De groote kans. Doe het nu! De stichter van den Nobelprijs. Een herinnering aan den Franschen tijd. De Avontuurlijke Lotgevallen van Miep Muizenschrik en Bul Krakebeen Bijvoegsel der Schager Courant van Zaterdag 14 October 1933. No. 9364. ZATFRÏlAfiA VONDSCHETS Vrij bewerkt naar een gegeven uit bet Diuitsch door SIROLF. (Nadruk verboden alle rechten voorbehouden). HET komt, naar men zegt. in bijna ieder menschenleven voor: de groo te, eenige kans. om tot grootheid of rijkdom of fortuin of roem of eer te ge raken, al naar men als hartewensch koes tert. Vandaar dat de oude Grieken vrouwe Fortuna als een dame met een lok van vo ren afbeelden, welke lok men fluks moet (grijpen, alvorens Fortuna voorbij is... An ders is de kans, om haar te vatten, voor goed verkeken. En evenzeer komt het, naar men zegt, In bijna ieder mensehen- leven voor, dat men de geboden groote kans weliswaar aangrijpt, doch in euvelen moed het juist een tikje overdrijft, waar door de groote kans uiteenspat, gelijk een te hard opgeblazen kinderballonnetje... Dat is eerst d>e goote pech... En zoo was mu de historie van Jimmy Larkins, bijge naamd „Jimmy met de handjes". Het gebeurde op een miezerigen najaars avond in Londen. Jimmy was pas sedert eeer kort van een min of meer gedwongen verblijf „buiten" om duidelijker te zijn: Dartmoor, een afgelegen dorp, waar men een groote strafgevangenis heeft in Londen teruggekeerd en liet zijn bewon derende blikken langs de etalages der ju welierszaken gaan, hoofdschuddend op merkend, dat deze lieden hoe langer hoe wantrouwiger werden, gezien het toene mende aantal zwaar getraliede toon ven sters. Geruimen tijd bleef hij voor een venster staan, dat zoo stevig voor al te groote nieuwsgierigheid van zeker publiek was beschermd. Het tniet bepaald nieuwe confectiepakje van Jimmy, alsmede zijn diep in de oogen getrokken gleufhoed wa ren dermate weinig vertrouwenwekkend op een laten najaarsavond in Londen, dat de voorbijgangers zorgvuldig een boog om hem heen beschreven. Op eens ontdekte Jimmy een klein stukje wit karton, dat in een hoekje van een kleine portiek lag, vlak bij den juwelierswinkel. Hij raapte het op en las: Lord Bingdon. Op het zelfde oogenblik hoorde Jimmie een stem tnaast zich, die zei: Goeden avond, beste vriend, ik heb je nu al een kwartier ga degeslagen bij dezen juwelierswinkel, ik geloof dat ik je maar eens zal uitnoodigen meer naar het bureau te gaan, om ze daar eens te vertellen wie je bent... 0 Jimmy Larkins luisterde ontstemd toe, met het visitekaartje nog in zijn hand. Met een schuldig gevoel reikte hij het den agent over/Deze las het... en schrok. Hij had wel meer gehoord van exentrleke adellijke personen, en hij sloeg om, als een blad van een boom. stamelde verontschul digingen, die Jimmy innerlijk stomver baasd zwijgend aanhoorde, en verwijderde zich dan. Twee huizen verder was een Music-Hall, waar men voor duur geld den inwendigen mensch kon versterken of ook wel verzwakken met keur van fonke lende dranken al naar men het opvat ten wil terwijl op het tooneel variété- nummers worden uitgevoerd, afgewisseld door muziek, enz. Jimmy Larkins slenterde overmoedig de luxueuse hall in en liet zich ergens in een ledige fauteuil achter een tafeltje zakken. De agent stelde den zwaar-begallonneerden portier met eenige woorden in kennis van het gebeurde, waarop deze met goud-overladen persoon den directeur van de music-hall in kennis stelde, welk een voornaam persoon hem de eer aandeed, in een sjofele vermomming, zijn lokaal te bezoeken. Weer even later kwam een heer in onberispelijk rok-costu- me met glimmende haren, waarin min stens voor een rijksdaalder aan geurende vetten en oliën verwerkt waren, naar Jimmy Larkins toe en vroeg hem, of zijn Lordschap niet de voorstelling wilde zien en wat hij wilde drinken. De bewering van Jimmy, dat hij geen Lordschap was en geen geld bij zich had, ontving de glimmende directeur met een buiging en een uitdrukking op het gelaat, alsof het Op den 21sten October 