Bij Ruwe Handen Purol
De Leeuwentemmer
Schneider
De parapluie.
door een zijner leeuwen gewond.
Voor den 31sten keer!
1 UlT DE OMGEVING
Kort
verhaal
„Hel schijnt mijn lot te zijn, eens per Jaar
te worden aangevallen."
Zooals we in een van onze vorige num
mers hebben gemeld, is te Hamburg de
bekende roofdier-dresseur kapitein Schnei
der door één zijner Quo Vadis-leeuwen
aangevallen en gewond. Naar aanleiding
daarvan publiceeren wij een artikel van
de hand van Schneider, waarin hij
spreekt over zijn ervaringen als leeuwen
temmer.
„Wat is eigenlijk een leeuw?" Op deze schijnbaar
naïeve vraag zou men kunnen antwoorden, dat de
leeuw allereerst een „koopwaar' is, welke waarde
zich aan de wet van vraag en aanbod aanpast en
ten tweede, dat de leeuw een dier is met volstrekt
individueele karaktereigenschappen, die men moet
leeren kennen om het dier te temmen.
In 30 jaren zijn meer dan 1000 leeuwen door mijn
handen gegaan. Het gebeurde zoo: In mijn jonge ja
ren studeerde ik, om, als mijn vader, architect te
worden. Mijn vader had mij een fiets geschonken, op
dat ik zoo snel mogelijk van het eene bouwwerk naar
het andere kon rijden. De fiets was 35 jaar geleden
een kleine sensatie en wekte mijn fantasie op.
Ik besloot spoedig de architectuur op te geven en
werd renner en kunstrijder. Nadat ik als eerste, of
laat ons zeggen oen der eersten, het halsbrekende
kunststuk van „the looping the loop" had uitgevoerd,
moest ik wat nieuws op het gebied der artistenkunst
verzinnen, om verder te komen. Een vriend uit En
geland bood mij 12 leeuwen te koop aan. Destijds
kostte een „wilde" leeuw, d.w.z. een ongedresseerdo
leeuw, ongeveer 3000 mark. Tegenwoordig is ook deze
waar in prijs gedaald, zoodat men een „prima leeuw"
voor 1500 tot 2000 mark koopen kan.
Nadat ik de dieren had gekregen en naar Berlijn
getransporteerd had, begon ik mij In de geheimen
van de dierenpsychologie te verdiepen. Slechts de
nauwkeurige kennis der dierenpsychologie als men
het zoo zeggen mag, heeft het mij mogelijk gemaakt,
dat te worden wat men een leeuwentemmer noemt,
om niet het woord dresseur of dompteur te gebrui
ken.
De dieren werden in groote kooien in een der bui
tenwijken van de wereldstad ondergebracht. Nu moest
men elkaar wederkeerig leeren kennen. Urenlang zat
ik gedurende een maand of vier voor de kooi. Ik gaf
elk dier afzonderlijk een naam en praatte allerlei
dwaasheid met mijn pupillen. Hierbij viel mij spoe
dig op, dat elk dier andere karaktereigenschappen
heeft. De eene leeuw reageert b.v. als een bezetene
op elk woord, hij brult, gaat op de achterpooten
staan en schijnt niet voor goede woorden vatbaar te
zijn. Een andere kijkt heelemaal niet naar iemand
om, verveelt zich klaarblijkelijk en straft den
mensch met zijn verachting. Een derde dier weer
heft den kop omhoog en kijkt dengene, die zich met
hem bemoeit, dom aan. Elke leeuw reageert anders op
uiterlijke prikkels. Leeuwengebrul is, wat den lee
ken verwonderlijk mag schijnen, meest eon teeken
van welbehagen, tenminste, als de dieren niet juist
een robbertje vechten. Zooals bij de menschen impul
sief zingen en fluiten, is bij de leeuwen gebrul een
teeken van overmoed en uitbundigheid.
