Arrondissementsrechtbank te Alkmaar Een burgervader Woensdag 22 November 1933. SCHAGER COURANT. Tweede blad. No. 9386 op de bank der boetelingen. BAARS &OOSTERMAN (Zitting van Dinsdag 21 November). ZUID- EN NOORDSCHERMER. Do lokale tornado, die heel Zuid-, Noord- en omlig gend Schermerland in rep en roer bracht en voorname- jjjlc woedde om den persoon van den hoogste gezagsver- tegenwoordiger, den 48-jarigen burgemeester Cornelis de Groot, had ten slotte ook de rechtzaal bereikt en de burgemeester namens den heer officier, de aangename uitnoodiging gekregen in de middagzitting van Dinsdag plaats te nemen op het van alle comfort verstoken ver dachtenbankje, teneinde terecht te staan als verdacht van het volgende hem met uitgezochte woordenpraal geincrimineorde feit. En wel: Ter zake, dat hij op 3 Januari 1933 te Zuid- en Noord- Schermer. tijdens een bestuursvergadering van de ver- eeniging voor wijkverpleging, in welke vergadering ook aanwezig was het niet-bestuurslid Cornelia Tiemstra, opzettelijk de eer en goeden naam heeft aangerand, van den in die vergadering aanwezig zijnden penningmees ter dier vereeniging Jan Kuijn, door opzettelijk hem ten laste te leggen, zulks met het kennelijke doel om daaraan ruchtbaarheid te geven, dat hij zich wederrech telijk ten eigen behoeve twee honderd gulden uit de kas dier vereeniging had toegeëigend, althans ter zake dat hij ten tijde en ter plaatse als boven vermeld, opzettelijk Jan Kuijn bovengenoemd, in diens tegen woordigheid mondeling heeft beleedigd.zulks door in bo vengemelde vergadering, waarin ook meergenoemde Jan Kuijn aanwezig was, opzettelijk voor hem (Jan Kuijn) beleedigend te verkondigen, dat hij Jan Kuijn zlcb uit de kas van bovengemelde vereeniging, waarvan ge melde Kuijn penningmeester was, wederrechtelijk ten eigen behoeve twee honderd gulden had toegeëigend, althans woorden van dergelijke strekking. Het staat wel vast, dat deze met pijnlijke nauwge zetheid samengestelde acte van beschuldiging den sa mensteller meer genoegen gaf dan den ontvanger, voor wien zij bestemd was, doch de aanmaning was krach tig genoeg voor Schermer's burgemeester om den tocht naar Canossa te aanvaarden. De hiervoren gereleveerde dagvaarding bevatte voorts nog de mededeeling. dat als getuige a decharge waren opgeroepen: Mej. C. Tiemstra en de heeren: J. Kuijn, (de beleedigde), D. de Geus, C. Tenty, T. Slooten, G. v. Zijp, P. Brouwer en J. Koppen en Mej. Kuijn. Do burgomcester had zijn verdediging en rechtskun digen raad opgedragen aan Mr. C. A. de Groot, die als zoodanig ln dergelijke op hooger niveau staande straf zaken, zooals bekend, een loffelijken staat van dienst heeft. Zijn taak was althans oratorisch zeer dankbaar, aangezien de Schermer voldoende had gezorgd voor een uiterst belangstellend auditorium. We veronderstellen, dat sommige gedelegeerden hun „stik met keis" wel had den meegenomen. De lugubere plechtigheid werd aangevangen met 't verhoor van den verdachten Edelachtbare. Door den verdachte werd natuurlijk erkend, dat hij de bestuursvergadering der vereeniging in kwaliteit van voorzitter had geleid. Volgens de *meening van den burgemeester was zuster Tienstra niet als belangstetlen.de toehoordster doch ambtshalve tegenwoordig geweest teneinde berichten als zou hij f 200 uit de ziekenkas hebben ge leerd. op te helderen en recht te zetten. Lettende op de vijandige stemming die tegen verdachte heerschte bij