Betoovering!
j U'T de OMGEVING
Rumoerige nacht in Dublin.
Shaw in de étalage.
Annexatieplannen heeft Duitschland niet.
Auto-ongeluk te Limmen.
Staatsloterij.
Kort
verhaal
TANG ENVirjK
De tuinbouwers die langen tijd aan alle moeilijkhe
den het hoofd hebben geboden, de wanhoop hebben
verdreven en den moed er in hebben gehouden, zien
thans geen uitkomst meer. Moedeloosheid begint zich
van hen meester te maken. De steun, dien zij hebben
ontvangen, is zoo gering geweest, dat velen al dieper
Jn de schulden zijn geraakt en aan hun vroeger aan-
gegane verplichtingen niet meer kunnen voldoen, het
ergste, dat de meesten onder hen kan overkomen en
wat hen moedeloos, vaak onverschillig maakt. Wij
kennen er verschillende, die vroeger nooit een cent
schuldt maakten en nu „op de pof' moeten leven- Is
het wonder, dat zij. die geen uitkomst meer zien. geen
middelen meer hebben, om hun bedrijf voort te zet
ten, zich niet meer bekommeren over de vraag naar
de wijze .waarop in hun toestand verbetering kan
worden gebracht. Of dit zal zijn langs legalen of illl-
galen weg, het is hun onverschillig. En waar zij mee-
nen, dat, bij het volgen van den wettelijken, den par
lementairen weg, het resultaat is geweest, dat zij a.1
verder tot het pauperdom zijn vervallen, trekken zij
zich van theoretische beschouwingen over het al- of
niet-verkeerde van hun inzicht of mentaliteit niets
meer aan. Deze overwegingen zijn het, die in den
Neutralen Bond van Boeren, Land- en Tuinbouwers
bij een deel der leden een geest hebben doen ontstaan,
die van den tot nu toe gevolgden weg willen afwijken
en een ander pad inslaan. In het Hoofdbestuur van
genoemden Bond worden aanhangers gevonden van te
blijven voortgaan op denzelfden weg ter verkrijging
van betere hulp en steun, maar ook van te breken
met de gevolgde methode. Het besloot intusschen de
leden zelf uitspraak te laten en zelf te laten bepalen,
welken kant de Bond uitmoet. „Wat moet er gebeu
ren?" is de vraag, die onder deze omstandigheden
aan de orde wordt gesteld door het Hoofdbestuur en
die. vóór 14 October, wanneer een buitengewoon con
gres van den Bond zal worden gehouden, in de ver
schillende afdeelingen nader onder het oog zal wor
den gezien. De beantwoording van die vraag is nar
turlijk zeer verschillend.
De steen der wijzen is nog niet gevonden en wij dur
ven wel te voorspellen, dat die ook in deze bijzonder
moeilijke zaak wel niet gevonden zal worden. Daar
voor zijn de toestanden en omstandigheden veel te
gecompliceerd en zijn de tijden, die getuige zijn van
een internationale verwarring op economisch gebied,
van te ernstigen %ard om hier het verlossende woord
te spreken. Maar dat de meeningen sterk tegen el
kaar inbotsen. is begrijpelijk; moge die botsing „du
choc des opinions jaillit la vérité" tot gevolg hebben.
OUD KARSPEL,
In allerhaast is alhier een comité gevormd, dat bij
Het vertrek van dokter Vogelenzang uiting wil geven
aan de gevoelens, welke de vele oud-patiënten «n
vrienden den scheidenden geneesheer toedragen.
Met het oog daarop heeft het comité tegen Vrijdag
avond a-s. een afscheidsavond georganiseerd voor hen,
die van hun vriend en geneesheer afschied wllen ne
men. Naar wij vernemen wordt het op prijs gesteld,
als allen om half negen aanwezig zijn.
Wij twijfelen er niet aan, of velen zullen van deze
gelegenheid gebruik maken.
NOO RDSCHARW OUDE.
