Het Rotspad. Arrondissementsrechtbank te Alkmaar Raad Schoor!. MEERVOUDIGE STRAFKAMER. STRAFZITTING VAN DINSDAG 24 OOTOBER. VERMOEDELIJKE GEVELKLAUTERAAB VER SCHIJNT OPNIEUW TEN TOONEELE. Heden werd voortgezet de zaak tegen den gedeti neerden metselaar Joh. V. te Alkmaar, die op 29 Au gustus terecht stond als verdacht van Inbraak bij den bejaarden timmerman en taschman Jan Volkers aan de Oudegracht Als getuige a décharge werd nog ge hoord de heer Bosman, kaasdrager alhier, die ver klaarde dat verdachte vanaf 1927 als kaasdrager een inkomen had genoten, vaderende van 400 tot 600 gul den per jaar, welk geld hem bij de verdeeling grooten- deels in baar geld was uitbetaald. De heer Officier releveerde nog, dat uit het psychi atrisch rapport van Dr. Kruitbosch onomstootelijk werd aangetoond, dat verdachte volkomen toereke ningsvatbaar was. De Officier persisteerde bij zijn eisoh: 2 jaar gev. Verdachte bleef ontkennen. Mr. de Groot hield nog een kort pleidooi, waarin hij den twijfel aan de schuld van verdachte naar voren bracht. Uitspraak a.s. week. De-n Helder. GEEN prus op tegeinwordighietd van FUBT.TT3C De 45-jarige schoenmaker Jan K. te Den Helder, thans uit de samenleving gesepareerd, had zich meer malen schuldig gemaakt aan het zedendelict, strafbaar gesteld bil artikel 247 wetb. van strafr. Tegen verdach te, die uiteraard in gesloten zitting terecht stond, en •werd verdedigd door mr. .Arnold Veltman te Den Hel der, werd gevorderd 1 jaar gevangenisstraf, doch voor waardelijk met 3 proefjaren en op te leggen bijzondere voorwaarden. Enkhuizen. SLUITING DER DEUREN. Een ingezetene van Enkhuizen, Bernard K., momen teel antichambreerende in het huis van bewaring te Alkmaar, aan wlen was ten laste gelegd, zedenmisdrijf bekend bij art 247 strafr., had zich achter gesloten deuren te dier zake te verantwoorden. Gerequireerd werd een gecombineerde straf en wel 4 maanden defi nitieve en 6 maanden voorwaardelijk met 3 proefjaren. Na een uitvoerig pleidooi concludeerde verdediger, mr. C. A. de Groot, tot het opleggen van een geheel voorwaardelijke straf en invrijheidstelling. Bergen aan Zee. ZWIJNENVANGST TF BERGEN AAN ZEE. De 20-jarige werkman Rimmer ten D., scharrelde gedurende het vacantieseizoen geregeld te Bergen aan Zee. niet met het doel zich met frissche zeebaden te versterken, doch om zich zoo mogelijk meester te kun nen maken van een onbeheerde fiets. Op 5 Juli geluk te dit opzet en promoveerde hij zich als onrechtmatige eigenaar van een aan zekeren heer J. Keizer toebehoo- rend rijwiel. Op 13 Augustus herhaalde hij met goed gevolg dit zelfde kunstje en bemachtigde een rijwiel, toebehoorende aan den metselaar N. J. Schoor. Deze heer had zich aan het strand opgehouden en zijn kar retje als een soort provocatie buiten toezicht achter gelaten. Toen hij na genoten strandgenoegens wensch- te te vertrekken, kwam hij tot de minder prettige ont- dekkine. dat zijn fiets hem reeds was voorgegaan, dank zij de bemoeiingen van mijnheer ten D. De zwijn tjesjager werd echter gepakt, ingesloten en stond he den terecht Hij maakte niet voor t eerst kennis met den strafrechter, doch was reeds vroeger voorwaarde lijk veroordeeld, welke straf wegens het niet nakomen der bijzondere voorwaarden was geëxecuteerd. Gevorderd werd 1 jaar gevangenisstaf. Mr. de Lange, vervangende mr. v. Loockeren Cam pagne, refereerde zich aan het oordeel der strafkamer. Noordscharwo ude. NACHTELIJKE