Reusachtige levende
wezens.
De Zwarte Monnik
Radioprogramma
Ingezonden stukken.
„Ik heb op een tocht twaalf nieuwe vlscheoorten op
sroote diapien gevonden. Ik heb ook bij mijn dulkin-
3en wezens gezien, die er als monsters uitzien en vol
komen gelijken op de ondieren, waarvan de oude kapi
teins vertellen, en welke zij zeeslangen noemen. Vol
gens mijn ervaringen zijn er in de door de menschen
nog niet bereikte diepten levende wezens, die veel groo-
ter zijn dan onze walvisch- Ik neig tot de opvatting,
dat de grootsten onder hen de gestalte hebben van een
otter, zij het ook met veei langeren hals, met zwem
vliezen en die een buitengewone bedrevenheid toonen
m het zwemmen en duiken. Het merkwaardigste aan
deze dieren is echter hun schuwheid voor het licht.
Daarom houden zij zich ook slechts in de diepten op
en stijgen alleen dan naar het wateroppervlak, als het
donker Is."
HAMBURG (372 M)
1.55 Gramofoonmuzlek; 7-25 Koor en Orkest; 8.3ö Dans
muziek; 0-50 Idem.
LAXGENBERG (472 M.)
12.56 Gramjmuziek; 7.30 Vroolijk spel met muziek.
DAVENTRY <1551 ML)
12,20 Orkest; 3.20 Orgelconcert; 820 Concert,
PARUS EIFTEL (1446 M.)
7.50 Radiotooneel.
PARIJS RADIO (1725 M.)
12.20 Gramofoonmuzlek; 7.05 Idem; 7.40 Idem; 8.00 Ope
ra; 7,20 Idem
".t raadsel omtrent een dier
uit het fabslrijk.
"Doordat tal van Meden er bij zwefren. dat
fr; bij het Schotsche Loch Ness een zee-
p'ang hebben gezien, is dit dier, dat tot
dasver als een wezen uit het fabelrijk werd
beschouwd, plotseling In de algemeen* be
langstelling komen te staan. Er zijn zelfs
thans geleerden, die na de talrijke getuigen
verklaringen aannemen, dat er inderdaad een
dier moet bestaan, dat wij tot heden niet
kenden.
Sinds de zeeslang bij Loch Ness werd ge-meid, laat
men de zoölogen niet meer met rust. Van alle kanten
melden zich getuigen. En ook van de zeelieden vertel
len thans de oude kapiteins en de oude stuurlieden van
de griezelige avonturen, die zij ln den Pacific of in den
Indischen Oceaan hebben meegemaakt. Men krijgt bij
het aanhooren van die verhalen soms het gevoel, dat
hier inderdaad niet de whisky of een sterke gToc de
fantasie dezer lieden heeft opgewekt, maar dat er in
derdaad iets van waar is. De eerste uitvoerige schilde
ring van de zeeslang dateert uit 1629. Destijds werd rij
in het Champlaimeer in Australië waargenomen en hier
is zij ook later, volgens de talrijke verhalen, nog dik
wijls gezien.
BESCHRIJVINGEN VAN HET FABEL
ACHTIG WEZEN.
Claus Magnus, de bisschop van Upsula, gaf een uit
voerige beschrijving van een ondier, dat hy *s avonds
en 's nachts uit de diepten had zien opstijgen. Een
beest met grooten kop en machtige oogen. Hij geeft
van het dier de volgende beschrijving, welke hij in
hoofdzaak ontleent aan de talrijke verhalen,, die «r
omtrent reusachtige zeedieren in omloop waren.
„Waarschijnlijk is de oorsprong van al die verhalen
aldus Claus Magnus bij de Noord-Buropeesehe
volken te zoeken. Zij moeten in de Middeleeuwen bij
de zeevaarders reeds algemeen bekend zijn geweest.