De Mosselenbrug is thans zoover gereed, dat kleine
schuitjes en vletten er onder door kunnen varen. Met
grootere motoren is dit nog iet het geval.
W I E R I N G E N
DEN OEVER.
Wij meldden onlangs dat de heer J. Tijsen in een
op het land staande fuik een edelmarter (geen edel-
karper) had gevangen. Dit bericht werd door de
groote pers overgenomen en naar aanleiding daarvan
keeg de heer Tysen uit Den Haag van een Pelterijen-
handel een aanbieding om de marter te verkoopen.
waarop de heer Tijsen niet kon ingaan, daar het
beestje denzelfden dag bij het overbrengen naar een
andere plaats uit een zak ontsnapte, waarin het tijde
lijk moest worden geborgen. Dit verlies beteekent een
flink schadepostje voor den heer Tijsen, die reeds van
andere zijde een bod van f 35 voor het diertje had
ontvangen. Vermeld dient nog te worden, dat de aan
bieding uit Den Haag als postadres vermeldde: „Den
WelEd. Heer J. Tijsen, vanger van de eerste marter,
Wieringen". Dat het, ondanks de vele Tysen's op Wie-
ringen. den postbesteller gemakkelijk viel met dit
adres den juisten man te vinden, zal wel geen nadere
uitleg behoeven.
Van huis weggeloopen?
Door den heer C. Tijsen MCz. werd gistermiddag in
schreienden toestand een 14-jarigen jongen aangetrof
fen, welke uit Leeuwarden bleek te komen. De knaap
lag langs den weg en wilde aanvankelijk geen antwoord
geven op. de hem gestelde vragen. Nadat de politie er
mede in kennis was gesteld, bleek dat hij uit Leeuwar
den was komen fietsen, daar hy volgens zijn zeggen
door zijn moeder uit huis was gestuurd onder toevoe
ging van de woorden: „d'r uit en er niet meer in!". Of
hier sprake is van ontaarde ouders dan wel dat do
knaap iets op zijn geweten heeft, en niet meer thui3
durfde te komen, zal de politie wel nader uitzoeken.
ANNA P AU 10WNA
Loop der bevolking.
Ingekomen: Mej. M. Zon van Den Helder; P. Kooij
van Wonseradeel; Mej. A. T. Barneveld van Naarden:
C. Drayer van Wonseradeel; Mej. P. M. Zeestralen van
Den Helder; Ch. van Weelde van Driewegen; J. W.
Lammers van Winkel; Mej. J. Hoogesteger van Wie-
ringen,
Vertrokken: Mej. M. J. Heikens naar Wedde; C. Pee
reboom naar Hoogkarspel; H. Lampersky naar Duitsch
l«nd; N. J. J. de Wit naar Den Helder; J. Blankman
en familie naar Den Helder; J. Andringa en familie
naar Den Helder.
Burgerlijke stand:
Geboren: Petronella Cornelia. dochter van M. Kraak
en G. Prulssen, Neeltje Catharina, dochter van F. de
Klerk en J. J. Huige; Maartje, dochter van J. Kroes
en J. G. Vos.
Overleden: K. Jonge jan, oud 71 jaar.
Politie.
Verloren: een driehoekige reflector; een zak, inhou
dende 15 a 20 leege zakken; een rijwielplaatje, en re
serveband met velg van auto.
Gevonden: een rijwiel plaatje in étui.
Aan komen loopen: een zwart en bruin hondje.
HARENKARSPEL
DIRKSHORN.
Politie. Verloren: een geldig rijwielbelastingmerk.
Inlichtingen by de Politie.
Botsihg tusschen betoogers en politie.
Verscheidene gewonden.
Reuter meldt uit Dublin:
Na een republikeinsche vergadering, welke gehou
den werd ten gunste van de republikeinsche gevange
nen in den Ierschen Vrijstaat en waarop de regee
ringDe Valera heftig werd aangevallen, hebben
gisternacht hier ter stede hevige gevechten plaats ge
had.