VTSOHSTROOPEIRS OP KET OORLOGSPAD. Reeds geruimen tijd werd door den heer J. Vlug, binnenvisscher te Broek op Langendijk, steen en been geklaagd over de treurige opbrengst zijner door zijn factotum R. van Lienen uitgezette palingfuiken. De verschijnselen wezen er echter heel sterk op. dat onge- wenschte belangstellenden in actie waren geweest en zich den eventueelen inhoud van bedoelde fuiken we derrechtelijk hadden toegeëigend. Ten einde nu dit werk der duisternis zoo mogelijk te achterhalen, hadden zich in den nacht van 24 op 25 Augustus twee in alle opzichten „wakkere" rijksveld wachters, de heeren Simon Rood van Oudkarspel en Harm Visscher uit Heerhugowaard achter een riet schoot ln hinderlaag gelegd en zulks met uitnemend gevolg! Reeds heel spoedig hoorden de speurders voet stappen op den oever en het gerucht van een bootje, vermoedelijk met de bedoeling paling te stroopen, door middel van aaldobbers, doch bleven, zonder in te grij pen, rustig de wacht houden in de juist gebleken ver onderstelling, dat de nachtelijke piraten wel zouden FEUILLETON. Naar het Engehch. 3. „Effle is een dwaas schepsel! 't Is heel prettig, om rijk te zijn, liefste! Daarom zou ik je toch van den zo mer al willen meenemen." „Maar ga nu eerst eens mee naar binnen, Colin, en kijk eens naar Grootvader. Rokeby is weg." „Maar ik ben niet bang voor je neef," zei hij. „Ik ben heel benieuwd hem te zien. Ik wil wel even mee binnen gaan, Dolly, maar ik kan niet lang blijven, want ik heb Lady Elinor beloofd, in tijds thuis te zijn voor den lunch." Ze stonden op en gingen nu samen terug naar het sombere kasteel. Colin lachte en schertste, maar zy was ernstig gestemd. Ze ging hem vóór door den hall naar de studeerka mer, tikte aan en gezamenlijk traden ze binnen en za gen den ouden heer aan zijn schrijftafel. Hij keek op met vreesachtigea blik. „Wie is dat?" vroeg hij. „t Is Colin, grootvader. Wij hebben wat gewandeld. O, u moest toch ook eens naar buiten gaan en van de lucht profiteeren! Dat zou u zoo goed doen." „Het is slecht weer, hè?" vroeg de oude heer aan Co lin, „koud en vochtig?" „Neen. toch niet. 't Is heerlijk warm Juliweer, sir!" „Och ja, dat is waar ook, we zijn midden in den zo mer, maar de koude zit in mij, zie je! Het graf werpt een lange schaduw af; die voel Ik al op mij." „Daar moet u niet van spreken, sir! U jaagt er Dolly zoo'n schrik mee aan. Kom, gaat u eens uit, Mr. We- myss. Ik zal u beiden naar Muir rijden en dan na den lunch weer terug." De oude man deed, alsof hij die uitnoodigende woor den niet gehoord had en vroeg: „Heb je mijn kleinzoon Rokeby a.1 gezien?" „Nog niet. Dolly zegt, dat hij uit is." „Ja, dat is ook zoo. Ik wilde wel, dat hij nog even wederkeeren met het doel hun vangst en vermoedelijk ook de fuiken van Vlug te controleeren. Dit vermoeden was dan ook juist, want omstreeks 4 uur in den morgen, hoorden de loerende veldwachters een bootje naderen en zagen, dat dit door 2 personen bemande voertuig regelrecht op een uitstaande fuik afvoer. Deze fuik werd door een hen welbekend per soon, den transportarbeider Aart Hendr. O. uit het water gelicht en nagezien, waarna hij uitriep: Dat is niks! De rijksveldwachters achtten toen den tijd geko men voor den dag te treden en werd de bemanning van dit bootje, gezegden Aart Hendrik O., alsmede de bestuurder, zekeren los-werkman Reindert St., 'n nieu weling In de fuikeninspectie, aangehouden. Door