Alltlttl Muis-
greestelijk leven
Kijken is Koopen bij CLOECK
Uitgevers: N.V. yJl TRAPMAN Co, Schagen.
PANEM ET C1RCENCES!
OVERHEID EN AMBTENAAR.
Kinder-opnamen, Familie-groepen, Studiefoto's
Bestellingen voor
St. N i c o I a a s
SLECHT WEER.
Zaterdag 28 October 1933.
SGHAGER
77ste Jaargang No. 9372
COURANT.
Dit blad verschijnt viermaal per week: Dinsdag, Woensdag, Donder
dag en Zaterdag. Bij inzending tot 's morgens 8 uur, worden Adver-
«entlên nog zooveel mogelijk in het eerstuitkomend nummer geplaatst
POSTREKENING No. 23330. INT TELEF. No 20.
Prijs per 8 maanden f 1.80. Losse nummers 6 cent ADVERTEN-i
TIëN van 1 tot 5 regels f0.85, iedere regel meer 15 cent (bewijsno*
inbegrepen). Groote letters worden naar plaatsruimte berekend
EERSTE BLAD
DIT NUMMER BESTAAT UIT VIJF BLADEN
door Astor.
EEN opschrift van drie Latijnsche woorden
leest ge boven dit artikel. Ik heb ze onver
taald geplaatst, omdat ze in de geheele we
reld in hun oorspronkelijken vorm burgerrecht heb
ben gekregen, omdat zij als zoodanig zijn geworden
tot wat men gewoon is een „gevleugeld woord" te
noemen. Waarmede reeds terstond wordt aangeduid,
dat zij als op vleugelen zich naar alle kanten hebben
voortgespoed en daardoor algemeen bekend zijn ge
worden. Voor hen echter, die wat buiten de literatuur
staan, geef ik hier de vertaling: „Brood en spelen"!
Waar komt die uitdrukking „Panem et Circences"
vandaan?
Zij is afkomstig van den Romeinschen dichter Ju-
venalis, die op het einde van de eerste en in 't begin
van de tweede eeuw nó. Christus geleefd heeft. Deze
Juvenalis was een Satiricus; in onze taal zouden wij
zeggen:, een hekeldichter. Een merkwaardige kerel,
die het leven van alle kanten heeft leeren kennen.
Die militair is geweest en gediend heeft in de Kei
zerlijke legers, die burgerlijke ambten heeft bekleed
en zich heeft gewijd aan de letterkunde. En wanneer
hij als redelijk denker het leven bekijkt, wordt hij ge
troffen door de dwaasheden der menschen en door
het diep ingevreten zedenbederf, dat hij overal om
zich heen speurde. En hij wordt dichter en kiest den
vorm der satire en hij striemt en geeselt met zijn
woord en vreest niet de naakte waarheid uit te spre
ken. Hij teekent het leven zoowel van de rijke bour
geoisie zijner dagen als van „het volk", van de massa.
Welnu, het is van deze massa van die ongetelden
en ongenoemden, wier namen in de geschiedenis ver
loren gaan, wier leven verloopt zonder schijnbaar
eenig spoor na te laten, dat hij schamper en bitter ge
tuigt „Panem et Circennes"! Daarmede wil hij zeg
gen dat het beste middel om het volk in bedwang te
houden en het te doen berusten in zijn vernedering
hierin bestond, dat men het brood gaf en voor de
afleiding spelen bezorgde Die spelen waren in den
Romeinschen keizertijd sterk in zwang en werden in
de arena's, d.i. in groote open circussen gegeven.
Daarin werden de wagenrennen en de worstelwedstrij
den gehouden en had het volk vrijen toegang.
„Panem et circences"; wij zouden deze woorden ook
met eenige vrijheid toegepast op den tegenwoordigen
tijd aldus kunnen vertolken; geeft het volk bedeeling
en steun en daarbij voor afwisseling feesten, vertoo
ningen, en gij behoeft voor opstandigheid niet
te vreezen.
Juvenalis zegt 't met eenige verachting en wij kun
nen begrijpen, dat hij daartoe komt Hij plaatst zich
tegenover het volk, ziet hoe het leeft in ellende te
midden van grenzenlooze weelde en overdaad, ziet
hoe het bedelt om gunsten, om giften en gaven als
een hond, die leeft van wat hem wordt toegeworpen.