enkele aanwezigen, had verdachte het voorzitter schap tijdelijk neergelegd en werd hij vervangen door Dr. Koppen. Verdachte ontkende pertinent den heer Kuijn te hebber, aangewreven dat hij de bewuste 200 pop waarover het ging. ten eigen bate zou hebben aangewend. Een der aanwezigen de heer Teewis Sloo ten was hardstikken doof en maakt gebruik van een gehoor-apparaat dat hq echter op bedoelde vergade ring niet had gebezigd. De burgemeester had echter den indruk dat Slooten al het verhandelde tamelijk goed had waargenomen. Volgt thans de heer Teeuwis Slooten, gewapend met zijn gehoorapparaat, dat hij op verzoek van den Voor zitter moet afdoen, waarop blijkt dat hij absoluut niets, maar dan ook beslist niets verstaat Gesteund door zijn apparaat, verstaat hij alleen ta melijk goed. als hij direct voor den president is opgesteld. Hij verklaarde alstoen, dat hij de echtge- noote is van de wethoudster, die a.s. week terecht zal staan. Verder deelde hij mede, dat hij de bewuste vergadering goed heeft gevolgd en de opgemaakte no tulen zijn werk was. Hij had niet gehoord, dat bur gemeester iets strafbaars had geuit aan Kuijn's adres. Dr. J. Koppen, bestuurslid, sluit de rij der getui gen a charge en deelde mee te hebben gehoord, dat Kuijn f200 zou hebben geleend uit de kas van den voorzitter. Op de bewuste vergadering had de burge meester verklaard, f200 aan Kuijn te hebben geleend, waardoor de kas klopte. De heer Kuijn was toen woe dend geworden en werd hem telkens door den bur gemeester het zwijgen opgelegd. Ten slotte had de burgemeester met behulp van een aschbak, stilte ge boden en alstoen de geincremineerde woorden aan het adres van Kuijn geuit. De heer Kuijn had toen een stoel gegrepen en dacht de dokter dat direct een vechtpartij zou volgen. Dokter Koppen had niet veel vertrouwen in de gchoorscherpte van Slooten en was de meening toegedaan, dat de burgemeester hem hielp in het opstellen der notulen. Deze getuige was niet bijzonder voldaan over het optreden van den burgemeester .in qualiteit van voor zitter der wijkverpleging. Burgemeester bleef ontkeimen Kuijn beschuldigt te hebben. Tenslotte volgde verhoor van den getuige k déchar ge, de autobusondernemer Jan Kieft, eveneens be stuurslid der wijkverpleging. Deze getuige had ge hoord van den burgemeester, dat er een tekort was in de kas en er praatjes liepen dat burgemeester f 200 van Kuijn zou hebben geleend. Burgemeester had dit gehoord van Zuster Tienstra. Hij wist niet of de no tulen juist waren. Acht u dien dooven man daartoe in staat, vroeg de president. Je mot wel erg doof wezen, als je dat niet had gehoord, antwoordde de heer Kieft. Daarop traden- respectievelijk naar voren de getul- genschaar en in de eerste plaats de beleedigde mijn beer Jan Kuijn, de penningmeester der vereeniging die verklaarde de beleedigingen nog altijd te gevoelen en derhalve bij de klacht te volharden. Volgens ver klaring van dezen primus inter pare3 onder de getui gen. had de burgemeester hem wel degelijk ten laste gelegd dat hij die 200 gulden voor zich zelf noodig had gehad. De verklaringen van getuige Kuijn en van den burgemeester klopten dus ongeveer op elkaar als tong op varken en werd dus de getuige Kuijn op het gewicht van den eed gewezen. Getuym erkende dat hij van de beleediging geen acte had doen nemen en eerst bij nader nadenken tot de ontstellende conclusie was gekomen dat hij vreeselijk beleedigd was. Ook