Zijn laatste avontuur Arrondissementsrechtbank te Alkmaar MEERVOUDIGE STRAFKAMER. ZITTING VAN DINSDAG 10 OCTOBER. Den Helder. WEER 'N ZWIJNTJESJAGBR OP HET BOETE-BANKJE. In den persoon van den 21-jarigen te Den Helder ge boren en te Amsterdam wonende, doch thans geïnter neerde te Alkmaar, Cornelis de B., begroetten wij weer een zwijntjesjager. De sportsman bevond zich op 6 Au gustus in gezelschap van zijn dulcinea te Schoorl en nam alstoen de vrijheid een aan zekeren, tot zijn fi nancieel e schade niet verschenen heer C. Modder toe- behoorend rijwiel mee te pakken, ten einde zijn nel- math weer te kunnen bereiken. De fiets voerde echter geen licht en dus viel hij onderweg in de handjes van Hermandad, welks vertegenwoordiger hij ook nog een valschen naam trachtte op te dringen. De domme jon geling stond heden terecht en was door mr. Scholten in juridische bescherming genomen. Met betrekking tot de reclasseering scheen de ver dachte nogal minder sympathieke meeningen te heb ben. De Officier requireerde in verband met de vrij zinnige denkbeelden van mijnheer Cornelis de 'B. om trent mijn en dijn, 10 maanden gevangenisstraf. Mr. Scholten miste het noodige geestelijk contact met dezen niet bepaald gevaarlijken recidivist en kon zich dus niet volkomen geven; evenwel waagde pleiter een poging om betere condities voor zijn cliënt, die zwaar door werkloosheid is gedemoraliseerd, te bedingen en verzocht clementie, ook in verband met den tijd door verdachte ls voorarrest doorgebracht. Z ij d e w 1 n d. BE7T REGENT GEEN STERKEN, MAAR RIJWIELDIEVEN! De 19-jalge Jan B., geboren 6 October 1914 te Vel- zen. laatstelijk wonende te IJmuiden, thans vertoevende in de rijksbewaarplaats voor strafwaardige justitiabel len te Alkmaar, in welks sierlijke uniform, die nog geen enkeie moderne verbetering heeft ondergaan, hij heden voor het meervoudig college verscheen, zulks ter zake van een op 8 Augustus j.1. te Zijdewind gepleegden rij wieldiefstal, op welk lieflijk dorp hij volgens dagvaar ding een flets, merk „Sonja" had geharpoeneerd, toe- behoorende aan den landbouwer Ariën Bruin. Ver dachte bleek echter, ondanks de vaderlijke en soms zelfs roerende toespraak van den president, mr. Lede- boer, absoluut niet genegen het strafbare feit te er kennen. Hij vroeg beleefd het woord, als bevond bij zich op een politieke vergadering en debiteerde toen een heel verhaal van menschen met een draaiorgel, met het pakkend slot, dat hij geen rijwiel had ingepikt. Het bewijs moest dus alzoo gefabriceerd gorden uit de verklaringen der vier gedagvaarde getuigen, waar onder ook de eigenaar van het ontvreemde karretje. Deze had zijn rijwiel geplaatst bij den winkel van zijn vader, alwaar hij een pakje tabak ging koopen. Toen de transactie met vader was gesloten, miste getuige zijn dierbare Sonja en heeft haar sindsdien niet meer teruggezien. De scheiding viel hem zwaar; want het was hem een lust, „Sonja" te mogen berijden. Een leelijk punt in het nadeel van verdachte was, dat de getuige C. W. Post een op Jan B. gelijkend individu in de nabijheid van het karretje had zien rondzwerven. Hij had met dat persoontje, dat zoo hij beweerde, had gevent met potlooden. een gesprek gevoerd en toen werd hem ook verteld, dat hij voornemens was naar Alkmaar te tippelen en als hij nog idéé had, naar Be verwijk. Een buurjuffrouw van den winkelier, mej. Tromp, had een op verdachte gelijkend wezen, zioh per rijwiel zien verwijderen. Een op de zitting aanwezige situatlekaart, heel ao- liede in blauw uitgevoerd, moest de verklaringen ver duidelijken. De laatste getuige, tuinder Gerard Porte- igijs, had zich vermaakt met grasmaaien en uit de richting Zijdewind voorbij zien fietsen een jong slank mannetje. Dit was op pl.m. 300 meter afstand