De Zwarte Monnik GRATIS HONIG'S BOUILLONBLOKJES thans 6 voor lOcl DE LAATSTE DER SCHAGER COURANT MOHIKANEN. Arrondissements Rechtbank te Alkmaar. Coopers groote dwaling. Hei aantal Indianen neemt toe. In het ziekenhuis te Milwaukee is dezer dagen een Indiaan gestorven, die de laatste der Mohikanen was. Met hem sterft ook de laatste Indiaan, die de taal van den eens grooten en beroemden stam bekeerschte. In de eenwige jachtvelden De zuster, die den armen, ouden Indiaan in zijn laatste uren verzorgd heeft, was zelf een halfbloed, Dat verrieden het donkere haar en de donkere me lancholieke oogen. Toen de oude zijn laatsten adem had uitgeblazen, stond zij op en zette voor een oogenblik het venster wijd open. En eerst daarna drukte zij hem de oogen dicht Zoo had zijn geest gelegenheid naar buiten te glippen. Weg uit de steenen huizen de operatie zalen, weg naar de eeuwige jachtvelden, waar voor zeker de voorvaderen der Mohikanen op hem, den laatste, wachtten. Daar liggen zij voor hem, de groene verten, waar de wilde, echte, donkere buffel stampend gaat, zoo dat de grond er van dreunt niet de „gevlekte buf fel", zooals men hoonend de koe heeft genoemd. Hier woonden zij allen nog in de oude wigwams uit gelooide buffelhuid, hier leefden zij bij jacht dans en strijd. De oude, die als laatste hierheen kwam, herin nerde zich dat alles nog slechts vaag. In zijn laat ste dagen waren de professoren gekomen, wien hij vertellen zou. Hij was reeds te moe en te zwak. En nadat hij een der gramofoonplaten. die er van zou den worden opgenomen, vol gesproken had, begaven hem de krachten. Met het gebed aan de voorvaderen op de lippen. De laatste van den stam der Mohikanen heette niet, zooals men misschien zou meunen, „Verscheu rende Beer", of „Trotsche Hert', of „Dolle Buffel', maar heel onromantisch William Dick. Indien Ja mes Feminore Cooper, die reeds voor 100 jaar den laatste der Mohikanen liet sterven, dit zou hooren, zou hij ontzet zijn geweest. De professoren, die bij hem in het ziekenhuis kwamen, wezen hem er op dat hij werkelijk de laat ste der Mohikanen was; dat niemand do taal der Mohikanen verstond. Hij moest die voor de wereld bewaren. Dat zag William Dick in bet geheel niet in maar daar de menschen allen zoo vriendelijk voor hem waren, spraken zijn lippen terwijl het apparaat voor de gramofoonopnamen naast hem stond, een krijg-gezang der Mohikanen en daarop het gebed aan de voorvaderen, als een Mohikaan gaat sterven. En dit laatste lied fluisterden zijn lippen steeds door, ook toen het reeds donker om hem heen be gon te worden en slechts het witte mutsje van zijn verpleegster in zijn nacht lichtte, terwijl zijn ziel zich reeds verlangend losmaakte, de eeuwige jacht velden tegemoet. Een nooit geschreven taal. Men zal verbaasd zijn, dat de meester van de schil dering van het leven der Indianen, J. F. Cooper, die uit New Yersey kwam, en werkelijk veel van de roodhuiden wist, zich zoo vergiste inzake de Mohika nen, toen hij hen reeds voor honderd jaar liet uit sterven. Maar als men een weining in de geschiede nis van dezen stam terugbladert, is de vergissing ver geeflijk. Had Cooper intusschen gelijk gehad dan zou er thans geen Mohikaansche-gramofoonplaat bestaan in het Amerikaansche klank-instituut te Washington. Want geschreven werd deze