Het Rotspad.
Arrondissementsrechtbank te Alkmaar
Raad Schoor!.
MEERVOUDIGE STRAFKAMER.
STRAFZITTING VAN DINSDAG 24 OOTOBER.
VERMOEDELIJKE GEVELKLAUTERAAB VER
SCHIJNT OPNIEUW TEN TOONEELE.
Heden werd voortgezet de zaak tegen den gedeti
neerden metselaar Joh. V. te Alkmaar, die op 29 Au
gustus terecht stond als verdacht van Inbraak bij den
bejaarden timmerman en taschman Jan Volkers aan
de Oudegracht Als getuige a décharge werd nog ge
hoord de heer Bosman, kaasdrager alhier, die ver
klaarde dat verdachte vanaf 1927 als kaasdrager een
inkomen had genoten, vaderende van 400 tot 600 gul
den per jaar, welk geld hem bij de verdeeling grooten-
deels in baar geld was uitbetaald.
De heer Officier releveerde nog, dat uit het psychi
atrisch rapport van Dr. Kruitbosch onomstootelijk
werd aangetoond, dat verdachte volkomen toereke
ningsvatbaar was. De Officier persisteerde bij zijn
eisoh: 2 jaar gev.
Verdachte bleef ontkennen.
Mr. de Groot hield nog een kort pleidooi, waarin hij
den twijfel aan de schuld van verdachte naar voren
bracht. Uitspraak a.s. week.
De-n Helder.
GEEN prus op tegeinwordighietd van
FUBT.TT3C
De 45-jarige schoenmaker Jan K. te Den Helder,
thans uit de samenleving gesepareerd, had zich meer
malen schuldig gemaakt aan het zedendelict, strafbaar
gesteld bil artikel 247 wetb. van strafr. Tegen verdach
te, die uiteraard in gesloten zitting terecht stond, en
•werd verdedigd door mr. .Arnold Veltman te Den Hel
der, werd gevorderd 1 jaar gevangenisstraf, doch voor
waardelijk met 3 proefjaren en op te leggen bijzondere
voorwaarden.
Enkhuizen.
SLUITING DER DEUREN.
Een ingezetene van Enkhuizen, Bernard K., momen
teel antichambreerende in het huis van bewaring te
Alkmaar, aan wlen was ten laste gelegd, zedenmisdrijf
bekend bij art 247 strafr., had zich achter gesloten
deuren te dier zake te verantwoorden. Gerequireerd
werd een gecombineerde straf en wel 4 maanden defi
nitieve en 6 maanden voorwaardelijk met 3 proefjaren.
Na een uitvoerig pleidooi concludeerde verdediger,
mr. C. A. de Groot, tot het opleggen van een geheel
voorwaardelijke straf en invrijheidstelling.
Bergen aan Zee.
ZWIJNENVANGST TF BERGEN AAN ZEE.
De 20-jarige werkman Rimmer ten D., scharrelde
gedurende het vacantieseizoen geregeld te Bergen aan
Zee. niet met het doel zich met frissche zeebaden te
versterken, doch om zich zoo mogelijk meester te kun
nen maken van een onbeheerde fiets. Op 5 Juli geluk
te dit opzet en promoveerde hij zich als onrechtmatige
eigenaar van een aan zekeren heer J. Keizer toebehoo-
rend rijwiel. Op 13 Augustus herhaalde hij met goed
gevolg dit zelfde kunstje en bemachtigde een rijwiel,
toebehoorende aan den metselaar N. J. Schoor. Deze
heer had zich aan het strand opgehouden en zijn kar
retje als een soort provocatie buiten toezicht achter
gelaten. Toen hij na genoten strandgenoegens wensch-
te te vertrekken, kwam hij tot de minder prettige ont-
dekkine. dat zijn fiets hem reeds was voorgegaan,
dank zij de bemoeiingen van mijnheer ten D. De zwijn
tjesjager werd echter gepakt, ingesloten en stond he
den terecht Hij maakte niet voor t eerst kennis met
den strafrechter, doch was reeds vroeger voorwaarde
lijk veroordeeld, welke straf wegens het niet nakomen
der bijzondere voorwaarden was geëxecuteerd.
Gevorderd werd 1 jaar gevangenisstaf.