was hij door den burge meester op die vergadering uitgemaakt voor „schoft" en toen had hij zelf geantwoord: Als ik een schoft ben, dan ben ik in ieder geval een eerlijke schoft en dat is u niet. Hierop gaf Kuijn een uitvoerig relaas, hoe de fi nancieele verwikkelingen waren ontstaan, een ver haal dat woorden genoeg bevatte om een half dag blad te vullen. De quintessens was dat Kuijn aan den burgemeester geld had geleend, dat hij niet had ge bruikt voor het gestelde doel. Later kwam Zuster Tienstra bij hem klagen over de handelingen van den burgemeester en werd hij gewaarschuwd den burge meester, die overal vast zat, geen geld tc leenen. Evenwel had de burgemeester vast beloofd het geld terug te geven en wilde Kuijn hem nog in bescher ming nemen. Het bleek echter dat de burgemeester niet in staat was het geld op te dokken, toen Kuijn hem dit vroeg. De President vond het niet correct van Kuijn dat hij, afgescheiden van het feit, dat zoo'n leening voor een burgemeester niet te pas komt, aan den verdach te uit de kas der vereeniging f200 had geleend, een geste, die hij toch feitelijk niet kon verantwoorden. Burgemeester was zoo vrij op te merken dat van het geheele door Kuijn opgedischte verhaal niets juist was. Voorts verklaarde burgemeester het slachtoffer te zijn van de animositeit van zuster Tienstra. Omtrent dit moment kwam de verdediger in actie ten einde het fiancieel beleid van Kuijn aan te vallen. Door den burgemeeste werd desgevraagd verklaard dat hij geld uit anderen hoofde onder zich had en hij, indien hij om f 200 verlegen zou zijn geweest, zeer ze ker eerst dat geld zou hebben aangesproken, dan zijn toevlucht te nemen bij den penningmeester van de zie- kenvereeniging. Hij zelf had Kuijn op zijn herhaalde verzoeken f 200 in bankjes van f 50 in de handen ge stopt in het raadhuis. Dit was geld van zijn salaris. Wat was er feitelijk met het kasboek van Kuijn gebeurd, vroeg verdediger aan dezen getuige. Deze antwoordde dat hij dit ter hand had gesteld aan den burgemeester, na de algemeene vergadering in Febru ari. Aan Dr. Kopper had Kuijn inlichtingen gegeven uit zijn eigen aanteekeningen uit dit kasboek. Zoo men ziet, alles vreeselijk belangrijk voor... Zuid en Noord-Schermer. Hierop volgde verschijning van Mej. Kuijn, geb. Geer tje van Zijp, die verklaarde dat burgemeester in Juli onder hooi- en etenstijd bij haar man in den koegaiig, een conferentie had gehad en deze alstoen f 100 aan den burgemeester ter hand had gesteld en vertelde haar man haar. dat hij dit geld uit de kas der vereeniging had geleend. De burgemeester sprak deze verklaring tegen en be weerde dat deze getuigenis op dit punt onwaar was. Hij kwam wel meer bij Kuijn, doch dit was niet juist, Mej. Kuijn persisteerde echter en beweerde pertinent een bankbiljet van f 100 te hebben gezien. Getuige D. de Geus had aan burgemeester f 3000 ge leend tegen 5% procent met jaariyksche aflossing van f 600. Het eerste jaar loste burgemeester af, doch in 1931 niets, in 1932 alleen rente en f 150 aflossing. Hij was toen zóó court d' argent, dat de Geus hem f 50 te ruggaf op zijn verzoek. Dienzelfden avond gal burge meester aan Kuijn de gevraagde f 200. Hij had toen al de intentie om Kuijn te helpen! Hm! De Geus ver klaarde met klem, dat burgemeester aan al zijn ver plichtingen had voldaan. De heer P. Brouwer, bestuurslid der vereeniging voor Ziekenhulp, deed verslag van het verloop der beruchte