Alle zeelleden, die voor handelsdoeleinden of de vlsoh-
vangst de Noorsche wateren bevaren, vertellen eenstem
mig een verbluffend feit Volgens hen hulst tusschen
de klippen en in de grotten der kusten van het berg-
igebied, een slang, die 200 voet lang en 20 voet breed is
Haar schuilplaats verlaat zij slechts op heldere nach
ten om kalveren, koeien en varkens te verslinden; an
ders echter houdt zij zich slechts ln het water op en
ln haar ontembare vraatzucht verslindt zij inktvls-
Bcben en schaaldieren. Van haar hals hangen lange
haren over den hellemuil af. Schubben van zwarte
«kleur bedekken het krokodilaóhtig Hjf met twee voor
en twee achterpooten en stekelige zwemvliezen. Het
heeft een zwarte staart en een langen, spits toeloo
penden kop. De oogen zenden roode bliksems uit Het
«dier werpt de schepen om, haait de menschen van
boord en verslindt ze." Later verklaart de bisschop
van Upsula: ..Ik had langen tijd aan het bestaan van
Ide zeeslang getwijfeld, maar iedere onzekerheid moet,
ide vele verklaringen van visschers uit Noorwegen en
■Noorsohe matrozen, aan wier geloofwaardigheid geen
twijfel bestaat in aanmerking genomen, volkomen ver
swijnen. Honderden kunnen getuigen, dat zij met eigen
bogen deze slang hebben gezien. Ik zelf beb nauwkeu
rige navorschingen gedaan, maar lk heb niet een enkel
Snensch aangetroffen, die het bestaan van dit zee
monster ontkende."
De natuurvorschers waren ln twee partijen verdeeld.
!De eene geloofde zonder meer aan het bestaan van het
«monster, de anderee, daarentegen loochende het cn
beweerde, dat het „zien" van het object niets anders
Was dan gezichtsbedrog. Naar de uiteenzettingen der
aanhangers van de tweede partij, vermag een school
hruinvisschen, die achter elkaar zwemmen, als zij on
derduiken en dan weer boven het water komen, van
-verre gezien, zeer wei het beeld van een kromme lijn
-weergeven, die op de gedaante van een slang gelijkt
•Anderen weer zijn de meening toegedaan, dat het visi-
ben door zeevogels teweeg gebracht wordt die dicht
'achter elkaar over de watervlakte strijken.
Wat moet men nu van deze waarnemingen zeggen,
'die bij het beste „zicht" en op slechts een paar hon
derd meter afstand van boord van een schip gedaan
Werden en dus alle vergissing uitsluiten? Op 11 October
*1848 zond de kapitein van het Engel scha oorlogsschip
'„Daedalus" aan de Admiraliteit het volgende rapport:
'„Ik heb de eer mee te deelen, dat 7 Aug., 5 uur des na-
FEUILLETON
DOOR
EDO AR WAT.T.ACE.
2L
„Dat weet ik ook niet. Ik was mijn zinnen geheel kwijt,
'geloof lk. Ik zag Arthur op het grasveld met een man
worstelen, Ik meende mij te vergissen en ging naar zijn
kamer, maar het bed was leeg en onbeslapen. Toen lk
weer beneden en bij het grasveld gekomen was, waren
zij verdwenen. O, Dick wat kan dat geweest zijn?"
„Een worsteling?" Hij keek ongeloovlg. „Ik 6prak
Arthur ik weet niet hoe lang geleden; misschien één
•uur of twee. Ik weet niet hoe lang ik geslapen heb."
Het was nu dag; de pendule op den schoorsteenman
tel stond op kwart over vijf
„Wacht even. Ik ben in een wip terug."
HIJ vloog de trap op en was na vijf minuten weer by
haar, geheel gekleed, en, haar in haar auto helpende,
stuurde hij dezen vliegensvlug de laan af.
„Hoe ben je ln huls gekomen?"
1 „Door jouw werkkamer. Ik schelde eerst aan de voor
deur, maar kreeg geen antwoord. Toen probeerde Ik
je tuindeuren, en deze waren open."
„Ik vergeet altijd om ze op slot te doen. Nu ben lk
er blij om. En in den vervolge zullen ze afgesloten wor
den". zei Dick. „Vertel me nu eens precies wat er voor
gevallen is."
Leslie Gine was nu ln staat om hem een aaneenge
schakeld verhaal te doen. Reeds het bijzijn van dezen
man had haar moed doen herleven. En daarmate zij
kalmeerde, werd zij boetvaardiger.