Verscheidene leeuwen hebben ook een beslist ei
gen gevoel voor muziek. Militaire marschen en
lawaaierige muziek vallen nooit in hun smaak. Exo
tische muziek daarentegen, dof tromgeroffel en lang
aangehouden fluittonen verwerven bij hen het hoog
ste welgevallen. Eenige motieven uit Tsjaikowsky's
„Notenkrakersuite" b.v„ de Arabische en Chineesche
dans mogen als voor het leeuwengehoor bijzonder ge
schikt worden beschouwd. Bij de tonen van de in
zijn ooren lieflijk klinkende muziek zingt de leeuw
in zekere mate mee, een verrassend bewijs van
aesthetisch gevoel bij een roofdier!
Nadat ik na maandenlangen arbeid den indruk
had, dat de dieren mij kenden, waagdo ik mij in
de leeuwenkooi. Ik was geheel ongewapend, want een
pistool is tegenover een wild beest een tamelijk
nutteloos werktuig. Het beste wapen in den strijd
met den leeuw iseen heel gewone stoel. Ook dit
feit heeft zijn psychologische verklaring. Het vuur
wapen, welks werking het dier niet kent en welks
werking ook dikwijls niet effectief is, jaagt den
leeuw geen bijzondere angst aan. Een stoel daarente
gen met zijn, den leeuw totaal onbekenden vorm,
schijnt het dier een fantastisch wangedrocht toe,
waarvoor ook het wildste beest in zijn schulp kruipt.
Mijn eerste bezoek in de kooi verliep vlot. Het
schijnt echter mijn lot te zijn, elk jaar ééns door een
leeuw te worden aangevallen, ik heb tijdons mijn
geheele carrière ongeveer 30 aanvallen meegemaakt.
De ergste speelde zich als volgt af: Ik was in de kool
aan het voederen en het vleesch werd mij niet snel
genoeg aangereikt. Plotseling sprong een reusachtige
leeuw op mij af en gaf mij een vreeselijken slag
met zijn klauw in het gezicht. Hij scheurde mijn
heele rechter gezichtshelft uit elkaar. Ik kon niets
Een affiche, ontworpen door prof. Hohlwein te
Miinchen, voor de in 1936 te houden Olymuische
Spelen In Duitschland,
zien. de gezichtszenuw was klaarblijkelijk verlamd en
inet bloed bedekt zonk ik op den grond. Mijn vrouw
een danseres, die als eerste de cake-walk in de
leeuwenkooi danste, snelde mij t° hulp en slingerde
een stoeltje naar den leeuw. Ik werd bewusteloos
weggedragen en herstelde slechts langzaam van den
gevaarlijken overval. Bij ecu anderen aanval bleef
mij niets anders over dan tegen de tralies van de
kooi op te klimmen en mij door het open dak te
redden.
Ook bij den gedresseerden, dus schijnbaar getem-
den leeuw, loopt elke vreemde, die in de onmiddel
lijke nabijheid van het dier komt, gevaar, door hem
verscheurd te worden. Bij de opname van de Quo
Vadis-film in Rome is een van mijn gedresseerde
leeuwen over een 6 meter hoogen muur gespron
gen en heeft een ongelukkigen figurant door een
beet in den nek gedood.
Bij de eerste opname van dezelfde Quo Vadis-
film, eveneens te Rome, en wel in 1912, heb ik een
komische situatie meegemaakt Mijn leeuwen wer
den de arena binnengelaten. Het eerste wat zij de
den ,was het kostbare tapijt voor de loge van keizer
Nero naar beneden rukken en tot groote ontzetting
van den regisseur het dure requisiet aan flarden
scheuren. De schare figuranten, die in de arena, als
gevangen Christenen verkleed op de opnanc wacht
te, was in een oogenblik verdwenen. De aanblik van
de voor de wilde dieren vluchtende menschen was
voor mij onbeschrijflijk komisch, daar ik de getrof
fen veiligheidsmaatregelen volkomen voldoende
achtte. Inderdaad deed zich bij de opname dan ook
geen enkel incident voor.
zij p n
SCHAGERBRUG.
Woensdagmorgen hield de afdeeling „Zijpe en om
streken" van de Holl. Mij. van Landbouw een alge
meens vergadering in het lokaal van mej. wed. Broer
alhier.
