mijn werken in het publiek zou schrijven. Het idéé van Lily Ciampolillo staat mij wel aan en zelf heb ik het verscheidene malen aanbevolen. Toen ik kort geleden op Ceylon was, zag ik op een Zondagmorgen op een marktplein een man zit ten met een groote menschenmenigte om zich heen. Ik dacht, dat het. een lid was van het Leger des Heils, die uit den Bijbel voorlas, doch hij bleek een dichter te zijn, die zijn eigen gedichten aan het ver koopen was. Het idee is voortreffelijK." Nederland kan gerust zijn. V.D. verneemt uit Berlijn: Rudolf Hess de plaatsvervanger van den „leider" maakt, naar de Pruisische persdienst mededeelt, het volgende bekend: In eenige deelen van het buitenland heeft zich de tegen Duitschland gerichte propaganda onlangs meester gemaakt van de onware bewering, dat de N.S.A.P. op den langen duur zou streven naar de in lijving van gedeelten van Zwitserland, Nederland, België, Denemarken e.d. Hoe onzinnig de onderstelling ook is, zij vindt niet temin hier en daar geloof. De rijksleiding stelt er prijs op, vast te stellen, dat geen ernstig mensch in Duitschland er aan denkt de onafhankelijkheid van andere staten ook maar aan te tasten. Dinsdagmiddag om ongeveer 4 uur heeft onder Limmen een ernstig auto-ongeval plaats gehad, waarbij de heer en mevrouw P. Stammes van Hoo- gebieren (Barsingerhorn) werden gewond. Het echt paar S. kwam vnn Haarlem en reed den grooten weg af in de richting Alkmaar. Door de gladheid van den weg slipte de auto plotseling en het mocht den heer S. niet gelukken de wagen op den weg te houden. Met een forschen slag sloeg de 6-cylinder Willys tegen een langs den asphaltweg staanden boom. De auto werd totaal vernield, de kap ver splinterde, terwijl het heele rechter rijvlak van de auto werd weggedrukt. De zware vloerleggers werden weggeschoven, waardoor de heel carrosserie ontzette. De inzittenden bleken vrij ernstig gewond te zijn. De heer Stammes, die chauffeerde, kreeg een diépe snede boven over 't hoofd en lichte verwondingen aan arm en been. Mevrouw Stammes moet inwen dige kneuzingen hebben opgeloopen. Al spoedig was geneeskundige hulp ter plaatse en werd eerste hulp verleend. Daarna werden de ge wonden per ziekenauto naar huis vervoerd. De auto was een dichte 6-cylinder Willys 4 per- soons, type 1930. De wagen was niet verzekerd. Het ongeval is uitsluitend te wijten aan de glad heid van den weg. Vooral in dit jaargetijde is het rijden op geasphalteerde wegen, waarop rottende bladeren liggen, zeer gevaarlijk. Trekking van Dinsdag 26 September. 5e klases 6e lijst Na 17852 f 26000. No. 4092 f 10.000. No. 12315 f 5000. No. 5122 5681 20616 20678 f 1000. No. 342 7844 15440 17531 f 400. No. 2648 18766 20599 f 200. No. 1335 1355 2304 3968 4289 4877 11843 12862 17842 f 100. Prijzen van f 70. 113 272 314 533 551 658 803 903 1013 1063 1103 1129 1143 1154 1470 1472 1747 1995 2519 2528 2578 2703 2851 3086 3233 3291 3308 3450 3561 3680 3685 3740 3963 3999 4057 4154 4311 4438 4569 4626 4651 4668 4700 4839 4852 4781 4931 5041 5160 5187 5216 5260 5340 5403 5561 5604 5661 5713 5771 5804 5827 5831 5847 5933 5962 6030 6168 6178 6245 6284 6418 6559 6624 6714 6824 6849 6852 7041 7043 7075 7156 7164 7176 7233 7252 7329 7370 7382 7383 7415 7569 7613 7645 7901 7910 8005 8156 8174 8235 8372 8667 8795 8802 8816 8829 8935 9042 9043 9074 9173 9245 9250 9270 9271 9331 9452 9566 9616 9668 9802 9945 9955 9971 10043 10142 10277 10294 10305 10310 10375 10378 10440 10493 10582 10599 10706 10772 10823 10824 10872 11093 11142 11579 11626 11949 12022 12053 12119 12669 12761 12788 12935 13026 13089 13222 13308 13332 13345 13394 13435 13444 13458 13542 13560 13562 13803 13911 14081 14118 14125 14221 14257 14357 14456 14475 14520 14560 14700 14779 14903 14929 14947 14963 15052 15132 15311 15503 15589 15695 15735 15901 15915 15927 16004 16220 16286 16378 16648 16681 16690 16695 16754 16792 16884 17011 17054 17124 17286 17295 17324 17374 17449 17663 17797 18011 18072 18078 18079 18168 18318 18580 18614 18647 18811 18812 18816 18838 18880 18977 19094 19124 19130 19249 19312 19319 19331 19416 19437 19488 19564 19613 19649 19714 20160 20229 20410 20597 20719 20753 20869 20942 Trekking van Woensdag 27 September. 