de veldwachters werd voorts ook nog in het water gevon den een vischnet, waarin zich bevonden een 15-tal palingen en eenige voorns en baarzen. De heer Aart Hendrik O., 'n intieme bekende der justitie, met een respectabel strafblad, werd zorgvuldig in voorarrest ge nomen, terwijl de heer St, die nog geen relatie met de Alkmaarsche justitie had aangeknoopt, zich weldra weer in zijn gulden vrijheid mocht verheugen. Deze beide heeren stonden thans als verdachten voor de groene tafel. Aan den heer O. was ten laste gelegd diefstal van visch, althans poging daartoe en aan den heer St. de meer passieve rol van medeplichtige toebe deeld. Beide verdachten waren elk behoorlijk van een raadsman en verdediger voorzien. Het Rijk is niet be vreesd voor deze verkwisting, aangezien in de meeste gevallen, de advocaten verplicht zijn, dergelijke met schaarsdhe middelen bedeelde cliënten pro deo bij te staan. Mr. Herman Scholten was dan de juridische paladijn ter vervanging van mr. Prins, die in Palestina ver toeft en aan Ingenieur mr. N. van Leeuwen de taak toegewezen zich voor den medeplichtige heer Reinder St. te interesseeren .Wat verdachten betreft, deze ont kenden hetgeen hen was ten laste gelegd. Hendrik Aart O. gaf toe, dat hij zich onledig had gehouden met het stroopen van paling, door middel van dobbers, doch hij sprak ten stelligste tegen de hem door den officier aangewezen diefstal. Hij erkende de fuik uit het wa ter te hebben gehaald, doch dit was naar aanleiding van het feit, dat tegen deze fuik was aangevaren en hij deze palingval weer wilde recht zetten. Voorts loo chende hij elke bekendheid met het gevonden paling netje en deszelfs inhoud. De raad der gemeente Schoorl kwam in openbare vergadering bijeen op Woensdag 25 dezer des voormid dags om 10 uur. Voorzitter de heer Van Fridagh, burgemeester; Secre taris de heer Smits. Aanwezig alle leden. Na opening worden de notulen der vorige vergade ring onveranderd vastgesteld. Ingekomen stukken. a. Schrijven dd. 30 Augustus van de Ged. Staten van Noordholland, houdende goedkeuring van het bij Raads besluit van 9 Febr. JJ. vastgestelde uitbreidingsplan. b. Schrijven dd. 4 Oct. van de Ged. Staten van Noord holland, houdende goedkeuring van het bij Raadsbe sluit van 10 Aug. 1933, bepaalde omtrent aankoop van strooken grond tot verbreeding van den Ouden Harger- weg en het verleenen van de vereischte vergunning, voor die verbreeding. c. Schrijven dd. 11 Oct. van de Ged. Staten van Noord holland. houdende goedkeuring van het Raadsbesluit dd. 17 Nov. 1932 bepaalde tot aan-, verkoop en ruiling van grond aan den Duinweg te Groet en het verleenen van de vereischte vergunning voor de verbreeding van dien weg. d. Schrijven d.d. 12 September van den Minister van Economische Zaken, houdende mededeellng dat de bij Raadsbesluit van 28 Juni 1933 vastgestelde verordening op de Winkelsluiting, bij Kon. besluit van 5 Sept. 1933 is goedgekeurd. e. Schrijven dd. 29 Sept. van de Ver. van Ned. Ge meenten, waarbij ter kennis wordt gebracht een aan de Tweede Kamer der Staten Generaal gericht adres in zake het wetsontwerp vermindering uitkeering Gemeen tefonds. f. Proces-verbaal kasopname dd. 24 Aug. bij den Ge meenteontvanger en dd. 29 Sept. by den Administrateur van het G.E.B. en G.G.B. onderscheidenlijk tot bedra gen van f 3868.68, f 6413.54 en f 2255.22, waarmee de be trokken boeken overeenstemden. B. en W. stellen voor