II
Bricv
/en van een bc
>er
ii
1
i
iit de buurt
i
De vliegramp in
de Betuwe.
Geen destructor
Abonnementsgelden»
-
Een droeve dag voor de
militaire luchtvaart.
Twee toestellen op 500 meter hoogte met elkaar in
botsing en daar tegen de aarde te pletter
pletter gevallen. Vier dooden
te betreuren.
Het ontvettende vliegongeval, dat zich Don-
derdagmorgen boven de Betuwe bij Lienden
heeft afgespeeld, was van een omvang, zooals
de Nederlandsche militaire luchtvaart niet eer
der gekend heeft. Aan vier mannen, in de
kracht van hun leven, werd binnen slechts en
kele ondeelbare oogenblikken de levensdraad
afgesneden.
Het was een ontstellende aanblik. Ongeveer
M. van elkaar lagen de toestellen volkomen
vernield ter neer. Het waren de toestellen 325
en 304. Het waren slechts vormlooze hoopen
metaal en zeildoek. Erbarmelijke wrakken van
machines, die nog slechts kort te voren als sier
lijke toestellen tegen den blauwen herfsthemel
hingen en thans slechts trieste overblijfselen
waren.
Rondom op het terrein liggen de in elkaar gedrukte
resten van de vliegtuigen, een parachute, met bloed
bevlekte draagbanden in de nabijheid van een van de
vernielde draagvlakken. Met toewijding en eerbied zijn
de dorpelingen bezig de resten van de verongelukte
vliegers te bergen. Het is wel een luguber werk. Een
der lijken mist het hoofd. Onder een met bloed door
trokken laken ligt het rampzalige verminkte lichaam
van den bestuurder, zijn valhelm er bovenop. Blijkbaar
is het vliegtuig diep in den grond gedrongen, daar men
met spaden bezig is den motor uit te graven. Als de
motor min of meer bloot is gekomen, wordt de aan
blik nog afgrijselijker. Aan alle onderdeelen kleeft bloed
en bloedige lichaamsdeelen. De dood moet onmiddellijk
zijn ingetreden.
Een sterke benzinelucht stijgt uit de resten op. De
aanwezige politie verzoekt het publiek dringend sigaren
en pijpen te dooven, daar de plaats des onheils letterlijk
van benzine doordrenkt is.
Wat ooggetuigen vertelden.
Ooggetuigen, die van zeer nabij de ramp zich hebben
zien afspelen, vertelden, dat de toestellen allerlei ma
noeuvres maakten; ze vlogen dan weer over en dan
weer onder elkaar. Plotseling aldus de zegsman
vlogen twee der toestellen met de vleugels tegen el
kaar. Een der toestellen vloog horizontaal, het andere
schuin van onderen naar boven. De vleugels raakten
elkaar en stukken ervan vlogen ver door het lucht
ruim. Beide toestellen, die veel snelheid hadden, stort
ten naar beneden. Op ongeveer honderd meter boven
de aarde sloeg het eene toestel nog eenmaal over den
kop en kwam toen, op slechts eenige honderden meters
van den zegsman verwijderd, op het weiland neer. Het
andere toestel viel loodrecht naar heneden, direct met
den kop in den grond.
De eerste, die bij de neergestorte vliegtuigen aan
kwam, was de veekooper J. van Hattem uit Lienden,
die op zeer korten afstand op het veld stond. Hy hoor-
de den geweldigen slag, waarmede de vliegtuigen kort
achter elkaar op de aarde neersloegen. Hij snelde naar
de plek waar een der toestellen was neergekomen, di-
Tect gevolgd door honderden anderen.
De commandant van het escadrille, kapitein Van
Weerden Poelman, heeft het ongeluk niet zien gebeu
ren; wel zijn waarnemer de luitenant Rozendaal. Hoe
snel het geval zich voltrokken heeft kan afgeleid wor
den uit het feit, dat kapitein Van Weerden Poelman de
toestellen reeds op den grond zag liggen, toen hij om
keek, na door zijn waarnemer gewaarschuwd te zijn.
Alle vliegers hadden valschermen bij zich, maar geen
van de vier heeft blijkbaar gelegenheid gevonden uit
het toestel te springen.
