VROUW,
i
Waar komen onze kopjes
vandaan
De stamboom van ons
porcelein
WAARDEERT ELKANDER.
Seri van de voornaamste factoren, welke
•r toe bijdragen het gezinsleven te veraan
genamen en de goede verstandhouding on
derling te bevorderen, is wel het mede-leven
en meevoelen van elkanders belangen»
Man en vrouw moeten er voortdurend naar
streven eikaars zorgen en veugde te deelen,
elkanders werk te waardeeen en de belan
gen van elkander te begrijpen. Broers "en
zusters onderling, de dochter ten opzichte
van de moeder, de zoon tegenover den va
der, moesten een stille overeenkomst geslo
ten hébben, vanzelfsprekend en geheel spon
taan. om elkanders wel en wee aan te vul
len en hun sympathie te toonen.
Hoeveel misverstand is er uit onwetendheid
fen onverschilligheid van elkanders vreugde
en verdriet ontstaan en hoe dikwijls volgt het
inzicht eerst dan, als het „te laat" ia
We kunnen ons tekort nog goedmaken,
misschien niet meer ten opzichte van onze
ouders, van onze broeders en zusters, maar
wellicht en ln groote mate ten opzichte van
onze kinderen.
We mogen ze niet altijd wegzenden met
«en ongeduldig woord, al hebben we nog zoo
veel zorgen en beslommeringen aan het
hoofd.
Het kind is in de Jaren van vorming zoo
wel geestelijk als lidhaanelijk. Als het steeds
In U teleurgesteld wordt zal het met zijn
vragen en met zijn verlangend kinderhartje
naar anderen gaan en gij, ouders, zult lang-
zaam-aan niet meer de eerste plaats in dat
hartje innemen. Te kneden als was ls het
(kinderhart; het is te boeien door moeders
vriendelijke stean, het is een en al belang
stelling voor hetgeen vader doet. Maar is
moeders stem ongeduldig en snijdt zij daar
door ieder verder kindergebabbel af, is vader
haastig weggeloopen. terwijl de kleine zijn
schatten liet bewonderen, en alleen wacht
op het woord van vader, die mede-bewondert
p.oduct van pure kinder-bewondering,
ja, dan volgt een diepe ontnuohte-
voor den kleinen kleuter. Hoeveel in-
nning heeft de kleine zich soms getroost
tot het oogenblik te geraken om vader
moeder deelgenoot te maken van wat hem
o bovenmate boeit.
Laten we trachten ons te verplaatsen in de
inderlijke gedachtengang en onze waardee-
Ing afmeten met de maatstaf, waarmede wij
ils kind zelf zoo gaarne worden behandeld.
Stellen wij ons met geheel ons wezen be
schikbaar voor ons gezin, het zal meer
Vreugde geven en meer voldoening dan
'wanneer we ons ongeduld laten overh.eer-
«cfren.
SPEELPAKJES VOOR KLEINTJES
van 1—3 jaar.
3010
Rood flanel, liefst een stevige kwaliteit,
leent zich het best
'voor een speelpak-
Je, vooral omdat
dit waschbaar is.
Het voorgedeelte
bestaat uit twee
stukken met een
naad in het mid
den, evenals de
rugzijde, waaraan
banden gezet zijn,
die aan den voor
kant opgeknoopt
worden De om
trek wordt met 'n
biesje afgewerkt,
dat aan den bulten
kant met onzichtbare steekjes wordt opge-
zoorad.
Patronen voor den leeftijd van 1 tot 3 jaar
kaai men bestellen onder nr. 3010.
BIJ HET INKOOPEN DOEN.
Bij het koopen van weefsels moet men er
op letten dat: linnen gelijk van draad en
glanzig is, terwijl het in een warme hand
een zekere koelte te weeg brengt;
dat het bij goede katoen slechts op gelijk
heid van draad en soepelheid aankomt;
dat men hij het koopen van wolltn stoffen
een stukje tusschen de handen neemt en
kreukt; hoe meer de wol dan kreukt, des te
meer katoen zit er door geweven. Ditzelfde
geldt voor zijde hoe minder kreukels, hoe
zuiverder de zijde, zij moet zacht en buig
zaam zijp
M&ODL
door
ETVA SGHAUWECKER.