Mr. de Lange, vervangende mr. v. Loockeren Cam
pagne, refereerde zich aan het oordeel der strafkamer.
Noordscharwo ude.
NACHTELIJKE VTSOHSTROOPEIRS OP KET
OORLOGSPAD.
Reeds geruimen tijd werd door den heer J. Vlug,
binnenvisscher te Broek op Langendijk, steen en been
geklaagd over de treurige opbrengst zijner door zijn
factotum R. van Lienen uitgezette palingfuiken. De
verschijnselen wezen er echter heel sterk op. dat onge-
wenschte belangstellenden in actie waren geweest en
zich den eventueelen inhoud van bedoelde fuiken we
derrechtelijk hadden toegeëigend.
Ten einde nu dit werk der duisternis zoo mogelijk te
achterhalen, hadden zich in den nacht van 24 op 25
Augustus twee in alle opzichten „wakkere" rijksveld
wachters, de heeren Simon Rood van Oudkarspel en
Harm Visscher uit Heerhugowaard achter een riet
schoot ln hinderlaag gelegd en zulks met uitnemend
gevolg! Reeds heel spoedig hoorden de speurders voet
stappen op den oever en het gerucht van een bootje,
vermoedelijk met de bedoeling paling te stroopen, door
middel van aaldobbers, doch bleven, zonder in te grij
pen, rustig de wacht houden in de juist gebleken ver
onderstelling, dat de nachtelijke piraten wel zouden
FEUILLETON.
Naar het Engehch.
3.
„Effle is een dwaas schepsel! 't Is heel prettig, om
rijk te zijn, liefste! Daarom zou ik je toch van den zo
mer al willen meenemen."
„Maar ga nu eerst eens mee naar binnen, Colin, en
kijk eens naar Grootvader. Rokeby is weg."
„Maar ik ben niet bang voor je neef," zei hij. „Ik ben
heel benieuwd hem te zien. Ik wil wel even mee binnen
gaan, Dolly, maar ik kan niet lang blijven, want ik heb
Lady Elinor beloofd, in tijds thuis te zijn voor den
lunch."
Ze stonden op en gingen nu samen terug naar het
sombere kasteel. Colin lachte en schertste, maar zy was
ernstig gestemd.
Ze ging hem vóór door den hall naar de studeerka
mer, tikte aan en gezamenlijk traden ze binnen en za
gen den ouden heer aan zijn schrijftafel.
Hij keek op met vreesachtigea blik.
„Wie is dat?" vroeg hij.
„t Is Colin, grootvader. Wij hebben wat gewandeld.
O, u moest toch ook eens naar buiten gaan en van de
lucht profiteeren! Dat zou u zoo goed doen."
„Het is slecht weer, hè?" vroeg de oude heer aan Co
lin, „koud en vochtig?"
„Neen. toch niet. 't Is heerlijk warm Juliweer, sir!"
„Och ja, dat is waar ook, we zijn midden in den zo
mer, maar de koude zit in mij, zie je! Het graf werpt
een lange schaduw af; die voel Ik al op mij."
„Daar moet u niet van spreken, sir! U jaagt er Dolly
zoo'n schrik mee aan. Kom, gaat u eens uit, Mr. We-
myss. Ik zal u beiden naar Muir rijden en dan na den
lunch weer terug."
De oude man deed, alsof hij die uitnoodigende woor
den niet gehoord had en vroeg:
„Heb je mijn kleinzoon Rokeby a.1 gezien?"
„Nog niet. Dolly zegt, dat hij uit is."
„Ja, dat is ook zoo. Ik wilde wel, dat hij nog even
wederkeeren met het doel hun vangst en vermoedelijk
ook de fuiken van Vlug te controleeren.