„Wat zul Je mij voor laf aanzien!" zei zij berouwvol.
„Ik weet niet hoe laat het was ongeveer een half uur
geleden, denk lk maar in mijn slaap hoorde ik stem
men. Ik ging naar het raam en keek naar buiten. Het
was nog vrij donker; er staan zoo n massa boomen
voor het huis, maar ik kon twee mannen zien, van wia
ik den eenen niet als Arthur herkend zou hebben. In
dien Ik hem niet op woedenden toon had hooren spre
ken."
„Verstond ,1e iets van hetgeen hij zei?"
„Neen, daarvoor waren zij te ver weg. Zij stonden bij
de Jaurierboschjes, die het huls van den weg af ver
middags de matroos Satoris een ongewone gedaante
ln zicht kreeg, dat bliksemsnel het schip naderde. Op
het signaal van den matroos betrokken wij onze obser
vatieposten en konden daadwerkelijk een reusachtige
slang waarnemen, waarvan het op het watervlak zicht
bare gedeelte een lengte van 22 yards (is 20 M.) had.
Het dier bewoog zich met een angstwekkende snelheid
en kwam zoo dicht bij ons, dat ik op dienzelfden af
stand een kennis van mij zou hebben herkend."
Tot zoover Claus Magnus.
Deze beschrijving keerde steeds weer terug en uit
geheel verschilende deelen ter wereld. Zelfs een Oonan
"Doyle zwoer, dat hij een zeeslang had waargenomep.
In Britsch-Columbia werd twee jaar geleden een Ógo
pogo gemeld, die ln het Okanaganmeer huisde en sinds
oeroude tijden reeds bij de Indianen bekend was.
Dit wezen herinnert sterk aan de zeeslang in Loch
Ness ln Schotland, waaraan men ln Groot-Brittannië
nauwelijks meer twijfelt Twee-en-vljftig getuigen heb
ben onder eede verklaard het dier te hebben gezien,
dat lang en groot was, een kleinen kop, groote oogen
en een langen hals had.
Uit Cordova in Aleska wordt gemeld, dat men bij
Valdez op een gletscher is gestuit, waarin een reus
achtig dier is gevonden, geen draak weliswaar, maar
een dier dat er geheel uitzag als een zeeslang. Het ske-
'®t was voortreffelijk behouden en op eenige plaatsen
die onder het ijs hadden gezeten, ook het vleesch. Op
zienbarend voor de geheele wereld zijn echter de mede-
deelingen van Freiherr von Forstner, den bekenden
U-bootcommandant die bij het zinken van het stoom
schip .Jbernian", die door de U-28 was getorpedeerd,
met eigen oogen een zeeslang zag. welke by de explo
sie hoog de lucht ln werd geslingerd en welke hy be
schrijft als een soort diepzee-krokodil.
HET OORDEEL VAN EEN DIEPZEE.
DUIKER.
De Amerikaansche diepzeeduiker. Van Campen Heilner
die zijn leven voor een groot gedeelte onder water
doorbracht en de zoölogie met de kennis van vele
nieuwe vischsoorten verrijkte, staat op het standpunt,
dat er geen twijfel bestaat aan het bestaan van reus
achtige wezens ln de diepten der oceanen.
VRIJDAG 5 JANUARI.
HILVERSUM 0875 M.)
VARA.: 8 00 Gramofoonmuzlek; VPRO.: 10.00 Morgen
wijding; VARA.: 10.15 Orgelspel door Johan Jong; 1100
Populaire gramofoonmuziek; AVRO.: 12.00 Tijdsein;
12.01 Kovacs Lajos en zyn orkest; 2.15 Graanofoonmu-
ziek; 2.30 Causerie; 3.00 Gramofoonmuzlek; VARA.
