Reusachtige levende wezens. De Zwarte Monnik Radioprogramma Ingezonden stukken. „Ik heb op een tocht twaalf nieuwe vlscheoorten op sroote diapien gevonden. Ik heb ook bij mijn dulkin- 3en wezens gezien, die er als monsters uitzien en vol komen gelijken op de ondieren, waarvan de oude kapi teins vertellen, en welke zij zeeslangen noemen. Vol gens mijn ervaringen zijn er in de door de menschen nog niet bereikte diepten levende wezens, die veel groo- ter zijn dan onze walvisch- Ik neig tot de opvatting, dat de grootsten onder hen de gestalte hebben van een otter, zij het ook met veei langeren hals, met zwem vliezen en die een buitengewone bedrevenheid toonen m het zwemmen en duiken. Het merkwaardigste aan deze dieren is echter hun schuwheid voor het licht. Daarom houden zij zich ook slechts in de diepten op en stijgen alleen dan naar het wateroppervlak, als het donker Is." HAMBURG (372 M) 1.55 Gramofoonmuzlek; 7-25 Koor en Orkest; 8.3ö Dans muziek; 0-50 Idem. LAXGENBERG (472 M.) 12.56 Gramjmuziek; 7.30 Vroolijk spel met muziek. DAVENTRY <1551 ML) 12,20 Orkest; 3.20 Orgelconcert; 820 Concert, PARUS EIFTEL (1446 M.) 7.50 Radiotooneel. PARIJS RADIO (1725 M.) 12.20 Gramofoonmuzlek; 7.05 Idem; 7.40 Idem; 8.00 Ope ra; 7,20 Idem ".t raadsel omtrent een dier uit het fabslrijk. "Doordat tal van Meden er bij zwefren. dat fr; bij het Schotsche Loch Ness een zee- p'ang hebben gezien, is dit dier, dat tot dasver als een wezen uit het fabelrijk werd beschouwd, plotseling In de algemeen* be langstelling komen te staan. Er zijn zelfs thans geleerden, die na de talrijke getuigen verklaringen aannemen, dat er inderdaad een dier moet bestaan, dat wij tot heden niet kenden. Sinds de zeeslang bij Loch Ness werd ge-meid, laat men de zoölogen niet meer met rust. Van alle kanten melden zich getuigen. En ook van de zeelieden vertel len thans de oude kapiteins en de oude stuurlieden van de griezelige avonturen, die zij ln den Pacific of in den Indischen Oceaan hebben meegemaakt. Men krijgt bij het aanhooren van die verhalen soms het gevoel, dat hier inderdaad niet de whisky of een sterke gToc de fantasie dezer lieden heeft opgewekt, maar dat er in derdaad iets van waar is. De eerste uitvoerige schilde ring van de zeeslang dateert uit 1629. Destijds werd rij in het Champlaimeer in Australië waargenomen en hier is zij ook later, volgens de talrijke verhalen, nog dik wijls gezien. BESCHRIJVINGEN VAN HET FABEL ACHTIG WEZEN. Claus Magnus, de bisschop van Upsula, gaf een uit voerige beschrijving van een ondier, dat hy *s avonds en 's nachts uit de diepten had zien opstijgen. Een beest met grooten kop en machtige oogen. Hij geeft van het dier de volgende beschrijving, welke hij in hoofdzaak ontleent aan de talrijke verhalen,, die «r omtrent reusachtige zeedieren in omloop waren. „Waarschijnlijk is de oorsprong van al die verhalen aldus Claus Magnus bij de Noord-Buropeesehe volken te zoeken. Zij moeten in de Middeleeuwen bij de zeevaarders reeds algemeen bekend zijn geweest. Alle zeelleden, die voor handelsdoeleinden of de vlsoh- vangst de Noorsche wateren bevaren, vertellen eenstem mig een verbluffend feit Volgens hen hulst tusschen de klippen en in de