Aanwezig 13 leden.
De voorzitter, de heer H. Rezelman, opende met een
woord van welkom de vergadering en sprak er zijn
voldoening over uit. dat zooveel personen ter verga
dering aanwezig waren.
Door den secretaris, den heer C. van der Sluijs.
werden hierna de notulen der alg. vergadering van 15
Aug. 1.1. gelezen, welke onveranderd onder dankzeg
ging aan den samensteller, werden goedgekeurd.
Hierna deelde de secretaris mede, dat het ledental
der afdeeling stijgende is, en thans 174 bedraagt.
Volgde bestuursverkiezing, noodig wegens periodie
ke aftreding van de heeren P. Vries en G. Blaaboer
(beiden niet herkiesbaar) en ter voorziening in de
vacature ontstaan wegens vertrek van den heer E. A.
Lindenbergh uit de gemeente.
In plaats van de eerstgenoemde heeren werden bij
eerste stemming gekozen de heeren J. Rampen en
H. de Graaf, die beiden accepteerden.
In de vacatureLindenbergh werd bij loting, nadat
bij de derde stemming de heeren N. Hopman en J.
Broersen een gelijk aantal stemmen verwierven, be
noemd de heer J. Broersen te St Maartensbrug.
Hierna kwam in behandeling de rekening en ver
antwoording van de gehouden tentoonstelling 'en lo
terij. Rekeningen en bescheiden werden nagezien door
een commissie, bestaande uit de heoren C. Gutker
en P. Vries. Bij monde van laatstgenoemde werd ver
klaard, dat a^les in de beste orde was bevonden. V^n
de loterij bedroegen de ontvangsten f1959.50. de uit
gaven f 1956.05, voordeelig saldo f 3.45. De tentoonstel
ling had een ontvangst van f724.91. een uitgaaf van
f 1015.18, nadcelig saldo alzoo f 29027.
De commissieleden ontvingen een woord van dank
voor de controle en de penningmeester voor zijn goed
werk, waarna de rekeningen met algemeene stemmen
werden goedgekeurd.
De voorzitter zeide, dat het hem speet, dat de ten
toonstelling een nadeelife slot oplevert. Spreker hoop
te echter, dat daar nog een gedeelte van gedekt zal
kunnen worden door particuliere bijdragen, waardoor
de toestand iets gunstiger kan worden.
De penningmeester, de hoer C. van der Sluijs zag
gaarne, dat in het vervolg de rekeningen bij hem
thuis werden nagezien door oen paar personen, in
plaats van voor den aanvang der vergadering, men
kan dan aan de diverse bescheiden meer aandacht
schenken.
De voorzitter deelde mede, dat dit in den regel
gebeurt op een voorafgaande bestuursvergadering,
thans was dit niet mogelijk door tijdsgebrek. In het
vervolg zal het echter" weer geschieden op de wijze
van voorheen.
Bij de vervolgens gehouden rondvraag vestigde de
heer N. Hopman de aandacht van het bestuur op
het nemen van grondmonsters voor controlo der be
mesting met kunstmest Spr. vroeg of het niet nuttig
zou zijn, dat de afdeeling deze zaak weer ter hand
nam.
De voorzitter erkende het nuttige hiervan en zeide
dat het misschien goed zoude zijn zich hiervoor eens
in verbinding te stellen met den heer Ir. G. J. Lie-
nesch, landbouwconsulent te Schagen. De afdeeling
Meneer Roberts was op weg naar huls na een gezel
lig bridge-avondje by een van zyn collega's.
Alhoewel meneer Robert reeds de 50 gepasseerd was.
voelde hy zich nog jeugdig en kreeg zelfs van tyd tot
tyd nog sentimenteele buien. Niet, wanneer hü thuis
was, by mevrouw Roberts, maar wanneer zijn blik toe
vallig viel op een van die aardige hupsche meiskens, die
tegenwoordig de straten en pleinen onzer stad bevol
ken.