De twee luitenants, Van Coehoorn van Smlnia en
Van Asch van Wijk, waren ongehuwd, maar sergeant-
vlieger Hardeveld laat een vrouw en twee kinderen,
sergeant-majoor Vermeulen een vrouw en negen kinde
ren achter.
Deelneming van onze regeering.
De minister van defensie heeft dadelijk na het ver
nemen van de ramp, aan de nabestaanden van de slacht
offers zijn innige deelneming in het tragisch verlies
betuigd.
Betaling 3e kwartaal 1933.
Aan onze lezers bulten Schagen doen wij het ver
zoek het abonnementsgeld der Schager Contant over
het derde kwartaal 1933, ten bedrage van fl.80
(voor courant met Zondagsblad f2.53)
vóór 1 November a.s.
aan ons Bnrean te betalen, óf over te maken per
postwissel óf over te laten schrijven op onze poet
rekening No. 23330.
Voor alle abonné's die gewoon zijn het couranten-
geld aan onze Agenten (de plaatselijke kantoorhou
ders) te betalen, geldt dit verzoek niet.
Zij, die bij ons op De Prins, Het Nieuwe Mode
blad, Gracieuse, enz. zijn geabonneerd, knnnen even
eens het daarvoor verschuldigde abonnementsgeld
3e kwartaal 1933, op dezelfde wijze toezenden.
Na genoemden datum wordt beschikt met f 0.1#
verhooging. Toezending is dos voordeelig!
Voor De Prins is het bedrag 12.13
Voor Het Nieuwe Modeblad 11.50
Voor Graciense f 2.15
Voor Panorama f 2.60
voor Het Leven f 2.50
DE ADMSIISZIUTZE.
TE WOERDEN.
De Tweede Kamer schrapt
een millioen.
De Tweede Kamer heeft Donderdag met een
verpletterende meerderheid van 50 tegen 19
stemmen een voorstel verworpen om een rente
loos voorschot van f 1.080.000 te verstrekken aan
de N.V. Thermo-ehemische fabrieken voor den
bouw van een destructor te Woerden. De Ka
mer heeft hiermee zeker eenige tonnen gered,
die anders misschien verloren waren, want het
bedoelde bedrijf schijnt niet allersterkst te zijn.
Reeds meerdere malen hebben we ln onze kolommen
gewezen op de overbodigheid van de oprichting eener
„gecentraliseerde" destructor te Woerden door de N.V.
Nederlandsche Thermo Chemische fabrieken. In de eer
ste plaats omdat we in deze „centralisatie" niet veel
heil zagen en tweedens omdat we hier in Noord Hol
land op dat gebied heele goede inrichtingen hebben te
Schagen, Midwoud en Purmerend. Men vraagt zich
toch werkelijk af wat voor zin het nu nog zou hebben
om doode koeien 100 K.M. verder weg te sleepen, naar
Woerden, als we het dichtbij kunnen redden. O zeker,
met een regeeringssteun van ruim een millioen had men
dit bedrijf best een poosje op de been kunnen houden.
Maar terecht werd opgemerkt, dat het niet aanging,
ettelijke tonnen gouds voor te schieten voor een par
ticulier bedrijf, welks financiën ondanks alle juri
dische spitsvondigheid kwalijk geheel gescheiden zou
den kunnen worden van dat der N.V. Thermo Chemi
sche Fabrieken te Bergüm, welk bedrijf volgens de me
morie van antwoord zelf „aanvankelijk te optimistisch
opgezet" was.
Nieuw Italiaansch
vliegrecord.
De Italiaansche vlieger Gugllelmo Cassineili
(Inzet) heeft met zijn 2400 P.K. watervlieg
tuig een nieuw snelheidsrecord op zijn
naam gebracht-
Even een „briefkaartje"
op de post doen.
De bewoners van de stad Brawley in Cali-
fornië zonden 't bovenstaande „briefkaart
je" van wel zéér ongewone maat aan pre
sident Roosevelt. De kaart was 100 c.M.
breed bij 160 c.M. lang, woog 17 pond en
moest met 8.43 dollar gefrankeerd worden.
Wat ze den president allemaal te schrijven
hadden werd er niet bijverteld.
Van andere zijde werd gemeend en terecht dat
het niet aanging om een particulier met rijksgeld in
staat te ■UUen, andere bedrijven in den grond te bo
ren. Gewezen werd op hooge salarissen van de leden der
directie en van den raad van beheer der Thermo-Che-
mlsche fabrieken en de ontzaglijk hooge kosten, aan de
oprichting verbonden. Aanneming van het voorstel is
niet verantwoord. De bestaand© bedrijven voorzien in
de behoefte.
