De
Zwarte Monnik
GRATIS
HONIG'S BOUILLONBLOKJES thans 6 voor lOcl
DE LAATSTE DER
SCHAGER
COURANT
MOHIKANEN.
Arrondissements Rechtbank
te Alkmaar.
Coopers groote dwaling.
Hei aantal Indianen neemt toe.
In het ziekenhuis te Milwaukee is
dezer dagen een Indiaan gestorven, die
de laatste der Mohikanen was. Met hem
sterft ook de laatste Indiaan, die de
taal van den eens grooten en beroemden
stam bekeerschte.
In de eenwige jachtvelden
De zuster, die den armen, ouden Indiaan in zijn
laatste uren verzorgd heeft, was zelf een halfbloed,
Dat verrieden het donkere haar en de donkere me
lancholieke oogen. Toen de oude zijn laatsten adem
had uitgeblazen, stond zij op en zette voor een
oogenblik het venster wijd open. En eerst daarna
drukte zij hem de oogen dicht
Zoo had zijn geest gelegenheid naar buiten te
glippen. Weg uit de steenen huizen de operatie
zalen, weg naar de eeuwige jachtvelden, waar voor
zeker de voorvaderen der Mohikanen op hem, den
laatste, wachtten.
Daar liggen zij voor hem, de groene verten, waar
de wilde, echte, donkere buffel stampend gaat, zoo
dat de grond er van dreunt niet de „gevlekte buf
fel", zooals men hoonend de koe heeft genoemd.
Hier woonden zij allen nog in de oude wigwams
uit gelooide buffelhuid, hier leefden zij bij jacht
dans en strijd.
De oude, die als laatste hierheen kwam, herin
nerde zich dat alles nog slechts vaag. In zijn laat
ste dagen waren de professoren gekomen, wien hij
vertellen zou. Hij was reeds te moe en te zwak. En
nadat hij een der gramofoonplaten. die er van zou
den worden opgenomen, vol gesproken had, begaven
hem de krachten.
Met het gebed aan de voorvaderen op de
lippen.
De laatste van den stam der Mohikanen heette
niet, zooals men misschien zou meunen, „Verscheu
rende Beer", of „Trotsche Hert', of „Dolle Buffel',
maar heel onromantisch William Dick. Indien Ja
mes Feminore Cooper, die reeds voor 100 jaar den
laatste der Mohikanen liet sterven, dit zou hooren,
zou hij ontzet zijn geweest.
De professoren, die bij hem in het ziekenhuis
kwamen, wezen hem er op dat hij werkelijk de laat
ste der Mohikanen was; dat niemand do taal der
Mohikanen verstond. Hij moest die voor de wereld
bewaren.
Dat zag William Dick in bet geheel niet in maar
daar de menschen allen zoo vriendelijk voor hem
waren, spraken zijn lippen terwijl het apparaat
voor de gramofoonopnamen naast hem stond, een
krijg-gezang der Mohikanen en daarop het gebed
aan de voorvaderen, als een Mohikaan gaat sterven.
En dit laatste lied fluisterden zijn lippen steeds
door, ook toen het reeds donker om hem heen be
gon te worden en slechts het witte mutsje van zijn
verpleegster in zijn nacht lichtte, terwijl zijn ziel
zich reeds verlangend losmaakte, de eeuwige jacht
velden tegemoet.
Een nooit geschreven taal.
Men zal verbaasd zijn, dat de meester van de schil
dering van het leven der Indianen, J. F. Cooper, die
uit New Yersey kwam, en werkelijk veel van de
roodhuiden wist, zich zoo vergiste inzake de Mohika
nen, toen hij hen reeds voor honderd jaar liet uit
sterven. Maar als men een weining in de geschiede
nis van dezen stam terugbladert, is de vergissing ver
geeflijk.
Had Cooper intusschen gelijk gehad dan zou er
thans geen Mohikaansche-gramofoonplaat bestaan in
het Amerikaansche klank-instituut te Washington.
Want geschreven werd deze taal nooit Zij ging van
mond tot mond verder. En de laatste mond, welke
haar sprak, was die van William Dick.