Met allerlei soorten projectielen werd naar de po
litie geworpen en toen deze ook aangevallen werii,
werden eenige charges uitgevoerd, waarop een hevig
gevecht volgde.
De politie bleef tenslotte meester van den toestand.
Vijftien betoogers moesten naar het ziekenhuis ver
voerd worden.
De toestand is thans weder rustig.
Nader uit Dublin: Tegen den secretaris-generaal
van de organisatie der blauwhemden is een bevel tot
arrestatie uitgevaardigd.
Naar verluidt zullen alle leiders van de oppositie
partij gearresteerd worden. Drie leiders der Cosgrave-
partij, van wie er twee leden van het parlement zijn,
moesten gisteren voor de rechtbank verschijnen.
In levende lijve.
Door Reuter ondervraagd of hij nog eens het voor
beeld zou gaan volgen van dc Italiaansche schrijfster
Lily Ciampolillo, die in het centrum van de stad Mi
laan aan een boekenstalletje zit en haar eigen wer
ken verkoopt, waarmee zij groot succes oogst, ant
woordde Bernard Shaw, de wereldvermaarde Iersche
schrijver, dat het daar nog eens van zou kunnen ko
men.
„Ik heb mijn uitgevers wel eens voorgesteld", zoo
vervolgde Shaw, „dat ik in hun étalages zou gaan
zitten en mijn werken in het publiek zou schrijven.
Het idéé van Lily Ciampolillo staat mij wel aan en
zelf heb ik het verscheidene malen aanbevolen.
Toen ik kort geleden op Ceylon was, zag ik op
een Zondagmorgen op een marktplein een man zit
ten met een groote menschenmenigte om zich heen.
Ik dacht, dat het. een lid was van het Leger des
Heils, die uit den Bijbel voorlas, doch hij bleek een
dichter te zijn, die zijn eigen gedichten aan het ver
koopen was. Het idee is voortreffelijK."
Nederland kan gerust zijn.
V.D. verneemt uit Berlijn:
Rudolf Hess de plaatsvervanger van den „leider"
maakt, naar de Pruisische persdienst mededeelt, het
volgende bekend:
In eenige deelen van het buitenland heeft zich de
tegen Duitschland gerichte propaganda onlangs
meester gemaakt van de onware bewering, dat de
N.S.A.P. op den langen duur zou streven naar de in
lijving van gedeelten van Zwitserland, Nederland,
België, Denemarken e.d.
Hoe onzinnig de onderstelling ook is, zij vindt niet
temin hier en daar geloof. De rijksleiding stelt er
prijs op, vast te stellen, dat geen ernstig mensch in
Duitschland er aan denkt de onafhankelijkheid van
andere staten ook maar aan te tasten.
Dinsdagmiddag om ongeveer 4 uur heeft onder
Limmen een ernstig auto-ongeval plaats gehad,
waarbij de heer en mevrouw P. Stammes van Hoo-
gebieren (Barsingerhorn) werden gewond. Het echt
paar S. kwam vnn Haarlem en reed den grooten
weg af in de richting Alkmaar. Door de gladheid
van den weg slipte de auto plotseling en het mocht
den heer S. niet gelukken de wagen op den weg te
houden. Met een forschen slag sloeg de 6-cylinder
Willys tegen een langs den asphaltweg staanden
boom. De auto werd totaal vernield, de kap ver
splinterde, terwijl het heele rechter rijvlak van de
auto werd weggedrukt.
De zware vloerleggers werden weggeschoven,
waardoor de heel carrosserie ontzette.
De inzittenden bleken vrij ernstig gewond te zijn.
De heer Stammes, die chauffeerde, kreeg een diépe
snede boven over 't hoofd en lichte verwondingen
aan arm en been. Mevrouw Stammes moet inwen
dige kneuzingen hebben opgeloopen.
Al spoedig was geneeskundige hulp ter plaatse en
werd eerste hulp verleend. Daarna werden de ge
wonden per ziekenauto naar huis vervoerd.