5e Klasse 7de Lijst No. 12734 f 50.000. Nos. 1169 4529 13006 en 16077 ieder f 1000. Nos. 5056 8980 9495 en 11486 ieder f 400. Nos. 4611 9444 10036 en 13328 ieder f 200. Nos. 37 198 1744 2095 9409 9660 13551 14965 17123 19673 en 20179 ieder t 100. Prijzen van f 70. 262 286 293 328 434 479 555 833 886 945 969 1024 1185 1394 1397 1475 1522 1551 1574 1905 1969 2036 2140 2153 2157 2188 2245 2327 2415 2433 2547 2566 2877 2937 3156 3177 3373 3393 3434 3487 3543 3613 3649 3674 3801 3837 3996 4125 4172 4357 4370 4411 4566 4712 4848 4983 5069 5089 5142 5257 5282 5315 5347 5425 5456 5501 5523 5631 5640 5756 5906 5975 5978 6193 6196 6219 6224 6375 6452 6453 6516 6547 6570 6574 6586 6672 6903 6932 7119 7144 7242 7337 7394 7474 7483 7559 7601 7614 7628 7728 7755 8049 8207 8262 8297 8404 8412 8429 8493 8781 8840 8881 8938 8964 9050 9214 9381 8572 9601 9641 9730 9816 9868 10217 10466 10928 10932 10940 10953 10989 11004 11017 11029 11170 11333 11353 11695 11739 11742 11803 11825 11827 11851 11918 12014 12016 12044 12125 12256 12302 12395 12421 12575 12592 12609 12628 12649 12651 12787 12790 12799 12932 12961 12970 13111 13251 13274 13395 13566 13663 13738 13866 13946 13963 14144 14322 14396 14472 14504 14529 14716 14807 14893 14986 15035 15111 15137 15171 15285 15333 15442 15637 15951 15968 16154 16291 16330 16451 16468 16489 16571 16617 16779 16888 16892 17012 17134 17164 17354 17356 17383 17406 17522 17546 17601 17632 17736 17976 18031 18088 18126 18276 18340 18447 18517 18595 18616 18807 19001 19110 19188 19201 19453 19478 19792 20207 20479 20504 20518 20533 20576 20624 20763 20892 20966 Ik zeg niet, dat dit zonderlinge verhaal waar is, zei de oude kapitein, die zóó aardig kon vertellen en heel wat in zijn leven had meegemaakt, héél wat menschen had leeren kennen. Het werd mijzelf verteld door iemand, die eens aan boord was van mijn schip, toen ik op de thuisreis was van Indië. Het was een interessante kerel, die zoowat de heele wereld had rondgezworven. Hij was bruin gebrand door de Afrikaansche en Indische hitte, had met schurken verkeerd en de bekoring, en de geva- ren. der wildernis leeren kennen; en heel wat beleefd onder de zoogenaamde onbeschaafde vol keren. Eens. toen we samen een praatje maakten des avonds laat de meeste passagiers waren naar bed, kwam hij ertoe mij dit zonderlinge te vertellen. Ik erken, dat hij wat teveel gedronken had, het was de eenige fout, die ik in hem ontdekte, hoewel hij W« spraken over eeni ge passagiers, over de twisten en de liefdes avontuurtjes die aan boord plegen te ontstaan over kleine intriges en de onoprechtheid van menschen onder elkan der. Och, zei hy. toch is het wel goed, dat we niet alles van elkander weten,... zoo'n beetje leugen maakt het leven net dra- gelijk. Ik was he tniet met hem eens en zei, dat naar mijn meening integendeel de heele maatschappij er wèl bij zou varen, als iedereen zou weten, wat een ander meende en wat niet! Denk eens, zei ik, hoeveel ongelukkige huwelijken zouden worden voorkomen, hoeveel politieke verwikke lingen en oorlogen misschien. Hij schudde het hoofd en bestelde nog een whiskey. Neen, kapitein, zei hij, ik geloof er niets van. Wij menschen zijn een raar soort. Ik zal U 'es iets vertel len,... misschien zult U