grotten der kusten van het berg- igebied, een slang, die 200 voet lang en 20 voet breed is Haar schuilplaats verlaat zij slechts op heldere nach ten om kalveren, koeien en varkens te verslinden; an ders echter houdt zij zich slechts ln het water op en ln haar ontembare vraatzucht verslindt zij inktvls- Bcben en schaaldieren. Van haar hals hangen lange haren over den hellemuil af. Schubben van zwarte «kleur bedekken het krokodilaóhtig Hjf met twee voor en twee achterpooten en stekelige zwemvliezen. Het heeft een zwarte staart en een langen, spits toeloo penden kop. De oogen zenden roode bliksems uit Het «dier werpt de schepen om, haait de menschen van boord en verslindt ze." Later verklaart de bisschop van Upsula: ..Ik had langen tijd aan het bestaan van Ide zeeslang getwijfeld, maar iedere onzekerheid moet, ide vele verklaringen van visschers uit Noorwegen en ■Noorsohe matrozen, aan wier geloofwaardigheid geen twijfel bestaat in aanmerking genomen, volkomen ver swijnen. Honderden kunnen getuigen, dat zij met eigen bogen deze slang hebben gezien. Ik zelf beb nauwkeu rige navorschingen gedaan, maar lk heb niet een enkel Snensch aangetroffen, die het bestaan van dit zee monster ontkende." De natuurvorschers waren ln twee partijen verdeeld. !De eene geloofde zonder meer aan het bestaan van het «monster, de anderee, daarentegen loochende het cn beweerde, dat het „zien" van het object niets anders Was dan gezichtsbedrog. Naar de uiteenzettingen der aanhangers van de tweede partij, vermag een school hruinvisschen, die achter elkaar zwemmen, als zij on derduiken en dan weer boven het water komen, van -verre gezien, zeer wei het beeld van een kromme lijn -weergeven, die op de gedaante van een slang gelijkt •Anderen weer zijn de meening toegedaan, dat het visi- ben door zeevogels teweeg gebracht wordt die dicht 'achter elkaar over de watervlakte strijken. Wat moet men nu van deze waarnemingen zeggen, 'die bij het beste „zicht" en op slechts een paar hon derd meter afstand van boord van een schip gedaan Werden en dus alle vergissing uitsluiten? Op 11 October *1848 zond de kapitein van het Engel scha oorlogsschip '„Daedalus" aan de Admiraliteit het volgende rapport: '„Ik heb de eer mee te deelen, dat 7 Aug., 5 uur des na- FEUILLETON DOOR EDO AR WAT.T.ACE. 2L „Dat weet ik ook niet. Ik was mijn zinnen geheel kwijt, 'geloof lk. Ik zag Arthur op het grasveld met een man worstelen, Ik meende mij te vergissen en ging naar zijn kamer, maar het bed was leeg en onbeslapen. Toen lk weer beneden en bij het grasveld gekomen was, waren zij verdwenen. O, Dick wat kan dat geweest zijn?" „Een worsteling?" Hij keek ongeloovlg. „Ik 6prak Arthur ik weet niet hoe lang geleden; misschien één •uur of twee. Ik weet niet hoe lang ik geslapen heb." Het was nu dag; de pendule op den schoorsteenman tel stond op kwart over vijf „Wacht even. Ik ben in een wip terug." HIJ vloog de trap op en was na vijf minuten weer by haar, geheel gekleed, en, haar in haar auto helpende, stuurde hij dezen vliegensvlug de laan af. „Hoe ben je ln huls gekomen?" 