4.00 Overschakelen zender; 4-15 De Notenkrakers; 4.45
Gramofoonmuzlek; 5.00 VARA-Orkest; 5.45 Gramofoon
muziek 6.00 Orkest; 6.40 Lezing door Dr. F. M. Wibaut:
7.00 Orgelspel door Cor Steyn; 7.20 De Flierefluiters:
VPRO.: 8-00 Lezing; 8.30 Pianorecital; 9.00 Lezing; 9.30
Vervolg pianoconcert; 10.00 Vrijz. Godsd. Persbureau;
10.05 Vaz Dlas; 10.15 Cursus; 10.45 Gramofoonmuzlek;
VARA: U.000 Gramofoonmuzlek; 12.00 Sluiting.
HUIZEN (296 M.)
NCRV.: 8.00 Schriftlezing en meditatie; 8.15 Gramo
foonmuzlek; 10.30 Morgendienst; 11.00 Het ensemble
Van der Horst; 12.00 Politieberichten; 12.15 Gramo
foonmuzlek; 12.30 Orgelspel door Ferd. Kloek; 1.15 Ver
volg concert; 2.00 Gramofoonmuzlek; 2.30 Lezen van
Ghr. lectuur; 3.00 Concert; 5.00 Gramofoonplaten; 5.30
Conoert; 6-30 Landbouwhalfuurtje; 7.00 Politieberich
ten; 7J.5 Ned. dhr. Persbureau; 7.30 Literair half
uurtje; 8.00 Orgelconcert; 9.00 Lezing 9.30 Klein-orkest
11-00 Gramofoonmuzlek.
LUXEMBURG (1191 M.)
7.50 Conoert; 8.35 Vocaal concert. 9.20 Vioolconcert;
10.15 Concert
BRUSSEL (509 Ml
12.20 Omroeporkest; 1.30 Gramofoonmuzlek; 5 20 Orkest
6,35 Gramofoonmuzlek; 7.05 Pianorecital; 8.20 Concert;
KALUNDBORG (1153 M.)
11.20 Concert; 2,20 ld een; ,50 Mandolineconcert;
BERLIJN (419 M.)
I.55 Gramofoonmuziek.
HAMBURG (S72 M
10.50 Morgenconcert; 11.40 Vervolg concert; 12.40 Geva
rieerde muziek; 1-55 Grara.muziek; 4.40 Orkest
LANGENBEKG (472 M.»
II.20 Gramofoonmuzlek; 12.55 Orkest; 2.00 Gramofoon
muziek; 10.20 Concert
DAVENTRY (1554 M.)
12.20 Orgelrecital; 12.50 Dansmuziek; 1.35 Concert; 2-20
Conoert; 3.20 Kwintet 4.20 Orkest; 4 50 Idem; 6.50 ld.;
8.20 Een potpourri van werken van Johan Strauss; 9.55
Conoert; 11.10 Dansmuzik.
bergen. En toen zag ik Arthur den man een klap geven,
en zy begonnen te worstelen ziedaar alles wat ik zag
Toen ik naar beneden gevlogen was, waren zij verdwe
nen."
„Maar je zag hem. zei je? Hoe was dat mogelijk?"
Dick vertelde haar zijn ontmoeting met den advocaat
en schilderde die vleiender af dan Arthur verdiende.
„Maar dat kan niet waar zijn, Dick!" riep zij ontsteld
„Hij was beelemaal niet naar bed geweest Wat beteo-
kent dat alles. Dick?"
,J3at weet Onze Lieve Heer!" antwoordde Dick god
vruchtig. „Was myn vriend Puttier maar hier."
De auto volgde den hollen weg, recht op Willow
House aan, en was juist de oprijlaan Ingeslagen, toen
Dick een man voor hem uit zag loopen.
„Daar heb je Arthur", zei zy en zij slaakte een lich
ten uitroep van verademing.
Het was Arthur, met een klein verschil. Zijn neus
had gebloed; een va.n zijn oogen was erbarmelijk ont
sierd. In andere omstandigheden zou Dick in een scha
terlach uitgebarsten zyn, maar het meisje maakte zich
zóó beangst over de kwetsuren van haar broer, dat het
ruw geweest zou zijn om iets vermakelijks in de toeta
keling van den fatterigen, jongen advocaat te vinden.
„Het had niets te beteekenen." zei hy norsch. „Ik liep
een 6trooper tegen het lijf, en had een klein meenings-
verschil met hem."