Dit vermoeden was dan ook juist, want omstreeks 4
uur in den morgen, hoorden de loerende veldwachters
een bootje naderen en zagen, dat dit door 2 personen
bemande voertuig regelrecht op een uitstaande fuik
afvoer. Deze fuik werd door een hen welbekend per
soon, den transportarbeider Aart Hendr. O. uit het
water gelicht en nagezien, waarna hij uitriep: Dat is
niks! De rijksveldwachters achtten toen den tijd geko
men voor den dag te treden en werd de bemanning
van dit bootje, gezegden Aart Hendrik O., alsmede de
bestuurder, zekeren los-werkman Reindert St., 'n nieu
weling In de fuikeninspectie, aangehouden. Door de
veldwachters werd voorts ook nog in het water gevon
den een vischnet, waarin zich bevonden een 15-tal
palingen en eenige voorns en baarzen. De heer Aart
Hendrik O., 'n intieme bekende der justitie, met een
respectabel strafblad, werd zorgvuldig in voorarrest ge
nomen, terwijl de heer St, die nog geen relatie met de
Alkmaarsche justitie had aangeknoopt, zich weldra
weer in zijn gulden vrijheid mocht verheugen.
Deze beide heeren stonden thans als verdachten voor
de groene tafel. Aan den heer O. was ten laste gelegd
diefstal van visch, althans poging daartoe en aan den
heer St. de meer passieve rol van medeplichtige toebe
deeld. Beide verdachten waren elk behoorlijk van een
raadsman en verdediger voorzien. Het Rijk is niet be
vreesd voor deze verkwisting, aangezien in de meeste
gevallen, de advocaten verplicht zijn, dergelijke met
schaarsdhe middelen bedeelde cliënten pro deo bij te
staan.
Mr. Herman Scholten was dan de juridische paladijn
ter vervanging van mr. Prins, die in Palestina ver
toeft en aan Ingenieur mr. N. van Leeuwen de taak
toegewezen zich voor den medeplichtige heer Reinder
St. te interesseeren .Wat verdachten betreft, deze ont
kenden hetgeen hen was ten laste gelegd. Hendrik
Aart O. gaf toe, dat hij zich onledig had gehouden met
het stroopen van paling, door middel van dobbers, doch
hij sprak ten stelligste tegen de hem door den officier
aangewezen diefstal. Hij erkende de fuik uit het wa
ter te hebben gehaald, doch dit was naar aanleiding
van het feit, dat tegen deze fuik was aangevaren en
hij deze palingval weer wilde recht zetten. Voorts loo
chende hij elke bekendheid met het gevonden paling
netje en deszelfs inhoud.
De raad der gemeente Schoorl kwam in openbare
vergadering bijeen op Woensdag 25 dezer des voormid
dags om 10 uur.
Voorzitter de heer Van Fridagh, burgemeester; Secre
taris de heer Smits.
Aanwezig alle leden.
Na opening worden de notulen der vorige vergade
ring onveranderd vastgesteld.
Ingekomen stukken.
a. Schrijven dd. 30 Augustus van de Ged. Staten van
Noordholland, houdende goedkeuring van het bij Raads
besluit van 9 Febr. JJ. vastgestelde uitbreidingsplan.
b. Schrijven dd. 4 Oct. van de Ged. Staten van Noord
holland, houdende goedkeuring van het bij Raadsbe
sluit van 10 Aug. 1933, bepaalde omtrent aankoop van
strooken grond tot verbreeding van den Ouden Harger-
weg en het verleenen van de vereischte vergunning,
voor die verbreeding.
c. Schrijven dd. 11 Oct. van de Ged. Staten van Noord
holland. houdende goedkeuring van het Raadsbesluit
dd. 17 Nov. 1932 bepaalde tot aan-, verkoop en ruiling
van grond aan den Duinweg te Groet en het verleenen
van de vereischte vergunning voor de verbreeding van
dien weg.
d. Schrijven d.d. 12 September van den Minister van
Economische Zaken, houdende mededeellng dat de bij
Raadsbesluit van 28 Juni 1933 vastgestelde verordening
op de Winkelsluiting, bij Kon. besluit van 5 Sept. 1933
is goedgekeurd.
e. Schrijven dd. 29 Sept. van de Ver. van Ned. Ge
meenten, waarbij ter kennis wordt gebracht een aan de
Tweede Kamer der Staten Generaal gericht adres in
zake het wetsontwerp vermindering uitkeering Gemeen
tefonds.
f. Proces-verbaal kasopname dd. 24 Aug. bij den Ge
meenteontvanger en dd. 29 Sept. by den Administrateur
van het G.E.B. en G.G.B. onderscheidenlijk tot bedra
gen van f 3868.68, f 6413.54 en f 2255.22, waarmee de be
trokken boeken overeenstemden.