De Mohikanen behoorden tot de volken, die h»*t
Noordoostelijk deel van Noord-Amerika bewoonden
Zij woonden in het Zuiden tot kaap Hatteras en tct
aan de monding van de ühio in de Mississippi. De Mo
hikanen heetten eigenlijk Mahikaniken, d.w.z
„aan stroomend water wonenden'.' loen de Hollan
ders voor 't eerst hier kwamen, woonden de Mohika-
niken aan beide oever v.d. Hudson tot aan de water
vallen van Albany toe. Het waren rustige lieden eu
goede jagers, en de Hollanders waren spoedig goede
vrienden met hen. De Mahikaniken stonden den Hol-
FEUILLETON
5.
In de geheele City van Londen was misschien geen
weelderiger kantoor dan dat waarin Mr. Arthur GJne
zijn zakenuren op zijn gemak sleet Het was een ruim
vertrek, met wit hout beschoten en matzllveren licht-
consoles met rose kappen langs de wanden De vloer
werd bedekt dcor een dik rose tapijt, waarin de voet
bijna tot aan den enkel wegzonk, terwijl het overige
meubilair uit de kostbaarste stukken samengesteld
was. Bezoekers en cliënten, die met dezen verwijfden
rechtsgeleerde Iets te behandelen hadden, weTden ver
zocht In zijn verheven tegenwoordigheid niet te roo-
ken. Br waren dubbele ramen om het lawaai van Hol-
born buiten- te houden; aan de buitenzijde waren zon
neblinden aangebracht om de bleeke, vluchtige zonne
stralen. die de City nu en dan beschenen, uit te slui
ten; en lange, fluweelen gordijnen, in harmonie met
het vloerkleed, dienden tct afscheiding van het geroe
zemoes van de afschuwelijke wereld, dat Mr. Gin»* ln
zijn heiligdom ergerde en hinderde. In deze kamer
hing een flauwe rozengeur hij had een zwak voor
de kostbaarste parfums en hij ontving geregelde
zendingen van een van de voornaamste firma's ln
Grarse.
Hij was een blond man met smettelooze huid en
een klein, geel kneveltje; eer- reclameplaat voor zijn
kleer- en zijn hemdenmaker. Zijn nauw om het smalle
middel sluitend Jacquet vartoonde geen zweem van
een plooitje; zijn grijs vest, de donkere pantalon met
het dunste witte streepje, de lakschoenen, de Juist
passende das men zou nergens een foutje in heb
ben kunnen ontdekken.
Mr. Gine verscheen zelden ter gerechteszlttlng. Zijn
procuratiehouder, een. robust man van vijftig, die
DOOR
EDGAR WALLAGE.
HOOFDSTUK VL
1 anders toe misschien om tactische redenen da4
de Hollanders het fort Orange bouwden. (Tegenwoor
dig heet dat alles hier Albany.)
En toen de Mohawks, zooals men de Irokesen ook
noemde, weer eens opstonden, vielen de Mahikaniken
hen met behulp der Hollanders aan. Doch toen de
Hollanders zich uit den strijd en in hun fort terug
trokken, werden de Mohikanen verslagen. Dat was
in 162S en de Irokesen rustten niet, vóór de Mohika
nen in kleine groepen verstrooid werden en bij do
andere volken toevlucht hadden gevonden.
Men verloor hen uit het oog en meende, dat zij
thans waren uitgestorven, totdat men in den laat
sten tijd nu eens hier, dan daar nog een van hen
aantrof en tenslotte ook William Dick den laatste van
zijn stam, ontdekte.
Er zijn natuurvorschers van naam, die nog altijd
het oude liedje van de uitstervende Indianen aanhef
fen. Ongetwijfeld zijn verschillende Indianenstammen
geheel uitgestorven. Maar over 't geheel genomen
kan men constateeren, dat het aantal Indianen toe
neemt. In 1801 bedroeg het aantal Indianen rond
300.000; een volkstelling in 1932 wees uit, dat dit met
60.000 was toegenomen.