taal nooit Zij ging van mond tot mond verder. En de laatste mond, welke haar sprak, was die van William Dick. De Mohikanen behoorden tot de volken, die h»*t Noordoostelijk deel van Noord-Amerika bewoonden Zij woonden in het Zuiden tot kaap Hatteras en tct aan de monding van de ühio in de Mississippi. De Mo hikanen heetten eigenlijk Mahikaniken, d.w.z „aan stroomend water wonenden'.' loen de Hollan ders voor 't eerst hier kwamen, woonden de Mohika- niken aan beide oever v.d. Hudson tot aan de water vallen van Albany toe. Het waren rustige lieden eu goede jagers, en de Hollanders waren spoedig goede vrienden met hen. De Mahikaniken stonden den Hol- FEUILLETON 5. In de geheele City van Londen was misschien geen weelderiger kantoor dan dat waarin Mr. Arthur GJne zijn zakenuren op zijn gemak sleet Het was een ruim vertrek, met wit hout beschoten en matzllveren licht- consoles met rose kappen langs de wanden De vloer werd bedekt dcor een dik rose tapijt, waarin de voet bijna tot aan den enkel wegzonk, terwijl het overige meubilair uit de kostbaarste stukken samengesteld was. Bezoekers en cliënten, die met dezen verwijfden rechtsgeleerde Iets te behandelen hadden, weTden ver zocht In zijn verheven tegenwoordigheid niet te roo- ken. Br waren dubbele ramen om het lawaai van Hol- born buiten- te houden; aan de buitenzijde waren zon neblinden aangebracht om de bleeke, vluchtige zonne stralen. die de City nu en dan beschenen, uit te slui ten; en lange, fluweelen gordijnen, in harmonie met het vloerkleed, dienden tct afscheiding van het geroe zemoes van de afschuwelijke wereld, dat Mr. Gin»* ln zijn heiligdom ergerde en hinderde. In deze kamer hing een flauwe rozengeur hij had een zwak voor de kostbaarste parfums en hij ontving geregelde zendingen van een van de voornaamste firma's ln Grarse. Hij was een blond man met smettelooze huid en een klein, geel kneveltje; eer- reclameplaat voor zijn kleer- en zijn hemdenmaker. Zijn nauw om het smalle middel sluitend Jacquet vartoonde geen zweem van een plooitje; zijn grijs vest, de donkere pantalon met het dunste witte streepje, de lakschoenen, de Juist passende das men zou nergens een foutje in heb ben kunnen ontdekken. Mr. Gine verscheen zelden ter gerechteszlttlng. Zijn procuratiehouder, een. robust man van vijftig, die DOOR EDGAR WALLAGE. HOOFDSTUK VL 1 anders toe misschien om tactische redenen da4 de Hollanders het fort Orange bouwden. (Tegenwoor dig heet dat alles hier Albany.) En toen de Mohawks, zooals men de Irokesen ook noemde, weer eens opstonden, vielen de Mahikaniken hen met behulp der Hollanders aan. Doch toen de Hollanders zich uit den strijd en in hun fort terug trokken, werden de Mohikanen verslagen. Dat was in 162S en de Irokesen rustten niet, vóór de Mohika nen in kleine groepen verstrooid werden en bij do andere volken toevlucht hadden gevonden. Men verloor hen uit het oog en meende, dat zij thans waren uitgestorven, totdat men in den laat sten tijd nu eens hier, dan daar nog een van hen aantrof en tenslotte ook William Dick den laatste van zijn stam, ontdekte. Er zijn natuurvorschers van naam, die nog altijd het oude liedje van de uitstervende Indianen aanhef fen. Ongetwijfeld zijn verschillende Indianenstammen geheel uitgestorven. Maar over 't geheel genomen kan men