Na verdediging van het regeeringsvoorstel zeide ifii-
nister Slotemaker de Bruïne, dat hij nu zal nagaan of
het kan komen tot samenwerking der bestaande destruc
toren.
Zooals reeds gezegd verwierp de Kamerr het voorstel
met 50 tegen 19 stemmen.
Vóór stemden de heer Louwes, Wendelaar (bur
gemeester van Alkmaar, die dezen middag na beëedi-
ging voor het eerst aan de zitting deelnam), de Geer,
Snoeck Henkemans. Bakker en Mej. Katz; C. H. Droe-
sen en Ruys de Beerenbrouck, R.K., en elf soc. demo
craten).
Ernstig arbeidsongeluk.
Tusschen een pers beklemd geraakt.
Werkman gedood.
Donderdagmiddag omstreeks vijf uur was de 24-ja-
rige werkman J. P. aan de kalkfabriek van de N.V.
Van Dijk en Co. te Dordrecht werkzaam aan een te
gelpers. Vermoedelijk wilde hij wat specie uit de pers
verwijderen en tegen de voorschriften in, boog hij
daarbij het bovenlichaam tusschen twee deelen van
de pers. Een in de buurt bezig zijnde baas hoorde
plotseling een knal en bemerkte, dat P. in de pers
bekneld zat. Hij heeft hem bevrijd, maar P. bleek
reeds bewusteloos en een zware hoofdwond te hebben
opgeloopen. De directeur van den geneeskundigen
dienst heeft slechts den dood kunnen constateeren
tengevolge van verbrijzeling van de hersenpan.
Inval in een speelzaal te Haarlem.
EXPLOITANTEN EN AANWEZIGEN NAAR HET
POLITIEBUREAU OVERGEBRACHT.
Het gebouw door de politie gesloten.
In perceel Frederikpark 4 te Haarlem, waar sedert
kort een splralo-speelgelegenheid genaamd „Sociëteit
de Hout" geopend was is Donderdagavond door justitie
en politie een inval gedaan.
Om 10 uur 's avonds werd de toegangsweg tot het
Frederikspark door de motorbrigade afgezet en werd
de villa door politieagenten en rechercheurs omsingeld
om te voorkomen, dat iemand het gebouw zou kunnen
verlaten. Ook aan de achterzijde werd het gebouw
streng bewaakt De justitie stelde onder leiding van
den rechter-commissaris mr. E. J. W. Top een onder
zoek in de speelclub in op vermoeden, dat er hazardspel
beoefend werd. In de club waren op dat oogenblik, be
halve de exploitanten een 15-tal bezoekers aanwezig, on
der wie enkele dames, die zeer schrokken toen de man
nen der Wet binnentraden.
Voor het meerendeel waren de aanwezigen in Haar
lem woonachtig. Tot de justitioneele ambtenaren, die
een inval deden, behoorden de Officier van Justitite
mr. Jhr. L. Roeters en mr. Andringa, de commissaris
van politiv de heer E. H. Tenckinck, de hoofdinspec
teur der recherche, de heer M. Boud, chef van den
buitendienst en inspecteur Drayer. De exploitanten, de
heeren S. en de bezokeers werden met een drietal auto's
naar het hoofdbureau van politie overgebracht.
De speeltafels met toebehooren zijn in beslag geno
men. Het gebouw is gesloten.
Er is precesverbaal opgemaakt. Möb.
DE NOOD VAN HET GROOTE GEZIN.
Prijsstijging van aardappelen.
Het Tweede Kamerlid mejuffrouw Meijer heeft aan
den Minister van Sociale Zaken de volgende vraag
gesteld:
Is de Minister in verband met het feit, dat door
de laatste regeeringsmaatregelen de prijs van de
aardappelen in den détailhandel zóózeer is gestegen,
dat het voor werkloozen met groote gezinnen zeer
bezwaarlijk is dit volksvoedsel te koopen, bereid te
overwegen of niet voor de genoemde gezinnen aard
appelen tegen lager prijs beschikbaar kunnen worden
gesteld?
Met den dood bekocht.