B. en W. stellen voor bovenstaande stukken voor ken
nisgeving aan te nemen. Aldus geschiedt.
g. Schrijven dd. 1 Oct. 1933 van de afd. Alkmaar en
Omstreken van den Ned. Bond van Koffiehuis-, Restau
ranthouders en Slijters, dd. 23 Aug. 1933 van C. M.
Kroon, caféhouder alhier en dd. 20 Oct. 1933 van de
Kamer van Koophandel en Fabrieken te Alkmaar, allen
houdende verzoek tot herziening van de heffing van
naar Londen ging, maar daar is ln dezen tyd niets te
doen."
Dorothy was gaan zitten op den arm van zijn stoel
en ze vlijde het hoofdje tegen den schouder van den
ouden man. Colin vatte moed en vroeg ronduit:
„Ik wilde wel. dat u mij een gunst bewees, sir, en mij
Dorothy heel gauw liefst dadelijk afstond! Verder
zal ik het met alle door u gemaakte schikkingen eens
zijn. Ik geef er niéts om, of zij fortuin bezit of niet
Ik heb genoeg voor ons beiden, maar hier kwijnt ze
weg. Laat ik zorg voor haar mogen dragen."
Mr. Wernyss keek naar den spreker met boozen, wan
trouwenden blik en zijn lippen trilden, terwijl hij met
grooten nadruk antwoordde:
„Neen, neen! Zy moet hier blijven; zy moet hier zijn,
als ik sterf."
„Dan zal lk haar terugbrengen, sir."
„Dat zou te laat wezen! Rokeby zou hier zijn. Neen,
Ik kan haar niet laten gaan. Zi.1 moet voor haar erf
deel waken, zy is het dochtertje van Robert en die
was my'n llevelingszoon. Ik heb nooit gehouden van
Rokeby en zyn vader heeft mii slecht behandeld en
verkwist al, wat lk hem gegeven heb. Rokeby zal nooit
Wernyss hebben, nooit, nooit!"
„Praat nu niet meer over hem, grootvader. U trilt
over al uw leden. Ik zal bij u blyven, hoor!"
Zonder acht te slaan op deze woorden ging de oude
heer voort, met den blik op Colin gericht:
„Hy denkt dat dit wèl zoo is en ik laat hem in dien
waan. Dat is veiliger voor mij en ook voor haar. Hy
praat er nu al van. wat hij doen zal. als lk er niet meer
ben. Ha, ha! Van al het hout dat hy verkoopen zal! Hij
moet al in dien geest met zijn geldschieters onderhan
deld hebben, want hy heeft heel verkwistend geleefd
zooals zyn vader. Dan kan je toch ook wel begrijpen,
dat ik hem de plaats niet wil nalaten."
„U moet doen. zooals u wilt, sir," zei Colin kalm.
„Het spijt mij, dat u er zoo over tobt. Uw kleinzoon zal
wel goed omgaan met hetgeen u hem nalaat."
„Veertigduizend pond! Dat is toch een aardige som!
Want ik wil hem niet passeeren: hy is van myn eigen
vleesch en bloed. Maar het goed laat ik hem niet na.
Jij ben een beste, brave jongen, Colin, en je hebt mijn
kleindochtertje oprecht lief, om haar zelfswille. Maar
zij zal Wernyss hebben!"
„Ik heb haar lief met heel mijn hart."
„Ja, dat weet ik ook wel en het verheugt mij. Je kunt
haar trouwen, als ik er niet meer ben. en zij is dan
eigenaresse van Wernyss. Maar pas op voor Rokeby;
ik heb je gewaarschuwd: bedenk dat wel!"
De heer St. refereerde zich conclentieus aan de ont
kenning van zijn nachtelyken compagnon.
Door den heer J. Vlug werd onder meer verklaard,
dat hy zeer veel last had ondervonden van fuikenlich-
ters. Echter nó. de arrestatie van Hendr. Aart O. en
Co. had hy geen klachten meer over gelichte fuiken
ontvangen.
Door den heer R. van Lienen, de assistent van den
heer Vlug, werd medegedeeld, dat dien nacht alle 6
door hem uitgezette fuiken de sporen droegen door on
bekenden gelicht te zyn.