constateeren, dat het aantal Indianen toe neemt. In 1801 bedroeg het aantal Indianen rond 300.000; een volkstelling in 1932 wees uit, dat dit met 60.000 was toegenomen. De toeneming is niet alleen in de Vereenigde Sta ten, doch ook in Canada waar te nemen. Langzaam zeer langzaam veroveren de roodhuiden weer Amerika. Strafzitting van Maandag i December. O u d o r p. OPENINGSNUMMER ALLEEN VOOR BEVOEGDEN Zekere heer Sam de B. uit Oudorp. die zich aan art. 239 Wetb. van Strafr. had bezondigd en alreeds op 2 October met den Politierechter in relatie s'ond. was als toen voorloopig maar heen ges'uurd cn thans opnieuw gerequireerd tot hervatting der conferentie in besloten gezelschap. Er lekte echter uit da* Lauren- tius van de 6 daagsche, werd veroordeeld tot f25 boete of 25 dagen, plus 3 maanden gevangenisstraf voorw. met 3 proefjaren. A1 k m a a r—B e r g e n. HONGAARSCH—BERGENSCH CONFLICT. De 20-jarige Hongaar Tstvan Laios Gcza W.t chauf feur van beroep, zou op 26 Juli te Eergen den veld wachter Tamminga, die hem aanmaande zijn weg te vervolgen, met geweld te hebben aangevallen, hem aangegrepen en op den weg gewornen, welk drama olaats greep op den Breelaan .ter gelegenheid van een aldaar gehouden festiviteit. Het jonge mensch stond nu heden te dier zake terecht en verklaarde veld wachter Tamminga, dat verdachte aan een fcesipaa' had geschud, tengevolge waarvan ecnige lampions waren gesneuveld, vervolgens had Ist van I.a:os zich aan bovenomschreven feitelijkheden schuldig ge maakt Verdachte had Tamminga van achter met bei de handen aangegrepen en was het de gemeente-op zichter. die Tamminga te hulp kwam cn hom on' zette. Niettemin was het Tamminga niet mogelijk ge weest ziin ambtsplicht naar behooren te vervu'len. Door den verdachte werd echter ontkend aanleiding te hebben gegeven tot dergelijk optreden. Hij hari wel niet direct gehoor gegeven aan de lastgeving van den veldwachter om zich te verwijderen, doch hij werd ten onrechte beschuldigd lampions te hebben vernield en voorts zou de veldwachter hem een slag in 't gelaat hebben toegebracht. Ook had de veld wachter hem later een slag met de sabel gegeven, waardoor hij bloedend werd verwond. De heer Tam minga gaf zulks toe, doch dit was gebeurd nadat hij door verdachte was aangevallen on op den grond cc worpen. De tamelijk onwellevende mimiek van den jeugdigen Hongaar, die blijkbaar nog geen onder scheid kan maken tusschen Rechts- of danszaal, gaf den politierechter motief de heer Ist van Lajos des wege een reprimande toe te dienen. Een drietal vrienden van den heer Istvan Lajos, de heer Anti» Goes, Joh. T. Philips en W. G. M Geenefaas, die de scène hadden meegemaakt na genoten dansvermaak om de paal, werden gehoord op verzoek van ver dachte als getuigen èdécharge. en verklaarden aar. gesproken te zijn als kwaioneens en de veldwachter den verdachte een duw had gegeven, waarop ver dachte weer op Tamminga afkwam. Daarop had de veldwachter de sabel getrokken. De Officier vermeende, dat alle verklaringen klop ten als een bus, en concludeerde dat het optreden vat. Istvan Lajos werkelijk onbehoorlijk was geweest. Om dergelijke gedragingen te coupeeren, vorderde de offi cier f40 boete of 40 dagen. Uitspraak f25 boete o* 25 dagen. Alkmaar. DE EEUWIGE FAMILIERUZIE. De heer Hendr. Jac. van