De knieën van zyn nieuwe pofbroek waren vuil en
gescheurd, de knokels van zyn hand waren rood cn
bloedden. Dick vond het oogenblik niet geschikt om
hem vragen te stellen, maar volgde broer en zuster in
huis. een zeer belangstellend en scherp opmerker.
De bedienden waren uit bed opgestaan, en een van
hen bracht koffie binnen, en Dick, die half dood van
den slaap was, nam oen dampenden kop dankbaar
aan.
„Wat denk jf? dat er gebeurd ls, Dick?" vroeg Leslte.
nadat Arthur naar zyn kamer gegaan was om zijn
kwetsuren te verzorgen, na alle hulp, die zy hem bood,
afgewezen te hebben,
„Dat heeft bü ons al vertled, geloof lk. Hij had twist
met een strooper. Met andere woorden, werd hij in een
doodgewone vechtparty gewikkeld. Dat la een van die
lamme geschiedenissen, waaraan de beste niet altijd
ontkomen kan."
Zij wierp hem achterdochtige blikken toe.
„Daar meen je niets van. Dick. En het kan geen stroo
per geweest zijn. Ik weet zeker dat het Mr. Gildor
was."
Dick vleide zich niet geroepen om dit gezichtspunt
tegen te spreken. De waarschijnlijkheid, dat de aan
valler van Arthur diens procuratiehouder geweest was,
was ook al bij hem opgekomen. Maar waarom zou Gil-
HOE 18 HUN ONTSTAAN TE VERKLAREN?
Maar zelfs als w|j het bestaan dezer zeeslangen voor
waar aannemen, wanneer wy het waarschijnlijk ach
ten, dat in de diepten der zee levende wezens voorko
men, blijft toch de zuiver natuur-wetenschappeiyke
vraag, hoe het ontstaan dezer reuzendieren te verkla
ren Is.
Het schuwen van het licht wijst een weg. Toen men
den Invloed de hoogtestralen door dtepzeemetlngen in
mijnen enz. onderzocht, kwam men steeds sterker tot
de overtuiging dat ook de klterfuncties, die immers in
de schildklier het groeien tot reuzen of het verschrom
pelen tot dwerg veroorzaken, door de hoogtestralen
beïnvloed worden. Er bestaat ge enbezwaar om aan te
nemen, dat de werking der lichtstralen vroeger een
andere ls geweest en zoo de Ichtosauri. de Plesiosaurl
rmtstaan liet Voor de veranderde best rail ngsomstan-
digheden bestond voor het dier geen andere mogelijk
heid om te vluchten, dan in de diepte, in het eeuwige
donker der oceanen. Hierheen trokken zich deze voor-
wereldiyke dieren dus terug en hier gedyen zij nog. In
welken cmvang en in welken vorm ls thans nog een
onopgelost raadsel. Dn zoo krijgt ook de zeeslangge-
schiedcnis betreken!* En zoo is het mogelijk, dat in
derdaad een dier gevonden wordt dat beantwoordt aan
bet zeemonster, dat door kapiteins en stuurlieden in
verre zeeën is gezien en dat men nu ook in Schotland
meent te hebben waargenomen.
PARIJS EIFFEL (1446 M.>
7.50 Sextet voor viool; 8-35 Concert
PARIJS RADIO (1725 M.)
8.06 Gramofoonmuziek; 1250 Idem; 9.06 Opera.
MILAAN (331 M.)
520 Gramofoonmuziek; 7.20 Idem; 8,20 Concert
ROME (441 M
3.20 Concert; 720 Tenorzang; 8.00 Vloolrecital; .50 Sym
phonieconcert
WE ENEN (517 M
6.25 Orkest; 9.40 Dansmuziek; 7 35 Concert; 10.00 Idem.
WARSCHAU (1411 M.)
5.40 Dansmuziek; 725 Concert; 1020 Dansmuziek.
RF.ROMUNSTER (460 M.)
6.40-Vroolijke liederen; 7.50 Omroeporkest
ZATERDAG 6 JANUARI.
HILVERSUM (1875 M.)