1833, dus voor 100 jaar terug, werd de Zweedsche groot-industriëel en stichter van den Nobelprijs, Alfred Nobel, geboren. zijn gewoonte was, zijn gasten nooit om geld te vragen, doch het zich tot een gunst te rekenen, ze alles gratis aan te bied'en. Even later zat Jimmy Larkins in een loge van de schitterende Music Hall en zag een keur van spijzen en dranken voor zich opdienen. Het was natuurlijk het werk van den ijverigen directeur, dat een oogenblik later het gerucht van mond tot mond ging in de zaal, dat een excentrieke Lord, die zich als landlooper placht te vermommen, in de zaal zat, in gindsche loge. Tien minuten later, liet de evenzeer excentrieke, schatrijke, jonge Lady Nor- wood. die omringd door een schare van gerokte en wit-gedaste heeren, poogde een uiterst gering deel van haar onmetelijke vermogen te verspillen, den „Lord" ver zoeken bij haar in de loge te komen, om kennis te maken. Schoorvoetend voldeed Jimmy Larkins eraan. Hij had juist nog voldoende nuchterheid ondanks de vele dranken bewaard, om hardnekkig tegen Lady Norwood vol te houden, dat hij geen Lord was, waarna zij het natuurlijk nog sterker geloofde dan te voren De heeren om haar heen vonden Jimmy, naar mate steeds meer geestrijke dranken, zijn stem banden wat losser maakten, een leuke knul Lady Norwood amuseerde zich en wilde elk oogenblik met hem klinken Tien minuten later had Jimmy den gouden si garettenkoker van een der heeren in zijn zak weten te tooveren. Lang bleef die si garettenkoker niet alleen, want al spoedig was er gezelschap van een juweelen das speld, twee gouden vulpenhouders en een platte, niettemin zeer goed gevulde porte feuille. Naar mate het later in den nacht werd, belandden er steeds meer kostbaar heden van het niet geheel onbenevelde ge zelschap ln de zakken van Jimmy Lar kins, die nu wel begreep, dat dit de groote kans zijns levens was. En die dan ook met beide handen aangreep. Tot slot verdween het diamaten collier op onnaspeurlijke wij ze van de hals van Lady Norwood, die zich nog slechts uiterst vaag van het be- "Xta&n va-n klassen en standen bewust was en af en toe speelsch haar arm om de schouders van Jimmy Larkins legde. Toen maakte Jimmy van de gelegenheid dat de zaal voor een variéténummer in duister gehuld werd, gefbruik om snel "te verdwijnen. Buiten gekomen, op een paar honderd meter afstand van de Music Hall, zag hij warempel den agent weer. Op dat gezicht werd Jimmy Larkins zoo door een gevoel van overstelpende dankbaarheid je gens den braven agent, die hem de kans zijns levens gegeven had, bevangen, dat hij hem geroerd de hand schudde en hem achteloos een gouden sigarettenkoker aan bood, Zielsgelukkig dwaalde Jimmy verder Londen in. De agent bekeek verheugd het kostelijke geschenk van den excentrieken Lord Bingdon, ontdekte dan echter een geheel anderen naam, die in den koker ge graveerd stond, kreeg plotseling een hel der oogenblik, wenkte een collega, die toe vallig naderde, om Jimmy te volgen en vijf minuten later legde Iemand anders dan de lieftallige Lady Norwood een arm om zijn schouder: het was de agent van daar straks. Een seconde later knipte een ande re agent metalen armbandjes om zijn pol sen vast en ging het in gezwinden pas naar Scotland Yard. En in de stilte van zijn gedwongen .buitenverblijf" te Dartmoor bepeinst Jim my Larkins nog dikwijls de groote kans zijns levens die hij miste door zijn toege ven aan dat dwaze gevoel van dankbaar heid. Hij had zijn rol juist een klein tikje overdreven Pech... Nog houdt de felle crisis aan, En komt door Nederland gegaan Met nood voor veel gezinnen. Daar is gebrek aan velerlei, De arbeid gaat hun deur voorbij, En armoe komt er binnen! De koude nadert meer en meer, Straks gaat het huiv'rend winterweer Door onze lage landen. Wel hem, die bij den warmen haard Zijn plekje veilig weet bewaard Voor zijn verkleumde handen. Gij, die U nog voldoende voedt, Soms met een tikje overvloed, En allerhande zaken, Gij, die U nog voldoende kleedt, Er is zooveel