De wonderen van het Heelal. Zaterdag 16 December 1933. SCHAGER COURANT Vijfde blad. No. 9400 "S MENSCHEwf Een geheimzinnige vlek op Saturnus. Ü3t opwekken van kunstmatige slaap. DE H. ROK VAN ARGENTEUIL. KENT GE UW EIGEN GEZICHT? Iht gelaat als spiegel van het karakter. Ontdekt door een revue-artist door Dr. J. SCHENKUOF. OP den avond van 3 Augustus j.1. keerde de Engelsche humorist Will Hay huiswaarts van zijn werk, dat er uit bestond, andere men- schen te laten lachen en wijdde zich voor enkele uren aan zijn liefhebberij, n 1. astronomie. In zijn achtertuintje stond een eenvoudige telescoop en deze onthuldo hem op dien avond een reus achtige witte vlek op de planeet Satur nus. Hij telefoneerde naar .de sterren wacht te Greenwich en daar... wist men nog van niets. Spoedig bleek echter, dat Hay gelijk had en nu werden ook de an dere sterrenwachten der wereld gewaar schuwd. Geen van de beroepsastrono men met hun krachtige telescopen, op de beste waarnemingspunten opgesteld, bleek iets te hebben opgemerkt; Green- wich kon dus aanspraak maken op de eer, het eerst de andere sterrewachlen to hebben gewaarschuwd. Het duurde niet lang. of de vlek die inderdaad reusachtige afmetingen had genoot de algemesne belangstel ling en werd door honderden slerre- wachten en amateur-astronomen geme ten. Men kan het plotseling ontstaan de zer vlek op Saturnus niet verklaren. Deze planeet is zeer groot; haar middel lijn is ongeveer 9 maal zoo lang als de aarde en aangezien de groote witte vlek een tiende van die middellijn was, kon do aarde er b 'na in verdwijnen. Wij hebben dus te doen met een belangrijke storing op de oppervlakte der planeet. Sommige astronomen schrijven haar toe aan het neerkomen van een reusachtige meteoor, anderen aan een vulkanische uitbarsting of een andere explosie, diep onder den door ons waargenomen dampkring van Saturnus. doch krach tig genoeg om daarin haar invloed te doen gelden. Wellicht is de vlek ook ontstaan door reusachtige wervelwin den of andere storingen in de dichte at mosfeer van Saturnus Op Jupiter de p'aneet. welker baan om de zon binnen dien van Saturnus ligt heeft men gedurende een halve eeuw een veelbesproken roede vlek waargenomen, waarvan de vorm en t:nt van jaar tot jaar veranderen. Op do oppervlakte van Jupiter worden af en toe ook kleinere vlekken zichtbaar die zich langzaam verplaatsen op onge veer dezelfde wijze als atmosferische storingen op aarde. Dit alles zijn echter gissingen, want tenslotte ziet men van de planeten als regel slechts den buiten kant van den dampkring. De vlek was voor de astronomen ech ter een welkom middel om te bepalen in hoeveel tijd Saturnus om zijn a* draait. De dag op Saturnus moet onge veer 10 uur en een kwartier duren. De rotatiesnelheid van vlekken op Saturnus is aan den equator grooter dan aan do polen; ook clit wijst erop. dat wij slechts den buitenkant van zijn dampkring zien Ook de dampkring van onze aarde ro teert sneller aan de polen, wat gecom penseerd wordt door de passaatwinden, dus door stroomingen binnen in de at mosfeer. Fee hls: Hoe de soortelijk lichte planeet Saturnus zou drijven op water als er ergens in het heelal een oceaan bestond, die daarvoor groot genoeg was. Saturnus is om meer dan één reden een interessante planeet. Wij denken bijv. aan de ringen, die het eerst werden waargenomen door Galilei en voor zoo ver bekend nergens in het heelal een pendant vinden. Van de drie symmetri sche, concentrische ringen begint de bin nenste, donkere ring op 11.000 K.M. af stand van de oppervlakte der planeet. Hij strekt zich ongeveer 17.500 K.M. naar alle richtingen uit én gaat dan over in den middelsten ring. die de grootste en helderste is van de drie. Deze ring strekt* zich uit over een breedte van 30.000 K.M. en wordt naar buiten toe steeds helderder. Hij is door een betrek kelijk smalle spleet van «5000 K.M., welke naar haar ontdekker Cassini is genoemd. Hay met een anderen telescoop aan hel werk. gescheiden van de buitenste ring, die on geveer even breed is: als de binnenste Yermoedel.k bestaan deze ringen uit cosmisch stof; hun wenteling om de pla neet is onderworpen aan. dezelfde wetten, die de bewegingen van alle satellieten beheerschen. Wellicht zijn zij uit één of ot meer'vernietigde