bovenstaande stukken voor ken nisgeving aan te nemen. Aldus geschiedt. g. Schrijven dd. 1 Oct. 1933 van de afd. Alkmaar en Omstreken van den Ned. Bond van Koffiehuis-, Restau ranthouders en Slijters, dd. 23 Aug. 1933 van C. M. Kroon, caféhouder alhier en dd. 20 Oct. 1933 van de Kamer van Koophandel en Fabrieken te Alkmaar, allen houdende verzoek tot herziening van de heffing van naar Londen ging, maar daar is ln dezen tyd niets te doen." Dorothy was gaan zitten op den arm van zijn stoel en ze vlijde het hoofdje tegen den schouder van den ouden man. Colin vatte moed en vroeg ronduit: „Ik wilde wel. dat u mij een gunst bewees, sir, en mij Dorothy heel gauw liefst dadelijk afstond! Verder zal ik het met alle door u gemaakte schikkingen eens zijn. Ik geef er niéts om, of zij fortuin bezit of niet Ik heb genoeg voor ons beiden, maar hier kwijnt ze weg. Laat ik zorg voor haar mogen dragen." Mr. Wernyss keek naar den spreker met boozen, wan trouwenden blik en zijn lippen trilden, terwijl hij met grooten nadruk antwoordde: „Neen, neen! Zy moet hier blijven; zy moet hier zijn, als ik sterf." „Dan zal lk haar terugbrengen, sir." „Dat zou te laat wezen! Rokeby zou hier zijn. Neen, Ik kan haar niet laten gaan. Zi.1 moet voor haar erf deel waken, zy is het dochtertje van Robert en die was my'n llevelingszoon. Ik heb nooit gehouden van Rokeby en zyn vader heeft mii slecht behandeld en verkwist al, wat lk hem gegeven heb. Rokeby zal nooit Wernyss hebben, nooit, nooit!" „Praat nu niet meer over hem, grootvader. U trilt over al uw leden. Ik zal bij u blyven, hoor!" Zonder acht te slaan op deze woorden ging de oude heer voort, met den blik op Colin gericht: „Hy denkt dat dit wèl zoo is en ik laat hem in dien waan. Dat is veiliger voor mij en ook voor haar. Hy praat er nu al van. wat hij doen zal. als lk er niet meer ben. Ha, ha! Van al het hout dat hy verkoopen zal! Hij moet al in dien geest met zijn geldschieters onderhan deld hebben, want hy heeft heel verkwistend geleefd zooals zyn vader. Dan kan je toch ook wel begrijpen, dat ik hem de plaats niet wil nalaten." „U moet doen. zooals u wilt, sir," zei Colin kalm. „Het spijt mij, dat u er zoo over tobt. Uw kleinzoon zal wel goed omgaan met hetgeen u hem nalaat." „Veertigduizend pond! Dat is toch een aardige som! Want ik wil hem niet passeeren: hy is van myn eigen vleesch en bloed. Maar het goed laat ik hem niet na. Jij ben een beste, brave jongen, Colin, en je hebt mijn kleindochtertje oprecht lief, om haar zelfswille. Maar zij zal Wernyss hebben!" „Ik heb haar lief met heel mijn hart." „Ja, dat weet ik ook wel en het verheugt mij. Je kunt haar trouwen, als ik er niet meer ben. en zij is dan eigenaresse van Wernyss. Maar pas op voor Rokeby; ik heb je gewaarschuwd: bedenk dat wel!" De heer St. refereerde zich conclentieus aan de ont kenning van zijn nachtelyken compagnon. Door den heer J. Vlug werd onder meer verklaard, dat hy zeer veel last had ondervonden van fuikenlich- ters. Echter nó. de arrestatie van Hendr. Aart O. en Co. had hy geen klachten meer over gelichte fuiken ontvangen. Door den heer R. van Lienen, de assistent van den heer Vlug, werd medegedeeld, dat dien nacht alle 6 door hem uitgezette fuiken de sporen droegen door on bekenden gelicht te zyn. De Officier achtte dan ook op grond van de getui genverklaringen ln verband met de omstandigheden in leder geval de strafbare poging en medeplichtigheid wettig