De Officier achtte dan ook op grond van de getui
genverklaringen ln verband met de omstandigheden in
leder geval de strafbare poging en medeplichtigheid
wettig en overtuigend bewezen en werd gevorderd te
gen Hendr. Aart O., mede op grond van diens on
gunstige antecedenten 1 jaar gevangenisstiaf en tegen
Reindert St, wiens strafblad nog blanco was, 6 maan
den gevangenisstraf.
Mr. Scholten betuigde dat er een leemte bestond in
den keten van bewijzen. Het was allerminst uitgeslo
ten, dat de fuiken door anderen waren gelicht aange
zien het nazien door van Lienen eerst den tweeden
nacht had plaats gevonden. De aanwezigheid van ver
dachte ter plaatse, toonde niet aan dat hy visch stal,
doch alleen, dat hy uit was op paling stroopen met aal-
dobbers, wat door hem dan ook werd toegegeven.
Bovendien betwyfelde pleiter de juistheid der waarne
ming door verbalisanten met het oog op de heerschen-
de duisternis. Voorts stond volgens pleiters meening
de poging en allerminst de strafbare poging vast, zoo
als door pleiter door tal van voorbeelden, uit de
rachtspractyk en uitspraken in hoogere instanties
trachtte aan te toonen. Pleiter eindigde zijn rijk gedo
cumenteerd betoog met vrijspraak te concludeeren.
Mr. van Leeuwen, opponeerende voor den mede
plichtige, refereerde zich in hoofdzaak aan het om
vangrijke betoog van zyn confrère, die zoo ongeveer
alles had behandeld, wat in deze matérie te zeggen viel.
Pleiter vermeende evenwel, dat een straf van 6
maanen voor zyn cliënt, die nog nimmer met de Ju
stitie in aanraking was geweest, exorbitant hoog en
een lichte boete in casu voldoende was.
Er was volstrekt niet aangetoond, dat het opzet van
verdachte was gericht op het lichten der fuiken, doch
meer was bedoeld op het nazien der aaldobbers. Wat
nu de omstandigheid betreft, dat na aanhouding der
verdachten, het fuikenlicbten niet meer voorkwam, mr.
van Leeuwen opperde de veronderstelling, dat dit feit
ook afschrikwekkend had kunnen werken op eventu-
eele andere fuikenlichters.
Na de gebruikeiyke repliek van den Officier en de
beantwoording door pleiters, werd de behandeling ge
sloten en de uitspraak bepaald op Dinsdag 31 October.
Personeele Belasting voor de koffiehuizen en restau
rants. Wordt in handen gesteld van B. en W. om prae-
advies.
h. Schrijven dd. 2 Oct. 1933 van J. Nottelman en 55
anderen en dd. Aug. 1933 van H. J. ten Broek en 20
anderen, houdende onderscheideniyk verzoek tot het
bestendigen van de bestaande bepalingen op het kam
peeren en tot het uitvaardigen van een kampeerverbod,
dan wel tot het inrichten van een Gemeentelyk Kam
peerterrein.
Gesteld in handen van B. en W. om prae-advies.
i. Schryven dd. 13 Oct. 3933 van de V.V.V. Noord-Ken-
nemerland alhier, houdende verzoek tot het geven van
een andere bestemming aan het Raadhuisplein ter ver
betering van den welstand ter plaatse en het Gemeente
bosch aan het Brinklaantje te bestemmen voor parkeer
terrein.
B. en W. advlseeren om flnancieele redenen geen
veranderingen aan te brengen.
De heer Gutter voelt veel voor het adres. Spr. meent
dat 't een groote verbetering zal wezen als een goed
parkeerterrein ln 't centrum der gemeente is te vin
den. De boomen kunnen blyven staan en een singel er
rondom zal zeker 't aanzien niet verminderen. Boven
dien zullen de onkosten zeer meevallen en 't is een
aardig werkobject.
De heeren Kaag en Schermer voelen weinig voor het
plan. Er zou een aardig bosohje verdwynen.
Ook de heer Byi is er tegen.