manen ontstaan* hieraan heeft Saturrtus, zocals bekend, geen gebrek. Hij heeftier minstens negen, misschien wel tien. Op het oogenblik is de stand van de ringen zoodanig, dat wij den Noordpool en het Noordelijk halfrond van de pla neet zien. Voor 1921 zag men de Zuidelij ke heift en over drie jaar zal dit weer het geval zijn. De geheimzinnige witte vlek bevindt zich vrijwel op den equator, zocdat men haar voortdurend kan blij ven waarnemen. Saturnus is, behalve om zijn ringen, nog merkwaardig om z^n gering soor telijk gewicht, terwijl er op zijn opper vlakte 'n eer lage temperatuur heerscht Het lage soortelijk gewicht wijst op gas sen en bij die uiterst lage temperaturen verkeert feitelijk alleen waterstof neg in gasvormigen tcestand. Zou Saturnus ius voor een grcot deel uit waterstof bestaan met een „vaste aardkorst" van vaste waterstofHet*is mogelijk. En als er cp Saturnus zooiets als een vulkaan bestond, die water in vloeibaren toestand uitbraakte, dan zou dit water, vergele ken bij zijn omgeving, warm genceg zijn om dezelfde verwoestingen aan te rich ten als witgloeiende lava op de aarde. door Prof. H. Vredendaal. Als men gewerkt heeft, wordt men vermoeid en het lichaam eischt rust om de verbruikte energie te kunnen aanvul len. De uiterlijke voorwaarden voor de- zo rust zijn het uitschakelen van de prikkeling der zintuigen (licht en la waai) en onder normale omstandighe den valt men dan al spoedig in slaap In den slaap keert men zich af van het leven met zijn moeito en zorgen en zoekt men de vergetelheid, men ontvlucht de werkelijkheid. De verkwikking, die de slaap schenkt maakt, den wensch begrijpelijk, dat men den duur daarvan wenscht te verlengen! Zelfs de gedachte aan een eeuwigen slaap zal hierin wel haar oorsprong hebben. En wat zou het niet benijdens waardig zijn, „alleen maar een paar maandjes" in het warme bed te kunnen biijven, totdat het buiten weer mooier en prettiger is! Zooiets als de egel, die bij het intreden der koude zich oprolt in een veilig hoekje en zijn winterslaap houdt. Hij heeft geen voedsel noodig, omdat ademhaling, bloedsomloop en stofwisseling veal langzamer in hun werk gaan. Zoo slaapt hij door tot de lente, ter wijl wij ons plagen met kolen en turven. Hij heeft vetklieren, waarvan men vroe ger dacht, dat zü dienden om het dier tijdens dèn winterslaap te voeden. Later achtte men het meer waarschijnlijk, dat deze klieren niet zoozeer een provisie kamer waren, als wel een orgaan om de verandering in de levensprocessen te weeg te brengen, tijdens den winter slaap te regelen en ook in de lente weer te niet te doen. De winterslaap en de slaap in het al gemeen zijn nu opnieuw in het middel punt der belangstelling gekomen door I de interessante proeven van Professor Poetzl uit Weenen. Er was hem een ge val bekend van een man in Hongarije, die reeds 15 jaar niet geslapen heeft ten gevolge van een hoofdwond, die hij in den oorlog gekregen had, waarbij het slaapcentrum in de hersens, dat de pro cessen bij het inslapen en ontwaken re gelt, werd verwoest. Zonder noemens- Will Hayde revue-artistdie in zijn vrijen tijd aan astronomie doetmet zijn 32 c.M.-telescoop. Nadat millioenen bedevaartgangers uit alle werélddeelen naar Trier zijn gegaan om den H. Hek aldaar te zier», zal in 1934 te Argenteuil bij Par.„s een kleedingstuk van Christus worden ge toond, dat evenveel belangstelling en vereering verdient. Volgens deskundi gen betreft het hier een tunica, die on der het opperkleed werd gedragen. Het iï a.h.vv. een lang wollen hemd, dat uit éen stuk zonder naad geweven is en met plantaardige kleurstof, niet met dierlijk purper, geverfd is. Deze verf stof werd indertijd door de vrouwen uit het volk zelf bereid. Het staatsla- boratorium te Parijs heeft hel gewaad onderzocht en vastgesteld, dat het zon der eenigen twijfel vervaardigd moet zijn tusschen 200 na Ghr. Er bevinden zich groote zweet- en bloedvlekken op. die zich van den rechterschouder tot de iinkernierstreek uitstrekken. Toen Ilelena, Keizerin van het Oost- Romeinsche rijk, drie eeuwen na Chris tus' dood zijn Kruis te Jeruzalem ont dekte, verzamelde zij tevens alle reli kwieën van den Verlosser, die zij slechts vinden kon. Zij liet het gewaad naar Gonstantinopel brengen, waar het 'ot het