het niet gelooven. Als het mij verteld werd, zou ik het ook niet gelooven. Maar U hebt nogal wat meegemaakt en U weet, net als ik dat onder onbeschaafde volkeren of wat wij dan zoo plegen te noemen in onze blanke-ras-ver- waandheid, dingen bestaan, waar wij niet goed bij- kunnen. Noem het tooverij, of een extra-zintuig, laten we aanenmen, dat het wetenschappelijk te verklaren zou zijn, maar het feit is er. dat er, tusschen een hoop nonsens inderdaad onverklaarbare dingen zijn. Welnu, toen ik eens in Afrika een expeditie mee maakte, kwam ik in aanraking met een stam, die bijzonder afgezonderd leefde, en daar ze nog weinig met blanken in aanraking waren gekomen, nog bij zonder eerlijk was en diverse andere deugden bezat, die bij naderen omgang met ons plegen te verdwijnen. Ze waren echter bijzonder schuw en vermeden ons als de pest. Ik kwam echter met een van dat goedje in aanraking, doordat we op een dag, op de tijgerjacht, nog net konden voorkomen, dat één van hun werd verscheurd. De kerel had anders al een paar aardige scheurtjes beet, voordat ik den tijger neerschoot en mijn metgezellen stelden voor hem maar te laten liggen. Hij zou dan wel worden weggehaald door zijn stam- genooten of sterven. Belde vond men onbelangrijk. Ik voor mij, heb er nooit zoo gemakkelijk over kunnen denken. Een mensch is een mensch, zwart, wit, geel of groen voor myn part. Ik sleepte dus dit bruine mensch mee en verbond hem en daar ze taai waren als de dieren, kwam hij bij en wiseslde enkele woor den met mij in dialect, dat ik een beetje kende van myn dragers. Er is soms in die lui iets, dat van aan geboren gratie en adel getuigt, waar je niet goed bij komt. Ik vermoedde, dat hij wel tot de fijne lui van zijn stam behoorde, en Inderdaad bleek hij de zoon van een stafhoofd te zijn. Hij verzocht mij een bood schapper te zenden naar zijn staan', en dan zou men hem komen halen. En hij gaf den man in kwestie een halssnoer mede, dat hij droeg, om hem te beveiligen, tegen eventueele vijandigheden. Wel, de man. kwam terug me teen paar van die lui en ze sleepten den gewonde mee. Hij had koorts als een paard en ik dacht niet, dat hij het overleven zou. Voordat hij ging gaf ik hem nog een drankje in en gaf de flesch mede aan zijn stamgenooten, hun zeggend: „hem nu en dan wat ervan te geven". We trokken eenige dagen later de wildernis verder in en weken verliepen. Het was op den terugweg, dat mijn gewonde op- daagd, nu springlevend, vergezeld van een paar ande re bruine jongens, die allerlei geschenken meebrach ten. Er waren interessante dingen bij. Het leek me een mooie gelegenheid om bijzonderheden omtrent het leven dezer menschen te verkrijgen, en ik besprak de mogelijkheid om eens een bezoek te brengen. Dit ge lukte me. Ik werd er gevierd als een soort koning, en maakte onder anderen een soort rechtspraak mede. Toen hoorde ik voor het eerst in mijn leven spreken van een tooverdrank, die de .medicijnman" van den stam een beklaagde ingaf, waardoor hij gedwongen werd de waarheid te zeggen. Ik geloofde er natuur lijk niets van, maar het was een feit, dat, zoover ik de zaak kon volgen, de beklaagde op merkwaardige wijze zichzelf tegensprak. Als men hem vroeg, of hij schuldig was, ontkende hij heftig en voegde er dan opeens bij: Ja. ik ben schuldig. En zoo ging het ver der. Hij scheen zioh in te spannen om te liegen, en sprak de waarheid vanzelf er achter aan. Ik geloofde aan suggestie, dolh in ieder geval wilde ik iets van dien drank hebben. Mijn vriend beloofde het mij. Het was niet gemakkelijk, want het was een „heilige drank". Hij bracht me tenslotte een klein fleschje ervan, als afscheidsgeschenk en zeide, dat enkele druppels reeds voldoende waren. Ik nam de proef voor het