vergadering en de heibel die alstoen was ontstaan tus- schen Jan Kui^n en den burgemeester over de bekende 200 gulden. Burgemeester bad geschreeuwd: Je liegt 't, ik "heb dat geld niet gebruikt, maar jij! Hij had het geld niet noodig, maar nog een bankrekening van 200 gulden! De getuige vond den secretaris Slooten wel wat doof voor zijn gewichtige betrekking. Hij liet zich ech ter niet uit of de notulen al dan niet juist waren. Verschijning van den timmerman C. Tenty. bestuurs lid der wijkverpleging voor het getulgenhekje. Deze verklaarde op verzoek van den president conform ge tuige Brouwer dat de burgemeester tegen Kuijn had gezegd: Niet ik, maar jij heb die 200 gulden genomen. Kuijn was geregeld in de oppositie. Getuige kon uit de verklaringen van Kuijn niet best wijs wordeh. Hij ver meende echter dat Kuijn den burgemeester had willen dekken. De 36-jarige wijverpleegster der Schermer Ziekenhulp Mej. Cornelia Tiemstra, gaf een verhaal ten beste van de financieele omstandigheden, uitgedrukt in een dia loog met den penningmeester Kuijn, waarin de burge meester niet de rol speelde van Pêre Nóble. Deze con ferentie had plaats onder het zegel der geheimhouding. Later vond zuster Tiemstra termen in het belang van Kuijn, die geheimhouding op te heffen. Met den bur gemeester had zuster een gesprek gevoerd over 10C gulden der subsidie, die niet aanwezig zou zijn, waarop de zuster den burgemeester onder de neus drukte, dat hij zelf van Kuijn 200 gulden zou hebben geleend. Voorts bevestigde zij de door burgemeester tegen Kuijn gespro ken woorden, dat niet hij, maar Kuijn die f 200 uit de kas had genomen. Zij was maar eenmaal ter vergade ring genood en kon over de gehoorcapaclteit van Kuijn niet oordeelen. De burgemeester bleef de leening van f 200 ontken nen, ondanks hetgeen Kuijn aan de wijkverpleegster had medegedeeld. Tusschen de verklaringen van wijk zuster en burgemeester was hier de homogeniteit ver te zoeken. De burgemeester had de tegenwoordigheid van de zuster ter vergadering noodig geoordeeld in verband met de door Kuijn tegen haar gedane uitlatingen. Hierop verkreeg de Officier het woord ter ineenzet ting van zijn requisitoir. Deze stelde de ontkentenis van den burgemeester tegenover de pertinente verkla ring der vele getuigen a charge en kwam altoen tot de conclusie, dat de burgemeester inderdaad de hem ten laste gelegde woorden had gebezigd. Spreker ont kende de waarde der notulen, deze zijn gewoonlijk meer schematisch dan woordelijk. Bovendien beschikt de secretaris niet over 100 procent gehoorcapaciteif zooals uit een steekproef is gebleken. Ook had de secretaris dien avond zijn apparaat niet ter zijner be schikking. Voegt men er bij, dat op de vergadering e?i1 8e_weldig spectakel heerschte. zoodat de discus siën niet waren te volgen. Hierna besprak de Offi cier de kwestie over het al of niet leenen der f200 en vermeende de Officier dat de houding van Kuijn er op wees, dat hij zich beleedigd gevoelde. Hierop liet de Officier volgen een uitzetting van het voorspel, die lot de uitbarsting op de vergadering had geleid. Hierbij kwam niet onduidelijk naar voren, dat de financieele toestand van den burgemeester niet zoo heel rooskleurig was, zooals ook bleek uit de aflos singen van het geleende geld van D. de Geus. Hieruit pleitte er alles voor, dat niet Ivuyn, maar de Burge meester de f200 uit de kas had geleend. De Officier prees zuster Tienstra voor