De toeneming is niet alleen in de Vereenigde Sta
ten, doch ook in Canada waar te nemen. Langzaam
zeer langzaam veroveren de roodhuiden weer
Amerika.
Strafzitting van Maandag i December.
O u d o r p.
OPENINGSNUMMER ALLEEN VOOR BEVOEGDEN
Zekere heer Sam de B. uit Oudorp. die zich aan
art. 239 Wetb. van Strafr. had bezondigd en alreeds
op 2 October met den Politierechter in relatie s'ond.
was als toen voorloopig maar heen ges'uurd cn thans
opnieuw gerequireerd tot hervatting der conferentie
in besloten gezelschap. Er lekte echter uit da* Lauren-
tius van de 6 daagsche, werd veroordeeld tot f25 boete
of 25 dagen, plus 3 maanden gevangenisstraf voorw.
met 3 proefjaren.
A1 k m a a r—B e r g e n.
HONGAARSCH—BERGENSCH CONFLICT.
De 20-jarige Hongaar Tstvan Laios Gcza W.t chauf
feur van beroep, zou op 26 Juli te Eergen den veld
wachter Tamminga, die hem aanmaande zijn weg te
vervolgen, met geweld te hebben aangevallen, hem
aangegrepen en op den weg gewornen, welk drama
olaats greep op den Breelaan .ter gelegenheid van een
aldaar gehouden festiviteit. Het jonge mensch stond
nu heden te dier zake terecht en verklaarde veld
wachter Tamminga, dat verdachte aan een fcesipaa'
had geschud, tengevolge waarvan ecnige lampions
waren gesneuveld, vervolgens had Ist van I.a:os zich
aan bovenomschreven feitelijkheden schuldig ge
maakt Verdachte had Tamminga van achter met bei
de handen aangegrepen en was het de gemeente-op
zichter. die Tamminga te hulp kwam cn hom on'
zette. Niettemin was het Tamminga niet mogelijk ge
weest ziin ambtsplicht naar behooren te vervu'len.
Door den verdachte werd echter ontkend aanleiding
te hebben gegeven tot dergelijk optreden. Hij hari
wel niet direct gehoor gegeven aan de lastgeving van
den veldwachter om zich te verwijderen, doch hij
werd ten onrechte beschuldigd lampions te hebben
vernield en voorts zou de veldwachter hem een slag
in 't gelaat hebben toegebracht. Ook had de veld
wachter hem later een slag met de sabel gegeven,
waardoor hij bloedend werd verwond. De heer Tam
minga gaf zulks toe, doch dit was gebeurd nadat hij
door verdachte was aangevallen on op den grond cc
worpen. De tamelijk onwellevende mimiek van den
jeugdigen Hongaar, die blijkbaar nog geen onder
scheid kan maken tusschen Rechts- of danszaal, gaf
den politierechter motief de heer Ist van Lajos des
wege een reprimande toe te dienen. Een drietal
vrienden van den heer Istvan Lajos, de heer Anti»
Goes, Joh. T. Philips en W. G. M Geenefaas, die de
scène hadden meegemaakt na genoten dansvermaak
om de paal, werden gehoord op verzoek van ver
dachte als getuigen èdécharge. en verklaarden aar.
gesproken te zijn als kwaioneens en de veldwachter
den verdachte een duw had gegeven, waarop ver
dachte weer op Tamminga afkwam. Daarop had de
veldwachter de sabel getrokken.
De Officier vermeende, dat alle verklaringen klop
ten als een bus, en concludeerde dat het optreden vat.
Istvan Lajos werkelijk onbehoorlijk was geweest. Om
dergelijke gedragingen te coupeeren, vorderde de offi
cier f40 boete of 40 dagen. Uitspraak f25 boete o*
25 dagen.
Alkmaar.
DE EEUWIGE FAMILIERUZIE.