van Bruin senior's woning. Pertinent werd echter verdachte ook door dézen getuige niet herkend. Gelet op het onrustbarend aantal rijwieldiefstallen, waarvan de daders allen op het kerkhof rusten, was de Officier nog al in zijn sas over deze vondst en trachtte nu de met belangstelling luisterende recht bank duidelijk te maken, dat uit de omstandigheden kon worden gedistilleerd, de vereenzelviging van dezen verdachte met den rijwieldief. Na dat wonder van Aphrodite aldus naar zijn beste vermogen te hebben gereconstrueerd, had de Officier den moed, schuldig verklaring en veroordeeling tot 1 jaar gevangenisstraf te requireeren. De verdachte, gansch niet verslagen, volhardde met aanvoering van redenen, rotsvast bij zijn ontkentenis. Mr. G. A de Lange zijn juridische mentor, ontkende met niet minder ijver de aanwezigheid van eenig deug delijk bewijs, door hem meer in 't breede aangetoond én concludeerde derhalve vrijspraak. FEUILLETON. Humoristische roman van JOH BRANDT. 17. De beide achter Rolf rijdenden benutten het gunstige oogenhllk en sloten zich in een minimum van tijd bij den voorste aan. Voor Rolf was er nu geen plaats meer tusschen hen in. Als het hem niet gelukte voorbij te komen. {Jan was hij uitgeschakeld. Hij had het midden van de bocht bereikt. De baan begon reeds weer af te loopen. Toen zette hij plotseling aan.-Als met een sprong schoot de wagen vooruit, daar bij gesteund door het hellende terrein. In een vlakke boog gleed hij naar de rechter zijde van de eerste auto. Parallel met deze raasde h\j voort. De koelers waren op gelijke hoogte van elkaar. Met taaie energie haalde Rolf het laatste uit zichzelf en uit zijn machine. Langzaam wist hij terrein te win nen. Centimeter na centimeter. Op de tribune en langs de baan rekte men de halzen om toch maar niets van het interessante schouwspel, dat deze verbitterde strijd bood te missen. Rolf klemde de tanden opeen. Zij sla- pen bonsden en zijn lichaam strekte zioh onder de pijn lijke spanning van zijn spieren. Maar onweerstaanbaar drong hij zioh naar voren. Steeds meer bleven de an deren achter. De sohier onuitputtelijke drijfkracht van zijn ijzeren wil zegevierde. Met vier lengten voorsprong ging hij als eerste door de finish. Eenige honderden meters liepen de wagens nog door, eer zij tot stilstand konden woiden gebracht. Daarna wendde de inzittenden het stuur en reden langzaam voorbij de tribune. Daverende bijvalsbetuigingen daalden op hen neer. Aan de toejuichingen en het hoerageroep scheen geen einde te zullen komen. Zoo'n feilen strijd had men nog nooit aanschouwd. Slechts zelden kwam het voor. dat gelijkwaardige krachten elkaar het vuur zoo na aan de schenen legden. Henry zwaaide uitgelaten met zijn hoed. „Tree cheers for Unlversal", schreeuwde hij, terwijl Castrcum. DE CHOCOLADE-AUTOMAAT VAN CASTRIOUM. Het gemeentebestuur en raad van Castricum was blijkbaar de meening toegedaan, dat de Winkelslui tingswet nog niet ver genoeg ging de winkeliers te dupeeren en had in artikel 44a der gemeenteverorde ning strafbaar gesteld het gebruik van auto-maten. De heer N. W. Portegies, winkelier aldaar, had het er echter op gewaagd en een chocolade-automaat in werking gesteld, met gevolg, dat tegen hem proces verbaal werd opgemaakt. Als proefkonijn versoheen hij op 31 Maart voor den Kantonrechter Mr. Bastert, die het gemeentebestuur in 't gelijk stelde en verdach te veroordeelde tot f 3 boete subs. 3 dagen hechtenis- Ten einde In hoogere instantie e*en principleele be slissing uit te lokken, ging de veroordeelde in hooger beroep, dat heden werd behandeld. Appellant was per soonlijk niet verschenen, evenmin zijn gemachtigde. De Officier bleek het niet eens te zijn met het von nis, dat naar zijne meening moest worden vernietigd, omdat