Sint Nicolaas op komst.
Dat komt er van!
Wie maakt ons
speelgoed
SCHAGER COURANT
Een zelf gemaakte telefoon.
Kinderhanden versieren
en beschilderen de
geblazen ballen.
Een vraag- en antwoordspel.
Jullie hebt natuurlijk allemaal van
een telefoon gehoord en er misschien
zelf wel eens gebruik van gemaakt. Met
een telefoon kun je van 't eene gedeelte
van de stad naar het andere gedeelte
spreken, ja zelfs met andere steden. Met
een radio-telefoon kun je zelfs met In-
dië spreken. Nu, dat laatste zullen kin
deren wel nooit doen, want dit is heel
erg duur en de groote menschen gebrui
ken dit middel hoofdzakelijk in hun
werk. Vooral de kranten maken er ge
bruik van om te hooren wat er in het
verre land gebeurt om dit aan de lezers
mee te deelen.
Ik zal jullie nu eens vertellen hoe je
heel gemakkelijk zelf een telefoon kunt
maken, weliswaar geen electriscbe,
niaay toch één waarmee je over een be
trekkelijk grooten afstand met elkaar
kunt spreken.
Tegenwoordig kun je in de winkels
goedkoope kartonnen bekertjes koopen,
misschien heb je van den zomer nog
leege ijsbekertjes over, die kunnen ook
heel goed dienen* Precies in het midden
van den bodem maak je een gaatje,
waar een sterk, echter niet te dik touw
doorheen kan.
Dit touw maak je met een dikke
knoop of een klein houtje aan den bin
nenkant van de koker vast. Het touw
kan wel twintig of dertig meter lang
zijn.
Om nu met elkaar te telefoneeren, ne
men twee kinderen ieder zoo'n kokertje
en gaan zoover van elkaar af staan, dat
het touw sterk gespannen is. Spreekt de
een in den koker, terwijl de ander hem
aan 't oor houdt, dan worden zelfs fluis
terend gesproken woorden hoorbaar.
Het geluid of beter gezegd de geluids
trillingen planten zich langs het touw
voort. Je moet er echter aan denken, dat
het touw steeds strak gespannen blijft.
Ik hoor 's winters kinderen wel eens
klagen, dat zij niet weten, wat zij moe
ten spelen. „We hebben alles al gespeeld
nu weten we niets meer", is dikwijls de
klacht.
Toch zijn er heel wat spelletjes, die
je misschien niet kent. Een van die spel
letjes, wil ik je dezen keer vertellen. Het
is het verhoorspelletje en je kunt het
met zooveel vriendjes of vriendinnetjes
spelen als je zelf wilt.
Een van het gezelschap stelt een serie
vragen, aan eiken aanwezige één! De
vragen zijn van den volgenden inhoud,
maar kunnen natuurlijk met nog talrij
ke andere uitgebreid worden:
Wat lust je het liefst?
Welke kleur vindt je het mooiste?
Van welke boeken houdt je het meest?
Wie is de edelste figuur uit de ge
schiedenis?
Van wien houdt je het meeste?
Wat is je liefste bezigheid?
De aanwezigen moeten de antwoor
den op een stuk papier, dat zij voor zich
hebben, schrijven. Als ieder met het
schrijven klaar is, neemt hij of zij. die de
vragen stelde, de papieren met de ant
woorden in en leest ze stuk voor stuk
voor. Nu moet elk der aanwezigen ra
den, naar den naam van den schrijver,
die een bepaald antwoord heeft gege
ven. De schrijver zelf moet natuurlijk
niet zeggen, dat hij een zeker antwoord
beeft gegeven. Om zich niet te verra
den zal hij dus den naam van den an
der moeten opgeven.
Hij, die de meeste namen van de
schrijvers der antwoorden weet te raden
is winnaar en mag dan zelf vragen
stellen. Dit is een spelletje, waar een
heelen winteravond gemakkelijk mee te
vullen is.
den kant en plonste opeens in de sloot
Deze was gelukkig niet diep, maar de
juffrouw op school moest Dick toch
naar huis sturen en daar kreeg hij van
zijn moeder een hevig standje.
Hij beloofde haar altijd weer prompt
hetzelfde, maar de boom met de kleine
vogeltjes had toch zoo'n aantrekkings
kracht, dat hij vooral het boomklimmen
vergat
Zoo was het weer half één gewor
den, de schoolbel had geluid en even la
ter liepen de kinderen druk spelend en
babbelend huiswaarts. Ook onze Dick
was er bij en liep naloopertje spelend
met zijn vriendje tamelijk vlug door.
Bij een zijweg ging zijn vriend een
anderen kant uit en Dick kwam even la
ter voorbij zijn boom met zijn vogeltjes,
zooals hij dat in gedachte noemde.
De boom zien ep er in klimmen was
op hetzelfde oogenblik geschiedt. Hoe 't
kwam wist hij echter niet, maar toon
hij de kleine vogeltjes gezien had en
weer naar beneden wilde gaan, scheen
zijn voet van den tak af te glijden, in
ieder geval, met een smak kwam Dick
op den grond terecht en kneusde daar
bij leelijk zijn linkervoet. Hij huilde
niet alleen van de pijn, maar ook van
angst, want hij was niet in staat naar
huis te loopen, en daarbij was de weg
zoo stil en afgelegen, dat het wel uren
kon duren voordat er iemand langs
kwam, die hem thuis kon brengen.
Toen hij eindelijk uitgehuild was,
viel hij, waarschijnlijk van de weeë pün
in slaap, doch hij werd wakker doordat
bij stemmen hoorde.
Hij opende zijn oogen en zag zijn
moeder in de verte aankomen, die hem
riep. Dick wilde opstaan, maar zijn voet
deed zoo'n pijn, dat het onmogelijk was.
