VAN DIT EN VAN DAT
EN VAN ALLES WAT
Oplossing „K"-Puzzle.
Foksie's Nieuwjaarswensch.
OPLOSSING
KNIP-PUZZLE.
De Avontuurlijke Lotgevallen van Miep Muizenschrik en Bul Krakebeen
Illllllllllllllllllllllllllllllllllllllillllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllül
Bijvoegsel der Schager Courant van Zaterdag 30 December 1933. No. 9407.
De Geschiedenis van een wonderlijke Ver
zoening op Oudejaarsavond,
door SIROLF.
{Nadruk verboden
alle rechten voorbehouden).
WIJ heben een hond. Nou ja, dat ls
niets bijzonders. Best, maar laat
lk er bij vertellen, dat het de
dertiende hond is. die lk ln mijn tienja
rig huwelijksleven heb opgevoed. U moet
weten, wij dat is mijn vrouw Zefientje
èn ik en de hond wonen op een derde
bovenhuis. Eb we zijn dol op honden. Toen
we pas getrouwd waren, moesten we en
zouden we een hond hebben. We kregen er
een. Een snoes van een Keeshondje HU
was drie maanden oud. En we wonen drie
hoog. Dat heb lk U al verteld. En het was
een gewoon, gezond, normaal hondje, dat
veel at en vooral veel dronk Begrijpt N
»e nog niet' Tja, lk wil niet - onkiesch
worden, maar zoo'n hondje, tja, eet en
drinkt nu ja, eene heeft natuurlijk
zijn natuurlijke behoeften. DaAr, het hooge
woord is er uit Laat ik U zeggen, dat het
toiet meevalt, midden in den winter twaalf
keer op een dag in vliegende haast met
een bibberend hondje naar beneden te ren
nen. drie trappen, om het hondje op straat
te deponeeren in de hoop, dat het zoo fat
soenlijk zal zijn, enfin, U begrijpt het wel.
Om dan, na een half uur met hem in de
sneeuw of den regen, of de kou te hebben
gedard, bovenkomende de heftige verwij
ten van Je vrouw ln ontvangst te moeten
nemen en te hooren, dat, hm ja. nou, hm.
«lat het al t« laat was, dat het onheil al
geschied was, voor Je met het dier naar
beneden rende. Maar, alles went en na een
half jaar smaakten wij het bijzondere ge
noegen, dat onze Foksie, zoo heette het
eerste hondje, ons netjes waarschüwde,
als hij op straat moest, voor. hm, U be
grijpt me wel. Maar toen was het dier geen
hondje meer, het was een hond, neen het
was een welgeschapen kalf geworden. Ik
zal U niet veel vertellen, maar Foksie
heeft eens op een middag uit verveling
onzen Smyrna ganglooper voor driekwart
opgepeuzeld en de rest tot faaonje gebeten.
Toen hebben we hem weggedaan.
Nou en zoo is het twaalf keer gegaan. Tel
kens, als we weer zoo'n lief klein hondje
zagen, moesten we er maar weer een heb
ben. En dan begon bet weer. Met die drie
trappen. En dat naar beneden rennen. En
dat op straat darren. In de kou of de
sneeuw en de regen. Telkens als er weer
een nieuwe Foksie kwam, ze heetten
telkens weer Foksie, omdat Zefientje daar
zoo dol op is was het weer het zelfde
liedje.
Ik heb ook een buurman; die woont na
tuurlijk naast ons, in het benedenhuis. Die
man heeft ook een hond. Maar die heeft
hij al tien jaar. Hy heeft er geen kind
aan- Want het beest gaat alleen op straat,
zonder gelelde. Ik heb vrceger wel eens
met dien buurman gesproken en met zijn
vrouw ook. Maar sedert zijn vrouw en de
myne, by een uitverkoop in denzelfden
winkel haar oog lieten vallen op hetzelfde
couponnetje stof, het allebei tegaiyk gre
pen en er om het hardst aan gingen trek
ken, terwyi ze elkaar om het hardst uit
scholden, sedert dien dag, zeg ik is het
uit tusschen ons, finaal uit. Als ik hem
zie, dan is hy lucht voor my en omgekeerd
Met de vrouwen is het precies eender.