haar ingrijpen in de kwes tie door Dr. Koppen deelgenoot van haar geheim te maken. Ten slotte de juridische constructie besprekende, kwam de Officier tot de conclusie dat men hier te doen had met de subsidiaire tenlaste legging, de een voudige beleediging en noemde de officier dit feit bewezen. In dit hijzonder geval achtte de officier deze beleediging zeer ernstig en werd gevorderd f200 boete subs. 60 dagen hechtenis. Hierop werd de verdediger mr. C. A. de Groot in de gelegenheid gesteld tot het houden van zijn zeer uitvoerig en met enthousiasme uitgesproken pleidooi. Pleiter ving aan te gewagen van de groöte belang stelling, die wees op de belangrijkheid dezer straf- zaak en verheugde er zich op, dat van al de ge schiedenissen, die zich in Zuid- en Noordschermer hebben afgespeeld, hier niets naar voren is geko men. Met verontwaardiging sprak verdediger over de de schandaallectuur in sommige bladen omtrent deze aangelegenheden ten beste gegeven. Bijzonderheden die zorgzame ouders aanleiding gaven, deze lectuur aan hun kinderen te onthouden. De smaad in navolging van den Officier geheel ter zijde stellende, wenschtc pleiter alleen te bespreken de animus injuriandi (wil om te beleedigen) in deze strafzaak en ontkende pleiter dat hier niets is ge bleken van eenig opzet om te beleedigen Het be trof per saldo niets anders dan een verweer van den burgemeester tegen de aantijgingen van den penning meester J. Kuijn. Het geheele rumoerige verloop der vergadering wees daarop. Het betrof ten slotte een civiele kwestie, waarmede de Officier niets te maken had. De twee. personen staan lijnrecht tegenóver el kander en Jan Publiek wordt door dit proces geen steek wijzer. Het gaat hier over de kwestie van de 200 gulden! Pleiter ontkende ten stelligste dat zou zijn bewe zen dat verdachte zich had schuldig gemaakt aan misdrijf strafbaar gesteld hij artikel 266 Wetb. van Strafrecht. Pleiter gevoelde zich ook niet geroepen de quintensens der civiele zaak hier nader uiteen te zet ten, dat was zijn taak niet. Voorts besprak pleiter de gevraagde boete f200, die mijnheer de Officier zeker had ontleend aan het bedrag waarover in dit proces sprake was Tenslotte achtte pleiter het bewijs niet geleverd en concludeer de hij tot vrijspraak, subsidiair het opleggen van een meer aannemelijke boete, dan door den Officier was voorgesteld. Hierop volgde het gebruikelijke debat tusschen parket en bali, waarbij geen toenadering merkbaar was. Uitspraak volgende week, 10 uur. STRAFZITTING VAN MAANDAG 20 NOV. VOOR DIEN POLITIERECHTER. Hoorn, ONHANDELBARE HORINEUS. De heer Petrus v. d. K„ ingezetene van Hoorn, ver keerde op 16 Aug. in e<en dronken en bijgevolg lastig stadium, wat hem aanleiding gaf zich tegen den agent te Pas, die 't goede met hem voorhad, krachtig te ver zetten. Hij moest voor deze ^excessen heden terecht staan en werd bij verstek, aangezien meneer niet pre sent was, veroordeeld tot 1 maand gevangenisstraf. Alkmaar. FASCISTEN-SENSATIE OP 26 MEI De betonwerker IJsbr. Petr. W. had alreeds terecht gestaan ter zake beleediging van den politieagent Staats, in den avond van 26 Mei, ter gelegenheid van een vergadering van de fascisten in het gebouw „De Unie". Deze zaak werd alstoen aangehouden na ont kentenis van den verdachte tot nader onderzoek en alsnu voortgezet met het hooren van een tweetal ge tuigen a décharge, Valk en Sluijs. Verklaard werd, dat wel het woord „ploerten' is