Zonder hoofdelijke stemming wordt dan overeen
komstig het voorstel van B. en W. beslist met de aan-
teekening, dat de heer Gutter wil worden geacht als
te hebben tegengestemd.
j. Schryven dd. 20 Sept. 1933 van de gezameniyko
Tuinbouwvereenigingen alhier, houdende verzoek tot
beschikbaarstelling van een bedrag, groot f 2000, voor
het verleenen van Tulnderssteun.
In handen gesteld van de begrootingscommissle.
k. Schryven dd. 27 Sept 1933 van F. Schermer, waar
bij wordt ingediend een ontwerp tot aanvulling en wij
ziging van de Plaatselijke Politieverordening.
Op verzoek van adressant voorloopig aangehouden.
1. Schryven dd. 16 October 1933 van W. Timmerman
en de andere caféhouders alhier, houdende verzoek tot
verlenging van de sluitingsuren op Zaterdag en Zondag
EEN STORM!!! van enthousiasme gaat op!
Als U onzo SCHOOLKOUSEN ziet. (JAAP SNOR
hij breit ze zelf best). Ie klas rep. inrichting voor
alle soorten Wollen Kleeding, Kousen, en Sokken
(ook voor de allerfijnste). Zuidstr. 19, DEN HEL
DER. (Let op den Gelen Winkel). Vracht voor onze
rekening.
Hy vergezelde Colin nu naar den hall en de jonge
man drukte hem de hand, terwyi hy met opgewektheid
zei:
„Houd u maar goed, Mr. Wernyss, u kunt er van op
aan, dat ik voor Dorothy zal waken."
Maar de oude man keek hem aan, met een blik. zóó
vol angst en droefheid, dat Colin onwillekeurig dacht»
toen hij weer terugging door de oprylaan:
„Als ik hier lang was, geloof ik, dat ik net zoo ze
nuwachtig werd als Dorothy. Haar grootvader is ze
ker kindsch. Zou die Rokeby wel zoo'n slecht karak
ter hebben?... In ieder geval is het toch niet mooi, dat
Mr. Wernyss hem zoo misleidt."
HU was nu dicht by de portierswoning en stond een
oogenblik stil.
Een jonge man met een prachtig, kastanjebruin paard
voor een hoogen dogcart, voer geweldig uit tegen do
portiersvrouw.
„Als het nu weer eens gebeurt, Mrs. Dene, dat je mU
drie en een halve minuut laat wachten, dan ga je do
laan uit, versta je? En nu, uit den weg, of je krijgt
de pooten van het paard ln je gezicht!"
Toen Colin even later passeerde, riep hy:
„Hallo. Mrs. Dene. wie is die ongeduldige heer?"
„O, bent u dat. Mr. Colin? Ja. weet u waarom dat
nu was? Myn arme man is stijf van de rheumatiek en
moet binnen blijven, heeft de dokter gezegd. Maar Tot-
ty was weggeloopen en ik moest haar eerst terug heb
ben; dat begrijpt toch iedereen!"
„Wie is hy dan en welk recht heeft hy, zoo ruw te
zyn?"
„Weet u niet, wie hy is. sir? Wel, Mr. Rokeby. de erf
genaam. O. het zal een noodlottige dag voor ons zyn
als de oude heer het hoofd neerlegt en wy hèm tot
meester krijgen!"
Dit was dus Coiins eerste kennismaking met Rokeby
Wemysa.
HOOFDSTUK H
De lunch was nog niet klaar, toen Rokeby het huls
bereikte. Hy belde en de oude butler bracht hem wat
soep en een cotelet.
Ontevreden keek de jonge man rond. terwijl hy aan
zyn eenzaam maal zat. en hy prevelde voor zich heen:
„Myn hemel, het wordt hier met den dag somberder!
De oude man heeft haar ook al aangestoken met zijn
geest van saaiheid! Maar hy ziet er niet naar uit, of hij
nog lang mee kan en dan zal het hier wel anders wor
den! Die familiestukken van bedienden zet ik allen
aan kant en ik zal wel wat leven brengen in de brou-
wery!"
tot des mm. 11 uur, waardoor dit sluitingsuur in over
eenstemming wordt gebracht met dat der aangrenzende
Gemeenten.
B. en W. stellen voor het sluitingsuur op de Zonda
gen te bepalen op 11 uur n.m.
De heer Byl vindt 't absoluut onnoodig dat de café's
langer open zyn, 't heeft niet de minste nut, vooral niet
op Zaterdagavond.