In tal van goede, oude, degelijke huishou
dingen bevinden zich ook thans nog schat
ten aan oud porcelein. In de meeste geval
len zorgt men daar zeer zorgvuldig voor,
maar soms worden die kostbare oude ge
bruiksvoorwerpen maar al te vaak zeer on
achtzaam behandeld.
Sorils is het een mooi beschilderde kop en
schotel, dan weer een rijk vergulde vaas, of
wel een sierlijk beeldje. Vraagt een bezoe
ker naar den oorsprong van het oude por
celein, dan draait men meestal het stuk
onderste boven en ziet op den onderkant 't
gebruikelijke merk staan, dat de herkomst
aanduidt. Maar al die merken zijn nog lang
niet algemeen bekend. Nu ja, men weet, dat
het te Melssen vervaardigde, porcelein twee
gekruiste zwaarden vertoont. En dat de let
ters K.P.M. duiden op de Koninklijke Porce
lein Maatschappij te Berlijn, maar wat be-
teekenen al die andere teekens en letters?
Dat is niet zoo ineens te zeggen, want er
bestaan al over de duizend verschillende
merken voor percelein. En dan moet men
de verschillende soorten Fayenoe en Majoll-
ka nog niet eens mederekenen. Van een leek
ls het dan ook met geen mogelijkheid meer
te vergen dat hij al die verschillende mer
ken zal kennen en daaruit de herkomst van
het porcelein zal kunnen afleiden. Men moet
dus beginnen de meest bekende merken te
leeren, om op die manier tenminste eenig
licht op den stamboom van het porcelein te
kunnen laten glijden.
In wezen zijn er drie grondsoorten porce
lein: het Oost-Aziatische porcelein. het Euro-
peesche harde porcelein, het Europeesche
dunne, teere porcelein.
Het oudste uit China en Japan afkomstige
porcelein, dat oorspronkelijk door de Kruis
vaarders naar Europa ls gebracht, la door
zijn grooter gehalte aan veldspaat elasti
scher dan het Europeesche harde porcelein.
Bovendien toont het glazuur van het Oost-
Aziatische porcelein in den regel «jn groen
achtige, of een blauw-achtige kleur. Dit
soort aardewerk wordt, vóór het aanbrengen
van de onderglazuur-kleuren en van het
eigenlijke glazuur, niet eerst zwaar gebrand.
Door de lagere temperatuur van branden ls
het moeilijk bij het Oost-Aziatische porcelein
een rijkere kleuren-schakeering aan te bren
gen. vooral in de zachtere tinten. Dit tech
nische versohil veroorzaakt ook de intensieve
lichtgevende kracht der onderscheidene
Ideuren van het Oost-Aziatische porcelein.
Het Europeesche arde porcelein laat, ten
gevolge van zijn geiheél andere samen stel
ling, niet de groote decoratieve mogelijkhe
den toe als het Oost-Aziatische porcelein.
Men moet dus bij dit Europeesche harde
porcelein een geheel andere maatstaf aan
leggen. Bekend zijn vooral de porceleinen te
Meissen en te Berlijn vervaardigd. In het
jaar 1708 slaagde Böttger er in de eerste
Europeesche uitvinder te zijn van het witte
harde porcelein.
Streng beoordeeld ls het dunne, teere por
celein geen product van het eigenlijke cera<-
miek. Hierom niet, wijl het in wezen geen
eigenlijke klei-bestanddeelen bezit. Men kan
dus zeggen dat dit porcelein dichter bij het
glas staat dan bij het porcelein. Toch heeft
het grooten invloed op de vervaardiging van
het harde Europeesóhe poroele'.n uitgeoefend
Vooral na de tweede helft van de 18de
eeuw. Men maakt dit dunne, teere poroelein
uit kwarts-zouten, salpeter, zeezout, aluin en
gips. Na vermenging dezer bestanddeelen
tot een witte, brei-adhtige massa, wordt deze
massa gebrand. Vervolgens wordt het ge
brande product tot poeder gemalen, met een
weinig klei vermengd, ingewreven met veel
groene zeep en kokend water, waarna de
massa gemakkelijk te kneden en te bearbei
den is. Voor gebruiksvoorwerpen heeft het
weinig waarde, daar de glazuur spoedig
wordt aangetast.