en overtuigend bewezen en werd gevorderd te gen Hendr. Aart O., mede op grond van diens on gunstige antecedenten 1 jaar gevangenisstiaf en tegen Reindert St, wiens strafblad nog blanco was, 6 maan den gevangenisstraf. Mr. Scholten betuigde dat er een leemte bestond in den keten van bewijzen. Het was allerminst uitgeslo ten, dat de fuiken door anderen waren gelicht aange zien het nazien door van Lienen eerst den tweeden nacht had plaats gevonden. De aanwezigheid van ver dachte ter plaatse, toonde niet aan dat hy visch stal, doch alleen, dat hy uit was op paling stroopen met aal- dobbers, wat door hem dan ook werd toegegeven. Bovendien betwyfelde pleiter de juistheid der waarne ming door verbalisanten met het oog op de heerschen- de duisternis. Voorts stond volgens pleiters meening de poging en allerminst de strafbare poging vast, zoo als door pleiter door tal van voorbeelden, uit de rachtspractyk en uitspraken in hoogere instanties trachtte aan te toonen. Pleiter eindigde zijn rijk gedo cumenteerd betoog met vrijspraak te concludeeren. Mr. van Leeuwen, opponeerende voor den mede plichtige, refereerde zich in hoofdzaak aan het om vangrijke betoog van zyn confrère, die zoo ongeveer alles had behandeld, wat in deze matérie te zeggen viel. Pleiter vermeende evenwel, dat een straf van 6 maanen voor zyn cliënt, die nog nimmer met de Ju stitie in aanraking was geweest, exorbitant hoog en een lichte boete in casu voldoende was. Er was volstrekt niet aangetoond, dat het opzet van verdachte was gericht op het lichten der fuiken, doch meer was bedoeld op het nazien der aaldobbers. Wat nu de omstandigheid betreft, dat na aanhouding der verdachten, het fuikenlicbten niet meer voorkwam, mr. van Leeuwen opperde de veronderstelling, dat dit feit ook afschrikwekkend had kunnen werken op eventu- eele andere fuikenlichters. Na de gebruikeiyke repliek van den Officier en de beantwoording door pleiters, werd de behandeling ge sloten en de uitspraak bepaald op Dinsdag 31 October. Personeele Belasting voor de koffiehuizen en restau rants. Wordt in handen gesteld van B. en W. om prae- advies. h. Schrijven dd. 2 Oct. 1933 van J. Nottelman en 55 anderen en dd. Aug. 1933 van H. J. ten Broek en 20 anderen, houdende onderscheideniyk verzoek tot het bestendigen van de bestaande bepalingen op het kam peeren en tot het uitvaardigen van een kampeerverbod, dan wel tot het inrichten van een Gemeentelyk Kam peerterrein. Gesteld in handen van B. en W. om prae-advies. i. Schryven dd. 13 Oct. 3933 van de V.V.V. Noord-Ken- nemerland alhier, houdende verzoek tot het geven van een andere bestemming aan het Raadhuisplein ter ver betering van den welstand ter plaatse en het Gemeente bosch aan het Brinklaantje te bestemmen voor parkeer terrein. B. en W. advlseeren om flnancieele redenen geen veranderingen aan te brengen. De heer Gutter voelt veel voor het adres. Spr. meent dat 't een groote verbetering zal wezen als een goed parkeerterrein ln 't centrum der gemeente is te vin den. De boomen kunnen blyven staan en een singel er rondom zal zeker 't aanzien niet verminderen. Boven dien zullen de onkosten zeer meevallen en 't is een aardig werkobject. De heeren Kaag en Schermer voelen weinig voor het plan. Er zou een aardig bosohje verdwynen. Ook de heer Byi is er tegen. Zonder hoofdelijke stemming wordt dan overeen komstig het voorstel van B. en W. beslist met de aan- teekening, dat de heer Gutter wil worden geacht als te hebben tegengestemd. j. Schryven dd. 20 Sept. 1933 van de gezameniyko Tuinbouwvereenigingen alhier, houdende verzoek tot beschikbaarstelling van een bedrag, groot f 2000, voor het verleenen van Tulnderssteun. In handen gesteld van de begrootingscommissle. k. Schryven dd. 27 Sept 1933 van F. Schermer, waar bij wordt ingediend een ontwerp tot aanvulling en wij ziging van de Plaatselijke Politieverordening. Op verzoek van adressant voorloopig aangehouden. 