ge roepen, doch niet uit de groep personen, die links van den weg marcheerden en waaronder ook de verdach te W. behoorde. Op een situatieteekening, expres voor dit proces vervaardigd, werd een en ander nagegaan en verduidelijkt. De beide getuigen, die „onoverkome lijke" eedsbezwaren hadden, werden gehoord onder be lofte. Agent Staats bleef echter persé bij zijn verkla ring dat de ploerten roep er de verdachte was geweest Volgens verdachte en getuigen a decharge had hun wandeline met de fascisten niets te maken. De Officier vond de doolhof moeilijk, vroeg in du- bio vrijspraak. Vonnis conform. Texel. WEERZINWEKKENDE DIERENMISHANDELING. De niet verschenen persoon van Dirk B. te Den Burg op Texel had goedgevonden ln Juli een kat die hem niet toebehoorde, in een rattenval te vangen en het weerlooze dier na het dagen te hebben laten versmach ten met val en al te verdrinken in een put De heer Wortman, kleermaker aldaar en lid van de dierenbescherming, werd met het walgelijk feit in kennis gesteld en wees den dierenbeul op zijn ver- plichtingen, doch hij ontving een zeer slecht onthaal, waarop de heer Wortman de politie met het gebeur de In kennis stelde, In die» tijd had B. de gemartelde kat verdronken. Heden terecht staand^, requlreerde de Officier 1 maand gevangenissraf. Uitspraak f 50 boete of 50 dg. fWat minder bescherming voor dezen man, die niet geheel toerekenbaar schijnt te zijn, zou o.L de mooie 7aak der dierenbescherming ten goede komem Ver slaggever). Texel. LOSLIPPIGE TEXELSCHE DAME. De 67-jarlge krasse en bijzonder goed van de tong riem gesneden mej. Neeltje van E., momenteel nog echtgenoote van den heer Corn. Dr., zou op 18 Juli haar dorpsgenoot te Den Burg, den slager Klaas Dros niet zoo eventjes beleedigd hebben, door hem met een stem, die aan duidelijkheid niets te wenschen overliet, toe te schetteren: Je bent een oplichter! De heer Dros scheen deze taxatie niet te smaken en gaf de bevoegde autoriteiten van zijn bevinding kenni9. De oude dame. heden terecht staande, gedroeg zich bijzonder opgewekt en lettende op haar vroolijke stemming en het feit, dat zij 26 jaar geleden wegens beleediging tot f 3 boete was veroordeeld, werd haar opgelegd de straf, door den of ficier gevorderd, n.1. f 10 boete of 10 dagen. Alkmaar. ONGEOORLOOFDE BROEDERLIEFDE. De 26-jarige Alkmaarsche voeger Hendr. Th. de J., gesierd met een lefkuif, die niet de bewondering af dwong van den politierechter, had in den nacht van 30 op 31 Juli met geweld zijn broeder Simon uit de handen van de agenten Staats en van Heusden trachten te ver lossen. toen deze broeder wegens het zich bevinden in beschonken toestand door de agenten was gearresteerd. De broederminnende voeger ontkende heden eenige di recte actie gevoerd te hebben. Het was hem echter ge lukt den arrstant te bevriiden, dus dat klopte niet pre cies. Eisch f 30 boete of 15 dagen. Vonnis f 15 boete of 10 dagen en 1 maand gev. voorw. met 3 proefjaren. Alkmaar. DE ONBETROUWBARE ZATERDAGAVOND- KERSENHANDELAARS. Tot tweern aanden veroordeeld. De 35-.1arige heeren Corn. K. en Jos. Joh. v. W., bei den marktkooplieden te Haarlem, stonden terecht ter zake het verkoopen en afleveren op de Zaterdagavond- markt te Alkmaar, van kersen, waarvan later bleek, dat het verkochte gewicht niet beantwoordde aan de zwaarte van de aflevering. Zoo spoedig dit bedrog ruchtbaar werd, had de politie ingegrepen, werd de kersenverkoop gestaakt