in de Winkelsluitigswet deze aangelegenheid ia geregeld, zoodat de verordening niet verbindbaar moet worden geaoht. Gevorderd werd dus vernietiging van het gewezen vonnis en ontslag van alle rechtsvervol ging. Alkmaar. NASPEL VAN EEN CHAMPAGNE-FUIFJE. De ex-verlofhouder tot verkoop van zwak-alcoholisohe dranken in een Inmiddels verdwenen champagne-ciden- bar te •Alkmaar, de heer J. J. v. d. K., was door den kantonrechter op 21 April veroordeeld tot f 60 boete of 40 dagen, zulks naar aanleiding van het feit dat hij in den nacht van 10 op 11 Januari j.1 aan een dame en heer in zijn binnenkamer champagne zou hebben ver strekt. Naar aanleiding van de buitengewoon zware boete was de veroordeelde in hooger beroep gekomen- Het bleek echter dat dit appèl een veel verder strek kende uitwerking had, dan hij zelf had durven hopen. De Officier toch verklaarde het met dit vonnis ab soluut oneens te zijn. In de eerste plaats was het hem niet duidelijk, waarom het een verlofhouder niet vrij zou staan, in zijn huiskamer, dus buiten de verlofloca- liteit een glas champagne te schenken. Bovendien was in bedoeld vonnis niet. opgenomen, dat die champagne- levering in het klein was geschied, terwijl zulks in 't groot niet strafbaar was gesteld. Van meening zijnde, dat hier dus geen strafbaar feit was gepleegd,, requireerde de Officier vernietiging van het desbetreffende vonnis en ontslag van alle rechts vervolging. Bergen. ERNSTIGE AANRIJDING VAN EEN KIND TE BERGEN. ONVERWACHTE, VOOR DEN VERDACHTE GUNSTIGE WENDING IN HE7T PROCES. Na de pauze stond terecht de 19-jarige sleeper Adri- anus Theodorus B„ wonende te Bergen, aan wien was ten laste gelegd het toebrengen van ernstig lichame lijk letsel aan de 7-jarige Maria Gerarda Verburgydie hij op 2 Juni aldaar met de door hem bestuurde vracht auto, waarvan dé stuurinrichting niet in orde was, had aangereden, met het noodlottig gevolg, dat de Het teeken der overwinning Den Itailaanschen boksreus (rechts) wordt de kampl- oensgordel overhandigd, dien hij dezen zomer door zijn overwinning op Jack Sharkey veroverde. kleine, die in het gras langs den rijweg speelde, een schedelbasisfractuur en een gekneusde rib bekwam. De arme kleine was geheel bewusteloos, en werd naar Alkmaar vrvoerd, doch thans, dank zij de goede me dische zorgen van Dr. Van Dam, weer geheel hersteld, zoodat zij heden op haar kinderlijke manier een ver klaring kan .afleggen. Ter eere van de gewichtige ge legenheid droeg zij een feestelijke witte strik in 't haar. De heer W. van Hulst, le-luitenant bij den militai ren motordienst, had proeven genomen met de in be slag genomen vrachtauto en geconstateerd, dat de stuurinrichting geheel onvoldoende was. Zijn bevindin gen had hij nader verduidelijkt door eenige teeke- ningen. Diverse gebreken der vrachtauto waren zoo successievelijk verschenen en de deskundige verklaar de pertinent, dat de slechte stuurinrichting, waardoor het motorrijtuig over den weg slingerde, de vermoede lijke oorzaak was van de aanrijding. Bedoeld stuur was wel eenigermate gerepareerd, doch ondeskundig en onvoldoende. De stuurinrichting vormde een stuk van overtuiging en was als zoodanig aanwezig, doch nie mand was nieuwsgierig naar de onthulling van dit ©enigszins op een Egyptische mummie gelijkend cor pus delictie. Verdachte gaf toe zelf ook aan de stuur inrichting geprutst te hebben. Hij was zelf geen mon- SLAGERSBRUILOFT IN SCHOTLAND. Onder een alles behalve vriendelijke haag door, bestaande uit hakmessen en andeore slagers-attributen, schrijdt het jonge paar naar de kerk. hij een Indiaansche krijgsdans uitvoerde. „America for ever!" Ook Mabel was van louter opwinding het bloed naar het hoofd gestegen. Haar oogen glansden koortsachtig. Zij kneep Allee in den arm, maar deze