VARA: 8.00 Gramofoonmuzlek; VPRO.: 10.00 Morgen
wijding; VARA: 10.15 Ult2erding voor de arbeiders ln
de Continubedrijven; 12.00 Klein-orkest; 1.15 Gramo
foonmuziek; 1.30 Orgelspel door Cor Steyn; 2 00 Gra
mofoonmuziek; 3.00 Causerie; 3.15 Beoefening der huis
muziek; 4.00 Overschakelen zender; 4.15 De Notenkra
kers; 5.00 Populaire gramofoonplaten; 5.40 Letterkun
dig overzicht; 6 00 Volksliederen; 6.30 Orgelspel door
Johan Jong; V.R.O.: 7.00 J. M. Boonstra: „Wat ons
Heilig is"; VARA-: 8 00 Herhaling S.O^.-berlchten;
8.15 VARA-orkest; 8 45 Ada Dassy zingt liedjes; 9.00
VARA-Orkest; 9 45 Liedjes; 10.00 Toespraak; 10J5 Or
kest; 11,00 Gramofoonmuzlek
HUIZEN (296 M.)
KRO: 8-00 Morgenooncert; 8.30 Kindermis; 930 Gra
mofoonmuziek; 11.30 Lezing: 12.00 Politieberichten;
12.15 Balalaika-kapel; 1.45 Verzorging zender. 2.00 Gra
mofoonmuziek; HTRO.-Uitzendlng; KRO.: 500 De Staf
muziek van het 1ste reg Infanterie; 5.45 Gramofoon
muziek; 6.15 Staf muziek; 7.00 Politieberichten; 7.15 Le
zing; &00 Orkest; 820 Vaz Dias: 855 Hoorspel; 9.40
Orkest. 10.10 Koor. 10.35 Vaz Dlas, 10.40* De KRO-
boys; 11.10 Gramofoonmuziek.
LUXEMBURG (1191 M.)
7.50 Concert; 8.40 Idem; 9.20 Idem,
BRUSSEL (509 M.)
12.20 Omroeporkest; 120 Concert; 520 Idem; 820 Idem.
KALUNDBORO (1153 M.)
11.20 Gramofoonmuzlek; 2.50 Orkest; 10.30 Gramofoon
muzlek.
der zich op dat uur van den morgen in de buurt van
Willow House opgehouden hebben? Zoodra de gelegen
heid zich voordeed, zou hij de waarheid uit Arthur Gine
krijgen.
Hij bemerkte zeer goed hoe zij hem aankeek, maar
toen zijn oogen de hare kruisten, zag hij iets dat hem
den adem benam.
„Wat zou ik zonder jou ooit moeten beginnen?" vroeg
zij, met een gebaar van hulpeloosheid. „Ik kom schreien
de by je. telkens wanneer ik verdriet heb, en zit ik in
last. dan schijn jij bij toeverslag te verschUnen! Een
dezer dagen zal ik mijn sekse nog oneer aandoen!"
„Ik hoop het niet. Leslie," glimlachte hij. „Wat voor
denkbaar schandelijks ben je voornemens?"
Zij knikte parmantig. „Dat zul Je gewaar worden."
zei zy. „Ook ik kan geheimzinnig rijn!"
Hij wees het gebruik van haar auto van de hand en
keerde te voet naar huls terug. Tenzij Harry's slaap
drankje uitwerking gehad had, zou hij de auto hebben
hooren aankomen, want zyn slaapkamer keek op da
oprijlaan uit. Maar uit de Koningskamer, zooals zijn
slaapvertrek weidsch genoemd werd, drong geen geluld
door. en Dick ging naar zijn kamer en kleedde zich uil.
Hy wilde juist in bed stappen, toen zyn voet tegen
iets hards en gllmmends stiet, en zich bukkende, raapte
hij hei op.
„Heilige Mozes!" mompelde Dick, en draalde het licht
op.
Het mes was splinternieuw en vlijmscherp. Hij bekeek
het over en weer. en fronste. Toen gLng hy naar do
deur, deed haar op slot en het was niet de gewoonte
van Dick om achter afgesloten deuren te slapen. Maar
hy was zich sterk bewust dat de laatste vier en twintig
uren voor hem vol onaangename mogeiykheden ge
weest waren.