(In de dagen van Juvenalis heerschte in de „hoogere,1
klassen een aan 't ongelooflijke grenzende, verkwis
tende weelde). Hij zelf was pienter genoeg om te be
grijpen, dat deze weelde, die gepaard ging met
schaamtelooze onzedelijkheid vooral op sexueel ge
bied, slechts mogelijk was door dagelijksche diefstal
(in wettelijk gcoorloofden vorm natuurlijk!) op het
volk gepleegd. Maar wat begreep dat stomme volk
daarvan? En dan snerpt 't uit zijn mond vol afkeer
en smaad en hoon: „panem et circences"!
Natuurlijk begrijpen mijn lezers onmiddellijk, waar
om ik juist nü hierover schrijf. Als zij iets verstaan
van den tijd, waarin wij leven, dringt het dadelijk tot
hen door dat er ernstige redenen bestaan om dit te
doen.
Juvenalis is getuige geweest van de decadentie (ont
aarding) welke in den Romeinschen keizertijd op
kwam als één der vóórteekenen van den naderenden
ondergang van het eens zoo machtige en trotsche
volk, waartoe hij behoorde. Hij vermoedde reeds iets
van de komende ineenstorting van het geweldige rijk,
omdat de levende krachten die het hadden opge
bouwd, uit de ziel van het volk wegvloeiden.
Reeds vele malen is een vergelijking gemaakt tus-
schen het heden en den tijd, dien Juvenalis meemaak
te en is gewezen op een treffende overeenkomst.
Ieder scherpziend mensch zal moeten toegeven, dat
wij in onze moderne maatschappij leven in een tijd
perk van verval, van verwording. Dit wordt door de
wonderen der techniek en alle schijngrootheid geens
zins te niet gedaan, hoezeer men daarop steeds weer
wijst als op iets buitengewoon belangrijks.
Daarmede gaat gepaard een heimelijk vreezen voor
wat men tegenwoordig gewoon is het proletariaat te
noemen. Want als dit millioenenkoppig proletariaat
gaat denken, als 't zich bewust zou worden van zijn
lot, dan
Maar nóg geldt het „panem èt circences"!
Adolf Hitier, die door millioenen Duitschers als „de
van God gegeven leider" wordt vereerd en tot een
halve godheid wordt verheven, kent het volk. Men
mag van hem zeggen wat men wil, toegegeven zal
moeten worden dat hij diep doorgedrongen is in de
duistere diepte van de volksziel.
Welnu, deze Adolf Hitier heeft de brutaliteit ge
had in zijn boek „Mein Kampf' deze woorden te
schrijven: Der Deutsche hat keine blasse Ahnung wie
man das Volk beschwindeln muss, wenn man Massen-
anhanger haben will.
In 't Nederlandsch vertaald: De Duitscher heeft er
geen flauw begrip van, hoe het volk beetgenomen
moet worden, als men massa-aanhangere wil werven.
Dat hij, nadat er elf drukken van zijn boek waren
verschenen, dit zinnetje heeft geschrapt voor de daar
na volgende uitgaven, maakt het feit niet ongedsT".
dat hij in dit zinnetje zich in zijn ware wezèu heeft
onthuld.
En wat er is gebeurd nè. het veroveren van zijn
machtspositie, levert daarvoor het bewijs.
Feesten, parades, optochten, vergaderingen met
schetterende muziek, vertooningen als de openbare
boekenverbranding, donderende redevoeringen, uni-
formvertoon, georganiseerde liefdadigheid enz. moet
de massa steeds weer afleiden en als 't ware brengen
in een roes van vergetelheid.
Zoo wordt weer het wanhopige volk, waarin nog
maar een klein begin was opgeleefd van een verlan
gen om zich een plaats te veroveren aan den grooten
levensdisch, zoet gehouden. Iets van idealisme was
geboren in de volksziel, iets van universeel mensche-
lijk bewustzijn, dat uitging boven de nationale ver
schillen; het zou gevaarlijk kunnen worden, het borg
kiemen in zich van mogelijk naderend onheil.
Wat was méér geschikt om dit alles te versmoren
en te verstikken dan feesten te geven, dan hoera-stem-
mingen te wekken?
En het succes is bereikt. En de massa laat zich
bedriegen en roept en schreeuwt en brult „heil
Hitier".