1. Schryven dd. 16 October 1933 van W. Timmerman en de andere caféhouders alhier, houdende verzoek tot verlenging van de sluitingsuren op Zaterdag en Zondag EEN STORM!!! van enthousiasme gaat op! Als U onzo SCHOOLKOUSEN ziet. (JAAP SNOR hij breit ze zelf best). Ie klas rep. inrichting voor alle soorten Wollen Kleeding, Kousen, en Sokken (ook voor de allerfijnste). Zuidstr. 19, DEN HEL DER. (Let op den Gelen Winkel). Vracht voor onze rekening. Hy vergezelde Colin nu naar den hall en de jonge man drukte hem de hand, terwyi hy met opgewektheid zei: „Houd u maar goed, Mr. Wernyss, u kunt er van op aan, dat ik voor Dorothy zal waken." Maar de oude man keek hem aan, met een blik. zóó vol angst en droefheid, dat Colin onwillekeurig dacht» toen hij weer terugging door de oprylaan: „Als ik hier lang was, geloof ik, dat ik net zoo ze nuwachtig werd als Dorothy. Haar grootvader is ze ker kindsch. Zou die Rokeby wel zoo'n slecht karak ter hebben?... In ieder geval is het toch niet mooi, dat Mr. Wernyss hem zoo misleidt." HU was nu dicht by de portierswoning en stond een oogenblik stil. Een jonge man met een prachtig, kastanjebruin paard voor een hoogen dogcart, voer geweldig uit tegen do portiersvrouw. „Als het nu weer eens gebeurt, Mrs. Dene, dat je mU drie en een halve minuut laat wachten, dan ga je do laan uit, versta je? En nu, uit den weg, of je krijgt de pooten van het paard ln je gezicht!" Toen Colin even later passeerde, riep hy: „Hallo. Mrs. Dene. wie is die ongeduldige heer?" „O, bent u dat. Mr. Colin? Ja. weet u waarom dat nu was? Myn arme man is stijf van de rheumatiek en moet binnen blijven, heeft de dokter gezegd. Maar Tot- ty was weggeloopen en ik moest haar eerst terug heb ben; dat begrijpt toch iedereen!" „Wie is hy dan en welk recht heeft hy, zoo ruw te zyn?" „Weet u niet, wie hy is. sir? Wel, Mr. Rokeby. de erf genaam. O. het zal een noodlottige dag voor ons zyn als de oude heer het hoofd neerlegt en wy hèm tot meester krijgen!" Dit was dus Coiins eerste kennismaking met Rokeby Wemysa. HOOFDSTUK H De lunch was nog niet klaar, toen Rokeby het huls bereikte. Hy belde en de oude butler bracht hem wat soep en een cotelet. Ontevreden keek de jonge man rond. terwijl hy aan zyn eenzaam maal zat. en hy prevelde voor zich heen: „Myn hemel, het wordt hier met den dag somberder! De oude man heeft haar ook al aangestoken met zijn geest van saaiheid! Maar hy ziet er niet naar uit, of hij nog lang mee kan en dan zal het hier wel anders wor den! Die familiestukken van bedienden zet ik allen aan kant en ik zal wel wat leven brengen in de brou- wery!" tot des mm. 11 uur, waardoor dit sluitingsuur in over eenstemming wordt gebracht met dat der aangrenzende Gemeenten. B. en W. stellen voor het sluitingsuur op de Zonda gen te bepalen op 11 uur n.m. De heer Byl vindt 't absoluut onnoodig dat de café's langer open zyn, 't heeft niet de minste nut, vooral niet op Zaterdagavond. De