HYGIèNE BIJ DEN KAPPER.
Iets onmisbaars in een kapperssalon, dat
tevens de hygiëne zeer ten goede komt, is
de papieren mantel.
Dit onmisbare voorwerp werd tot nu toe
van katoen of linnen vervaardigd. Liet een
cliènte zich kappen, dan kreeg zij een kap
mantel om, die reeds om de schouders van
haar voorgangster had gehangen en dit ging
zoo voort van de een op de andere, totdat
eenige keeren per week, de mantel door een
sohoone moest worden vervangen. Doch er
ls een uitkomst. Voor geringen prijs kan
men bij den kapper een papleren mantel aan
schaffen, die met den naaim der cliènte
wordt voorzien en alleen door haar wordt
gedragen. Deze papieren mantel gaat tame
lijk lang mee.
Vooral waar deze papieren mantel voor
den kapper geen extj-a onkosten meebrengt,
doet U goed er op te staan dat hij ze U kan
leveren.
Er is ook nog een andere mogelijkheid,
nj. dat U een eigen kapmantel laat maken
en die steeds weer mee naar huis terug
neemt- U weet dan zeker, dat U de eenigste
bent, die hem gebruikt, terwijl het meebren
gen op zichzelf geen last is. daar U toch
een speciale reis moet maken om naar den
kapper te gaan. de haarbetoandeling duurt
meestal zoo lang dat men dat niet even gauw
kan laten doen.
HET AANVRAGEN VAN KNIP
PATRONEN.
Om het onze lezeressen gemakkelijk te ma
ken kunnen patronen voortaan ook per brief
onder bijsluiting van f 0.58 in postzegels voor
Japonnen en t 0.30 voor brelpatronen worden
aangevraago bij de moderedactrice van dit
blad, Muzenstraat 5 b, 's-Gravenhage.
Patronen worden ook toegezonden na over
schrijving van het bedrag op postrekening
191919 ten name van den knippatronendlenst
De maat en het nummer van het patroon
met uw volledig adres vooral duidelijk ver
melden.
JAPON VOOR A.S. MOEDERS.
Bijgaande japon van soepele wollen stof,
leent zich uitste
kend om door a.s.
moeders gedragen
- te worden.
De beide groepen
plooitjes aan het
lijfje worden met
de hand met een
kleine rijgsteek aan
den binnenkant ge
naaid.
De Japon sluit
met twee knoopen,
terwijl de sluiting
aan de rok met
drukknoop en ge
schiedt. Zoo noo-
dig kan men de
knoopen aan het
Hjfje naar het mid
den toe verzetten.
De plooien aan
den rok worden
niet gestikt, doch
goed geperst Wil
men de japon later
weer nauwer maken, dan worden de plooien
gedeeltelijk opgestikt
De mooie, smal toeloopende vorm van
shawlkraag geeft een goede lijn aan het
geheel.
Patronen in alle gwenschte maten Van
men aanvragen onder nr. 3014.
HET BEWAREN VAN ETEN.
Als voedingsmiddelen, die een dag of lan
ger bewaard moeten blijven, een phosphor-
achtig licht geven, bijv. visch heeft dit vaak,
dan moet- men niet denken, dat het ge
recht oneetbaar is geworden, doch dit wordt
veroorzaakt door een ontleding van de ei
witstoffen.
OVERGOOIER VOOR MEISJES
van 812 Jaar.
3017
Een overgooier is uitstekend geschikt om
over flanellen blou
ses en jumpers ge
dragen te worden,
die b.v. te kort
zijn voor een ge
woon rokje.
Zooals de neven
afbeelding te zien
geeft is de Jurk
open en kan zeer
gemakkelijk aan
geschoten worden.