en de onbetrouwbare hande laars naar het bureau geexpedleerd. De 18-jarige Mej. Aafje Kromhout uit St. Pancras had ook kersen ge kocht en bemerkt dat aan het gekochte pond 1 ons ont brak. Zij betaalde f 0.15. Bij den heer v. d. Pol waren die kersen nagewogen met het hierboven vermelde on gunstige resultaat Eveneens hadden de getuigen Homan, Blom en Buis dezelfde onaangename ervaring opgedaan. Bij nawe ging kon het pond niet meer dan 4 ons halen. Rechercheur v. d. Burg had het precaire handelszaak- PRIMA ROOKWORST slechts 45 cent per pond je verder voor elkaar gebracht De schaal was opzette lijk vervalscht met een stuk lood en zal wel vernietigd worden. Belde heeren handelaren waren alreeds ter zake ver mogensdelicten veroordeeld, dus geheel zuiver op de graat waren zij niet. De officier maakte er geen gekheid mede en requl- reerde 3 maanden gevangenisstraf. Uitpsraak: ieder 2 maanden gevangenisstraf. Een ernstige waarschuwing voor andere kooplieden, die op dergelijke wijze hun afnemers en concurrenten trachten te benadeelen. O u d e s 1 u i s. KA NNIBAALSCHE NEIGINGEN. De heer Jacob Kr., niet gearriveerd ter zitting, had in den nacht van 6 op 7 Juli getoond in het bezit te zijn van menscheneters apprecties, althans hij ver scheen in alreeds beschonken toestand in het café van den heer J. Buisman te Oudesluis, die dezen ongcwenschten klant in de buitenlucht wist te wer ken, waarop hij van Jacob 'n slag tegen het hoofd ont ving en in een der vingers van de rechterhand werd gebeten. Deze geestverwant der kannibalen van Niouw- Guynea werd veroordeeld tot f30 boete of 30 dagen. Hij bad schriftelijk zijn spijt in een beleefden maar langdurigen brief betuigd en beterschap beloofd. Woorden, zei de Officier en requireerde f30 boete of 30 dagen, met hiervoren aangeduide succes. Wervershoof. 'N ONVRIENDELIJK POTNAT. De niet verschenen 69-jarigen heer Klaas M., wonen de te Onderdijk, gom. Wervershoof, schijnt in het da- lijksch leven niet lekker te zijn. Als wij tenminste wil len afgaan op de mededeelingen die zijn buurman Jan Buis heden aan den Politierechter deed omtrent het optreden van Jan op 6 Juli j.I. Toen wilde hij zoo maar buurman Buis met een turfbijl te lijf en bul derde hem toe: Van mijn erf af of ik sla je de hersens in! Buurman nam wijzelijk de kuiten en hoorde zich nog toevoegen het woord: „Bedelaar". Buurman Klaas bleef heden in gebreke zich per soonlijk te vertoonen om zich te verdedigen, wat hem natuurlijk nadeelig was. Volgens Dr. Van Pinxteren is hij zenuw- en hartlij-» der. Eisch en vonnis f25 boete of 25 dagen ter kalmee-» ring. Helde r. EEN RUITENTIKSTER. Mej. Trijntje Jacoba N. te Helder, had in den avond van 17 Juli aldaar wat „rumor in casa" veroorzaakt door met een bezemsteel een 5-tal glasruiten in te timmeren bij den melkhandelaar Jan v. d. Vis te dier plaatse. Het gelukte haar een schade te veroorzaken van 18 pop. v. d. Vis vorderde in cuplibus deze som. Eisch f 15 boete of 15 dagen. Uitspraak conform en toewijzing civiele vordering aan den benadeelde. H.H.W aar d—S panbroek. ONSECURE LANDBOUWLOTEN-DEPOTHOUDER. De heer Jan B. te Heerhugowaard, is vermoedelijk geen aanbevelenswaardig adres voor den verkoop van landbouwloten. Althans de heer J. Koelemeij, exploi tant van dergelijke loten betreffende de landbouwten toonstelling te Opmeer kwam tot de wetenschap dat mijnheer B. de loten wél versaggeld, maar geen cent had verantwoord. De