De heer Hendr. Jac. van V., pakhuisknecht en d'
huishoudster Jannetje Gr., respectievelijk immitatie
zwager en zuster van den getuige Hendrik G., allen
te Alkmaar wonende, stonden eendrachtelijk terec.i
wegens mishandeling van hun wederzijdsch „familie
lid". die zij 5 Augustus op de Nieuvvsloot te Alk
maar met vereende krachten zouden hebben afge
droogd. Deze animositeit was weer opgelaaid, omdat
de heer van V. den onschuldigen hond van zwager
Hendrik, nolens volens bij dit familie spectakel bc
trokken, zou hebben geschopt. De politierechter adv4
seerde het leven wat meer gemakkelijk op te nemen
cn werd het paartje voorts veroordeeld ieder tot f5
boete of 3 dagen, alsmede 1 maand gev. voorwaar
delijk, met 2 proefjaren, als voorbehoedmiddel..
Lutjebrcek.
FIJNE CONVERSATIE.
De 21-jarige agrariër Joh. Ant K., zeker van agita
tie heftig transpireerend, ondanks de Siberische
koude, had op 5 Augustus de huishoudster mei. G. E
B. de Jong in het openhaar eenige zeer onoolijke en
compromüeerende scheldwoorden naar het hoofd ge
slingerd. Een en ander was het gevolg van andere
oneenigheden. Een bejaarde dame, in de buurt ver
toevende, had het moois ook aangehoord. Eigenlijk
'n schandaal voor het eerzame Lutjebroek! De Offi
cier gewaagde van het treurig peil van beschaving
waarop verdachte zich bevond en vorderde f20 boete
of 20 dagen. Vonnis f7 boete of 7 dagen.
Alkmaar.
DE ZEEMAN OP BEZOEK.
De heer Corn Z. een 46-jarig zeeman uit Amster
dam. die meer geleek op een zendeling, doch de ma
nieren had van een pikbroek, had in den nacht van
25 op 26 Juni een visite willen maken hij zijn te Alk
maar in de Lindelaan wonende z.us'er Trijntje en als
toen do huisdeur ingetrapt. Het was zijn bedoeling
zus eens te onderhouden over een som van 200 pot;,
waarop broeder C.ornelis recht meende te hebban. H"t
is begrijpelijk dat zuster Trijntje, die figuurlijk ge
SDro':en. reeds in Morpheus armen ruste, zeer onrraclit
werd gewekt door het gruwelijk lawaai. De srhad-
was echter niet omvangrijk en bod-neg slechts 1 gul
den. Gevorderd werd f10 boete of 10 dagen en oege
legd f 10 hoete of 5 dagen en toewijzing van 1 gul
den aan de benadeelde zuster.
S t. Maarten.
NAMAAK KOPPENSNELLER VAN BORNEO.
De 29-;arige landbouwer Wilh. T.. te St. Maarten
bleek het te hebben gebracht tot vuistvechter., waar
van hij schromelijkm isbmik had gemaakt, door den
ohysiek z.eer zwakken, met 'n hartkwaal genlaagden
oofdonderwijzer J. C Thcunis zoo goed als hewuste
'oos had geslagen. Het ontreden van den woesteling
tegen een zoo ongelijke tegenpartij, was inderdaau
meer dan schandelijk, vooral a's men bedenkt, da:
de aanleiding, 'n fietsplaatjc. al bijzonder onbedui
dend was. Bovenmeester Theunis. heter redenaar, dan
vuistvechter, zetled e zaak uitvoerig uiteen.
De politierechter betreurde het gemis van de lijf
st.raffcli.ike rechtspleging, terwijl de officier een nie:
geer vleiende vergelijking maakte tusschen dezen in
boorling cn de Atrikaansche wildernis cn requircer
de f35 .boete of 35 dagen, henevens een voorw. straf
\an 1 maand met 2 proefjaren. Vonnis f25 hoe'e o'
15 dagen en 6 weken gev. voorwaardelijk met twee
proefjaren.
Wimnie, aardig murf geklopt, was er ten slotte nog
heel blij mee!
Warmenhuizen.
EEN VOLLEERDE HUICHELAAR.