De overslag sluit
met een knoop,
terwijl het onder
gedeelte aan de zij
naad bevestigd
wordt met een
paar bandjes,
waarvan één aan
de band, die bet
middel omsluit en
één aan de zijnaad
gezet wordt. Onder deze jurk wordt b-v. een
donkere directoire gedragen, liefst van de-
zelfde stof.
Patonen voor den leeftijd van 8 tot 12
jaa kan men aanvragen onder nr. 3017.
TULBAND.
250 gram banketmeel, 20 gram gerst, 75
gram boter, 3 eieren, pl.m. Lö dL. melk,
geraspte citroenschil, 75 gram suiker,
100 gram sun maid rozijnen, 50 gram
amandelen, 50 gram sucade, een mes
punt zout
We moeten bij de bereiding van gistdeeg,
liefst een kom gebruiken, die even verwarmd
wordt, doen hierin de bloem, maken er een
kuiltje in, waarin het gist wordt gedaan, dat
fijn gebrokkeld is.
Dan de suiker en een weinig lauwe melk,
waarna we met een houten lepel de melk en
gist vermengen en er tevens een weinig van
de omliggende bloem er doorheen doen.
We zetten de kom ongeveer een half uur
op een warme plaats, zoodat het mengsel kan
rijzen en voegen daarna de eieren, de gesmol
ten boter, zout, suiker, en de melk bij om
onder flink kloppen alle Ingrediënten met el
kander tot een mooi gelijk beslag te maken,
waar wij het laatst de gesnipperde sucade.
sunmald rozijnen en de gehakte amandelen
en citroenschil door roeren.
De amandelen moeten van het bruine huid-
Je ontdaan zijn, waarvoor wjj ae een minuut
of tien in kokend water hebben laten staan.
De tul band vorm is goed Ingevet en met pa
neermeel In alle hoekjes bestrooid. Het wordt
nu gevuld met het deeg dat ongeveer èèn uur
moet rijzen en daarna ln een warmen oven
ongeveer drie kwartier moet bakken. Na be
koeling bestrooien wij het gebak dik met poe
dersuiker.
MANNENKLEED ING VROEGER
EN Nü.
De hecreramode ls wel oen van de lastigste
problemen op het gebied der mode. D, fine»,
sea ervan lijn haast niet te ontdeKken. De
kleeding der mannen la todh immers noo
monotoon. De gefceele variatie der mode In
het eene jaar of ln het ander eehutK sleehta
ln een paar rijen knoopen, het strikken van
een das, de lengte en de nltsntldtag van een
vort, de kleur der ookken of den vorm van
een hoed.
En de man-van-heden weet niet beter en
srftlkt nldh wonderwel ln zijn weinig fantae-
tlsohe kleed ing.
En toti la dit Met altijd soo gewMt. Er
was eens een tijd, dat de man statig en rijk
uitgedosoht zidh ten pronk stelde.
In 1600 verschenen de edellieden in een flu-
weelen buis van diepparen* kleur met een
zijden pofbroek in dezelfde önt en «en breed
geplooide kraag. De degen, die zij op zij
droegen, gaf hun een strijdlustig voorko
men.
In 1650 de tijd van Lodewtfk XIV droe
gen zij een kostbaar groen costuum, waarhij
't dikke golvende haar zeer flatteus was. Wit
zijden kousen bedekten de beenen.
In 1700 liepen de heeren met een korte
cape en hadden groote, witte pleureuse® op
hun hoeden. 1
Zeer gracieus was de dracht in den tijd
van Lodewijk XVI, met de witte krullepruik,
de witte kousen, de fijne kanten fichu en het
dito zakdoekje.
In 1820 droegen de mannen de eerste lange
broek! Het was toen de Biedemeljepjonker
zijn entrée maakte. Toen reeds begon de
groote verandering te komen. De broek was
wit en er werd een lichtgrijze jas bij gedra
gen. Maar de vreeselijke en afschuwelijke
booge hoed verscheen en bedierf allee. Welk
een verschil die zwarte of grijze lompe
kachelpijp met de fleurige baret of hoed met
struisveer.
Later, ln ongeveer 1850 werd de kleeding
der heeren zwart, maar de pantalon was grijs,
de hoog» hoed werd vergezeld van een paar
bakkebaardjes.