Ir. Tiling uit Osnabrück, die bij het vullen
van vuurpijlen voor een raket-auto met zijn
laboratorium in de lucht is gevlogen en ge
dood. Zijn assistent en een monteur werden
levensgevaarlijk gewond.
D'r benne in de wirrelt nag 'n houp mensche die op
ons boere neerkaike. As ze in de stad mekaar eres heel
lillek uitskelde wille, den noeme ze mekaar boer, of
boerehengst. Dat kèn komme van vroeger, toe d'r
miskien (ik zeg miskien) op 't land minder en
slechter onderwais geven wier dan in de stad. Maar
da's den nou allang over. En al is 't woord boer deer
den nou ok nag een skeldwoord wai hier benne d'r
kuin op, dat we 't benne. We doen 'n klain beetje meer
werk dan hullie, en we hewwe d'r 'n pilose broek en
'n blauwe kiel bai an, en gien konfectiepakkie mit 'n
gummieboordje. En we hewwe eelt in ons flijke en we
knippe gien mooie puntjes an ons nagels. Maar we ete
een stik tarwestoet mit butter en gien oud endje witte
brood mit 'n skraipie margarine. En op tafel hewwe
we 'n kijs en 'n bonk pekelspek of wat aars dat goed is,
en gien houten ham mit 'n endje melige bloedworst en
'n potje appelestroop er achter. Deer zoue wai trou
wens niet op werreke kenne. Want 't werk, ja, dat doene
wai mit ons hande en niet zuinig ok. Maar wie nou
mient, dat 'n boer gien kop noodig heb, is er lillek naast.
Ik mien dat 'n boerezeun eerder leere zei om op 'n
skraifmesien 'n heele dag laisies te tikken, al zou-ie
den 't ding al gauw in 'n hoek trappe en wegloupe, dan
dat zoo'n stadsche billefrik, die 'n heele dag z'n broek
op 'n krukkie zit glad te raien, leere zou om 'n boere-
spul zoo as 't hoort voor mekaar te houen. Kaik, dat
wou ik in deuze eerste brief maar eres zegge an 't adres
van 'n houp van die stadsche kwaste, die skaine te
mienen, dat wai er voor hullie plezier benne, en die
niet begraipe, dat ze zonder ons allegaar al gauw van
honger verrekke zoue.
Wai teele en make en levere eerste klas spulle, maar
om alles goed te kraigen benne zurg, werk en harsens
noodig. Wai moete de koeie altaid twei keer op 'n dag
melleke, 's ochens vroeg as de heele stad nag op ien
oor lait en 's middags as de heere d'r lessenaar afslui-
te om nei huis te gaan. En dat moete we Zondags ok.
Maar we kenne niet alles zelf en ons skoene en kleere
en zoo, die moete we k o u p e.
En ons rommeltje moet zooveul opbrenge, dat we dat
kenne. Meer wille we niet, maar minder ok niet. Dat
moete ze ok we te, vooral in De Haag. Stake doen we
niet, want we houe op 't land niet van die rooie me-
niere, maar hard ploetere en nei de donder gaan wille
we ok niet! Ziezoo en nou wat aars.
Want ik zei wel zoo nou en den op beroerde dinge
waize, die 't boerebedraif en de boerestand ziek make
maar ik wil hoofdzakelijk ok alle mensche die dut
leze, en den speciaal de bleikneuze die nei de febrleke
loupe, vertellen hoe mooi en goed of 't oudste vak is, 't
bewerreken van de dankbare grond.
Want al is 't bai ons ok altaid drok, en al hei je
vooral as je koeien èn bouwerai hewwe, meist nooit
dèin, toch is boeren 't mooiste vak van de wirrelt. E»
gerust mensche, werk? D'r is gien werk dat lillik is!
Wai benne de heele dag in de buitenlucht en we worre
bruin, zonder Nivearolie en gezond zonder dat we op
ons reg op 't strand legge.
Bai ons is er gin baas die 't rouke verbiedt en die
zinge wil zingt en die prate wil praat, en soms is de
lol niet van de lucht en toch gaat 't werk erbai deur.