1 „Door jouw werkkamer. Ik schelde eerst aan de voor deur, maar kreeg geen antwoord. Toen probeerde Ik je tuindeuren, en deze waren open." „Ik vergeet altijd om ze op slot te doen. Nu ben lk er blij om. En in den vervolge zullen ze afgesloten wor den". zei Dick. „Vertel me nu eens precies wat er voor gevallen is." Leslie Gine was nu ln staat om hem een aaneenge schakeld verhaal te doen. Reeds het bijzijn van dezen man had haar moed doen herleven. En daarmate zij kalmeerde, werd zij boetvaardiger. „Wat zul Je mij voor laf aanzien!" zei zij berouwvol. „Ik weet niet hoe laat het was ongeveer een half uur geleden, denk lk maar in mijn slaap hoorde ik stem men. Ik ging naar het raam en keek naar buiten. Het was nog vrij donker; er staan zoo n massa boomen voor het huis, maar ik kon twee mannen zien, van wia ik den eenen niet als Arthur herkend zou hebben. In dien Ik hem niet op woedenden toon had hooren spre ken." „Verstond ,1e iets van hetgeen hij zei?" „Neen, daarvoor waren zij te ver weg. Zij stonden bij de Jaurierboschjes, die het huls van den weg af ver middags de matroos Satoris een ongewone gedaante ln zicht kreeg, dat bliksemsnel het schip naderde. Op het signaal van den matroos betrokken wij onze obser vatieposten en konden daadwerkelijk een reusachtige slang waarnemen, waarvan het op het watervlak zicht bare gedeelte een lengte van 22 yards (is 20 M.) had. Het dier bewoog zich met een angstwekkende snelheid en kwam zoo dicht bij ons, dat ik op dienzelfden af stand een kennis van mij zou hebben herkend." Tot zoover Claus Magnus. Deze beschrijving keerde steeds weer terug en uit geheel verschilende deelen ter wereld. Zelfs een Oonan "Doyle zwoer, dat hij een zeeslang had waargenomep. In Britsch-Columbia werd twee jaar geleden een Ógo pogo gemeld, die ln het Okanaganmeer huisde en sinds oeroude tijden reeds bij de Indianen bekend was. Dit wezen herinnert sterk aan de zeeslang in Loch Ness ln Schotland, waaraan men ln Groot-Brittannië nauwelijks meer twijfelt Twee-en-vljftig getuigen heb ben onder eede verklaard het dier te hebben gezien, dat lang en groot was, een kleinen kop, groote oogen en een langen hals had. Uit Cordova in Aleska wordt gemeld, dat men bij Valdez op een gletscher is gestuit, waarin een reus achtig dier is gevonden, geen draak weliswaar, maar een dier dat er geheel uitzag als een zeeslang. Het ske- '®t was voortreffelijk behouden en op eenige plaatsen die onder het ijs hadden gezeten, ook het vleesch. Op zienbarend voor de geheele wereld zijn echter de mede- deelingen van Freiherr von Forstner, den bekenden U-bootcommandant die bij het zinken van het stoom schip .Jbernian", die door de U-28 was getorpedeerd, met eigen oogen een zeeslang zag. welke by de explo sie hoog de lucht ln werd geslingerd en welke hy be schrijft als een soort diepzee-krokodil. HET OORDEEL VAN EEN DIEPZEE. DUIKER. De Amerikaansche diepzeeduiker. Van Campen Heilner die zijn leven voor een groot gedeelte onder water doorbracht en de zoölogie met de kennis van vele nieuwe vischsoorten verrijkte, staat op het standpunt, dat er geen twijfel bestaat aan het bestaan van reus achtige wezens ln de diepten der oceanen. VRIJDAG 5 JANUARI. HILVERSUM 0875 M.) VARA.: 8 00 Gramofoonmuzlek; VPRO.: 10.00 Morgen wijding; VARA.: 10.15 Orgelspel door Johan Jong; 1100 