ZooaJs gezegd, meneer Roberts was op weg naar huis.
toen juist de dame-met-'t-hoedje-op-een-oor plots den
hoek omkwam en tegen meneer Roberts botste. Ver
schrikt liet zy haar parapluie vallen en meneer Roberts
als galant heer, haastte zioh deze op te rapen.
Pardon, dame, zei hy, pardon. Ik liep aan den ver
keerden kant van het trottoir.
De dame met-'t-hoedje
(enz. enz.) bewoog haas
tig haar hand naar haar
kapsel, of soms een of
ander krulletje ontsnapt
was en bemerkende, dat
dit niet het geval was,
besloot zi1 tegen den ga
lanten heer beminneiyk
te zijn.
Een ongelukje, lach
te zij. Geen van bei
den konden wy er iets
aan doen.
Meneer Roberts lachte.
Dan kan ik dit ongelukje niet betreuren, daar het
my het genoegen gaf met U kennis te maken. Ik hoop,
dat U niet geschrokken is.
Neen. dank U.
Toch voel ik my niet verantwoord, wanneer Ik U
niet thuis gebracht heb.
Waarom? Ik woon hier vlak by. Op de Hoog
straat
Ik moet denzelfden kant uit, jokte meneer Roberts,
Laat my Uw parapluie dragen... Vindt U het geen
prachtavond? En wat een...
Wat meneer Roberts verder had willen zeggen, kun-
zou b.v., onder leiding en voorlichting van genoem
den heer Licnesch, een praat-avond kunnen organi-
seeren ter behandeling van bedoeld onderwerp.
De heer G. Schuijt was van oordeel, dat het wel
overweging verdiend^ deze zaak ter hand te nemen
Er zijn landerijen, zoo zeide spr., die een teveel aan
kunstmest l.jbben en zeer goed een paar jaar buiten
deze bemesting kunnen.
Besloten werd het plan van den voorzitter uit te
voeren, n.L dat het bestuur zich in verbinding zal
stollen met den heer Lienesch.
Verder zag de heer G. Schuijt gaarne, dat, als
grondmonsters worden genomen, dit zal geschieden
door een bevoegd persoon en niet door de landbou
wers persoonlijk, zulks teneinde een uniforme rege-
11 .g te krijgen.
De voorzitter merkt op, dat dit punt dan ook met
dan heer Lienesch kan worden besproken.
De heer P. Vries, aftredend bestuurslid, bracht een
woord van dank aan de bestuursleden voor de pretti
ge wijze van samenwerking gedurende de 3 jaren, dat
spreker bestuurslid was.
De heer G. Schuijt bracht nog in bespreking het
inkuilen van gras. Spreker zag gaarne, dat de af
deeling hierover eens inlichtingen inwon over de
beste wijze van bewerking en voedsehvaarde.
Voorzitter deelde nc.de, dat vanwege Hollands
Noorderkwartier proeven zijn of zullen worden ge
nomen. De uitkomsten hiervan worden nader bekend
gemaakt Ook de heer Lienesch zal hierover, wanneer
••n praat-avond wordt gehouden, wel inlichtingen
kunnen en willen verstrekken.
De voorzitter dankte ten slotte de aftredende be
stuursleden voor het werk, door hen in het belang
der afdeeling gedaan, alsmede de aanwezige leden
voor hun belangstelling en de aangename wijze, waar
op de besprekingen werden gevoerd. Spreker hoopte
dat een en ander in het belang mocht zijn van land
bouw en veeteelt
Hierna sluiting.
ANNA P ATT f. OW N 4
Loop der bevolking:
Ingekomen: J. P. Hogeveen en gez. van Den Helder;
Mej. N. Tysen van Wlerlngen.