scheen daar niets van te merken. Zelfs Carolin had haar gewone kalmte verloren. Emil deelde ten volle in de algemeene geestdrift. Dat was toch nog wat anders dan de bokswedstrijden in de vereeniging „Rotsvast", waarin zijn Intieme kennissen hun krachten met elkaar plachten te meten en daar mee Emirs sportieve belangstelling tot den hoogsten graad hadden weten op te voeren. „Prachtig, prachtig!" mompelde hij waardeerend. „Die kerels hebben een tempo in d'r lijf, dat je er duizelig van wordt. En wat die jongen daar gelapt beeft dat-le er zoo kalm tusschenuit kneep. Heb jij er eenig idéé van", wendde hij zich tot Kestenberg, „hoe die knaap heet? Ach man, je hebt nog niet eens een programma! Zeker weer bang een dubbeltje te veel uit te geven, wat? Een mooie gastheer!" In Kestenberg's oogen glinsterde leedvermaak. „Ik heb geen programma noodig. Ik weet het zoo ook wel." „Ken je hem dan?" vroeg Emil. „Natuurlijk," knikte Kestenberg triomfantelijk, „hij heeft een naam, die jou ook niet heelemaal onbekend la." „Dan ben ik toch nieuwsgierig." Kestenberg boog zich thans dicht tot zijn gast over. En met ware wellust slingerde hij dezen in het gelaat.: „Zijn naam ia graaf Rolf Godau!" Als door den bliksem getroffen viel Emil op zijn plaats terug. XV. De slag was met geraffineerde berekening toege bracht. Juist op het gunstige oogenblik. En hij had doel getroffen. Emil had een gevoel in zijn hoofd, alsof daar een mil- lioen mieren over elkaar kropen. Hij was niet in staat logisch te denken, laat staan te overleggen. Het soheen hem, alsof hij in het donker met zijn hoofd tegen een muur was geloopen. Onwillekeurig streek hij met de hand over het voorhoofd om den buil te betasten. Kestenberg nam thans naast hpm plaats, legde do arm op de leuning van zijn stoel en begon hem toe te spreken. Met snijdend cynisme op half gedempten toon en met heimelijk, maar niet geheel te verbergen „leed vermaak over deze welgeslaagdo wraakneming. Nou, jongeman, wat zeg je daarvan? Kestenberg is toch niet zoo dom als je gedacht had, wat? Dat zul Je toch moeten toegeven. Eere, wien eere toekomt!" Emil kon alles verdragen, slechts geen spot, welke ten doel had zijri slimheid belachelijk te maken. Hij had wel degelijk begrepen, dat zijn plotseling zoo vriendelijk geworden compagnon Iets in zijn schild voerde, maar een zoo gerafineerde streek had zelfs de slimste onder zijn kornuiten niet kunnen vermoeden. „Schoft!" barstte hij uit, daarbij een beweging maken de, alsof hij Kestenberg naar de keel wilde vliegen. Dooh deze legde snel zijn hand op Emirs schouder. „Kalm aan, beste jongen," beet hij hem toe, „anders zou je nog eens wat kunnen beleven. Hier behoef je je niet zoo aan te stellen als onder vier oogen in m'n kantoor. Kijk maar eens om je heen. Al die menschen zouden mij in bescherming nemen, wanneer je meende tot handtastelijkheden te moeten overgaan. Bovendien is er politie genoeg om een mannetje met een zoo bela den strafregister als jij eens behoorlijk onder handen te nemen. Nu ben ik de baas, waarde heer." Emil zweeg tandenknarsend. Hij zat in den val en daarbij was hij nog weerloozer dan Kestenberg ver moedde. De politie was hem op de hielen en met zijn arrestatie zou zij een goede vangst doen. Wat baatte het hem of hij den ander meetrok. Hijl zelf zat zoo vast als een muur. Maar dat wist Kestenberg niet en daar van was misschien nog gebruik te maken. „Probeer maar eens om me te verraden," zei hij na een lange pauze. „Dan vlieg je er mee in. Ik behoef maar één woord te zeggen over de handteekeningen." „Vergis je niet!" viel Kestenberg hem, valsch lachend in de rede. „Vergis je niet, vriend! Nu ik er zeker van ben, dat graaf Godau nog in leven is, is de situatie veranderd. Ik had n.1. recht op het geld, dat