Dit ter inleiding. Ik heb dus weer een
Foksie. Het beestje is nu vyf maanden oud,
kerngezond het ls een buitengewoon
groot ras herdershond met een enorme
eetlust, enne, nu ja U begrypt me wel, al
les naar evenredigheid. Het beest is nog
niet fatsoeniyk, waarschuwt ons nog niet
als hy op straat moet enz. enz. Dus drie
trappen naar beneden vliegen, in de kou,
zie boven.
Het was 31 December. We hadden sma
kelijk gegeten, Zefientje, Fcksie en ik,
met een plumpudding, nog van Kerstmis
overgehouden, die ons als lood in de maag
lag. Foksie at nefc zooveel, als Zefientje en
ik samen. We hadden den Oudejaarsavond
gezellig en smakeiyk verder doorgebracht
en ik zat tegen 12 uur behaaglijk in myn
gemakkeiyke stoel, terwijl de glazen met
den heildronk, gevuld met heete punch,
reeds te wachten stonden, tot de klok 12
zou slaan. Ik zat fyn, met myn oude slof
fen aan, lekker by het warme kacheltje,
toen er een kreet van Zefientje uit de
andere kamer weerklonk, een snerpende
kreet: Sirolf, Ifoksle moet op straat!
BEet hagelde net duiveneieren Dn de
heete glazen punch lonkten. En de klok
stond op 5 vóór 12. Inwendig zei ik Iets
heel leeiyks, ik smeet myn krantje ln een
hoek. vloog naar de andere kamer, sleur
de Foksie nummer 13 uit zijn mand en
rende ja het ls eentonig aldcor het
zelfde, maar husch, het zijn diie trappen
naar beneden. Foksie zette zich onmid-
deliyk schrap en weigerde pertinent een
poot te verzetten. Zoo bleef ik. hagel en
kou trotseerend, vyf minuten staan. Inr
middels klonken ln de buurt schoten van
lieden die het oudejaar wegknalden. In
hoorde hier en daar geraas en gejuich van
biyde lieden, die in warme kamers zalige
heete grocs dronken en geen o'genblik
dachten aan arme mannen als ik. die
ln den Nieuwjaarsnaóht met Foksie moes
ten blauwbekken.
Eindeiyk scheen het Foksie toch ook
te vervelen. Hy deed een paar stappen en
van die gelegenheid maakte lk gebruik om
hem een paar stappen mee te sleuren, ten
einde myn verkleumde ledematen wat
warm te loopen. Ik was juist de deur van
myn buurman genaderd toen die deur
openging. De hond werd op straat ge
stuurd. Tenminste zou op straat gestuurd
worden. Want opeens rukte myn Foksie
zich los en drong het huls van myn buur
man binnen. Een hetsch lawaai, een woe
dend blaffen en brullen en brommen en
keffen drong tot my door. Dan hoorde ik
een mannenstem en het geluid van zweep
slagen. Een oogenbllk later vloog Foksie
de deur uit.
Ik gelrof niet heel-maal uit eigen be
weging. Tenminste de vaart, waarm-de
naar buiten kwam, deed my vermoeden
dat daaraan de kracht van een mannen-
voet niet vreemd was. Ik pakte myn beest,
maakte hem wrer aan het tcuw vast en
hervatte mijn wandeling door de sneeuw
jacht het was op7ehouden met hagelen
en het sneeuwde nu. Foksie bleef hardnek
kig weigeren te doen wat van hem geëlscht
werd, nattaeiyk datgene, hm. wat niet ln
huis mocht gebeuren. Ik was net weei
myn huis genaderd, toen mbn buurman uit
zyn hu's kwam en regelreecbt op my tos-
stapte. Hij was vcor my natuu-iyk lucht!
Maar hy bleef pal voor my staan, tikte
even aan zyn hoed en mompelde een paar
woorden. Hy ad biykbaar iets te zeggen,
maar wist niet hce te beginnen. We had
den in drie jaar niet met elkaar gesproken
En dan zoo opeens, in den Nieuwjaars
nacht
Eindeiyk hoorde lk hem zeggen: Me
neer wacht U er misschien op dat Uw
hond, hmHy glimlachte veelbetee-
kenend.