Vertrokken: Mej. G. di Fablo naar Amsterdam, Mej. G.
van Helden naar Den Haag; Mej W van der Peet naar
Schoorl, D Mallee—Smit en kind naar Den Hélder
Burgerlpke Stand:
Geboren: Jan, zoon van A G van Eek en J Heoi-
meyer; Elisabeth, dochter van D de Vries en E Bak
ker; Cornelis, zoon van N F J Hopman en E Gillet
Getrouwd: H Westerijk en C de Laat; K Wisse en
T Elzinga
Overleden: H Vos, &ud 3 wekenG Borst oud 65 jaar
BREEZAND
Men verzoekt ons mede te deelen, dat op de uitvoe
ring van het Nut Vriendenkring weer zal optreden het
Harllnger Accordeongezelschap, hetwelk op de uitvoe
ring in het voorjaar een goeden indruk maakte
Voor bijzonderheden zie men de advertentie In het
nummer van Zaterdag.
TAN GENEUK
Op 't oogenblik gaat het vry goed met de werkloos
heid. Een bevredigend aantal is te werk gesteld aan
den weg, een deel is werkzaam op de inmaakfabrieken,
velen by de baggerregelingen in de verschillende ge
meenten. zoodat momenteel maar één bus naar de Wie-
ringermeer gaat met werkloozen uit de gemeenten Zuid-
scharwoude, Noordsoharwoude en Broek op Langendyk
Van verschillende zijden vernamen we reeds, dat,
wiar met Kerstmis de pachtovereenkomst eindigt, ver
schillende bouwers weer land zullen „loslaten", d.w.z.
niet meer inhuren. De slechte uitkomsten van den tuin
bouw, zelfs met de steunwetten, zijn daarvan de oor
zaak. Voor hen, die land te verhuren hebben, is dit
ook niet prettig, en het is te verwachten, dat men het
land kan krygen voor het gebruiken.
NOORDSOHARWOUDE.
Het plaatseiyke crisiscomité vergaderde Dinsdag
avond ten raadhulze, onder voorzitterschap van den
heer J. Ootjers.
Medegedeeld werd, dat er op de rondgezonden circu-
laire's voor een bedrag van f 242 was geteekend. met
nog enkele vaste maandeiyksche bijdragen. Men besloot
de liohtbeeldenavond, waarvoor de heer Ten Bruggen-
cate van Heiloo zich beschikbaar heeft gesteld, te hou
den op 20 November a.s. Vertoond zal worden „Een reis
naar Indië". In welke zaal kan nog niet worden vast
gesteld. Als de zaal van den heer Deutekom vrij ls, zaj
de vertoonlng daar worden gehouden, zoo niet, dan is
het by den heer J. de Bakker.
Men besloot een sohryven aan den burgemeester te
zenden, waarin de afkeuring door het comité wordt uit
gesproken over het feit, dat de burgemeester by de be
noeming van een lid van het comité de door het comité
opgemaakte voordracht van vier dames geheel heeft ge
negeerd en den heer Kansen heeft benoemd. Deze heeft
de benoeming evenwel niet aangenomen. Het comité
was van oordeel, dat er te weinig dames ln het comité
nen we slechts gissen, want op dat oogenblik zei de
dame verschrikt:
O,... loopt U alsjeblieft door! Daar komt mijn
man!
Meneer Roberts maakte als het ware rechtsomkeert
en liep, alsof ik-weet-niet-wie hem op de hielen zat. Hij
spoedde zich huiswaarts. Voor het tuinhekje gekomen,
haalde hy diep adem.
Mevrouw Roberts zat op de veranda.
Je bent weer laat, zei ze, als gewooniyk. Wat heb
je daar?... Een damesparapluie
Meneer Roberts keek versohrlkt naar het voorwerp,
dat hy nog steeds ln de hand hield. Gelukkig viel zyn
oog op een klein gouden plaatje, dat onder den grooten
groensteenen knop bevestigd was en waarop de letter
„R." gegraveerd stond.
Jammer, zei hy. Ik had gehoopt haar binnen te
smokkelen. Het was een verrassing voor je verjaardag.
Laat eens kyken... Hm,... Wat heb je er voor be
taald?
Negen gulden, loog een zeer gedweeën meneer Ro
berts.
De winkeljuffrouw zei dat het het laatste snufje
was.
Natuurlyk zei ze dat! Nu, je had wel Iets beters
kunnen koopen dan een parapluie voor myn verjaar
dag.