begin van de negende eeuw bleef. Toen werd het aangeboden aan Karei den Groote, die het op zijn beurt ten geschenke gaf aan zijn dochter, die te Angenteuil in het klooster trad. Het bleef daar onbeschadigd tot 1791; toen moest het in 'verband met de revolutie in allerijl worden begraven. Hierdoor werd het door vocht aangetast; later zetten motten het vernielingswerk voort en zoo moest het gewaad tenslotte op een ande-e lap stof worden opgenaaid, om het voor algeheel verval te bewaren. EEN EERBIEDWAARDIGE FIGUUR Op de heuvels van Cornwells bij Phi- iadelphia staat een klooster, het moe derhuis der Zusters van het Allerheilig ste Sacrament, wier Generaal Overste, de 70-jarige Mère Gatharina is. Zij is een dochter van Franciscus Orexel, een der deelgenoten van het bankiershuis Morgan. Bij den dood van haar vader in 1833 erfde zij een vermogen van 7 millioen, dat een jaarlijksche rente van 315.000 dollar opbrengt. Van al dit geld heeft zij nooit een cent voor zichzelf ge bruikt. Op 30-jarigen leeftijd trad zij in de orde der Zusters van Barmhartig heid te Pittsburgh; kort daarop kocht zij landerijen op de heuvels van Corn wells en liet daar het moederhuis bou wen van de nieuwe door haar gestichte congregatie. Deze heeft thans 27 mis sieposten voor negers en eenige andere voor Indianen. Onlangs heeft Mère Ga tharina de Franciscus Xaverius-uni- versiteit te Nieuw Orleans opgericht, de eenige katholieke hoogeschool voor ne gers in do Vereenigde Staten. waardige teekenen van vermoeildheid te ondervinden heeft deze ongelukkige reeds 15 jaar gewaakt, een vreeseliik lot, als men nagaat, dat hij dus ook geen oogenblik zijn eigen gedachten kan ont luchten en zijn zenuwen rust kan ge en. Professor Poetzl bracht nu een soort gelijke hersenwond toe aan egels in hun winterslaap, door hen voorzichtig een naald in het slaapcentrum te steken. Bij enkele dieren traden geen storingen op, andere bleven echter voortaan van den winterslaap verstoken. Er waren er ook, die tengevolge van de operatie stierven en enkele, die rustig bleven doorslapen,- ook in de lente niet wakker werden en tenslotte door gebrek aan voedsel van uitputting stierven. De gevolgen van de operaties waren dus zeer verschillend; er bleek echter uit, dat zoowel het insla pen als het ontwaken vanuit hetzelfde punt geregeld worden. Wanneer op deze wijze een kunstma tige, langdurige slaap kon worden opge wekt, ook bij nienschen, zou dit in vele gevallen een uitkomst zijn. Zoowel bij zieken, die ondragelijke pijnen lijden, als bij menschen, die door een groot ver driet getroffen worden en daardoor drei gen te worden ontredderd zou de rust van een kunstmatige, langdurige slaap de verloren krachten kunnen herstellen en althans tijdelijk het leed kunnen weg nemen. Het bezwaar is echter, dat wij geen winterslaapklier hebben zooals de egels en daarom gaan de gewone levens verrichtingen in den slaap door en loopt ook de behoefte aan voedsel betrekkelijk weinig achteruit. Wij zouden dus gevaar loopen, tijdens onzen winterslaap te ver hongeren. Toch kunnen de proeven van Profes sor Poetzl de grondslag worden voor verdere onderzoekingen over de omstan digheden, waaronder langdurige slaap toestanden ontstaan. Tot dusver kan men een kunstmatigen slaap slechts eenige dagen laten duren en dan nog met be hulp van krachtig werkende preparaten, giftige stoffen, die door het bloed worden gevoerd naar het centrale zenuwstelsel en dit verdooven. Het zou dus een voor uitgang zijn, wanneer men rechtstreeks op het slaapcentrum kan inwerken. Doch zoo ver zijn wij natuurlijk nog niet Wie zou zich zoo'n naald in de hersens willen laten boren met de kans, te ster ven, levenslang te blijven slapen of nooit van zijn leven meer te kunnen slapen? De wensch, om door kunstmatige slaap vrijwillig te kunnen ontvluchten aan de tijdelijke moeilijkheden van het leven,- blijft echter bestaan en wordt door velen gekoesterd. Misschien zal het de weten schap dan ook eenmaal gelukken, dezen wensch te vervullen. DE UITVINDING VAN Dr. BENTON. IN HET DERDE RIJK. Het oude Duitsche gebruik, dat ge trouwde vrouwen zich bij den titel van haar man laten aanspreken, vindt geen genade meer in de oogen der nieuwe re geering. In kleine garnizoenen spraken de vrouwen elkaar