En Hitier kan denken: der Deutsche hat keine
blasse Ahnung wie man das Volk beschwindeln. muss!
Intusschen geeft ons dit geen hoogen dunk van het
Duitsche volk.
Maar is het volk in 't algemeen veel anders? Het is
erg goedkoop om met eenige nationale zelfverheffing
te zeggen dat de Duitschers altijd een volk zijn ge
weest dat kruiperig, laf en slaafsch is. Maar daarom
is het nog niet waar. Ik ben er tenminste heelemaa!
niet zeker van dat, om bij Nederland te blijven, ons
volk zoo heel veel anders is dan het Duitsche.
Want ik zie iets dergelijks ook in ons land. Ook
hier kunnen wij getuigen zijn van soortgelijke ver
schijnselen. Ontzaggelijk groot is de nood van duizen
den. Arbeiders en kleine boeren leven in een toestand
van groote ontbering. Zij zien geen uitkomst Zwart
en donker is het vooruitzicht.
Doet dit in hen moreele krachten ontwaken? Roept
het sterk-menschelijke strevingen op? Voert het tot
een samenzoeken naar een uitweg, die voert tot een
hoogere organisatie van het sociale leven?
Bij sommigen, misschien zelfs bij betrekkelijk ve
len is dit ongetwijfeld het geval. Bij de meesten stel
lig niet. Die meesten staan met geopende hand als
gedegenereerde bedelaars en zijn blij als hun wat toe
geworpen wordt. En ook zij laten zich, als eens het
volk van Rome, door feesten „bezwendelen". En zij
juichen en zingen en hossen en zingen: „wat is het
leven wonderschoon".
Wanneer men nog niet alle idealisme heeft verlo
ren, wanneer men zijn geloof in de toekomst nog niet
geheel heeft prijsgegeven, kan dit alles een mensch
pijnlijk aandoen.
En soms kan het ons verbitteren en wij zien op de
massa neer en herhalen met afkeer en Verachting het
woord van Juvenalis „panem et circences"!
Maar dan herstellen wij ons weer en een ander ge
voel dringt de verbittering terug. Dan voelen wij deer
nis met die misleide, domme, karakterlooze massa.
Dan denken wij aan Jezus, die, de schare ziende,
met innerlijke ontferming werd bewogen 1
Indien er maar iets van die ontferming in ons aan
wezig is, staan wij anders tegenover de massa. Dan
zullen wij niet meer zoeken naar middelen om haar
af te leiden en in een roes van vergetelheid en be
rusting te brengen, maar dan zullen wij ons bezinnen
op de mogelijkheden, die er zijn om in haar een hoo
gere geestesgesteldheid wakker te roepen.
Het volk heeft iets anders noodig dan brood en
spelen. Het heeft noodig: zich bewust te worden van
zijn menschelijke waardigheid. Het heeft noodig: zin
voor gerechtigheid, honger naar rechtvaardigheid,
dorst naar universeele bovennationale broederschap.
Dit is het beste wat wij aan het volk kunnen ge
ven, dat wij het leeren denken over de werkelijkheid,
waarin het leeft en deze werkelijkheid leeren toetsen
aan wat ook in het hart des volks leeft aan zuiver ge
voel, aan nobel verlangen.
Want ten slotte is. dat volk samengesteld uit enke
lingen, uit afzonderlijke wezens, die, wanneer zij tot
zich zelf komen, beseffen dat ook in hen dat diepere
verlangen naar zedelijke kracht leeft.
De individueelb ziel moet de massaziel overwinnen!
De massaziel is de kuddeziel. En tusschen deze
twee bestaat een wezenlijk onderscheid.
Ik meen dit op eenvoudige, populaire manier te
kunnen aantoonen.
Gesteld er is een leest, een feest met een bepaalde,
laat ons zeggen, Kationalistischen tendenz. Gij ziet
met verbazing hoe de massa in de feeststemming is
gebracht Gij richt u tot een der feestvierenden, neemt
hem apart en gaat met hem praten. Gij vraagt hem,
waarom hij feest viert of hij niet beseft dat achter
dat feest een bepaalde bedoeling schuilt. Wat krijgt
ge als antwoord te hooren? Hij zal u zeggen dat ze
allemaal gaan, waarom hij dan niet, er is toch geen
kwaad in èn ja, diep in zijn hart voelt hij wel
dat hij 't eigenlijk niet meer moest doen, maar je
kunt toch geen uitzondering zijn. Hij is onder de
massa-suggestie gekomen!