Den volgenden dag bracht meneer Roberts vele uren
zoek in paraplulezaken. En hy vond het onmogelijk 'n
parapluie machtig te worden met een groeu-steenen
knop, waaronder een gouden plaatje. Overal zeide men,
dat een dergeiyke parapluie niet voorradig was. Wel
kon zy op bestelling geleverd worden. Maar dat vond
hij zoo erg niet. Hy wist het juiste adres Immers niet
HU moest er voorzlohtig achter zien te komen, waar de
rechtmatige eigenaresse van de parapluie woonde.
De avond daarop, toen meneer Roberts de krant las,
viel zyn oog op een kleine advertentie:
„Vinder van parapluie met groen-steenen knop wordt
verzocht deze terug te bezorgen Hoogstraat 315, daar
vinder bekend is".
Verschrikt Het hU de krant vallen.
Wat is er? vroeg mevrouw Roberts.
Ik heb het erg warm... 11c denk dat ik even een
luchtje ga scheppen.
In de hall staarde hy naar de parapluie-bak. Daar
stond het fatale voorwerp! Wat te doen?
Hij griste haar uit de bak, verborg haar onder zijn
demi en de deur open latende, stopte hy de parapluie
NEDERLAND
Grauw Is uw hemel en stormig uw strand,
Naakt zyn uw duinen en effen uw velden,
U schiep natuur met een stiefmoeders hand,
Toch heb Ik innig u lief, o myn Land!
Al wat gU zijt, is der Vaderen werk;
Uit een moeras wrocht de vlyt van die helden,
Beide, de zee en den dwingland te sterk.
Vrijheid een' tempel en Godsvrucht een kerk.
Biyr, wat gy waart, toen ge blonkt als een bloem;
Zorg, dat Europa den zetel der orde.
Dat de verdrukte zyn wykplaats U noem',
Land mijner Vad'ren, myn lust en myn roem.
En wat de donkere toekomst bewaart.
Wat uit baar zwangere wolken ook worde,
Lauw'ren bebooren aan t vleklooze zwaard.
Land, eens het vryst' en gezegendst der aard.
1832. E. J. POTGIETER.
waren, waarom de genoemde voordracht was opge
maakt
Na de uitvoering met den heer Ten Bruggencate zal
met de verdeeling der gelden een aanvang worden ge-
nemen.
De werkzaamheden aan de Moeselenbrug beginnen in
een vergevorderd stadium te verkeeren. Reeds zyn aan
beide zijden de halve opritten klaar, zoodat binnen af-
zienbaren tyd de openstelling voor het verkeer kan
worden tegemoefcgezien.
ROEK OP LANGENDIJK.
Geboren: Allda, dochter van J. van der Graaf 'en
van I. Doeksen.
Ondertrouwd: C. de Ruiter en» M. Perrey.
Getrouwd: A, P. Bos, oud 28 jaren, wonende te
Leiderdorp en A. van 't Riet, oud 22 jaren.
Overleden geene.
GEMEENTE ZUIDSCHARWOUDEr
Burgerlijke stand over de maand October.
Geboren: Paula Maria, dochter van Jaoob Weel en
Cornelia Zyp; Guurtruida Maria, dochter van Pieter
Kraakman en Allda Bruin; Jacoba Cornelia Hendrina,
dochter van Johannes Gerardus van der Gugten en
Jansje Betgen; Petrus Johannes, zoon van Nicolaas
van Straaten en Anna Maria Bekker.
Overleden: Paulus van Twuijver, oud 88 jaar, weduw
naar van Antje Slesker.
wierïngen
Roodvonk.
Een zoontje van den heer D. Tysen Wz. te Den
Oever is lydende aan roodvonk.
Vereenigingsgebonw.
Naar wij vernemen zal de afd. Wieringen van de S.D.-
AP. alhier thans overgaan tot de oprichting van een
vereenigingsgebouw aan den betonweg naby Hippoly-
tushoeL
Mond- en klauwzeer.