De auto was een dichte 6-cylinder Willys 4 per-
soons, type 1930. De wagen was niet verzekerd.
Het ongeval is uitsluitend te wijten aan de glad
heid van den weg. Vooral in dit jaargetijde is het
rijden op geasphalteerde wegen, waarop rottende
bladeren liggen, zeer gevaarlijk.
Trekking van Dinsdag 26 September.
5e klases 6e lijst
Na 17852 f 26000.
No. 4092 f 10.000.
No. 12315 f 5000.
No. 5122 5681 20616 20678 f 1000.
No. 342 7844 15440 17531 f 400.
No. 2648 18766 20599 f 200.
No. 1335 1355 2304 3968 4289 4877 11843 12862 17842 f 100.
Prijzen van f 70.
113
272
314
533
551
658
803
903
1013
1063
1103
1129
1143
1154
1470
1472
1747
1995
2519
2528
2578
2703
2851
3086
3233
3291
3308
3450
3561
3680
3685
3740
3963
3999
4057
4154
4311
4438
4569
4626
4651
4668
4700
4839
4852
4781
4931
5041
5160
5187
5216
5260
5340
5403
5561
5604
5661
5713
5771
5804
5827
5831
5847
5933
5962
6030
6168
6178
6245
6284
6418
6559
6624
6714
6824
6849
6852
7041
7043
7075
7156
7164
7176
7233
7252
7329
7370
7382
7383
7415
7569
7613
7645
7901
7910
8005
8156
8174
8235
8372
8667
8795
8802
8816
8829
8935
9042
9043
9074
9173
9245
9250
9270
9271
9331
9452
9566
9616
9668
9802
9945 9955
9971
10043
10142
10277
10294
10305
10310
10375
10378
10440
10493
10582
10599
10706
10772
10823
10824
10872
11093
11142
11579
11626
11949
12022
12053
12119
12669
12761
12788
12935
13026
13089
13222
13308
13332
13345
13394
13435
13444
13458
13542
13560
13562
13803
13911
14081
14118
14125
14221
14257
14357
14456
14475
14520
14560
14700
14779
14903
14929
14947
14963
15052
15132
15311
15503
15589
15695
15735
15901
15915
15927
16004
16220
16286
16378
16648
16681
16690
16695
16754
16792
16884
17011
17054
17124
17286
17295
17324
17374
17449
17663
17797
18011
18072
18078
18079
18168
18318
18580
18614
18647
18811
18812
18816
18838
18880
18977
19094
19124
19130
19249
19312
19319
19331
19416
19437
19488
19564
19613
19649
19714
20160
20229
20410
20597
20719
20753
20869
20942
Trekking van Woensdag 27 September.
5e Klasse 7de Lijst
No. 12734 f 50.000.
Nos. 1169 4529 13006 en 16077 ieder f 1000.
Nos. 5056 8980 9495 en 11486 ieder f 400.
Nos. 4611 9444 10036 en 13328 ieder f 200.
Nos. 37 198 1744 2095 9409 9660 13551 14965 17123 19673
en 20179 ieder t 100.
Prijzen van f 70.