Populaire gramofoonmuziek; AVRO.: 12.00 Tijdsein; 12.01 Kovacs Lajos en zyn orkest; 2.15 Graanofoonmu- ziek; 2.30 Causerie; 3.00 Gramofoonmuzlek; VARA. 4.00 Overschakelen zender; 4-15 De Notenkrakers; 4.45 Gramofoonmuzlek; 5.00 VARA-Orkest; 5.45 Gramofoon muziek 6.00 Orkest; 6.40 Lezing door Dr. F. M. Wibaut: 7.00 Orgelspel door Cor Steyn; 7.20 De Flierefluiters: VPRO.: 8-00 Lezing; 8.30 Pianorecital; 9.00 Lezing; 9.30 Vervolg pianoconcert; 10.00 Vrijz. Godsd. Persbureau; 10.05 Vaz Dlas; 10.15 Cursus; 10.45 Gramofoonmuzlek; VARA: U.000 Gramofoonmuzlek; 12.00 Sluiting. HUIZEN (296 M.) NCRV.: 8.00 Schriftlezing en meditatie; 8.15 Gramo foonmuzlek; 10.30 Morgendienst; 11.00 Het ensemble Van der Horst; 12.00 Politieberichten; 12.15 Gramo foonmuzlek; 12.30 Orgelspel door Ferd. Kloek; 1.15 Ver volg concert; 2.00 Gramofoonmuzlek; 2.30 Lezen van Ghr. lectuur; 3.00 Concert; 5.00 Gramofoonplaten; 5.30 Conoert; 6-30 Landbouwhalfuurtje; 7.00 Politieberich ten; 7J.5 Ned. dhr. Persbureau; 7.30 Literair half uurtje; 8.00 Orgelconcert; 9.00 Lezing 9.30 Klein-orkest 11-00 Gramofoonmuzlek. LUXEMBURG (1191 M.) 7.50 Conoert; 8.35 Vocaal concert. 9.20 Vioolconcert; 10.15 Concert BRUSSEL (509 Ml 12.20 Omroeporkest; 1.30 Gramofoonmuzlek; 5 20 Orkest 6,35 Gramofoonmuzlek; 7.05 Pianorecital; 8.20 Concert; KALUNDBORG (1153 M.) 11.20 Concert; 2,20 ld een; ,50 Mandolineconcert; BERLIJN (419 M.) I.55 Gramofoonmuziek. HAMBURG (S72 M 10.50 Morgenconcert; 11.40 Vervolg concert; 12.40 Geva rieerde muziek; 1-55 Grara.muziek; 4.40 Orkest LANGENBEKG (472 M.» II.20 Gramofoonmuzlek; 12.55 Orkest; 2.00 Gramofoon muziek; 10.20 Concert DAVENTRY (1554 M.) 12.20 Orgelrecital; 12.50 Dansmuziek; 1.35 Concert; 2-20 Conoert; 3.20 Kwintet 4.20 Orkest; 4 50 Idem; 6.50 ld.; 8.20 Een potpourri van werken van Johan Strauss; 9.55 Conoert; 11.10 Dansmuzik. bergen. En toen zag ik Arthur den man een klap geven, en zy begonnen te worstelen ziedaar alles wat ik zag Toen ik naar beneden gevlogen was, waren zij verdwe nen." „Maar je zag hem. zei je? Hoe was dat mogelijk?" Dick vertelde haar zijn ontmoeting met den advocaat en schilderde die vleiender af dan Arthur verdiende. „Maar dat kan niet waar zijn, Dick!" riep zij ontsteld „Hij was beelemaal niet naar bed geweest Wat beteo- kent dat alles. Dick?" ,J3at weet Onze Lieve Heer!" antwoordde Dick god vruchtig. „Was myn vriend Puttier maar hier." De auto volgde den hollen weg, recht op Willow House aan, en was juist de oprijlaan Ingeslagen, toen Dick een man voor hem uit zag loopen. „Daar heb je Arthur", zei zy en zij slaakte een lich ten uitroep van verademing. Het was Arthur, met een klein verschil. Zijn neus had gebloed; een va.n zijn oogen was erbarmelijk ont sierd. In andere omstandigheden zou Dick in een scha terlach uitgebarsten zyn, maar het meisje maakte zich zóó beangst over de kwetsuren van haar broer, dat het ruw geweest zou zijn om iets vermakelijks in de toeta keling van den fatterigen, jongen advocaat te vinden. „Het had niets te beteekenen." zei hy norsch. „Ik liep een 6trooper tegen het lijf, en had een klein meenings- verschil met hem." De knieën van zyn nieuwe pofbroek waren vuil en gescheurd, de knokels van