Nieuwe gevallen van mond- en klauwzeer zyn gecon
stateerd onder het vee van de heeren J. Kooy Gzn.,
Westerland, N. Bakker, Gemeenelandsweg, F. Lont, Ge-
meenelandsweg, Jac. Lont Dz., Stroe, P. Hellingman,
Hofstraat, M. Heyblok, Akkerweg en bij den heer D.
Pijper aan den Oeverschen weg in den Wieringermeer-
polder.
HEERHUGOWAATfD
In plaats van den seer Van Slooten, die als kerk
voogd had bedankt, werd als zoodanig benoemd de
heer Smak,
Als verkooper voor de Coöperatie „de Goede Ver
wachting* werd aangesteld de heer A. Kooij Cz. Ieder
een die den heer Kooy nog kent vanuit de zaak aan
den Basserweg. die hy indertyd tot grooten bloei wist
te brengen, zal zeker de overtuiging zyn toegedaan,
dat de Coöperatie hier een goede keuze heeft gedaan.
Langzamerhand begint de werkverschaffing ter
plaatse weder burgerrecht te venkygen. Momenteel
zyn ongeveer 20 personen in de baggerregeling te week
gesteld. Bovendien vinden 50 anderen emplooi in de
R.W.V. in de Wieringermeer.
Naar we vernemen, zal by aanvang van de werken
by Rustenburg, daarin totaal 25 pet. der werkkrachten
uit Hugowaard en Ursem betrokken moeten worden,
wat voor onze gemeente zeggen wil op iedere 8 arbei
ders één.
achter eenige heesters in het voortuintje en liep een
straatje om.
Teruggekomen, stond zyn vtouw in de hall en riep
zenuwachtig:
O, m'n parapluie! Ze is gestolen! Waarom heb je
de deur niet gesloten? Net weer iets van jou!
Ik zal even naar de politie gaan, antwoordde me
neer Roberts.
Den tuin doorgaande greep hy de verborgen parapluie
en, quasi op weg zynde naar het politiebureau, stapt»
hy regelrecht naar de Hoogstraat 315, waar hy de pa
rapluie aan het dienstmeisje afgaf. Met een verlicht
hart keerde hij huiswaarts. Hij had nu niets anders te
doen dan zyn vrouw een nieuwe parapluie te geven.
Het gebeurde eenige dagen later, dat de heer en me
vrouw Roberts in de tram zaten. En tot zyn groote ver
wondering stapte eenige haltes verder... de bewuste da-
me-van-de-parapluie de traan ln en zette zich tegenover
hem. zy gaf den ongelukkigen meneer Roberts een blik,
zooals men dien alleen aan een parapluie-dief geeft.
Meneer Roberts werd al rooder en rooder..
Een eeuw duurde het voor de dame uitstapte.
Ga haar achterna en laat haar arresteeren, fluis
terde mevrouw Roberts. Zij heeft myn parapluie.
Daar kan ik een eed op doen.
Meneer Roberts strompelde de tram uit en deed een
paar passen. De oogen van zyn vrouw op hem gericht.
De dame wandelde langzaam voor hem uit. En, ten
einde raad simuleerde de heer Roberts een toeval.
Hy hoorde zyn vrouw zeggen: Ik zag in de tram
dat hy al rooder en rooder werd. En toen hij uit de
tram stapte om een vrouw te volgen, die mijn para
pluie gestolen heeft, verloor hy zyn bewustzijn.
Hm, zei de dokter. De pols is goed, temperatuur
normaal... HU zal wel spoedig bijkomen.
Hy moet die bridge-avondjes maar opgeven en des
avonds thuis biyven, zeide mevrouw Roberts. Hij
werkt veel te hard.
Ja, zei de dokter, in deze gevallen is een rustig le
ven wenschelijk.
En zoo gebeurde het, dat meneer Roberts afstand
moest doen van zyn bridge-avondjes, en thuis blijven
en de krant voorlezen aan zijn vrouw.
En de moraal van deze geschiedenis is, lezer, dat als
ge, geiyk meneer Roberts, op straat kennis maakt met
'n vertegenwoordigster van het schoone geslacht, ge al-
tyd zoo wys moet zijn, haar haar eigen parapluie te la
ten dragen.
H. BERTRAM.