Het was den 56-jarige winkelier Jac. Jos. d. W
te Amsterdam gelukt, den heer Th. Ooijevaar te War
menhuizen voor f150 op te lichten, door hem op
den mouw te spelden, dat hij als familielid van een
moeder overste van N.-Brahant een belangrijke leve
rantie van bedden kon verkrijgen voor een klooster,
maar dat het hem aan contanten ontbrak om inkoop
te doen. De heer O. zou aan deze geschiedenis dan
f45 verdienen. Hij liet zich lijmen, doch later hleei'
dat het heele verhaal fantasie was. De heer Ooijevaar
had nog slechts een klein bedrag terug gekregen,
doch wenschte zich met f70 tevreden te s'ellen. Dc
Officier verbaasde zich over dezen laten misdadiger
en vorderde f50 boete of 25 dagen.
De getuige grijpt er dan wel naast, maar ieder
voor zich en God voc-r ons allen. De politierechter
vonniste daarop en veroordeelde den kloosterbed-
denleverancier tot f40 boete of 40 dagen.
Alkmaar.
DE COMPROMITEERENDF. BRIEF.
De 42-jarige pommcraan Karl B., sinds jaren win
kelier te Alkmaar, had zich in de vingers gesneden
door een schuldenaar te Bergen, den heer H. H. do
Wie zich vanaf heden
op de
abonneert, ontvangt alle
in de maand December
verschijnende nummers
Jong, een briefkaart toe te zenden,w tarin hij ge
zegden heer had gequalificeerd a's 'n persoon die
zou hebben gepoogd hem op te lichten. Ook had hij
bedoelden heer Do Jong ook nog 'n gedrukte kaart
toegezonden met het opschrift ..Betaal uw schuld",
welke handeling echter alleen door den Hoogeii
Raad in een desbetreffende arrest niet strafbaar
werd geacht. Echter was het natuurlijk met den
brief hcelemaal fout en werd Herr B.. hoewel met
vuur zijn handeling verdedigende, veroordeeld tot
f7 boete of 7 dagen hechtenis.
Enkhulzen.
LOSSE LIPPEN.
De niet ter zitting aangekomen verdachte Arend
F. te Knkhuizen had zich in den nacht van 13 op 14
Augustus beijverdd en broodbakker J. de Wit aller
lei onbehoorlijke woorden onder den neus tc druk
ken. Ploert en schooier waren zoo ongeveer de nette
exemplaren uit de rijke collectie. College bakker
Steon had mede genoten. Eisch f 15 boete of 15 da
gen. Vonnis conform.
Bergen.
ONAANGENAME BEJEGENING.
De pluimveefokker Wilh P Kr. te Bergen, in zijn
eeuwige motorjas, had op 21 Juni zijn dorpsgenoot
P. L. Bakker zeer boleedigd in termen, niet voor
publicatie geschikt. De politierechter n .ernde hem
een pluimvee.'okker die nog niet droog achter zijn
ooien was en legde f7 boete ot 7 dagen op.
H°°rn' DWAZE BEGEERLIJKHEID.
De heer Arie R.. niet verschenen en inwoner te
Hoorn.' had zich op 7 Augustus leelijk vergallnp-
peerd door zich een pakje mot diverse artikelen
eigendom van den heer H. F. Overdijk. we lei-rech
telijk toe te eigenen. De schade was wei niet groot,
doch het pakje had nog waarde genoeg voor den
eigenaar. Thans bevond de geheele collectie zich
weer op het tafeltje der overtuigingsstukUcn en zal
worden teruggegeven. Klsch 3 maanden gevangenis
straf, uitspraak 2 maanden idem.
S c h a g e n.
HIJ SCHUWDE HET LICHT.
Een heer, met name Tienian R., had goedgevon
den in den nacht van 15 Augustus niet te gehoor
zamen aan het bevel van den nachtwacht Lievens,
te Schagen, om af te stappen op grond van hot feit
dat hij zonder licht reed Toen Lievens hem des
ondanks toch te grazen kreeg voegde hij den nacht
waker talrijke laag taande beleedigingen toe. Eiscb
en vonnis 1 maand gev.
Enkhulzen.