zyn hand waren rood cn bloedden. Dick vond het oogenblik niet geschikt om hem vragen te stellen, maar volgde broer en zuster in huis. een zeer belangstellend en scherp opmerker. De bedienden waren uit bed opgestaan, en een van hen bracht koffie binnen, en Dick, die half dood van den slaap was, nam oen dampenden kop dankbaar aan. „Wat denk jf? dat er gebeurd ls, Dick?" vroeg Leslte. nadat Arthur naar zyn kamer gegaan was om zijn kwetsuren te verzorgen, na alle hulp, die zy hem bood, afgewezen te hebben, „Dat heeft bü ons al vertled, geloof lk. Hij had twist met een strooper. Met andere woorden, werd hij in een doodgewone vechtparty gewikkeld. Dat la een van die lamme geschiedenissen, waaraan de beste niet altijd ontkomen kan." Zij wierp hem achterdochtige blikken toe. „Daar meen je niets van. Dick. En het kan geen stroo per geweest zijn. Ik weet zeker dat het Mr. Gildor was." Dick vleide zich niet geroepen om dit gezichtspunt tegen te spreken. De waarschijnlijkheid, dat de aan valler van Arthur diens procuratiehouder geweest was, was ook al bij hem opgekomen. Maar waarom zou Gil- HOE 18 HUN ONTSTAAN TE VERKLAREN? Maar zelfs als w|j het bestaan dezer zeeslangen voor waar aannemen, wanneer wy het waarschijnlijk ach ten, dat in de diepten der zee levende wezens voorko men, blijft toch de zuiver natuur-wetenschappeiyke vraag, hoe het ontstaan dezer reuzendieren te verkla ren Is. Het schuwen van het licht wijst een weg. Toen men den Invloed de hoogtestralen door dtepzeemetlngen in mijnen enz. onderzocht, kwam men steeds sterker tot de overtuiging dat ook de klterfuncties, die immers in de schildklier het groeien tot reuzen of het verschrom pelen tot dwerg veroorzaken, door de hoogtestralen beïnvloed worden. Er bestaat ge enbezwaar om aan te nemen, dat de werking der lichtstralen vroeger een andere ls geweest en zoo de Ichtosauri. de Plesiosaurl rmtstaan liet Voor de veranderde best rail ngsomstan- digheden bestond voor het dier geen andere mogelijk heid om te vluchten, dan in de diepte, in het eeuwige donker der oceanen. Hierheen trokken zich deze voor- wereldiyke dieren dus terug en hier gedyen zij nog. In welken cmvang en in welken vorm ls thans nog een onopgelost raadsel. Dn zoo krijgt ook de zeeslangge- schiedcnis betreken!* En zoo is het mogelijk, dat in derdaad een dier gevonden wordt dat beantwoordt aan bet zeemonster, dat door kapiteins en stuurlieden in verre zeeën is gezien en dat men nu ook in Schotland meent te hebben waargenomen. PARIJS EIFFEL (1446 M.> 7.50 Sextet voor viool; 8-35 Concert PARIJS RADIO (1725 M.) 8.06 Gramofoonmuziek; 1250 Idem; 9.06 Opera. MILAAN (331 M.) 520 Gramofoonmuziek; 7.20 Idem; 8,20 Concert ROME (441 M 3.20 Concert; 720 Tenorzang; 8.00 Vloolrecital; .50 Sym phonieconcert WE ENEN (517 M 6.25 Orkest; 9.40 Dansmuziek; 7 35 Concert; 10.00 Idem. WARSCHAU (1411 M.) 5.40 Dansmuziek; 725 Concert; 1020 Dansmuziek. RF.ROMUNSTER (460 M.) 6.40-Vroolijke liederen; 7.50 Omroeporkest ZATERDAG 6 JANUARI. HILVERSUM (1875 M.) VARA: 8.00 Gramofoonmuzlek; VPRO.: 10.00 Morgen wijding; VARA: 10.15 Ult2erding voor de arbeiders ln de Continubedrijven; 12.00 Klein-orkest; 1.15 Gramo foonmuziek; 1.30 Orgelspel door Cor Steyn; 2 00 Gra mofoonmuziek; 3.00 Causerie; 3.15 Beoefening der huis muziek; 4.00 Overschakelen zender; 4.15 De Notenkra kers; 5.00 Populaire gramofoonplaten; 5.40 Letterkun dig overzicht; 6 00 Volksliederen; 6.30 Orgelspel door Johan Jong; V.R.O.: 7.00 J. M. Boonstra: „Wat ons Heilig is"; VARA-: 8 00 Herhaling S.O^.