Grappe beleef je! Deer wil ik nou nag effen 'n klain
staaltje van vertelle. We hadde eres 'n knecht die „de
Ka" noemt wier, omdat z'n naam mit 'n K begon. Hai
stotterde 'n beetje en kon merakel zwesse, maar aars
was 't 'n beste knul. In z'n vraie taid was-i altaid an
't prutsen en meistentaids leek 't nerregens op, maar
hai vond 't mooi en miende dat-ie meer kon dan 'n aar.
Nau soms was dat ok zoo, want hai had thuis zes kip-
pe en die laide heel veul zeuven aiere op 'n dag. De
baas had veul meer kippe, maar die laide minder, want
die laide wèg! Die laide soms d'r aiere achter 'n endje
dakpan teugen de muur an, zoodat je 't ai niet zien
konne. Maar de K. z'n kippe laide niet weg, want 't
hielp ze niks: hai vond ze toch altaid.
Nou ware we op 'n goeie dag mit 'n heel ploegie sa
men op de bouw an 't werk, de baas, Gert, Kees, de
K. en ikke. 't Was nag vroeg in 't vo<^jaar. Ze hadde
't over jagen en kiefteaiere zoeke en toe over dribbe
len en slootje springen en de slote deer ze oversprongen
wiere al waier. De K. had 't al meist wonnen, maar de
baas, die ok merakel liege kon vertelde van 'n oom van
'm en die joeg en as die op jacht was en voor 'n sloot
kwam van *n meter of tien breid, den nam-i 'n veertje
en sprong en den llet-ie halfweg z'n stok los en drib
belde 't ressie. Nou deer was iederien stil van vanzelf,
de K. ok, maar toe vloog er 'n kieft boven ons houfde
en de K. zaide: Die heb lait!
Nou was de K. zoo dat as er ien was die nag beter
zwest had dan hai, den wier-ie wild en den wou-ie
wedde.
En toe die dat zoo zaide, dat die kieft *n ai had,
wedde Keee mit 'm om 'n halleve kan brandewain en
'n pond jodekoek van niet.
Nou, de K. zou dat kiefteai in 't middaguur weldera
efkes opzoeke en den zoue we nei de middag die wed-
derai op neme.
Nou om 12 uur ginge we allegaar nel huls, maar 't
was maar efkes over half ien, deer kwam de K. mit *n
groote stap de wurf over en gong 't land in. Nou wai
wiste d'r alles van! Want hai had 'n broer, die werrek-
te los, en die vischte en die ving molle en die kón kief-
teodere zoeke. Want dat werk moet je kènne. Wie dat
goed kèn en 'n kieft riet vliege, die weet direct of er
oiere benne en die vindt 't nest ok direkt. En die broer
had daags van te voren al 'n oi vonden en dat wist de
K. natuurlijk, maar hai wist niet dat wai deer ok mee
op de hougte wazze.
Toe wai nou om efkes over ienen in 't land kwamme
zat hai deer al z'n paip te rouken, zoo verwaand as 'n
hond mit zes steerte, en 't eerste wat-ie zaide: „Ik heb
't nest vonden, d'r is ien ai!" Nau wai moste deer van
zelf allegaar nei toe, 't grasland op, en deer was dat
nest, dicht bai 'n grippel 'n mooi rond kuiltje, 'n paar
strootjes d'r in, mooi geel en gieniens plat en deerop
laide dat kieftai. En behalleven de K. stonde we alle
gaar te lachen.
En Kees vond efkes verder ln de grippel 'n kloin
endje graszood mit de modder er nag an en zoide: „Nou
maar dat ai heb die kieft lillek dwars zeten. Want hai
heb 'n mes gebruikt om as de weerlicht 'n nest te ma
ken."
En Gert zoide: „Miskien heb de K. hem efkes holle
pen. Die is zoo zwart onder z'n nagels."
„Jullie kenne barste", zaide de K., pakte 't ai en ging
voorop nei de bouw terug. Nou en wai schik vanzelf!
En toe wai op de bouw kwamme zoide Gert: „Nou
joon, jij kenne alle jare wel 't eerste ai an de Koningin
sture. Jij 1 egge ze goddome zellef!"
De K. heb die heele middag niks meer zoit! Hai
haalde de drank en de koek, maar hai was zoo kwaad
dat-ie d'r zellef niks van hewwe wou. Nou zoo'n portie
vind bai ons altaid 'n liefhebber. Maar Gert zou-ie te-
rugpeste» Dat vertel ik welders op 'n aare keer.
JAAP.