V., pakhuisknecht en d' huishoudster Jannetje Gr., respectievelijk immitatie zwager en zuster van den getuige Hendrik G., allen te Alkmaar wonende, stonden eendrachtelijk terec.i wegens mishandeling van hun wederzijdsch „familie lid". die zij 5 Augustus op de Nieuvvsloot te Alk maar met vereende krachten zouden hebben afge droogd. Deze animositeit was weer opgelaaid, omdat de heer van V. den onschuldigen hond van zwager Hendrik, nolens volens bij dit familie spectakel bc trokken, zou hebben geschopt. De politierechter adv4 seerde het leven wat meer gemakkelijk op te nemen cn werd het paartje voorts veroordeeld ieder tot f5 boete of 3 dagen, alsmede 1 maand gev. voorwaar delijk, met 2 proefjaren, als voorbehoedmiddel.. Lutjebrcek. FIJNE CONVERSATIE. De 21-jarige agrariër Joh. Ant K., zeker van agita tie heftig transpireerend, ondanks de Siberische koude, had op 5 Augustus de huishoudster mei. G. E B. de Jong in het openhaar eenige zeer onoolijke en compromüeerende scheldwoorden naar het hoofd ge slingerd. Een en ander was het gevolg van andere oneenigheden. Een bejaarde dame, in de buurt ver toevende, had het moois ook aangehoord. Eigenlijk 'n schandaal voor het eerzame Lutjebroek! De Offi cier gewaagde van het treurig peil van beschaving waarop verdachte zich bevond en vorderde f20 boete of 20 dagen. Vonnis f7 boete of 7 dagen. Alkmaar. DE ZEEMAN OP BEZOEK. De heer Corn Z. een 46-jarig zeeman uit Amster dam. die meer geleek op een zendeling, doch de ma nieren had van een pikbroek, had in den nacht van 25 op 26 Juni een visite willen maken hij zijn te Alk maar in de Lindelaan wonende z.us'er Trijntje en als toen do huisdeur ingetrapt. Het was zijn bedoeling zus eens te onderhouden over een som van 200 pot;, waarop broeder C.ornelis recht meende te hebban. H"t is begrijpelijk dat zuster Trijntje, die figuurlijk ge SDro':en. reeds in Morpheus armen ruste, zeer onrraclit werd gewekt door het gruwelijk lawaai. De srhad- was echter niet omvangrijk en bod-neg slechts 1 gul den. Gevorderd werd f10 boete of 10 dagen en oege legd f 10 hoete of 5 dagen en toewijzing van 1 gul den aan de benadeelde zuster. S t. Maarten. NAMAAK KOPPENSNELLER VAN BORNEO. De 29-;arige landbouwer Wilh. T.. te St. Maarten bleek het te hebben gebracht tot vuistvechter., waar van hij schromelijkm isbmik had gemaakt, door den ohysiek z.eer zwakken, met 'n hartkwaal genlaagden oofdonderwijzer J. C Thcunis zoo goed als hewuste 'oos had geslagen. Het ontreden van den woesteling tegen een zoo ongelijke tegenpartij, was inderdaau meer dan schandelijk, vooral a's men bedenkt, da: de aanleiding, 'n fietsplaatjc. al bijzonder onbedui dend was. Bovenmeester Theunis. heter redenaar, dan vuistvechter, zetled e zaak uitvoerig uiteen. De politierechter betreurde het gemis van de lijf st.raffcli.ike rechtspleging, terwijl de officier een nie: geer vleiende vergelijking maakte tusschen dezen in boorling cn de Atrikaansche wildernis cn requircer de f35 .boete of 35 dagen, henevens een voorw. straf \an 1 maand met 2 proefjaren. Vonnis f25 hoe'e o' 15 dagen en 6 weken gev. voorwaardelijk met twee proefjaren. Wimnie, aardig murf geklopt, was er ten slotte nog heel blij mee! Warmenhuizen. EEN VOLLEERDE HUICHELAAR. Het was den 56-jarige winkelier Jac. Jos. d. W te Amsterdam gelukt, den heer Th. Ooijevaar te War menhuizen voor f150 op te lichten, door hem op den mouw te spelden, dat hij als familielid van een moeder overste van N.