-berlchten; 8.15 VARA-orkest; 8 45 Ada Dassy zingt liedjes; 9.00 VARA-Orkest; 9 45 Liedjes; 10.00 Toespraak; 10J5 Or kest; 11,00 Gramofoonmuzlek HUIZEN (296 M.) KRO: 8-00 Morgenooncert; 8.30 Kindermis; 930 Gra mofoonmuziek; 11.30 Lezing: 12.00 Politieberichten; 12.15 Balalaika-kapel; 1.45 Verzorging zender. 2.00 Gra mofoonmuziek; HTRO.-Uitzendlng; KRO.: 500 De Staf muziek van het 1ste reg Infanterie; 5.45 Gramofoon muziek; 6.15 Staf muziek; 7.00 Politieberichten; 7.15 Le zing; &00 Orkest; 820 Vaz Dias: 855 Hoorspel; 9.40 Orkest. 10.10 Koor. 10.35 Vaz Dlas, 10.40* De KRO- boys; 11.10 Gramofoonmuziek. LUXEMBURG (1191 M.) 7.50 Concert; 8.40 Idem; 9.20 Idem, BRUSSEL (509 M.) 12.20 Omroeporkest; 120 Concert; 520 Idem; 820 Idem. KALUNDBORO (1153 M.) 11.20 Gramofoonmuzlek; 2.50 Orkest; 10.30 Gramofoon muzlek. der zich op dat uur van den morgen in de buurt van Willow House opgehouden hebben? Zoodra de gelegen heid zich voordeed, zou hij de waarheid uit Arthur Gine krijgen. Hij bemerkte zeer goed hoe zij hem aankeek, maar toen zijn oogen de hare kruisten, zag hij iets dat hem den adem benam. „Wat zou ik zonder jou ooit moeten beginnen?" vroeg zij, met een gebaar van hulpeloosheid. „Ik kom schreien de by je. telkens wanneer ik verdriet heb, en zit ik in last. dan schijn jij bij toeverslag te verschUnen! Een dezer dagen zal ik mijn sekse nog oneer aandoen!" „Ik hoop het niet. Leslie," glimlachte hij. „Wat voor denkbaar schandelijks ben je voornemens?" Zij knikte parmantig. „Dat zul Je gewaar worden." zei zy. „Ook ik kan geheimzinnig rijn!" Hij wees het gebruik van haar auto van de hand en keerde te voet naar huls terug. Tenzij Harry's slaap drankje uitwerking gehad had, zou hij de auto hebben hooren aankomen, want zyn slaapkamer keek op da oprijlaan uit. Maar uit de Koningskamer, zooals zijn slaapvertrek weidsch genoemd werd, drong geen geluld door. en Dick ging naar zijn kamer en kleedde zich uil. Hy wilde juist in bed stappen, toen zyn voet tegen iets hards en gllmmends stiet, en zich bukkende, raapte hij hei op. „Heilige Mozes!" mompelde Dick, en draalde het licht op. Het mes was splinternieuw en vlijmscherp. Hij bekeek het over en weer. en fronste. Toen gLng hy naar do deur, deed haar op slot en het was niet de gewoonte van Dick om achter afgesloten deuren te slapen. Maar hy was zich sterk bewust dat de laatste vier en twintig uren voor hem vol onaangename mogeiykheden ge weest waren. HOOFDSTUK XXH Het kantoor van Gine en Gine werd den volgenden morgen door een hoogst onverwacht verschijnsel op stelten gezet. Voor de eerste maal in de vyf en twintig Jaren, die Mr. Fabrlan Gilder aan het kantoor verbon den geweest was. verscheen hy niet ten tooneele. In plaats daarvan, ontving de eerste klerk een briefje met het verzoek om een bepaalde lade in zyn bureau leeg te maken en den inhoud per speclalen boodschapper aan