262 286 293 328 434 479 555 833
886 945 969 1024 1185 1394 1397 1475
1522 1551 1574 1905 1969 2036 2140 2153
2157 2188 2245 2327 2415 2433 2547 2566
2877 2937 3156 3177 3373 3393 3434 3487
3543 3613 3649 3674 3801 3837 3996 4125
4172 4357 4370 4411 4566 4712 4848 4983
5069 5089 5142 5257 5282 5315 5347 5425
5456 5501 5523 5631 5640 5756 5906 5975
5978 6193 6196 6219 6224 6375 6452 6453
6516 6547 6570 6574 6586 6672 6903 6932
7119 7144 7242 7337 7394 7474 7483 7559
7601 7614 7628 7728 7755 8049 8207 8262
8297 8404 8412 8429 8493 8781 8840 8881
8938 8964 9050 9214 9381 8572 9601 9641
9730 9816 9868
10217
10466
10928
10932
10940
10953
10989
11004
11017
11029
11170
11333
11353
11695
11739
11742
11803
11825
11827
11851
11918
12014
12016
12044
12125
12256
12302
12395
12421
12575
12592
12609
12628
12649
12651
12787
12790
12799
12932
12961
12970
13111
13251
13274
13395
13566
13663
13738
13866
13946
13963
14144
14322
14396
14472
14504
14529
14716
14807
14893
14986
15035
15111
15137
15171
15285
15333
15442
15637
15951
15968
16154
16291
16330
16451
16468
16489
16571
16617
16779
16888
16892
17012
17134
17164
17354
17356
17383
17406
17522
17546
17601
17632
17736
17976
18031
18088
18126
18276
18340
18447
18517
18595
18616
18807
19001
19110
19188
19201
19453
19478
19792
20207
20479
20504
20518
20533
20576
20624
20763
20892
20966
Ik zeg niet, dat dit zonderlinge verhaal waar is, zei
de oude kapitein, die zóó aardig kon vertellen en heel
wat in zijn leven had meegemaakt, héél wat menschen
had leeren kennen.
Het werd mijzelf verteld door iemand, die eens aan
boord was van mijn schip, toen ik op de thuisreis was
van Indië. Het was een interessante kerel, die zoowat
de heele wereld had rondgezworven. Hij was bruin
gebrand door de Afrikaansche en Indische hitte, had
met schurken verkeerd en de bekoring, en de geva-
ren. der wildernis leeren kennen; en heel
wat beleefd onder de zoogenaamde onbeschaafde vol
keren. Eens. toen we samen een praatje maakten
des avonds laat de meeste passagiers waren naar
bed, kwam hij ertoe mij dit zonderlinge te vertellen.
Ik erken, dat hij wat teveel gedronken had, het was
de eenige fout, die ik in hem ontdekte, hoewel hij
W« spraken over eeni
ge passagiers, over de
twisten en de liefdes
avontuurtjes die aan
boord plegen te ontstaan
over kleine intriges en
de onoprechtheid van
menschen onder elkan
der.
Och, zei hy. toch is
het wel goed, dat we
niet alles van elkander
weten,... zoo'n beetje leugen maakt het leven net dra-
gelijk.
Ik was he tniet met hem eens en zei, dat naar mijn
meening integendeel de heele maatschappij er wèl bij
zou varen, als iedereen zou weten, wat een ander
meende en wat niet!
Denk eens, zei ik, hoeveel ongelukkige huwelijken
zouden worden voorkomen, hoeveel politieke verwikke
lingen en oorlogen misschien.
Hij schudde het hoofd en bestelde nog een whiskey.
Neen, kapitein, zei hij, ik geloof er niets van. Wij
menschen zijn een raar soort. Ik zal U 'es iets vertel
len,... misschien zult U het niet gelooven. Als het mij
verteld werd, zou ik het ook niet gelooven.
Maar U hebt nogal wat meegemaakt en U weet,
net als ik dat onder onbeschaafde volkeren of wat wij
dan zoo plegen te noemen in onze blanke-ras-ver-
waandheid, dingen bestaan, waar wij niet goed bij-
kunnen.
Noem het tooverij, of een extra-zintuig, laten we
aanenmen, dat het wetenschappelijk te verklaren zou
zijn, maar het feit is er. dat er, tusschen een hoop
nonsens inderdaad onverklaarbare dingen zijn.
Welnu, toen ik eens in Afrika een expeditie mee
maakte, kwam ik in aanraking met een stam, die
bijzonder afgezonderd leefde, en daar ze nog weinig
met blanken in aanraking waren gekomen, nog bij
zonder eerlijk was en diverse andere deugden bezat,
die bij naderen omgang met ons plegen te verdwijnen.