De heer Kaag wil 't ook Zondags niet veranderen.
De heer Gutter daarentegen is een andere meening
toegedaan. Als de caféhouders meenen dat ze er wat
meer door kunnen verdienen, meent spr. dat er geen
bezwaren zijn.
Met de heeren Kaag en BUI als tegenstemmers,
wordt het voorstel van B. en W. aangenomen.
m. schrijven d.d. 23 October 1933, van den heer C.
Roos alhier, houdende verzoek tot het mogen rapen
van dennennaalden In de gemeentelyke Nollen, daar hy
de naalden als vloerbedekking in zijn kippenhokken wil
bezigen.
B. en W. stellen voor overeenkomstig hun be
sluit d-d. 6 September 1933 op dit verzoek afwijzend
te beschikken. Aldus geschiedt.
n. schryven d.d. October 1933, van den heer D. Duin
Wz. alhier, houdende vragen ten aanzien van de ex
ploitatie van den plaatselijken autobusdienst.
Aan de hand van de gestelde vragen deelt voorzitter
mede. dat de exploitant dezen zomer gewerkt heeft met
een nadeelig saldo van f 1600-welke geheel komt
voor rekening van de ondernemers. De dienst zal tot
15 Mei '34 werden stopgezet terwijl tegen dien datum
met den ondernemer opnieuw zal worden onderhandeld.
o. schrijven d.d. 24 October 1933, van C. Hoogvorst
Zaz., alhier, houdende verzoek tot het verleenen van
een bouwvergunning, tegen welke vergunning by het
Ooilege van B. en W. bezwaren waren gerezen, in ver
band o.m. met platte daken, waartegen de raad zich
reeds eerder heeft uitgesproken.
De heer Duin is van meening, dat hier wèl vergun
ning kan worden verleend. Het ontwerp is heel mooi.
De heeren Van Lienen en Schermer kanten zich te
gen elke ontheffing.
Algemeen geldt de meening. dat een en ander dan
maar ln de bouwverordening dient te worden vastge
legd. Met algemeene stemmen wordt dan besloten ln
dit geval nog vergunning te verleenen.
Vaststelling rekeningen.
B. en W. stellen voor, mede Ingevolge rapport van
de Commissie van onderzoek tot vaststelling ten aan
zien van dienstjaar 1932 van:
a. de rekening en verantwoording van het Burger
lijk Armbestuur... ontvangsten f 5069-09, uitgaven
f 5027.79, batig saldo f 41.30.
b. rekening van den Vleeschkeuringsdienst ln den
Kring „Schoorl". Gewone dienst: ontvangsten f 3334.32,
uitgaven f 3334.32, met een boeking naar het reserve
fonds van f 531.03. Kapltaaldtenst: ontvangsten f 831.03,
uitgaven f 831.03, saldo nihil.
c. Balans en Winst- en Verliesrekening van de Wo
ningbouwvereniging „Schoorl" per 31 December 1932.
Met een nadeelig saldo voor Bouwblok A van f 1485.37,
en voor Bouwblok B van f 736.18.
d. Rekening van het Gemeentelijk Electriciteitsbo-
drijf: Balans: Bezittingen en schulden f 139022.5514?
Winst- en Verliesrekening: Verlies en winst f 25002.42,
met een boeking naar winst van en bestemd voor de
reserve van f 1297.66.
e. rekening van het Gemeenteiyk Gasbedrijf. Balans:
bezittingen en schulden f 97382 8514. Winst- en Verlies
rekening: Verlies en winst f 13685.85%, met een boe
king naar verlies van f 2885-99
De rekeningen worden goedgekeurd.
De gemeenterekening.
Vervolgens stellen B. en W. voor de gemeentereke
ning, dienstjaar 1932, voorloopig vast te stellen en wel
als volgt: Gewone dienst: uitgaven f 117789.97, ontvangt
sten f 111306 02, met een nadeelig saldo van f 6463.95.
Kapitaal dienst: uitgaven f 13122.97, Inkomsten f 11900,
met ean nadeelig saldo van f 1222.97.
Aldus geschiedt, met dank aan de commissie voor
haar omvangrijk werk.
B. en W. zeggen de meeste zuinigheid toe en hopen
op betere tijdsomstandigheden.