-Brahant een belangrijke leve rantie van bedden kon verkrijgen voor een klooster, maar dat het hem aan contanten ontbrak om inkoop te doen. De heer O. zou aan deze geschiedenis dan f45 verdienen. Hij liet zich lijmen, doch later hleei' dat het heele verhaal fantasie was. De heer Ooijevaar had nog slechts een klein bedrag terug gekregen, doch wenschte zich met f70 tevreden te s'ellen. Dc Officier verbaasde zich over dezen laten misdadiger en vorderde f50 boete of 25 dagen. De getuige grijpt er dan wel naast, maar ieder voor zich en God voc-r ons allen. De politierechter vonniste daarop en veroordeelde den kloosterbed- denleverancier tot f40 boete of 40 dagen. Alkmaar. DE COMPROMITEERENDF. BRIEF. De 42-jarige pommcraan Karl B., sinds jaren win kelier te Alkmaar, had zich in de vingers gesneden door een schuldenaar te Bergen, den heer H. H. do Wie zich vanaf heden op de abonneert, ontvangt alle in de maand December verschijnende nummers Jong, een briefkaart toe te zenden,w tarin hij ge zegden heer had gequalificeerd a's 'n persoon die zou hebben gepoogd hem op te lichten. Ook had hij bedoelden heer Do Jong ook nog 'n gedrukte kaart toegezonden met het opschrift ..Betaal uw schuld", welke handeling echter alleen door den Hoogeii Raad in een desbetreffende arrest niet strafbaar werd geacht. Echter was het natuurlijk met den brief hcelemaal fout en werd Herr B.. hoewel met vuur zijn handeling verdedigende, veroordeeld tot f7 boete of 7 dagen hechtenis. Enkhulzen. LOSSE LIPPEN. De niet ter zitting aangekomen verdachte Arend F. te Knkhuizen had zich in den nacht van 13 op 14 Augustus beijverdd en broodbakker J. de Wit aller lei onbehoorlijke woorden onder den neus tc druk ken. Ploert en schooier waren zoo ongeveer de nette exemplaren uit de rijke collectie. College bakker Steon had mede genoten. Eisch f 15 boete of 15 da gen. Vonnis conform. Bergen. ONAANGENAME BEJEGENING. De pluimveefokker Wilh P Kr. te Bergen, in zijn eeuwige motorjas, had op 21 Juni zijn dorpsgenoot P. L. Bakker zeer boleedigd in termen, niet voor publicatie geschikt. De politierechter n .ernde hem een pluimvee.'okker die nog niet droog achter zijn ooien was en legde f7 boete ot 7 dagen op. H°°rn' DWAZE BEGEERLIJKHEID. De heer Arie R.. niet verschenen en inwoner te Hoorn.' had zich op 7 Augustus leelijk vergallnp- peerd door zich een pakje mot diverse artikelen eigendom van den heer H. F. Overdijk. we lei-rech telijk toe te eigenen. De schade was wei niet groot, doch het pakje had nog waarde genoeg voor den eigenaar. Thans bevond de geheele collectie zich weer op het tafeltje der overtuigingsstukUcn en zal worden teruggegeven. Klsch 3 maanden gevangenis straf, uitspraak 2 maanden idem. S c h a g e n. HIJ SCHUWDE HET LICHT. Een heer, met name Tienian R., had goedgevon den in den nacht van 15 Augustus niet te gehoor zamen aan het bevel van den nachtwacht Lievens, te Schagen, om af te stappen op grond van hot feit dat hij zonder licht reed Toen Lievens hem des ondanks toch te grazen kreeg voegde hij den nacht waker talrijke laag taande beleedigingen toe. Eiscb en vonnis 1 maand gev. Enkhulzen. 