Dat is de overwinning van de massaziel op de indi-
vidueele ziel.
Dat is de zwakheid van het kuddedier, die triom
feert over de in ieder aanwezige kiem der vrije per
soonlijkheid.
Een pikante herinnering komt mij te binnen. Het
was de derde dag van een dorpskermis. Een mijner
vrienden, een anti-kermisman, was thuis en ik be
zocht hem. Hij was niet aan 't werk. En toen ik hem
vroeg, waarom hij niet werkte, zeide hij dat 't werk
hem slecht afging door de gedachte dat anderen ook
niet werkten en kermis vierden!
Is dit geen treffende illustratie van de strijd tus
schen de massaziel en de individueele ziel!
Zoolang de massa zich niet weet te verheffen bo
ven wat haar juist tot massa stempelt, zoolang zal zij
telkens weer bedrogen uitkomen en gebruikt en mis
bruikt worden en zal het „panem et circences" zijn
fatale beteekenis houden.
Wie hiervan inderdaad doordrongen is, tfoelt 't als
zijn eerste plicht in het hart des volks de behoefte
aan persoonlijkheid te wekken.
ASTOR.
Van verschillende zijden werd mij het gedichtje,
waarover ik de vorige maal schreef, toegezonden. Een
is zelfs zoo vriendelijk geweest er de muziek bij te
geven. Aan allen mijn hartelijken dank voor de ge
nomen moeite.
Deputatie van personeel by Minister Colyn.
Actie van ambtenaren mag geen reactie
teweeg brengen by het volk.
Naar aanleiding van het besluit van den ministerraad
waarbij aan de ambtenaren wordt bekend gemaakt, dat
zij zich zullen hebben te onthouden van elke openbare
actie tegen de overheid en haar beleid, is een deputatie
uit het bestuur van de Centrale van Nederlandsch Over
heidspersoneel (C.N.O.P.) op daartoe telegrafisch ge
daan verzoek, den 26en October door den voorzitter van
den raad van ministers in audiëntie ontvangen.
De deputatie gaf hare bevreemding over het geno
men besluit te kennen, dat den indruk zou kunnen wek
ken alsof het aan de ambtenaren voortaan verboden ia
om in woord en geschrift uiting te geven aan hun ge
voelens met betrekking tot door de regeering genomen
of te nemen maatregelen, rakende hunne belangen. De
deputatie kon niet aannemen, dat aan het besluit een
zóó verstrekkende en haars inziens niet te verdedigen
uitlegging zou worden gegeven en verzocht mitsdien
aan den minister wel een interpretatie te -willen geven.
Minister Colijn bleek van oordeel, dat het in
dezen tijd van verscherping der tegenstellingen,
in het belang van de ambtenaren moet worden
geacht als hun actie geen reactie wekt in bree-
de lagen van het Nederlandsche volk.
De minister achtte interpretatie overbodig en
noemde het verbod een waarschuwing aan de
ambtenaren om in zoowel als buiten dienst be
hoorlijke grenzen in acht te nemen. De ambte
naar blijft echter volmaakt vrij om langs orga-
nisatorischen weg zijn denkbeelden tot de over
heid te richten.
Sprekers in vergaderingen en schrijvers in
dagbladen en andere organen hebben voor zich
zelf grenzen te stellen, wat al dan niet gepast
kan worden geacht.
Protest van het A.C.O.P. tegen het bekende
besluit van den ministerraad.
Wij ontvangen het volgende persbericht:
Het moderne comité ter behartiging van de algemeene
belangen van Overheidspersoneel (A.C.O.F.) is in spoed-
enz., in de meest artistieke uitvoering
Specialiteit in Vergrootingen, ook naar
oude, onduidelijke foto's.
gelieve zoo vroegtijdig mogelijk te doen
Fotografisch Atelier
ARP AD MOLDOVAN
Nieuwe Niedorp
Geopend: dagelijks tot 's avonds 8 uur. Zondags tot
's avonds 10 uur.
vergadering bijeen geweest ter bespreking van het be
sluit van den ministerraad, dat de ambtenaar zich zal
hebben te onthouden van elke openbare actie tegen de
overheid en haar beleid.