zelfs onderling bij den titel van haar man aan. Voortaan zullen alleen vrouwen bij een titel wor den aangesproken, welke persQonlijk dien titel hebben behaald; „Frau Dok tor" is dus voortaan een titel, dien al leen vrouwen met een academischen graad zich mogen veroorloven. Het is vreemd gesteld met de indruk ken, die de menschen van hun eigen ge zicht hebben. Zij zijn goed opgevoed en weten, dat jjdelheid verwerpelijk is; daarom kijken zij niet meer in den spie gel, dan absoluut noodzakelijkheid is. Het gevolg is. dat zij de goede en slechte punten de laatste zijn in de meerder heid!van het gezicht van een wille- keurigen kennis veel beter kunnen ana lyseeren dan die van hun eigen gezicht, al zien zij dit ook dagelijks in den spie gel. Nu zegt het op zichzelf weinig, dat men iets dagelijks-ziet. Hoe weinig men schen kennen den weg, dien zij dage lijks van en naar hun werk afleg gen? Stelt Uzelf slechts enkele vragen: Hoeveel verdiepingen heeft dat hoek huis? Zijn de kerken op dat plein door ijzeren hekjes omgeven? Gewoonlijk weet men het niet. Men leest wel dag aan dag een bordje „Verboden toegang" doch bij wat voor een gebouw staat dat bordje eigenlijk? Zoo is het ook met ons gezicht, dat wij dagelijks zien. Wij letten nog wel op een verzorgde huid; aan het haar wordt voel zorg besteed en met belangstelling wordt er op rimpels en kraaiepootjes acht geslagen, doch het gezicht als ge heel? Daarvan hebben de meesten geen indruk. Zij weten dan ook niet, dat hun gezicht bestaat uit twee helften, die vee! meer van elkaar verschillen, dan als re gel wordt verwacht. Daarvoor behoeft men nog geen gebroken neus te hebben of verschillende gekleurde oogen. Men kan zelfs een zeer regelmatig gezicht hebben, waarin toch de beide helften sterk uiteenloopen. Dat komt vooral door de gelaatsuitdrukking. Toch zijn ock de trekken van het gezicht wel ver schillend. Is Uw eene wenkbrauw niet geheel anders geteokend dan de andere? Ts uw neus van onderen wel links en rechts even breed? Is uw voorhoofd aan do eene zijde niet meer gewelfd dan aan do andere? De criminoloog heeft voor dit verschil tusschen de beide gezichtshelften een groote belangstelling. Zij vergemakkelij ken ten zeerste het vinden van een mis- dadigen aanleg. Wij zeiden boven reeds,- dat de beide gezichtshelften een ver schillende uitdrukking vertoonen. Deze komt nu veel beter uit, wanneer men twee rechter- of twee linkerhelften van een gezicht bestudeert, dus zoo, dat men werkelijk een volkomen symmetrisch portret van iemand krijgt. Heeft men nog het negatief van een foto, dan kan men dit aan beide zijden afdrukken; door de afdrukken door te knippen en anders gerangschikt op te plakken, ver krijgt men dan een goeden indruk van het karakter der beide gezichtshelften. Het blijkt dan, dat „de mensch in den meest letterlijken zin van het woord zijn goede en slechte zijde heeft. Zulke sym metrische portretten zijn vooral bij mis dadigers van een merkwaardig spreken de uitdrukking. Om zich de moeite van het dubbele afdrukken enz. te besparen, heeft men zelfs „karakterspiegels", welke door Dr. Benton te Los Angelos uitgevonden zijn. Een spiegel met twee spiegelende zijden staat loodrecht op een plankje! op het plankje wordt nu het portret gelegd en zoover doorgeschoven onder den spie gel, dat deze het precies middendoor deelt. Op de eene zijde van den spiegel ziet men nu de rechterzijde weerspiegeld naast de rechterzijde van het portret en op de andere zijde de linkerzijde naast de linkerzijde van het portret. Zoo ver krijgt men in een oogwenk de twee sym metrische portretten ook zonder het ne gatief te bezitten. Zoo'n karakterspiegel kan men voor zichzelf gemakkelijke irni- leeren met behulp van een klein zak- spiegeltje, dat men loodrecht op een foto zet. De twee helften sluiten dan wel niet \olkomen aan elkaar, doch men ver krijgt toch een goed beeld van het ka rakter. dat uit elke gezichtshelft spreekt Ook de verschillen in gelaatsvorm en trekken springen hierbij duidelijker dan anders in het oog. Ieder weet dan met zekerheid, wat zijn goede en wat zijn slechte zijde is, wat altijd zijn nut heeft, al was het maar met het oog op een la ter te nemen foto.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1933 | | pagina 17