'N RIJWIELPLAATJE GEJAT. Mijnheer Klaas Sw., afwezig zonder kennisge ving, had op 18 Augustus 'n rijwiel plaatje gesnoeid ten nadeel van zijn bloedeigen neef A Poortman. De onooglijke streek werd nu nog niet gestraft, doch zal op 18 December nog eens nader bekeken worden. door de collega's van Mr. Glne verondersteld werd de ziel van het kantoor te zijn, stelde de meeste plei dooien op, stond het meerendeel van de cliënten te woord en liet alleen de aanzienlijke aan zijn patroon over. Op een helderen morgen In het begin van Septem ber gleed de groote Rolls van Mr. Gine tot bfl den trottoirband, de Jeugdige parfrenier, die naast den chauffeur gezeten was, sprong er uit en opende het portier, waarna Arthur Glne sierlijk uitstapte. Hij droeg een kleine witte roos ln het knoopsgat, en de voorbijganger die hem zag en den verblindenden glans van zijn hoogen hoed. het glimmen van zijn lakschoenen, en den ebbenhouten wandelstok, dien hij ln zijn gehandschoende hand hield, opmerkte, hield hem voor eenbruldegom, die, op weg naar de kerk. hier even afstapte. Htj stapte ln de kleine electrlsche lift en werd naar de eerste verdieping gebracht Een portier maakte een lichte buiging en deed de deur voor hem open, en Arthur trad binnen, gevolgd door den gedienstigen geest die hoed, stok en handschoenen van hem aannam en er mee in een binnenkamer verdween. Mr. Glne zette zich aan zijn bureau, wierp een blik op de brieven, dis te zijner lezing opengesneden waren, en schoof ze weg. Hy drukte tweemaal op een schelknop van onyx, en na weinige seconden verscheen zijn procuratiehouder, een bundel papleren in de hand. „Doe de deur dicht, Gilder. Wat heb Je daar?" Gilder wierp de papleren op het gladgeboende schrijfbureau. „Voor het meerendeel dagvaadlngen.' antwoordde hy kortaf. „Voor mij?" Gilder knikte en Arthur Glne keek de papleren vluchtig ln. „Het zal moeilijkheden opleveren, wanneer een paar van deze tot uitvoering gebracht worden," zei Gilder. ..Tot zoover heb Ik uitstel weten te verkrijgen, maar er zijn er minstens drie bij, waarop onmiddellijke uit betaling moet volgen. Sedert Ik van vacantle terug ben, heb lk nog geen gelegenheid gehad u te spreken. Heeft u ln Goodwood veel geld verloren!" „Acht of negen duizend pond," antwoordde Arthur Glne luchtig. „Misschien iets meer, misschien iets minder." „Dat beteekent dat u het niet precies weet omdat u niet betaald heeft," merkte Gilder botweg op. *Jk betaalde er een paar de dringendste," haast te de ander zich hem gerust te stellen. „Wat zijn dit? Hij betastte de documten apnieuw met zijn onbe rispelijke gemanicuurde hand. .Een er van is beslist van zeer ernstlgen aard," zei Gilder, het bewuste papier uitzoekende. „De execu teurs van de nalatenschap van Weellman spreken u aan voor drie duizend pond het bedrag, dat u van Wellman geleend hadt." „Kun Je het niet op een ascoordje gaoten?" Gilder schudde het hoofd. „Dat kun Je met execu teurs-testamentair nl*t doen dat weet u. Het kan een leelijk zaakje worden, wanneer het voor de recht bank komt." Arthur Gine haalde de schouders op. „Van een geldleenlng kan nooit een leelijk zaakje gemaakt worden „U was Wellman's rechtsgeleerde raadsman," viel Gilder hem In de rede. „En hij was niet ln staat om zijn eigen zaken te beheeren. Ik zeg u. dat het er leelijk zal gaan uitzien, en de Justitie