Dacht U soms, dat ik voor myn ple
zier hier loop te blauwbekken? viel ik u't-
Maar wat gaat U dat aan? Ik was woe
dend, dat hy my voor den gek wilde hou-
der«-
Neen, dat niet, antwoordde mijn buur
man, maar ik wilde U alleen maar zeg
gen, dat U wel naar boven kunt gaan. als
U daarop wacht, want, hm. Uw hond, hm.
heeft al, hm, by ons in den gang. hm, hm
zyn visitekaartje afgegeven hm. heel
attent van hem, zco "klokslag 12 uur
nachts, 'n goed begin voor het nieuwe
jaarhmgeluk
Ik ben niet erg verlegen uitgevallen,
maar nu voelde 'k toch, dat ik een kleur
kreeg van verlegenheid. Ik mompelde zoo-
Iets van excuus, tikte even aan myn hoed
en sleurde Foksie nummer 13 naar boven,
waar lk zijn misdaad aan myn vrouw ver
telde.
Wat moeten we ln 's hemelsnaam
doen? jammerde Zefientje, dat kun je
toch zoo maar niet laten gaan, morgen
weet de heele buurt het!
Weet je wat, we zullen hun een taart
sturen met een kaartje erby, waarop ik
zal schryven: ..Met de beste wenschen
voor het Nieuwe Jaar en verzoek om ver
giffenis, van den berouwvollen Foksie!"
zei ik.
Dat hebben we gedaan. Meteen den vol
genden dag. Een uur daarna kwam er een
groote doos bonbons, met een kaartje erbij,
waarop stond: „Alles vergeven en verge
ten! Veel heil en zegen in het Nieuwe
Jaar! De Buurman van Foksie!"
's Middags zijn we weer by onze buren
op visite geweest. Nu zyn we weer de
beste vrienden. En dat alles, dank zy
de Nieuwjaarswensch van Foksie!
WETENSWAARDIGHEDEN.
Is het U bekend:
d a t de Panopeans, een stam op de Zuid-
zee-eilanden, gelooven, dat men nooit het
paradijs kan betreden, als men niet goed
kan dansen?
dat in rde Amerikaansche staat Kansas
een wet wordt voorbereid, welke voetgan
gers verplicht 's avonds op alle wegen in
Kansas een roode lantaarn bij zich te dra
gen?
De namen van de filmsterren der Metro
Goldwyn Mayer uit onze knippuzzle van de
vorige week waren:
Bovenste serie:
WALLACE BEERT, LAUREL HARDY.
HELEN HAYES.
Onderste serie
JOAN CRAWFORD. JOHN BARRYMORB
JEANETTE MACDONALD.
Hieronder laten we de oplossing volgen
van de „K"-Puzzle uit ons Kerstnummer
van de vorige week. By telling biyken er
180 woorden te zyn, die met een ,JC be
ginnen; een geweldig aantal dus. Wy kre
gen van verscheidene lezers de door hen
gevonden woorden toegestuurd, waaruit wel
bleek, dat zy met grooten yver aan het
zoeken geweest waren. De hoogste onder
hen had het kunnen brengen tot 153 woor
den, zeer zeker dus reeds een enorm aantal.
Aan de hand van de oplossing hieronder
kan men nu nog eens de teekenlng aan
dachtig nagaan.