je mij door je handteekeningen verschaft hebt. Graaf Godau zal ten allen tijde bereid zijn dat te bevestigen. En wat die handteekeningen betreft? Wie kan mij bewijzen, waar ik die vandaan heb?" „Dat bewijs kan ik leveren!" „Dat geloof ik niet. Zoover ik weet, is bij ons onder houd nooit een getuige geweest." „Je vergeet den brief", troefde Emil. „Welke brief?" informeerde Kestenberg, kwasi ver- wonderd. „Ik herinner me niets van een brief." „Houd je toch niet van den domme! Wat zwart op wit staat, zal je toch niet ontkennen. Zoo link is Emil ook nog, dat hij zoo iets niet uit handen geeft. Die brief zegt alles en ligt veilig op m'n kamer in 't ho tel..." „Dat is een groote vergissing!" Kestenberg grijnsde over het geheele gezicht. „Die tour, doch zijn broer, die beter op de hoogte was, bad zijn reparaties in orde bevonden. Verdachte kwam op het moment der aanrijding uit den Russenweg. De stop- apparaten waren naar zijn meening wel in orde. Vol gens verdachte sloegen de wielen van zijn wagen eens klaps om in de richting van de bij de kerk spelende kinderen. Hij zelf kwam uit de J. van Oldenburglaan. Hij probeerde vruchteloos de kinderen mis te rijden; evenmin kon hij tijdig meer stoppen. De vijf resteerende getuigen werden na bespreking voor de groene tafel daarop collectief binnen geroepen, waarop de officier verklaarde te desisteeren van het verhoor der getuigen a charge en vrijspraak te re quireeren. De verdediger, mr. Judell, scheen er echter nog bijzonder op gesteld den monteur Koopman als ge tuige a décharge te doen hooren. Ben jij getuige a décharge? vroeg de president mr.. Ledeboer. Ja zei de getuige verward, tot algemeene hilariteit, ik weet niet hoe of dat heet, hoor! Deze monteur verklaarde daarop eenigen tijd te voren de stuurinrichting etc. te hebben nagezien en vol komen in orde te hebben gemaakt. Bij dezen voor den verdachte hoogst gunstigen stand van zaken, kon mr. Judell zijn pleidooi belangrijk be korten en bepaalde pleiter zdch met het leedwezen van zijn cliënt over het gebeurde te vertolken en voorts aan te toonen, dat dergelijke ongevallen gewoonlijk niet kunen worden voorkomen. Pleiter refereerde zich tenslotte aan het vrijsprekend requisitoir., Uitspraak In alle zaken 17 October. OOGONDERZOEK-INRICHTING GROOTSTE KEUZE BRILMONTUREN EN GLAZEN SPECIALE REPARATIE-INRICHTING W. C. VAN GEELEN GEDIPLOMEERD OPTICIEN - REFRACTIONIST LAGEZIJDE B40 TEL. 26. SCHAGEN. OOGONDERZOEK GEHEEL GQATIS. VOOR DE KEUKEN. EET TOMATEN, Langzamerhand begint de tomaat het vreemde te verliezen, dat deze oorspronkelijk uitheemsche vrucht voor de Hollandsche huisvrouw bezat. We zijn er aan gewend ze op de groentekar en in den groentewinkel te zien niet alleen, maar ook ze te koopen. Zoo zijn er b.v. weinig gezinen, waar niet 't gebruik van plakjes tomaat op de boterham bekend is; ook doet een tomatensoep ons niet vreemd meer aan, evenmin als een sla van tomaten of de toevoeging van tomaten- plakjes aan kropsla of komkommersla. De gerechten, die met behulp van deze gezonde vrucht te bereiden zijn, kunnen echter nog sterk wor den uitgebreid, zonder dat we daarbij behoeven te ver vallen in de z.g. „fijne keuken". Als we de gewasschen tomaten eenvoudig in een vuurvast schoteltje zetten, er een bodempje bouillon (van een Maggi's bouillonblokje bereid) aan toevoegen en op elke tomaat een klein klontje boter leggen, dan zal een verblijf van een half uurtje in een matig war men oven ons reeds een groentegerecht vertoonen, dat bizonder smakelijk gevonden wordt bij vleesch (lap jes b.v. of gehakt) en bij aardappelen. Wie zich zonder oven moet behelpen, redt zioh heel goed door 't vervangen van den vuurvasten schotel door eien breede pan: de tomaten worden daarin op de zelfde wijze als in den schotel naast elkaar geschikt, oorzien van bouillon en boter en dan voorzichtig aan een' zacht vuur blootgesteld, terwijl ze van boven af en toe overgoten worden met het bouillonsausje. Willen we de tomaten inwendig voorzien van het een of ander vulsel, dan kan b.v. het volgende recept ons helpen. Tomaten met gehakt. (Vier personen). 