zou vragen kunnen stellen. U zult moeten zien aan geld te komen, om dit zaakje buiten het gerecht te houden." „En wat behelzen die andere?" vroeg Arthur Gine gemelijk. „Er is er een bij voor twaalf honderd pond. voor de Inrichting van Willow House en een tweede van den verkooper van Willow House, vcor het onbetaalde gedeelte van de overeengekomen koopsom." Arthur Glne leunde gemakkelijk in zijn stoel, nam een gouden tandenstoker uit zijn vestzak, en kauwde er op. „Hoeveel is het volle bedrag?" „Ongeveer zes duizend pond." antwoordde Gilder, le papieren weer opnemende. „Kunt u zich die ver schaffen?" Zijn patroon schudde het hoofd. „Door een wissel?" opperde Gilder. „Wie zou dien moeten endosseeren?" vroeg de advo caat opkijkende. Gilder kratde zich op de kin. „Wat zoudt u denken van Lord Chelford?" vroeg hij. HOOFDSTUK VU. Arthur Glne lachte zachtjes. „En wat zou je denken dat Lord Chelford ze~~en zcu. Indiër lk met ruik een voorstel bi] hem kwam? Je schijnt tc vergeten, waarde vriend, dat Ik in het oog van Chelford de broer ben van een jong® dame, die op haar vijf en twintigsten geboortedag ln het bezit moet komen van bijna een millioen pond. Ik ben niet alleen haar hrocr, maar de beheerder van haar vermogen. En bovendien, beheer ik de nalatenschap van zijn moeder. Wat zou hij dei> ken, als ik hem aanklampte? Chelford ls een uils kuiken, maar zóó dom ls hij niet, en laat mij je te vens In herinnering brengen> dat hij al zijn particu liere zaken door den Tweeden Zoon laat behandelen." „U bedoelt Alford waarom noemt u hem zoo?" ,HHj Is van jongsaf altijd als de Tweede Zoon be kend geweest." antwoordde de ander wrevelig. „Hy ia een pientere baas, vergeet dat ncoit, Gilder. Ik weet niet of hij vermoedt dat lk valsch spel speel, en dat het vermogen van Leslle slechts In de verbeelding bestaat, maar er hebben zich tijden voorgedaan, dat hy drommels lastige vragen stelde." „Bestaat dat vermogen dan slechts ln de verbeel ding?" vroeg Gilder, en zyn patroon keek hem mat sluwe oogen aan. „Dat mccet jy weten, vriendlief." zei hij. „Wy hebben er acht jaren van geleefd! De croupiers in Monte Garlo hebben erh eel wat van naar zich toe geharkt verscheidene bookmakers die ik zou kunnen op noemen. hebben er zich een fraaie villa van gebouwd- Verbeelding, Tien jaren geleden bestend het niet ln de verbeelding. Er kwamen tweehonderdduizend pond aan te kort om sprookjesachtig te zyn. Maar op het oogenblik Hij spreidde zyn handen uit en beschouwde de dag vaardingen met een raadselachtig glimlachje. „Wat verwacht u van Chelford gedaan te krygen?" vroeg Gilder „Geld heeft hy niet-" Mr. Gine grijnsde. „Wees overtuigd dat lk. voor lk my de moeite en de kosten getroostte om een hui3 In Je nabijheid van de bezitting van Lord Chelford t® kcopen of zoo goed als te verkcopen en vcc ik pogingen deed om Leslle en hem met elkaar ln ken nis te brengen, zoo verstandig was om myn stekken goed te steken- Hy ls betrekkelijk arm, omdat die broer van hem van verkoop van een plekje gronda van de bezitting niet weten wil. Hij heeft de fa-nilie- Jtijfkopplgheid geërfd; hun devies is „Houd vact wat Ie hebt!' Harry Chelford Is op een kwart millioen icnd te schatten de verborgen schat nog daargela ten!" Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1933 | | pagina 6