Het allersmakeloost was de heerenmode in
1890. Een akelig bruin Jasje, dat hoog dicht
geknoopt werd en den indruk wekte dat de
drager van dit moois hooge schouders had,
was uniedracht Tot overmaat van wan
smaak werd een broek met groote ruiten
gedragen! O, koningin Mode, wat heht 8t5
door alle tijden heen de mannen zoowel als
de vrouwen tot uw slaven gemaakt Genera
tie na generatie heeft U blindelings gehoor
zaamd ook al waart ge zoo wreed van uw
volgelingen karikaturen te maken.
Eb de mode van thans? Durven wij er wel
op te vertrouwen, dat wij geen slaafsche vol
gelingen zijn van een heerscheres, die vol
grillen en nukken is?
De mode van 1934 maakt onze mannen
Jong! De deanie-eaison, de slappe hoed, d«
omgeslagen broekspijp, de chique handschoe
nen en gedistingeerde wandelstok geen iets
jeugdigs, zelfs aan een zestiger, als hij maar
niet in overdrijving vervalt
GEKLEEDE BLOUSE.
8013
Hoewel het model zeer eenvoudig is, geeft
het materiaal, dat we gebruiken, nJ. velours
of velours trans pa-
rant, een gekleed
aanzien aan deza
blouse. Indien d«
halsuitsnijding een
weinig te ver open
mocht vallen,
maakt men een
zacht rose crêpe
georgette vest dat
op de onderjurk
gespeld wordt
Heeft men een on
derjurk met een
kanten bovenstuk,
dan ls het niet
noodlg een apart
vest te dragen.
De ruimte aan
de schouders is
ingerimpeld terwijl de blouse met een o<
twee mooie knoopen «fluit
Patronen tot en met maat 48 men
aanvragen onder nr. 3013.
de
'f
ERWTENSOEP.
Een echte ouderwetsche pot erwtensoep la
ln de wintermaanden een ware tractatie, dia
zeer in den smaak valt Men kan deze heel
eenvoudig bereiden, door een stukje mager
pekelspek en even voor het opdienen een
paar knakworstjes mede te koken of een stuk
versche worst, doch men kan de soep ook be
reiden door bijvoeging van een flinke kluif
(bovenpoot) geldersche worst krabbetjes,
varkenspooten, ooren, ja, wat al niet!
We rekenen op 1% pond groene of sp^.
erwten 4 Liter water, 2 6 3 boschjes pre!
bossen selderij en 1 kleine selderij-knol
vullen het aan met de vleeschsoort, spek
worst wat wij het smakelijkst vinden en
tevens met onze beurs overeenkomt
Naarmate erwtensoep langer kookt, zal dl.
ze smakelijker worden en velen koken de soep
zelfs daags te voren.
Groene en ook spliterwten, worden flink
gewassohen en een dag te voren in water ge-
zet om te weken, daarna zachtjes gaar ge-
kookt met het water en zout hetgeen onge
veer 2 2.5 uur duurt Naar verkiezing wor
den de groene erwten al dan niet bezeefd,
spliterwten koken vanzelf gaar.
De soep wordt weer opgezet met de fijnge
hakte soepgroenten, de knolselderij, die aan
blokjes is gesneden, af en toe roeren wij, om
te voorkomen, dat ze aan de bodem der pan
vast gaan zitten, en plaatsen er zoonoodlg
asbest plaatje onder.
Is de groente gaar, dan laten wfj varkens-
vleesch, b.v een uur meekoken, evenals het
spek; versche worst daarentegen een half
uurtje en de knakworstjes niet mèèr dan 10
minuten. Kookt de soep teveel ln. zoodat deze
te dik wordt, dan voegen we van tijd tot tijd
wat water bij, terwijl we in geval de soep ge
noeg gebonden ls, een paar rauwe aardappe
len in raspen.
Even voor het opdienen worden spek en
worst aan plakjes gesneden en rond gediend
met plakjes rogge- of bruinbrood, terwijl
eventueel kluif enz. eveneens in nette stuk
jes wordt verdeeld.