heer Kaag wil 't ook Zondags niet veranderen. De heer Gutter daarentegen is een andere meening toegedaan. Als de caféhouders meenen dat ze er wat meer door kunnen verdienen, meent spr. dat er geen bezwaren zijn. Met de heeren Kaag en BUI als tegenstemmers, wordt het voorstel van B. en W. aangenomen. m. schrijven d.d. 23 October 1933, van den heer C. Roos alhier, houdende verzoek tot het mogen rapen van dennennaalden In de gemeentelyke Nollen, daar hy de naalden als vloerbedekking in zijn kippenhokken wil bezigen. B. en W. stellen voor overeenkomstig hun be sluit d-d. 6 September 1933 op dit verzoek afwijzend te beschikken. Aldus geschiedt. n. schryven d.d. October 1933, van den heer D. Duin Wz. alhier, houdende vragen ten aanzien van de ex ploitatie van den plaatselijken autobusdienst. Aan de hand van de gestelde vragen deelt voorzitter mede. dat de exploitant dezen zomer gewerkt heeft met een nadeelig saldo van f 1600-welke geheel komt voor rekening van de ondernemers. De dienst zal tot 15 Mei '34 werden stopgezet terwijl tegen dien datum met den ondernemer opnieuw zal worden onderhandeld. o. schrijven d.d. 24 October 1933, van C. Hoogvorst Zaz., alhier, houdende verzoek tot het verleenen van een bouwvergunning, tegen welke vergunning by het Ooilege van B. en W. bezwaren waren gerezen, in ver band o.m. met platte daken, waartegen de raad zich reeds eerder heeft uitgesproken. De heer Duin is van meening, dat hier wèl vergun ning kan worden verleend. Het ontwerp is heel mooi. De heeren Van Lienen en Schermer kanten zich te gen elke ontheffing. Algemeen geldt de meening. dat een en ander dan maar ln de bouwverordening dient te worden vastge legd. Met algemeene stemmen wordt dan besloten ln dit geval nog vergunning te verleenen. Vaststelling rekeningen. B. en W. stellen voor, mede Ingevolge rapport van de Commissie van onderzoek tot vaststelling ten aan zien van dienstjaar 1932 van: a. de rekening en verantwoording van het Burger lijk Armbestuur... ontvangsten f 5069-09, uitgaven f 5027.79, batig saldo f 41.30. b. rekening van den Vleeschkeuringsdienst ln den Kring „Schoorl". Gewone dienst: ontvangsten f 3334.32, uitgaven f 3334.32, met een boeking naar het reserve fonds van f 531.03. Kapltaaldtenst: ontvangsten f 831.03, uitgaven f 831.03, saldo nihil. c. Balans en Winst- en Verliesrekening van de Wo ningbouwvereniging „Schoorl" per 31 December 1932. Met een nadeelig saldo voor Bouwblok A van f 1485.37, en voor Bouwblok B van f 736.18. d. Rekening van het Gemeentelijk Electriciteitsbo- drijf: Balans: Bezittingen en schulden f 139022.5514? Winst- en Verliesrekening: Verlies en winst f 25002.42, met een boeking naar winst van en bestemd voor de reserve van f 1297.66. e. rekening van het Gemeenteiyk Gasbedrijf. Balans: bezittingen en schulden f 97382 8514. Winst- en Verlies rekening: Verlies en winst f 13685.85%, met een boe king naar verlies van f 2885-99 De rekeningen worden goedgekeurd. De gemeenterekening. Vervolgens stellen B. en W. voor de gemeentereke ning, dienstjaar 1932, voorloopig vast te stellen en wel als volgt: Gewone dienst: uitgaven f 117789.97, ontvangt sten f 111306 02, met een nadeelig saldo van f 6463.95. Kapitaal dienst: uitgaven f 13122.97, Inkomsten f 11900, met ean nadeelig saldo van f 1222.97. Aldus geschiedt, met dank aan de commissie voor haar omvangrijk werk. B. en W. zeggen de meeste zuinigheid toe en hopen op betere