HOOFDSTUK XXH
Het kantoor van Gine en Gine werd den volgenden
morgen door een hoogst onverwacht verschijnsel op
stelten gezet. Voor de eerste maal in de vyf en twintig
Jaren, die Mr. Fabrlan Gilder aan het kantoor verbon
den geweest was. verscheen hy niet ten tooneele. In
plaats daarvan, ontving de eerste klerk een briefje met
het verzoek om een bepaalde lade in zyn bureau leeg
te maken en den inhoud per speclalen boodschapper
aan de woning van Mr. Gilder ln Regent's Park te be
zorgen.
Het ls onwaarschynlljk, dat lk naar kantoor zal
terugkeeren. ik heb Mr. Gine myn ontslag gevraagd, er.
zal voortaan mijn tijd aan het behartigen van mijn
eigen zaken besteden."
Een telegram van Arthur Gine wees den eersten klerk
Mn.AAN (331 M.)
520 Gramofoonmuziek; 720 Idem; 8,00 Concert
ROME (441 M.)
4,20 Concert; 5,15 Gramofoonmuziek; 720 Zang;
WEENEN (517 M
4.20 Orkest; 725 Operette;
WARSCHAU (1411 M.)
6.00 Opera-eria's; 720 Concert; 8.40 Pianorecital; 925
Dansmuziek.
BEFOMUNSTKR (460 M.)
5.20 Gramofoonmuziek; 7.20 Orkest.
bint Maarten, 3 Jan. 1934.
Mijnheer de Redacteur,
Beleefd verzoek ik U mij een plaatsje ;«f te willen
staan in uw veelgelezen biad voor het volgende.
Velen met mij zullen geloof ik niet Kerstmis jl. bij
het vertrek van ue Pelikaan uit of ongeveer van Ba
tavia geluisterd hebben naar de verschillende spre
kers, die daar het woord gevoerd hebben. O.rn. sprak
daar ook, naar ik meen gehoord te hebben, de direc
teur der Posterijen enz. ie Batavia en deze heer wee*
er op, dat de brieven die met Kerstmis in Indië ge
schreven waren, met Nieuwjaar nog op hunne be
stemming konden zijn in Holland, gezien den duur
der vlucht daar heen en behoudens pecli natuurlyk.
Genoemde heer wees op de geweldige prestatie om
in zoon korten tijd van Indio naar Holland te vlie
gen en vele met mij zullen dat ten volle onderschrij
ven en het verheugt mij dat het de bemanning is
mogen gelukken en nog wel rnet cenigen tegenstand
omtrent weersinvloeden hier in Holland op den zoo
ongeveer verwachten tijd te kunnen landen.
liet doel van mijn schrijven is nu ev-*n uiteen Ie
zetten welke prestaties hier in Holland aan den
dag gelegd worden door de huidige regeling der
postbestellingen speciaal ln de wijk 't Hijpje. Daar
ontvangt men één bestelling en die kan men ver
wachten om vijf uur 's namiddags als de post vroeg
is, maar het is ook al eens gebeurd van <»m acht uur
sa v o o d s. zal ik nu maar schrijven, maar in door
snee zoo orfi een uur of zes krUgt meu de eerste post,
maar dan ben ik een van de eerste van 't RUpie, de
rest komt later zegt men wel eens Als rnijn familie
in Haarlem om half negen s avonds een brief voor
mij poel, dan krijg ik die bijna 2 maal 24 uur later.
Nou is van Haarlem naar ÖL Maarten tenminste loo-
pende een heel eind weg, maar ik vind dit laatste
toch ook een geweldige prestatie.
Zoo ongeveer 4 maal 24 uur indieHolland en 2
maal 24 uur ook ongeveer van Haarlem—St Maarten
met inbegrip bestelling 't Rijpje. Krger is nog dat een
briefkaart uit Alkmaar gepost Vrijdagavond, nier
kwam Maandagmiddag ongeveer 5 uur ter plaatse,
waarin de geadresseerde werd opgeroepen voor eene
ten 2 ure te houden vergadering op denzelfden
Maandag te Alkmaar, maar de kaart kwam om 5
uur.