Ze waren echter bijzonder schuw en vermeden ons als
de pest. Ik kwam echter met een van dat goedje in
aanraking, doordat we op een dag, op de tijgerjacht,
nog net konden voorkomen, dat één van hun werd
verscheurd. De kerel had anders al een paar aardige
scheurtjes beet, voordat ik den tijger neerschoot en
mijn metgezellen stelden voor hem maar te laten
liggen.
Hij zou dan wel worden weggehaald door zijn stam-
genooten of sterven. Belde vond men onbelangrijk. Ik
voor mij, heb er nooit zoo gemakkelijk over kunnen
denken. Een mensch is een mensch, zwart, wit, geel
of groen voor myn part. Ik sleepte dus dit bruine
mensch mee en verbond hem en daar ze taai waren
als de dieren, kwam hij bij en wiseslde enkele woor
den met mij in dialect, dat ik een beetje kende van
myn dragers. Er is soms in die lui iets, dat van aan
geboren gratie en adel getuigt, waar je niet goed bij
komt. Ik vermoedde, dat hij wel tot de fijne lui van
zijn stam behoorde, en Inderdaad bleek hij de zoon
van een stafhoofd te zijn. Hij verzocht mij een bood
schapper te zenden naar zijn staan', en dan zou men
hem komen halen. En hij gaf den man in kwestie een
halssnoer mede, dat hij droeg, om hem te beveiligen,
tegen eventueele vijandigheden.
Wel, de man. kwam terug me teen paar van die lui
en ze sleepten den gewonde mee. Hij had koorts als
een paard en ik dacht niet, dat hij het overleven
zou. Voordat hij ging gaf ik hem nog een drankje in
en gaf de flesch mede aan zijn stamgenooten, hun
zeggend: „hem nu en dan wat ervan te geven". We
trokken eenige dagen later de wildernis verder in en
weken verliepen.
Het was op den terugweg, dat mijn gewonde op-
daagd, nu springlevend, vergezeld van een paar ande
re bruine jongens, die allerlei geschenken meebrach
ten. Er waren interessante dingen bij. Het leek me
een mooie gelegenheid om bijzonderheden omtrent het
leven dezer menschen te verkrijgen, en ik besprak de
mogelijkheid om eens een bezoek te brengen. Dit ge
lukte me. Ik werd er gevierd als een soort koning, en
maakte onder anderen een soort rechtspraak mede.
Toen hoorde ik voor het eerst in mijn leven spreken
van een tooverdrank, die de .medicijnman" van den
stam een beklaagde ingaf, waardoor hij gedwongen
werd de waarheid te zeggen. Ik geloofde er natuur
lijk niets van, maar het was een feit, dat, zoover ik
de zaak kon volgen, de beklaagde op merkwaardige
wijze zichzelf tegensprak. Als men hem vroeg, of hij
schuldig was, ontkende hij heftig en voegde er dan
opeens bij: Ja. ik ben schuldig. En zoo ging het ver
der. Hij scheen zioh in te spannen om te liegen, en
sprak de waarheid vanzelf er achter aan.
Ik geloofde aan suggestie, dolh in ieder geval wilde
ik iets van dien drank hebben. Mijn vriend beloofde
het mij. Het was niet gemakkelijk, want het was een
„heilige drank". Hij bracht me tenslotte een klein
fleschje ervan, als afscheidsgeschenk en zeide, dat
enkele druppels reeds voldoende waren.
Ik nam de proef voor het eerst, toen ik aan boord
was. Er was een echtpaar waarmee ik nogal veel
verkeerde, aardige menschen, schijnbaar ook gelukkig
en eensgezind. Ik meende dat er geen catastrophes
eruit konden bestaan. Hoe had ik me vergist! Nauwe
lijks hadden ze enkele druppels in hun thee naar
binnen gekregen of het volgende gesprek begon.
Hij: Lieveling, wordt het niet te frisch voor je bo
ven? Ik wou, dat je nu eens wegging, je verveelt me
gruwelijk.