tijdsomstandigheden. Begrootingen dienstjaar 19S4, B. en W. bieden aan voor het dienstjaar 1934: a. de begrooting van het Burgeriyk Armbestuur ln ontvang en uitgaaf tot een bedrag van f 4499.47. b. de begroeting van den Vleeechkeuringsdienst in den kring ..Schoorl": gewone dienst: in ontvang en uitgaaf f 2801.55; kapitaaldienet in ontvang en uit gaaf f 3C0. c. de begrooting van het Gcme»enteiyk Electricitelta- bedryf in ontvangst en uitgaaf f 24570. d. de begrooting van het Gemeentelijk Gasbedrijf ln ontvangst en uitgaaf f 14100; kapitaaldlenst f 2900. e. de Genaecntobegrooting: gewone dienst: Inkom sten f 120343.28, uitgaven f 120343 28. saldo nihil. Kapl- taaldienst, in ontvangst en uitgaaf tot een bedrag van f 24SOO, saldo nihil. In de commissie van onderzoek naar voor-mélde be grootingen worden dan benoemd alle raadsleden. Een bezuinigingsvoorstel. Aan de orde komt vervolgens een voordracht van B. en W. om ter bezuiniging ht z.g. vervolgonderwys om Hy was nu klaar met zijn maal en, terwijl hy zich een glas wyn inschonk, zette hy zijn gedachtengang voort: „Ik mag ook wel eens stappen doen, wat Dorothy betreft. De oude moet massa's geld hebben opgespaard en het is zonde en jammer, om dit uit de familie te laten gaan. Hij zal het natuurlijk aan héér nalaten. En ze is niet onknap, als ze zich wat goed kleedt. Boven dien zal grootvader er mee Ingenomen zijn." Hy stond op, trad aan het venster, terwyi de butler de tafel afnam, en dacht: „Die boomen gaan allereerst weg. Ik voel wel lust, om naar Londen te gaan. als de oude heer my een paar honderd pond voorschot wil geven. Ik kon dan beginnen met Isaacs te betalen: de anderen zullen nog wel mak genoeg zyn, om een tydje te willen wachten!" Rokebey bracht nu verder een paar uren op zyn eigen kamer door, tot de bel voor het diner ging. De tafel was altyd keurig gedekt met zilver en kris tal, al zaten in den regel Mr. Wernyss en Dorothy ook alleen aan. Het jonge meisje zorgde zelve voor een en kele bloem hier en daar, maar de levendigheid aan ta fel was zeker niet groot. Nu schoof Rokeby zijn stoel wat dichter by den hare en praatte druk. Telkens trachtte hy den ouden heer mee in het gesprek te betrekken, maar tevergeefs: Mr. Wernyss was lusteloozer dan ooit, gebruikte enkel zyn soep en zat er verder zwygend bij, zoodat het Do rothy een verlichting was, toen zy kon opstaan Roke by zou nog een glas wyn gebruiken, maar zy noodde: „Gaat u mee naar boven, grootvader, dan zal ik wat voor u spelen." Met de hand op den arm van zijn kleindochter liep Mr. Wernyss langzaam de trap op naar den salon en ging daar op een makkelijken stoel zitten luisteren, terwijl Dorothy hem het Andante uit de Mondschein Sonate voorspeelde, tot Iets in de bijzondere stilzwy- gendheid van den ouden heer haar deed vragen: „Wel, grootvader, waarom kijkt u my zoo aan?" „Och, kind, ik dacht, dat 't misschien zelfzuchtig van my was, om je hier te houden. Het is zoo somber en zoo stil in huis. Laat Colin je maar weghalen. Ik kan wel maatregelen nemen betreffende de uitvoering van het testament... Waar is Effle? Bel eens om haar". Dorothy deed dit en sprak toen: „U tobt te veel over my, grootvader! Ik ben heel ge lukkig hier, als ik Colin maar eens af en toe kan zien an als u goed is. U weet toch wel, wat Colin altyd zegt: „Tob nooit." Hy is immers zoo vroolijk en opgeruimd." Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1933 | | pagina 2