Zijn moeder had ergen angst uitgestaan
en was zoo blij, dat zij haar zoon terug-
zig, dat zij hem inplaats van een standje
in haar armen nam en hem een zoen
gaf. Zij droeg hem naar huis, waar zij
zijn voetje zwachtelde, maar voor straf
kon Dick toch een heele week niet loo
pen.
Nu had hij een gevoelige les gehad en
toen hij weer naar school ging, zei Moe
der tegen hem: „Dick, zal je naar me
luisteren en doorloopen, want je hebt
het gezien: „Wie niet hooren wil, moet
voelen."
Het wordt groofendeels door arme
menschen gemaakt.
Jullie hebt er waarschijnlijk nooit bij
nagedacht, waar het speelgoed, dat jul
lie op je jaardag en met Sint Nicolaas
en Kerstmis krijgt wel vandaan komt
en hoe het gemaakt wordt. Vooral in de
Decembermaand wordt er in de winkels
veel speelgoed verkocht, dat reeds maan
den van te voren wordt gemaakt. De
zomermaanden zijn de drukste maan
den voor de speelgoedfabrieken, die'
voornamelijk in Duitschland gevestigd
zijn. Dan wordt er met alle kracht ge
werkt door glasblazers, poppenmakers,
houtsnijders, kartonwerkers en wat niet
al.
Daarna komt de slappe tijd, van acht
maanden, die meteen een arme tijd is.
Want al dat mooie speelgoed komt bij
na allemaal uif een paar arme streken
van Duitschland en daar zijn het weer
de allerarmste menschen, die er op die
manier wat trachten bij te verdienen.
In hun vrijen tijd maken zij thuis aller
lei mooie dingen. Daaraan helpt het
heele gezin mee, tot zelfs de kinderen
van vier en vijf jaar, die nog te klein
zijn om naar school te gaan. Er moe
ten zooveel verschillende werkjes wor
den gedaan, dat er altijd wel iets ge
makkelijks bij is voor die kleintjes.
Wanneer zij grooter worden leeren zij
er telkens wat nieuws bij en als zij
twaalf of veertien jaar zijn hebben wij
al volleerde speelgoedmaker en -maak
sters voor ons.
Speelgoed maken is iets, waar van al
les en nog wat bij komt kijken. Honderd
poppen maken beteekent: honderd lin
ker armpjes, honderd rechter armpjes,
honderd koppen, honderd linkerbeenen,
honderd rechterbeen en. De hoofden
Het kouten paard krijgt een echt vel
uit glas
worden beplakt met een pruikje haar,
de gezichten geschilderd. Het aardige
is, dat dit allemaal handwerk is, zoo
dat er geen twee stukken precies een
der uitvallen.
Ook de versiering van den kerstboom
wordt zoo gemaakt. De schitterende,
glanzende bollen, de stralende sterren,
engelenhaar en al die bonte dingen,
welke den kerstboom zulk een feestelijk
aanzien geven, worden op dezelfde ma
nier vervaardigd, door de armsten der
armen. Zullen jullre er eens aan den
ken bij het gebruiken van 't speelgoed,
dat dit door hard werken is tot stand
gekomen? En als het maar eenigszins
mogelijk is de armste kameraadjes met
een stukje speelgoed te gedenken? Voor
al tegenwoordig zijn er veel vaders en
moeders, die niet genoeg geld hebben
om geschenken te koopen. Als het kan
sta dan een stukje speelgoed aan hen af.
B o v e n:
Be poppenkinderen krijgen een pruik.
Onder: Be zilveren bal voor den
kerstboom wordt geblazen.
lederen morgen beloofde hij aan zijn
moeder, dat hij gehoorzaam zou
zijn, maar altijd weer ver
gat hij zijn belofte.
Dick was een aardige, bewegelijke
jongen, maar als eenigst kind was h
toch wel een beetje verwend. Hij was
pas vijf jaar en de fröbel
school waar hij op was.
had alleen maar in de mor
genuren school, omdat de
meeste kinderen in het
dorp te ver weg woonden
om 's middags weer terug
te komen. Daarom begon
de school om half tien en
om half één gingen de kin
deren weer naar huis toe.
Nu moest ook Dick een
heel eind loopen, voordat
hij weer thuis was, maar
meestal liep hij met een
van de andere kinderen 'n
eind mee, want het was 'n
stillen weg, dien hij had te
gaan, er was dus geen ge
vaar dat hij overreden zou
worden of iets dergelijks.
Daarom maakte moeder
zich dan ook nooit beangst
als hij 's morgens wegging.
Alleen was Dick niet altijd gehoor
zaam en moeder had hem al zoo dik
wijls gezegd, dat hij regelrecht naar
huis moest komen en niet onderweg
overal in en op mocht klimmen. lede
ren morgen beloofde hij het aan zijn
moeder, maar hij was nog niet de laan
uit, of hij was zijn belofte weer glad
vergeten. Hij begon met even onder den
heg door te kruipen, van een aangren
zende wei, waar hij het paard even
aanhaalde, dan kroop hij weer terug,
klom even in een boom, die hij altijd
moest passeeren, want bovenin zat een
nestje en hij ging iederen dag even naar
de kleine vogeltjes kijken en zoo was er
dan de sloot, waar zulke prachtige
vischjes in zwommen en waterlelies
bloeiden. De juffrouw van school hield
veel van bloemen en Dick hield veel van
de juffrouw, het gevolg was, dat hij pro
beerde iederen dag een bloem voor haar
mee te brengen. Op zekeren dag, dat
een van de waterlelies een beetje ver
weg stond, bukte hij zich te ver over