'N RIJWIELPLAATJE GEJAT.
Mijnheer Klaas Sw., afwezig zonder kennisge
ving, had op 18 Augustus 'n rijwiel plaatje gesnoeid
ten nadeel van zijn bloedeigen neef A Poortman. De
onooglijke streek werd nu nog niet gestraft, doch
zal op 18 December nog eens nader bekeken worden.
door de collega's van Mr. Glne verondersteld werd de
ziel van het kantoor te zijn, stelde de meeste plei
dooien op, stond het meerendeel van de cliënten te
woord en liet alleen de aanzienlijke aan zijn patroon
over.
Op een helderen morgen In het begin van Septem
ber gleed de groote Rolls van Mr. Gine tot bfl den
trottoirband, de Jeugdige parfrenier, die naast den
chauffeur gezeten was, sprong er uit en opende het
portier, waarna Arthur Glne sierlijk uitstapte. Hij
droeg een kleine witte roos ln het knoopsgat, en de
voorbijganger die hem zag en den verblindenden
glans van zijn hoogen hoed. het glimmen van zijn
lakschoenen, en den ebbenhouten wandelstok, dien hij
ln zijn gehandschoende hand hield, opmerkte, hield
hem voor eenbruldegom, die, op weg naar de kerk.
hier even afstapte.
Htj stapte ln de kleine electrlsche lift en werd naar
de eerste verdieping gebracht Een portier maakte
een lichte buiging en deed de deur voor hem open, en
Arthur trad binnen, gevolgd door den gedienstigen
geest die hoed, stok en handschoenen van hem
aannam en er mee in een binnenkamer verdween. Mr.
Glne zette zich aan zijn bureau, wierp een blik op de
brieven, dis te zijner lezing opengesneden waren, en
schoof ze weg. Hy drukte tweemaal op een schelknop
van onyx, en na weinige seconden verscheen zijn
procuratiehouder, een bundel papleren in de hand.
„Doe de deur dicht, Gilder. Wat heb Je daar?"
Gilder wierp de papleren op het gladgeboende
schrijfbureau.
„Voor het meerendeel dagvaadlngen.' antwoordde
hy kortaf.
„Voor mij?"
Gilder knikte en Arthur Glne keek de papleren
vluchtig ln.
„Het zal moeilijkheden opleveren, wanneer een paar
van deze tot uitvoering gebracht worden," zei Gilder.
..Tot zoover heb Ik uitstel weten te verkrijgen, maar
er zijn er minstens drie bij, waarop onmiddellijke uit
betaling moet volgen. Sedert Ik van vacantle terug
ben, heb lk nog geen gelegenheid gehad u te spreken.
Heeft u ln Goodwood veel geld verloren!"
„Acht of negen duizend pond," antwoordde Arthur
Glne luchtig. „Misschien iets meer, misschien iets
minder."
„Dat beteekent dat u het niet precies weet omdat
u niet betaald heeft," merkte Gilder botweg op.
*Jk betaalde er een paar de dringendste," haast
te de ander zich hem gerust te stellen. „Wat zijn dit?
Hij betastte de documten apnieuw met zijn onbe
rispelijke gemanicuurde hand.
.Een er van is beslist van zeer ernstlgen aard," zei
Gilder, het bewuste papier uitzoekende. „De execu
teurs van de nalatenschap van Weellman spreken u
aan voor drie duizend pond het bedrag, dat u van
Wellman geleend hadt."
„Kun Je het niet op een ascoordje gaoten?"
Gilder schudde het hoofd. „Dat kun Je met execu
teurs-testamentair nl*t doen dat weet u. Het kan
een leelijk zaakje worden, wanneer het voor de recht
bank komt."
Arthur Gine haalde de schouders op. „Van een
geldleenlng kan nooit een leelijk zaakje gemaakt
worden
„U was Wellman's rechtsgeleerde raadsman," viel
Gilder hem In de rede. „En hij was niet ln staat om
zijn eigen zaken te beheeren. Ik zeg u. dat het er
leelijk zal gaan uitzien, en de Justitie zou vragen
kunnen stellen. U zult moeten zien aan geld te komen,
om dit zaakje buiten het gerecht te houden."