verborgen leed, Dat draag'lijk is te maken! Bespaar per week ééns op Uw disch, Iets, wat nog wel te misken is, Houdt dit eens in gedachten, En zendt het zoo bespaard bedrag Trouw elke week van éénen dag Naar hen, die leed verzachten. Want al die kleintjes saamgegaard, En uit eigen mond gespaard In deze donk're dagen, Zij schenken 't Crisis Comité, Voor tobbers langs de levenszee, De reddende bedragen!!! October 1933. KROES. (Nadruk verboden). Wetenswaardigheden Is het U bekend: dat een horloge uit 175 deelen bestaat? d a t er 2400 handgrepen noodig zijn om het horloge te maken? dat men 270 millioen horloges zou kun nen laten loopien op één paardekraoht? d a t de kracht, die er noodig is, om één horloge te laten loopen gelijk staat aan die van vier vlooien? dat de Wolga de langste rivier van Euro pa is en 2300 mijl lang? Voor 120 jaar terug, op den 15den October 1813, werd bij Leipzig de be roemde Volberenslag geleverd, welke, indien hij door Napoleon was gewon nen, de geschiedenis er zeer zeker an ders zou hebben uitgezien. Ter herin nering is op deze historische plek een groot monument opgericht, dat er nu 70 jaar staat. Speldeprikjes Een Amerikaan, die sedert zijn 26ste le vensjaar verloofd was, heeft op zijn 91ste jaar ©en huwelijk aangegaan! Men moet echter toegeven, dat hij zich goed verde digd heeft... Zoo juist Is er een film gereedgekomen, waarin uitsluitend mannen meespelen. Het is een 100-procentige spreekfilm. Blijkbaar hebben de mannen de hun geboden kans hier terdege uitgebuit Er is een nieuw soort golfbal uitgevon den, die nog 15 minuten na den slag een zoemend geluid geeft, zoodat de bal ge makkelijk gevonden kan worden. Nu ont breken nog de zoemende boordeknoopjes om volmaakt gelukkig te zijn op dit onder- maansch©... Een courant spreekt van een „wenkende visch". Blijkbaar heeft het dier den laat- sten tijd veel aan het strand van moderne badplaatsen verkeerd en daar deze ge woonte onwillekeurig aangenomen... Een i'oover, die een reiziger vijfduizend dollar afnam, gaf hem eenig geld terug, oim zijn reis te kunnen voortzetten. Dit toont duidelijk het verschil tusschen een roover en een pensionseigenaar in een wintersportpaleis. 156. Ze voelden zich zoo gelukkig hier in tooverland en gearmd stap ten Bul en Miep. met Knipsteart op hun schouders, verder. Zooveel aar dige elfjes hadden ze nog nooit ge zien. En wat een gezellig speelgoed hadden ze. Het leek wel of alles op zichzelf een levend stukje was. Als een meisje er moeilijkheid mee had, dan begon elk blokje een dansje en hield stil waar het staan moest. 157. Wat zouden jullie er van den ken, zei het elfje, als we hier in 't bozch eerst eens wat gingen eten? Ze hadden alle drie groote trek en stemden er graag mee in Hoe. ver wonderd waren ze echter, toen ze zagen, dat het elfje vienmaal met een stokje in de lucht zwaaide en er in een oogenblik een tafel gedekt stond, met het fijnste eten er op. Fr werden stoeltjes onder hen geschoven en zoo konden ze hun buikjes vullen. En of het smaakte...!! 158. Na de smulpartij zei het elfje, nu gaan vrfe eens naar de school van tooverland. Dat vonden de vrienden fijn. Ze stapten op en even later za gen ze in de verte cen huis. dat heelemaal van bladeren gemaakt 'was. Ramen waren er niet in, wel heel groote openingen, waardoor de zen heerlijk naar binnen kon komen. 159. Teen ze dichtbij kwamen, hoor den ze allemaal aardige liedjes. En 't leukste was, dat die liedjes bege leid werden door vogels. Eul er Miep stonden sprakeloos te kijken en te luisteren. Een mooie vogel streek zoo maar onbevreesd voor hen neer en maakte een keurige buiging voor hen. 160. Even later vroeg Bul aan 't elfje: Wie is er nu wel het allerhoog ste in tooverland? Het elfje ant woordde: Wij hebban ean koning. Het is een heel erg oude Koning, maar neg zoo sterk en flink alsof hij nog een jongeman was. We zullen hem een. bezoek gaan brengen, als jullie dat graag wilt.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1933 | | pagina 21