Zoolang die postbestelling bestaat, heb ik zelf
al eenige malen een rouwcirculaire ontvangen, maar
dan ook telkens 's avonds voor den dag van de be
grafenis, dus voor bezoek is practiscb geen gelegen
heid meer, hoewel ze niet verder weg kwamen dan
Langedijk en St. Pancras, en er in den regel met der
gelijke stukken toch wel spoed betracht wordt van
afzenders zijde. Is t niet treurig??
Nu hebben we in den vooravond van deze post-
misère in de Schager Courant kunnen lezen van de
hand der Directie van di. blad, dat er dank zij alle
medewerking nogal een bevredigende oplossing werd
verkregen, ook ten opzichte van de Scnager Courant
en al is die in vele gezinnen hier een w-:ikome gast,
er kunnen ook brieven of dergelijke zijn die voor de
betrokkenen heel wat meer gewicht iri de schaal leg
gen en dan vind ik de huidige regeling verre van
bevredigend, waar al weer het platteland de dupe
van wordt.
U, mijnheer de Redacteur, dankzeggend voor de
verleende plaatsruimte,
D. SWART,
't Rijpje, gera. SC Maarten.
als den plaatsvervanger van Gilder aan; een schikking,
die den eersten klerk geen onvermengd genoegen
schonk, want er waren rare praatjes omtrent Gine en
Gine in omloop geruchten, dat er weldra leeiyke din-
gen aan het licht zouden komen, zoodat het geheele
personeel zijn hart vasthield.
Arthur kwam dien dag ook niet, en den volgendon
evenmin, zoodat het ontslag van Gilder con onopge-
lostr aadsel bleef, want de boodschapper, die zyn boel
tje thuisgebracht en gehoopt had iets naders te verne
men, werd niet binnengelaten. Mr. Gilder hield het bed;
hy was 's morgens vroeg van buiten de stad thuisgeko
men. en had by het stappen uit zyn auto een klein on
geval gehad. Hy scheen nog opgebleven te zUn om het
briefje naar kantoor te schreven, maar nu sliep hy. zei
het dienstmeisje. En zy sprak de waarheid, r.1 sliep
hy niet zoo rustig als het geval geweest zou zyn, wan
neer rijn lippen niet gespleten waren en zyn schouder
niet ontwricht was. Men kan zich in de ochtendscheme
ring niet aan vuistslagen blootstellen, zonder daarby 'n
lichte averij op te loopen.
Nieuwsgierigheid was Dick Alford's hoofdondeugd niet
cn al was dat zoo geweest, dan zou hy zich niet d*n
tyd gegund hebben om zich naar Gine en Gine te be*
ven, ten einde vast te stellen in hoeverre het aangezient
van Mr. Gilder geschonden was. Hy nam zUn bad en
schoor zich even voor de lunch, en kwam beneden om te
ontdekken dat er met den trein een bezoeker voor hem
meegekomen was.
Dick herkende Sergeant Puttier, hoewel hy hem nooit
eerder gezien had, uit de beschryving. die zyn vriend
van hem gegeven had. Hy was een lang. forsch man
van veertig. De vermoeid uitziende bruine oogen, die
licht rnelancoliek uit hun diepe kassen keken, herinner
den Dick aan een zieken en verdrietigen chimpanspe,
dien hy op een keer gezien had. Zyn voorhoofd was
laag. zijn bovenlip lang, en zyn armen reikten byna tot
zUn knieën. Deze kenmerken. bU een vooroverhangend
boveniyf gevoegd, verhoogden zUn oninnemend uiteriyk
De arme Mr. Puttier was zich niet onbewust van den
aapachtlgen vorm, waarin zijn lichaam gegoten was, en
dit was blijkbaar iets, dat hem afwisselend neerdrukte
en verheugde.
„En sir, hoe vindt u my nu?" zei hy zonder te glim
lachen, hoewel er een glans van boosaardig vermaak In
zyn bruine oogen stond. „Ik heb menschen gekend, die
bij het eerste zien van my van hun stokje vielen, voor-
nameiyk romantische menschen."
.Ik zal niet van myn stokje vallen," glimlachte Dick,
„misschien omdat ik niet romantisch ben."
Wordt vervolgd.