de woning van Mr. Gilder ln Regent's Park te be zorgen. Het ls onwaarschynlljk, dat lk naar kantoor zal terugkeeren. ik heb Mr. Gine myn ontslag gevraagd, er. zal voortaan mijn tijd aan het behartigen van mijn eigen zaken besteden." Een telegram van Arthur Gine wees den eersten klerk Mn.AAN (331 M.) 520 Gramofoonmuziek; 720 Idem; 8,00 Concert ROME (441 M.) 4,20 Concert; 5,15 Gramofoonmuziek; 720 Zang; WEENEN (517 M 4.20 Orkest; 725 Operette; WARSCHAU (1411 M.) 6.00 Opera-eria's; 720 Concert; 8.40 Pianorecital; 925 Dansmuziek. BEFOMUNSTKR (460 M.) 5.20 Gramofoonmuziek; 7.20 Orkest. bint Maarten, 3 Jan. 1934. Mijnheer de Redacteur, Beleefd verzoek ik U mij een plaatsje ;«f te willen staan in uw veelgelezen biad voor het volgende. Velen met mij zullen geloof ik niet Kerstmis jl. bij het vertrek van ue Pelikaan uit of ongeveer van Ba tavia geluisterd hebben naar de verschillende spre kers, die daar het woord gevoerd hebben. O.rn. sprak daar ook, naar ik meen gehoord te hebben, de direc teur der Posterijen enz. ie Batavia en deze heer wee* er op, dat de brieven die met Kerstmis in Indië ge schreven waren, met Nieuwjaar nog op hunne be stemming konden zijn in Holland, gezien den duur der vlucht daar heen en behoudens pecli natuurlyk. Genoemde heer wees op de geweldige prestatie om in zoon korten tijd van Indio naar Holland te vlie gen en vele met mij zullen dat ten volle onderschrij ven en het verheugt mij dat het de bemanning is mogen gelukken en nog wel rnet cenigen tegenstand omtrent weersinvloeden hier in Holland op den zoo ongeveer verwachten tijd te kunnen landen. liet doel van mijn schrijven is nu ev-*n uiteen Ie zetten welke prestaties hier in Holland aan den dag gelegd worden door de huidige regeling der postbestellingen speciaal ln de wijk 't Hijpje. Daar ontvangt men één bestelling en die kan men ver wachten om vijf uur 's namiddags als de post vroeg is, maar het is ook al eens gebeurd van <»m acht uur sa v o o d s. zal ik nu maar schrijven, maar in door snee zoo orfi een uur of zes krUgt meu de eerste post, maar dan ben ik een van de eerste van 't RUpie, de rest komt later zegt men wel eens Als rnijn familie in Haarlem om half negen s avonds een brief voor mij poel, dan krijg ik die bijna 2 maal 24 uur later. Nou is van Haarlem naar ÖL Maarten tenminste loo- pende een heel eind weg, maar ik vind dit laatste toch ook een geweldige prestatie. Zoo ongeveer 4 maal 24 uur indieHolland en 2 maal 24 uur ook ongeveer van Haarlem—St Maarten met inbegrip bestelling 't Rijpje. Krger is nog dat een briefkaart uit Alkmaar gepost Vrijdagavond, nier kwam Maandagmiddag ongeveer 5 uur ter plaatse, waarin de geadresseerde werd opgeroepen voor eene ten 2 ure te houden vergadering op denzelfden Maandag te Alkmaar, maar de kaart kwam om 5 uur. Zoolang die postbestelling bestaat, heb ik zelf al eenige malen een rouwcirculaire ontvangen, maar dan ook telkens 's avonds voor den dag van de be grafenis, dus voor bezoek is practiscb geen gelegen heid meer, hoewel ze niet verder weg kwamen dan Langedijk en St. Pancras, en er in den regel met der gelijke stukken toch wel spoed betracht wordt van afzenders zijde. Is t niet treurig?? Nu hebben