8 middelmatig groote tomaten, 200 G. (2 ons) gehakt, sneetje oud brood (zonder korst), wat peper, nootmuskaat en zout, 1 Maggi's bouillon blokje, 40 G. (2 afgestreken eetlepels) boter. Wasch de tomaten, snijd er met een scherp mes het bovenste kapje af en hol met een theelepeltje de vruchten uit; bewaar het uitgenomen gedeelte, om het later (gezeefd) door den bouillon te doen. Maak het gehakt op de bekende wijze aan met het gerweekte brood, het zout en de kruiden; vorm er 8 ge lijke balletjes van en vul daarmee de tomaten zóó, dat het gehakt er met een kopje boven uitsteekt. Schik de gevulde tomaten in een vuurvasten schotel of in een breede pan; los het bouillonblokje op in d.L. kokend water, doe er het gezeefde tomatenvocht bij en bedek met dit mengsel den bodem van pan of schotel. Leg op elke tomaat een klontje van de boter, zet den schotel in den oven (of de pan op een zacht vuur) en laat het gehakt zachtjes gaar worden (onge veer uur), af en toe de vruchten bedruipende mét het sausje. brief ligt n.1. niet meer bij jou in 't hotel, maar bij mij thuis in de brandkast." „Wa-a-at?" stamelde Emil, nu totaal uit hét veld ge slagen. „Ja. zeker!" knikte Kestenberg. „Ik ben zoo vrij ge weest tijdens onze afwezigheid mijn bediende naar het hotel te sturen om den brief van meneer den graaf" hij maakte een spottende buiging voor Emil bekrach tigd door diens handteekening, waarvan ik er nog een paar op m'n kantoor had." „Maar dat is diefstal", riep Emll, heesch van opwin ding, „een gemeene diefstal!" Kestenberg haalde de schouders op. „Mijns inziens had ik geen beter gebruik van je handteekening kun nen maken. Ik zal ze in de toekomst toch niet meer noo dig hébben, nu de echte graaf Godau weer is komen opdagen en zich natuurlijk, bereid zal verklaren de kwi tanties te onderteekenen." Emil begreep, dat hij het spel verloren had. Nu restte hem nog slechts één mogelijkheid: de vlucht. Maar dat moest zeer voorzichtig worden aangepakt. Met geweld zou hij hier, waar hij elkeen tegen zich had, niets kun nen bereiken. Ook kon hij maar niet zoo wegloopen. Na een paar passen zou men hem reeds gegrepen hebben. Het kwam er dus op aan kalm het geschikte moment af te wachten om zich dan door een list, welke het oogen blik hem zou moeten ingeven, uit de voeten te maken. „Kom mee, ouwe kameraad", zei Kestenberg. „Wij kunnen hier toch niet eeuwig in de loge blijven zitten. De wedstrijd is afgeloopen. Wij hebben vandaag nog heel wat af te handelen." Hij nam Emll onder den arm en wekte Lorenz, dl« weer in slaap was gesukkeld, door een stoot in de rib ben. „Het is tijd om op te staan, burgemeester." Zij verlieten de tribune. Langzaam baanden zij zich een weg door de menigte, die zich deels voor den uit gang verdrong en voor een ander deel haar plaatsen weer Innam om getuige te zijn van den volgenden wed strijd, welke direct beginnen zou. Emll was op zijn hoede. Hij moest niet te lang meer wachten als hij er op tijd tusschen uit wilde zijn. Zacht jes probeerde hij zijn arm uit Kestenbergs greep vrij te maken, doch deze hield hem stevig vast. Om zich plot seling los te rukken, leek hem te riskant. Zoo volgde hij Kestenberg in steeds toenemende opwinding. Voorzich tig rondloerend, er op bedacht elk oogenblik bij zijn kraag te kunnen worden gegrepen, beleefde hij de pijn lijkste minuten van zijn avontuurlijk leven. Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1933 | | pagina 7