eerst, toen ik aan boord was. Er was een echtpaar waarmee ik nogal veel verkeerde, aardige menschen, schijnbaar ook gelukkig en eensgezind. Ik meende dat er geen catastrophes eruit konden bestaan. Hoe had ik me vergist! Nauwe lijks hadden ze enkele druppels in hun thee naar binnen gekregen of het volgende gesprek begon. Hij: Lieveling, wordt het niet te frisch voor je bo ven? Ik wou, dat je nu eens wegging, je verveelt me gruwelijk. Zij: Schat, ik heb mijn shawl. Ja, ik zal je alleen laten opdat je weer eens kunt flirten met die knappe we duwe, huichelaar! Hij: Die weduwe, je weet, dat ik alleen van jou houd! Begrijp je dan nog altijd niet dat ik meer dan genoeg van jou hebt! Zij: Als ik jaloersch ben, is dat uit liefde, schat. Ik trouwde je voor je geld, maar ik wensch niet belache lijk te zijn. Het ging zoo een half uur door. Toen scheen het drankje uitgewerkt te zijn en het gekke is, dat zij alle twee niet konden herinneren wat ze allemaal gezegd hadden. Zij deden wat overmatig lief tegen elkander en on rustig. Ik herhaalde mijn proef toen ik in Londen was. Weliswaar moet ik erkennen, dat het me waarschijn lijk geld bespaarde, maar het was geen aangename gewaarwording toen een van mijn oudste vrienden, die ik bezat en dien ik vertrouwde als mijzelf, me on omwonden mededeelde, dat hij zijn best deed een deel van mijn vermogen afhandig tè maken. Evenmin was het leuk, toen het aardige meisje, dat zoo onschuldig en teer naar me kon opkijken, na enkele druppels t® hebben ingekregen, bekende dat ze „me verschrikke lijk vond, doch dat ze door haar vader gedwongen werd, me te vangen". Om te zwijgen van de vele, niet onvermakelijke scènetjes met kennissen, zakenlieden, hotelbeden, enz. enz. Ik ben tenslotte tot de conclusie gekomen dat het weten van de waarheid nuttig kan zijn, doch niet bijdraagt tot het geluk van den mensch. En hebt U het fleschje nog? vroeg ik. Hij scheen wat verlegen. N...een, als de dwaas, die ik was vertelde ik er- van tegen een meisje en zij wilde, moest ervan drin ken maar ze wilde, dat ik het ook deed. We waren erg verliefd en wilden trouwen. We waren nóg ver liefd, we hielden nog méér van elkaar toen we dat drankje hadden geslikt, maar... we vertelden de waarheid... alle twee... over ons karakter... ons ver leden, enz. enz. Toen het was uitgewerkt, wisten we géén van beiden precies, wat we gezegd hadden, maar getrouwd zijn we niet! En toen? Toen heb ik dat fleschje in zee gegooid, de eerst volgende maal dat ik aan boord was. Het had me wat geld bespaard, maar zooveel illusies gekost, en mis schien, wie weet hoe gelukkig ik had kunnen worden. Een heerlijk, gelukkig huiselijk leven. Ik heb er altijd berouw van gehad. Wat deed het er toe, hoe ons verleden, ons karakter was, als we el kander lief-hadden? Het spijt me, dat ik dat op haar aandringen toegaf, wat van dat goedje te slikken, het heeft me het laat ste restje vertrouwen in de men9chheid ontnomen. Geloof me... beste kapitein... wij moeten ons hou den aan deze dranken. En hij hield zijn glas whiskey op, dronk me toe en ledigde het, waarna hij opstond met een diepen zucht. En U gelooft dat verhaal nu? vroeg iemand van ons, toen de kapitein weg was. Hij haalde zijn schouders op. Als het niet waar is... dan zou het waar kunnen zijn! Als er zoo'n tooverdrank bestond, geloof ik niet, dat de wereld er een greintje beter door zou worden. Het zou alleen nog wat lastiger worden en onaange namer zijn. Want wie steelt, liegt en bedriegt, zou dat toch doen, of trachten te doen... en den bestolenen en belogenen zouden zich geen enkele illusie meer kun nen veroorloven! LOUIS L. DEBAY. nooit bepaald dronken werd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1933 | | pagina 7