Zij: Schat, ik heb mijn shawl. Ja, ik zal je alleen laten
opdat je weer eens kunt flirten met die knappe we
duwe, huichelaar!
Hij: Die weduwe, je weet, dat ik alleen van jou
houd! Begrijp je dan nog altijd niet dat ik meer dan
genoeg van jou hebt!
Zij: Als ik jaloersch ben, is dat uit liefde, schat. Ik
trouwde je voor je geld, maar ik wensch niet belache
lijk te zijn.
Het ging zoo een half uur door. Toen scheen het
drankje uitgewerkt te zijn en het gekke is, dat zij alle
twee niet konden herinneren wat ze allemaal gezegd
hadden.
Zij deden wat overmatig lief tegen elkander en on
rustig. Ik herhaalde mijn proef toen ik in Londen was.
Weliswaar moet ik erkennen, dat het me waarschijn
lijk geld bespaarde, maar het was geen aangename
gewaarwording toen een van mijn oudste vrienden,
die ik bezat en dien ik vertrouwde als mijzelf, me on
omwonden mededeelde, dat hij zijn best deed een deel
van mijn vermogen afhandig tè maken. Evenmin was
het leuk, toen het aardige meisje, dat zoo onschuldig
en teer naar me kon opkijken, na enkele druppels t®
hebben ingekregen, bekende dat ze „me verschrikke
lijk vond, doch dat ze door haar vader gedwongen
werd, me te vangen". Om te zwijgen van de vele, niet
onvermakelijke scènetjes met kennissen, zakenlieden,
hotelbeden, enz. enz. Ik ben tenslotte tot de conclusie
gekomen dat het weten van de waarheid nuttig kan
zijn, doch niet bijdraagt tot het geluk van den mensch.
En hebt U het fleschje nog? vroeg ik.
Hij scheen wat verlegen.
N...een, als de dwaas, die ik was vertelde ik er-
van tegen een meisje en zij wilde, moest ervan drin
ken maar ze wilde, dat ik het ook deed. We waren
erg verliefd en wilden trouwen. We waren nóg ver
liefd, we hielden nog méér van elkaar toen we dat
drankje hadden geslikt, maar... we vertelden de
waarheid... alle twee... over ons karakter... ons ver
leden, enz. enz. Toen het was uitgewerkt, wisten we
géén van beiden precies, wat we gezegd hadden, maar
getrouwd zijn we niet!
En toen?
Toen heb ik dat fleschje in zee gegooid, de eerst
volgende maal dat ik aan boord was. Het had me wat
geld bespaard, maar zooveel illusies gekost, en mis
schien, wie weet hoe gelukkig ik had kunnen worden.
Een heerlijk, gelukkig huiselijk leven.
Ik heb er altijd berouw van gehad. Wat deed het er
toe, hoe ons verleden, ons karakter was, als we el
kander lief-hadden?
Het spijt me, dat ik dat op haar aandringen toegaf,
wat van dat goedje te slikken, het heeft me het laat
ste restje vertrouwen in de men9chheid ontnomen.
Geloof me... beste kapitein... wij moeten ons hou
den aan deze dranken. En hij hield zijn glas whiskey
op, dronk me toe en ledigde het, waarna hij opstond
met een diepen zucht.
En U gelooft dat verhaal nu? vroeg iemand van
ons, toen de kapitein weg was.
Hij haalde zijn schouders op.
Als het niet waar is... dan zou het waar kunnen
zijn! Als er zoo'n tooverdrank bestond, geloof ik niet,
dat de wereld er een greintje beter door zou worden.
Het zou alleen nog wat lastiger worden en onaange
namer zijn. Want wie steelt, liegt en bedriegt, zou dat
toch doen, of trachten te doen... en den bestolenen en
belogenen zouden zich geen enkele illusie meer kun
nen veroorloven!
LOUIS L. DEBAY.
nooit bepaald dronken werd.