Het comité gaf er zich rekenschap van, dat dit be
sluit betrekking heeft op het in het publiek persoonlijk
optreden van den ambtenaar ten opzichte van het beleid
der overheid en van overheidsmaatregelen, den dienst
van den ambtenaar betreffende. Het comité sprak er
zyn groote verwondering over uit, dat de regeering het
noodig heeft geoordeeld de persoonlijke vrijheid van den
ambtenaar-staatsburger in dezen aan te tasten.
Het comité is er n.1. van overtuigd, dat het publieke
lijk optreden van ambtenaren ten opzichte van de over
heid en haar beleid in het algemeen geen enkele aan
leiding heeft kunnen geven tot het nemen van een der-
gelijken drastischen maatregel.
Ook voor uitzonderingsgevallen, waarin belanghebben
den wellicht de beperkingen, welke in den aard van de
ambtenaarsfunctie zijn gelegen, niet in het oog zou
den houden, heeft de regeering bedoelden maatregel
niet noodig.
Het comité komt er verder tegen op, dat de regeering
aan het bepaalde in artikel 105 van het Algemeen Rijks
ambtenarenreglement geen gevolg heeft gegeven. Dit ar
tikel toch schrijft nadrukkelijk voor, dat de centrale
commissie voor georganiseerd overleg aangelegenheden
van algemeen belang voor den rechtstoestand van amb
tenaren moet behandelen, alvorens het bevoegd gezag
ter zake een beslissing neemt.
Het comité heeft zich daarom tot den voorzitter van
genoemde commissie gewend, met het verzoek te bevor
deren, dat het desb ter effende besluit van den minister
raad alsnog in het georganiseerd overleg bij het rijk
aan de orde wordt gesteld.
I
GEBRUIKTE AUTOMOBIELEN
/erkoopen wij onder GARANTIE en op PROEF.
Garaqe C NFEUWL AND BERGEN.
Vernietigende stormen in Canada.
Vernietigende stormen hebben ontzaglijke schade
aangericht in de Atlantische provincies van Canada.
7 houtvlotters, die op een klein eilandje in de Lo-
renz-rivier een toevlucht hadden gezocht, werden
door de watermassa's meegesleurd en zij zijn ver
dronken.
In New Scotland zijn vele bruggen weggespoeld,
straten onder water gezet en spoordijken vernield.
Het verkeer is ten deele geheel stilgelegd en in het
Westelijk gedeelte der provincie zijn vele dorpen van
de buitenwereld afgesneden. Het scheepvaartverkeer
in de havens is geheel gestagneerd.
Ontzettende waterhoos in Joego-Slavië.
Rotsblokken de lucht in geworpen.
Eeuwenoude boomen ontworteld.
Reuter seint uit Belgrado: Het eiland Hvar aan;
de kust van Dalmatië, is geteisterd door een water
hoos, welke in drie dorpen op het eiland enorme
schade aanrichtte.
Terwijl een ontzettende storm woedde, stak plotse
ling een groote kolom van duizenden tonnen water
uit zee op en stortte zich uit op het eiland.
De steenen huizen schudden onder het bombarde
ment van water en steenen en over een lengte van
5 KJVI. werden akkers en wijngaarden totaal vernield
en eeuwen-oude olijfboomen ontworteld. Sinds men-
schenheugenis heeft men op Hvar zulk een stonn
niet beleefd.
De wervelwind wierp rotsblokken de lucht in en
greep de bewoners met ontzetting aan.
Ernstige persoonlijke ongelukken hebben zich ech
ter niet voorgedaan.
Hevige stormen aan de Oostkust van En
geland.
De Engelsche Oostkust werd Woensdag en Donder
dag door hevige stormen geteisterd, welke gepaard
gingen met regen- en hagelbuien. In do haven van
Scarborough zijn verscheidene visschers- en zeilboo-
ten gezonken, eenige stoomschepen zijn van hun an
kers weggeslagen. Het dak van het pavillioen op de
Pier is weggeslagen. Te Lowestoft heeft de storm een
aardverschuiving veroorzaakt. Tal van huizen, wel
ke langs de rotskusten staan, verkeeren in gevaar.
De temperatuur in geheel Engeland is in de laatste
dagen aanzienlijk gedaald.