Begrootingen dienstjaar 19S4,
B. en W. bieden aan voor het dienstjaar 1934:
a. de begrooting van het Burgeriyk Armbestuur ln
ontvang en uitgaaf tot een bedrag van f 4499.47.
b. de begroeting van den Vleeechkeuringsdienst in
den kring ..Schoorl": gewone dienst: in ontvang en
uitgaaf f 2801.55; kapitaaldienet in ontvang en uit
gaaf f 3C0.
c. de begrooting van het Gcme»enteiyk Electricitelta-
bedryf in ontvangst en uitgaaf f 24570.
d. de begrooting van het Gemeentelijk Gasbedrijf ln
ontvangst en uitgaaf f 14100; kapitaaldlenst f 2900.
e. de Genaecntobegrooting: gewone dienst: Inkom
sten f 120343.28, uitgaven f 120343 28. saldo nihil. Kapl-
taaldienst, in ontvangst en uitgaaf tot een bedrag van
f 24SOO, saldo nihil.
In de commissie van onderzoek naar voor-mélde be
grootingen worden dan benoemd alle raadsleden.
Een bezuinigingsvoorstel.
Aan de orde komt vervolgens een voordracht van B.
en W. om ter bezuiniging ht z.g. vervolgonderwys om
Hy was nu klaar met zijn maal en, terwijl hy zich
een glas wyn inschonk, zette hy zijn gedachtengang
voort:
„Ik mag ook wel eens stappen doen, wat Dorothy
betreft. De oude moet massa's geld hebben opgespaard
en het is zonde en jammer, om dit uit de familie te
laten gaan. Hij zal het natuurlijk aan héér nalaten. En
ze is niet onknap, als ze zich wat goed kleedt. Boven
dien zal grootvader er mee Ingenomen zijn."
Hy stond op, trad aan het venster, terwyi de butler
de tafel afnam, en dacht:
„Die boomen gaan allereerst weg. Ik voel wel lust,
om naar Londen te gaan. als de oude heer my een paar
honderd pond voorschot wil geven. Ik kon dan beginnen
met Isaacs te betalen: de anderen zullen nog wel mak
genoeg zyn, om een tydje te willen wachten!"
Rokebey bracht nu verder een paar uren op zyn eigen
kamer door, tot de bel voor het diner ging.
De tafel was altyd keurig gedekt met zilver en kris
tal, al zaten in den regel Mr. Wernyss en Dorothy ook
alleen aan. Het jonge meisje zorgde zelve voor een en
kele bloem hier en daar, maar de levendigheid aan ta
fel was zeker niet groot.
Nu schoof Rokeby zijn stoel wat dichter by den hare
en praatte druk. Telkens trachtte hy den ouden heer
mee in het gesprek te betrekken, maar tevergeefs:
Mr. Wernyss was lusteloozer dan ooit, gebruikte enkel
zyn soep en zat er verder zwygend bij, zoodat het Do
rothy een verlichting was, toen zy kon opstaan Roke
by zou nog een glas wyn gebruiken, maar zy noodde:
„Gaat u mee naar boven, grootvader, dan zal ik wat
voor u spelen."
Met de hand op den arm van zijn kleindochter liep
Mr. Wernyss langzaam de trap op naar den salon en
ging daar op een makkelijken stoel zitten luisteren,
terwijl Dorothy hem het Andante uit de Mondschein
Sonate voorspeelde, tot Iets in de bijzondere stilzwy-
gendheid van den ouden heer haar deed vragen:
„Wel, grootvader, waarom kijkt u my zoo aan?"
„Och, kind, ik dacht, dat 't misschien zelfzuchtig van
my was, om je hier te houden. Het is zoo somber en
zoo stil in huis. Laat Colin je maar weghalen. Ik kan
wel maatregelen nemen betreffende de uitvoering van
het testament... Waar is Effle? Bel eens om haar".
Dorothy deed dit en sprak toen:
„U tobt te veel over my, grootvader! Ik ben heel ge
lukkig hier, als ik Colin maar eens af en toe kan zien
an als u goed is. U weet toch wel, wat Colin altyd zegt:
„Tob nooit." Hy is immers zoo vroolijk en opgeruimd."
Wordt vervolgd.