Kaaiwerkers
Kaak (Harington)
Kaalkop
Kaars
Kaas
Kaasmes
Kaasplank
Kaatsbal
Kabel
Kabeljauw
Kabouters
Kachel
Kacheldeur
Kachelmantel
Kachelplaat
Kachelpyp
Kade
Kajuit
Kalotje
Kameel
Kameeldrijver
Kamp
Kan
Kanis
Kandelaar
Kant
Kanteelen
Kap (hoofddeksel)
Kap (eener wagen)
Kapel
Kapelaan
Kapothoed
Kapper
Kapsel Ki;
Kar
Karaf
Karbies
Karpet
Karreband (Kuipbanden)
Karwats
Kast
Kasteel
Kastelein
Kasteleinsknecht
Kat
Katrol
Keel
Keelbanden
Keeshond
Kegela
Keldergat
Kelderluik
Kelderraam
Kellner
Kepl
Kerel
Kereltje
Kerk
Kerkhof
Kerkraam
Kerktoren
Kerktoren Jak
Kerktorenspita
Kersen
Ketel
Ketting
Kever
Klektoeste]
Kiel
Kier
Kikker
Kilo
Kim
Kin
Kind
Kindermeid
Kinderwagen
Kip
(vliegmachine)
Kisten
Klabak
Klanten
Klapbrug
Klapstoelen
Kleed
Kleeren
Klep
Klepel
Kletskousen
Kleuter
Klompen
Kloppartij
Kluif
Kluw
Knaap
Knakworst
Knevel
Knie
Knikkers
Knikkerzak
Knokkels
Knoopen
Knoopsgaten.
Knop
Knot
Knuist
Knul
Koeien
Koekebakker
Koepel
Koets
Koetsier
Koetspaard (Knol)
Koffer
Koffieketel
Koffiemolen
Koffiepot
Kogelflesch.
Kok
Koksbuis
Koksdas
Koksmuts
Kolenkit
Kolenschop
Komkommer
Komma
Kommen
Klok
Konyn
Kooi
Kookbussen
Kool
Koopman
Koord
Koppen
Koppel (leeren band)
Koralen
Korf
Korfballers
Korfbalmand,
Korfbalspel
Kousen
Kozynen
Kraag
Kraan.
Krakelingen.
Krammen
Kramen.
Krans
Krant
Krat
Kroeg
Kroeskop
Kroon.
Kroonlijst
Krot
Kruidenierswinkel
Kruier
Kruiken
Kruin (schedel)
Kruinen (boomen)
Kruis
Kruisbanden
Kruiwagen
Kruk (stoel)
Krukken
Krul
Krullebol
Kuif
Kuil
Kuipen
Kuipers
Kuiperij
Kuiphout
Kuiten
Kuitkous
Kurk
Kurketrekker
Kwartje
Kwast
211. Met nog een paar vrienden
sloop hy 's nachts naar 't huisje.
Hier gaan we voor liggen, totdat
ze er morgen weer op uittrekken
en dan zullen we ze tracteeren op
een flink pak slaag. Ze gingen te
gen de tent liggen en sliepen den
heelon nacht niet Af en toe fluis
terden ze elkaar wat toe en ze spits
ten ziek op den volgenden morgen.
212. Ze vonden het heerlijk warm
tegen die tent aan en brg epen
niet, waar die warmte vandaan
kwam. Tegen den morgen werden
onze vrienden wakker. Maar wat
rook het eigenaard'g ln de hut en
't bleef zoo donker, 't Is net of er
Iets tegen de tent aanligt, "-ou het
gesneeuwd hebben, zei Bui. Ik zal
eens door 't raampje kyken. O,
lieve deugd! Miep, Knipstaart,
kijk eens!
213. Daar liggen vier ijsberen vcor
onze tenten die van gis eren ligt er
ook by. Die heeft niet veel gosds
in den zin. Kijk dat beest eens
kwaad kyken. We biy'ven muisstil
hoor en bespreken eerst wat ons te
doen staat De beeren hadden na-
tuuriyk alles gehoord en hielden
zich vol vreugd klaar voor den
stiyd.
214. Wel, zei Miep doodleuk, we
blazen hen weg, zooels we die
groote visch ook weggeblazen heb
ben, toen we op de boot waren. Nar
tuuriyk, riepen nu de anderen. Nu
keken ze weer echt vroolyk. De
staart werd flink volgepompt
want voor 4 beeren heb je veel
noodlg. en ffffft Door een
raampje vloog de lucht naar bulten
215....En met de luchtstroom ook
de vie lachende beeren, die nu ech
ter niet. meer lachten. Zooiets hadden
ze nog nooit meegemaakt Wat een
machtige wezens waren dat Daar
was niets mee te beginnen en kom Je
ze maar beter rustig hun gang
laten gaan. zy deden de bee-en per
slot 'toch ook geen kwaad!
V