we in den vooravond van deze post- misère in de Schager Courant kunnen lezen van de hand der Directie van di. blad, dat er dank zij alle medewerking nogal een bevredigende oplossing werd verkregen, ook ten opzichte van de Scnager Courant en al is die in vele gezinnen hier een w-:ikome gast, er kunnen ook brieven of dergelijke zijn die voor de betrokkenen heel wat meer gewicht iri de schaal leg gen en dan vind ik de huidige regeling verre van bevredigend, waar al weer het platteland de dupe van wordt. U, mijnheer de Redacteur, dankzeggend voor de verleende plaatsruimte, D. SWART, 't Rijpje, gera. SC Maarten. als den plaatsvervanger van Gilder aan; een schikking, die den eersten klerk geen onvermengd genoegen schonk, want er waren rare praatjes omtrent Gine en Gine in omloop geruchten, dat er weldra leeiyke din- gen aan het licht zouden komen, zoodat het geheele personeel zijn hart vasthield. Arthur kwam dien dag ook niet, en den volgendon evenmin, zoodat het ontslag van Gilder con onopge- lostr aadsel bleef, want de boodschapper, die zyn boel tje thuisgebracht en gehoopt had iets naders te verne men, werd niet binnengelaten. Mr. Gilder hield het bed; hy was 's morgens vroeg van buiten de stad thuisgeko men. en had by het stappen uit zyn auto een klein on geval gehad. Hy scheen nog opgebleven te zUn om het briefje naar kantoor te schreven, maar nu sliep hy. zei het dienstmeisje. En zy sprak de waarheid, r.1 sliep hy niet zoo rustig als het geval geweest zou zyn, wan neer rijn lippen niet gespleten waren en zyn schouder niet ontwricht was. Men kan zich in de ochtendscheme ring niet aan vuistslagen blootstellen, zonder daarby 'n lichte averij op te loopen. Nieuwsgierigheid was Dick Alford's hoofdondeugd niet cn al was dat zoo geweest, dan zou hy zich niet d*n tyd gegund hebben om zich naar Gine en Gine te be* ven, ten einde vast te stellen in hoeverre het aangezient van Mr. Gilder geschonden was. Hy nam zUn bad en schoor zich even voor de lunch, en kwam beneden om te ontdekken dat er met den trein een bezoeker voor hem meegekomen was. Dick herkende Sergeant Puttier, hoewel hy hem nooit eerder gezien had, uit de beschryving. die zyn vriend van hem gegeven had. Hy was een lang. forsch man van veertig. De vermoeid uitziende bruine oogen, die licht rnelancoliek uit hun diepe kassen keken, herinner den Dick aan een zieken en verdrietigen chimpanspe, dien hy op een keer gezien had. Zyn voorhoofd was laag. zijn bovenlip lang, en zyn armen reikten byna tot zUn knieën. Deze kenmerken. bU een vooroverhangend boveniyf gevoegd, verhoogden zUn oninnemend uiteriyk De arme Mr. Puttier was zich niet onbewust van den aapachtlgen vorm, waarin zijn lichaam gegoten was, en dit was blijkbaar iets, dat hem afwisselend neerdrukte en verheugde. „En sir, hoe vindt u my nu?" zei hy zonder te glim lachen, hoewel er een glans van boosaardig vermaak In zyn bruine oogen stond. „Ik heb menschen gekend, die bij het eerste zien van my van hun stokje vielen, voor- nameiyk romantische menschen." .Ik zal niet van myn stokje vallen," glimlachte Dick, „misschien omdat ik niet romantisch ben." Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1934 | | pagina 6