„En wat behelzen die andere?" vroeg Arthur Gine
gemelijk.
„Er is er een bij voor twaalf honderd pond. voor de
Inrichting van Willow House en een tweede van den
verkooper van Willow House, vcor het onbetaalde
gedeelte van de overeengekomen koopsom."
Arthur Glne leunde gemakkelijk in zijn stoel, nam
een gouden tandenstoker uit zijn vestzak, en kauwde
er op.
„Hoeveel is het volle bedrag?"
„Ongeveer zes duizend pond." antwoordde Gilder,
le papieren weer opnemende. „Kunt u zich die ver
schaffen?"
Zijn patroon schudde het hoofd.
„Door een wissel?" opperde Gilder.
„Wie zou dien moeten endosseeren?" vroeg de advo
caat opkijkende.
Gilder kratde zich op de kin.
„Wat zoudt u denken van Lord Chelford?" vroeg hij.
HOOFDSTUK VU.
Arthur Glne lachte zachtjes. „En wat zou je denken
dat Lord Chelford ze~~en zcu. Indiër lk met ruik een
voorstel bi] hem kwam? Je schijnt tc vergeten, waarde
vriend, dat Ik in het oog van Chelford de broer ben
van een jong® dame, die op haar vijf en twintigsten
geboortedag ln het bezit moet komen van bijna een
millioen pond. Ik ben niet alleen haar hrocr, maar de
beheerder van haar vermogen. En bovendien, beheer
ik de nalatenschap van zijn moeder. Wat zou hij dei>
ken, als ik hem aanklampte? Chelford ls een uils
kuiken, maar zóó dom ls hij niet, en laat mij je te
vens In herinnering brengen> dat hij al zijn particu
liere zaken door den Tweeden Zoon laat behandelen."
„U bedoelt Alford waarom noemt u hem zoo?"
,HHj Is van jongsaf altijd als de Tweede Zoon be
kend geweest." antwoordde de ander wrevelig. „Hy ia
een pientere baas, vergeet dat ncoit, Gilder. Ik weet
niet of hij vermoedt dat lk valsch spel speel, en dat
het vermogen van Leslle slechts In de verbeelding
bestaat, maar er hebben zich tijden voorgedaan, dat
hy drommels lastige vragen stelde."
„Bestaat dat vermogen dan slechts ln de verbeel
ding?" vroeg Gilder, en zyn patroon keek hem mat
sluwe oogen aan.
„Dat mccet jy weten, vriendlief." zei hij. „Wy hebben
er acht jaren van geleefd! De croupiers in Monte
Garlo hebben erh eel wat van naar zich toe geharkt
verscheidene bookmakers die ik zou kunnen op
noemen. hebben er zich een fraaie villa van gebouwd-
Verbeelding, Tien jaren geleden bestend het niet ln de
verbeelding. Er kwamen tweehonderdduizend pond
aan te kort om sprookjesachtig te zyn. Maar op het
oogenblik
Hij spreidde zyn handen uit en beschouwde de dag
vaardingen met een raadselachtig glimlachje.
„Wat verwacht u van Chelford gedaan te krygen?"
vroeg Gilder „Geld heeft hy niet-"
Mr. Gine grijnsde. „Wees overtuigd dat lk. voor lk
my de moeite en de kosten getroostte om een hui3 In
Je nabijheid van de bezitting van Lord Chelford t®
kcopen of zoo goed als te verkcopen en vcc ik
pogingen deed om Leslle en hem met elkaar ln ken
nis te brengen, zoo verstandig was om myn stekken
goed te steken- Hy ls betrekkelijk arm, omdat die
broer van hem van verkoop van een plekje gronda
van de bezitting niet weten wil. Hij heeft de fa-nilie-
Jtijfkopplgheid geërfd; hun devies is „Houd vact wat
Ie hebt!' Harry Chelford Is op een kwart millioen
icnd te schatten de verborgen schat nog daargela
ten!"
Wordt vervolgd.