heer Koelemeij had 129 gulden schade. Ook anderen had Jan B. op deze wijze er tus schen genomen, zooals bleek uit een door den heer officier ontvangen brief van zekeren heer v. Leeuwen. De man had zich in 't geheel genomen, zeer on sympathiek gedragen en werd gevorderd 3 maanden gev. Vonnis 2 maanden gevangenisstraf. Veroordeelde is failliet, dus veel is er niet van hem te halen, dus moet hij door brommen zijn rekening met de Justitie maar vereffenen. Hoorn en Wognum. ONGALANTE HOUTBEWERKER. De 28-jarige timmerman Pieter B., uit Wognum, had op 18 Juli de 31-jarige huishoudster Alida Poele uit Hoorn op den Zwaagdijker weg op schandelijke wijze lichamelijk en zedelijk beleedigd. Hij stond thans te dier zake terecht en schoof dronkenschap naar voren als reden tot verontschuldiging. Het was kermis, Voila Tout! Eisch f20 boete of 20 dagen vonnis, dito, dito. Winkel. NOG ONGALANTER TIMMERMAN. Een 27-jarig timmerman, met name Jan de Gr., te Winkel, had zich op 26 Juli al zeen onmannelijk gedragen door mej. Guurtje Nierop, huisvrouw Maar ten Wonder, met wie hij een kleine financieele kwes tie had te behandelen, betreffende verricht werk, met een klomp op het hoofd te slaan. Het door Jan de Gr. verlangde geld f3.85 had nota bene bet vrouwtje al naar zijn schoonzuster gebracht, Deze ge tuige maakte zich voor het hekje zóó overstuur, dat haar een stoel en 'n glaasje water werd verstrekt jm weer wat op verhaal te komen. De behandeling nad een goede uitwerking en kon de conversatie weer normaal worden voortgezet. Het schijnt dat de mep feitelijk was bestemd voor papa Wonder. De heer de Gr. was zoo vrij het feit te ontkennbn, Het was hom voorts niet bekend, dat men een dergelijke opschepper niet op zijn erf behoefde te dulden. Gevorderd werd f25 boete of 25 dagen voor voor waardelijk of direct opzet. Uitspraak f20 boete of 20 dagen. GEVAARLIJKE OPENHARTIGHEID. De 49-jarige caféhouder Fred. L., thans te Alkn maar wonende, had op 3 October te Bergen de da-t mes Jansen uit Sneek en van Drunen uit Rotterdam, gruwelijk beleedigd door het lanceeren van een qua-, lificatie die we niet graag voor onze rekening zou- den willen nemen. De dames vertoefden destijds in het pension „Elzenhof". Mej. v. Drunen was niet verschenen, waarvan acte, terwijl het bedwelmende parfum van mej. Jansen den politierechter nage-. noeg deed bezwijmen. Door monsieur L. werd het geïncrimineerde feit ontkend. Dus moest feitelijk aanhouding volgen, ten einde de gedeserteerde mej. Van Drunen te hooren, doch de Officier achtte de sop de kool niet waard, verzocht en verkreeg vrijspraak van den caféhouder die geen bezwaar maakte. Urk. EEN LANGVINGERIGE URKER. Een 19-jarige Urker visscher, Evert de Vr., in na tionaal costuum, fungeerde als hekkensluiter van de 15 verhandelde zaken. Hij had volgens dagvaarding in de maand Juli 'n badcostuum „achterover ge drukt", welk costuum toebehoorde aan den 20-ja- rigen gummikauwenden smid Lubbert Hoedman. Volgens opheldering van den jeugdigen Zeppelin- broeker had hij bedoeld badpakje niet gestolen, maar gekocht voor den spotprijs van 20 cent van den groo- len onbekende, thans voorgesteld door 2 jongens, die ook al op aarde schijnt rond te dwalen. Dit ver weer werd echter waardeloos verklaard en tegen den Urker boy gevorderd f20 boete of 20 dagen. Von nis 110 boete of 10 dagen, waarna hamerslag.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1933 | | pagina 5