NPJ ■jLLlllL I iiiiTl LKMAARSCHE ss CAUSERIE Tante Raad Heerhugowaard. HQNIG'S JUUENNESOEP 6 borden voor 20 ets. «II Ml I Welkomstrede tot Grootgortbui- kenborgs Haute Nauveaute. Haar nieuwen stadhouder, Jhr. Mr. F. H. v. Kinschoten. Ahemü! Edelachtbare Heer Burgemeester? Mag Ik mij als praefatie van mijn hulde en wel komstwoord in de eerste plaats even aan Edelachtb. voorstellen? Ik ben Cave Canum en bewaak bet leven en de roerende goederen van de burgera van Grootgortbui- kenburg en environs! Nu gij, geachte burgemeester, in uw kwaliteit van super-gortbuikenburger ook gaat behooren tot mijn be wakingskring, past het mij voorzeker u in dit milieu der edele gortbuiken van harte welkom te heeten! Uw joyeuse entrée en het spontaan uitgedrukt verlan gen naar uw afgebeden komst kan worden saamgebun- deld in de: Kom tot ons. burgemeester, en treedt de raadzaal in, Als het kindje binnenkomt, Juicht gansch het hulsgezin. Het groote huisgezin van Grootgortbuikenburg, waar ge uren, dagen, maanden en wellicht jaren zult moe ten doorbrengen, waar ge een deel van uw veelbelovend leven zult moeten opofferen, maar ge bidden en wer ken. lijden en verblijden zult, roept u toe cordiaal en unisono: Heil van Kinschot, behoede u God en ver blijde uw lot! Het is u gegund, na een schare levensstrijders van 4000 man te hebben aangevoerd, thans aan het hoofd te staan van bijna dertig duizend combattanten in den krijg voor de boterham, met of zonder boter, met of zonder ham! Toon u een waardig aanvoerder! Voer naast uw eigen gekozen devies: van het uiterlijke tot het Innerlijke en van het in- snerlijke tot het superieure, het hoogere ideaal ook nog de speruk van uw geslacht: Noblesse Oblige: Adel verplicht! Wees een edelman, 'n fijne vent, 'n gentleman par lexcellence in al uw daden! Toon als ge voor het on- ontkombaar feit gesteld wordt, hooger te staan dan liv/ tegenplelter en verpletter hem door de digniteit •van uw repliek. Het is mij. edelachtbare heer Burgemeester van Grootgortbuikenburg door de kabouters bijgebracht, hoe ge uw dichterlijk talent, dat een garantie gee-ft voor Uw joviaal karakter, alreeds n u in uw nieuw stads milieu hebt aangewend en gegeven hebt een karakte ristiek opschrift voor de zonnewijzer, die de binnen plaats van uw regeeringskasteel zal sieren en dat luidt: Wie zonder zonne naar mij ziet, Verneemt van mij een antwoord niet! In deze twee regels, burgemeester, ig verborgen een ischat van levenswijsheid! Ruduard Kipling, de groote Amerikaansche dichter, ischrijver en philosoof zegt het zoo mooi en zoo raak: De menschen zijn als zoo vele ieilanden, die elkander leugens toeroepen over een zee van mis verstand! Als men u, burgemeester, in uw benijdbaar maar sub tiel. uw ragfijn ambt met ruw geluld leugens toedon- dert, of uw eerlijk, menschelijk hart pijnlijk raakt, uw goede bedoelingen miskent, dan neemt gij uw gedichtje ter hulp en zegt: Wie zonder zonne naar mij ziet, Verneemt van mij een antwoord niet. Dn gij zult laten blijken, dat een dergelijke grieven- 1de aanval zonder motief, u geen antwoord waard is! Het volk der Grootgortbuiken Is een goed, maar gesloten volk! 'n IJskorst bedekt hun vulcanisohe toarfc! Als het u gelukt, die ijskort te breken, dat bran dende hart te veroveren, zullen ze voor u ploeteren idoor de ijsbergen van de Gouwzee. „Arthur. Ik heb ook een brief gehad van zijn zuster; zij noodigt mij uit om een week-end bij hen te komen doorbrengen, maar het spreekt van zelf, dat ik veel liever hier bleef, bij jou. Maar aan den anderen kont, moet ik het met Arthur in het reine brengen, en hem zeggen, dat mijn hart hem niet langer toebehoort. Zelfs al krijgen wij den schat niet in handen, dan weet ik nu. dat ik te doen heb met een gentlemenan, wien het niet alleen om mijn geld te doen is. En jij bent niet heelemaal onvermogend, nietwaar? Ik heb bij een jongen man van mijn kennis, die aan Sttibb's Informatiebureau is, geinformeerd en mij werd gezegd, dat je voor honderdduizend pond niet behoeft op te staan." Hier liet Gilder een gekreun hooren. „En ik heb je belofte, zwart op wit", eindigde zij. „Ja, je hebt alles, lieve Mary", zei hij zuch tend. „En o, Fabe, er is met dat papier van je iets raars gebeurd. Toen ik het vaumorgen van onder mijn hoofdkussen nam, zag ik, wat denk je? Het schrift was totaal weg. Ik was van verbijstering onder een hoedje te vangen." Hij bewoog zich onrustig in zijn stoel „Dat is heel vreemd," kon hij met moeite zeg gen. „Ik was er zóó van ontdaan, dat ik mij wend de tot een heer van mijn kennis, een goochelaar. Je hebt waarschijnlijk wel eens een voorstelling van hem bijgewoond. Hij toovert konijntjes uit papieren zakken, en hij beweert dat jij gebruik gemaakt moet hebben van onzichtbaren inkt, en hij wees mij hoe ik het schrift weer te voorschijn kon brengen en het blijvend maken." „En deed je dat?" vroeg Gilder met een graf stem. „Wel, natuurlijk, lieverd. Je knijpt eenvoudig een citroen uit, wrijft het sap over het papier. De roep van uw beminnelijkheid is u echter alreeds voorgegaan! Uw trouwe Zuidlarenarcn hebben met variabel ge stemde monden uw lof verkondigd. Rood. zwart en geel en bruin hebben u gehuldigd, uw vertek betreurd en de Zuldlaarder persorganen hebben zich eveneens niet onbetuigd gelaten in hun appreciatie en treurnis over uw plots vertrek naar elders. Een dergelijke loffelijke staat van dienst is prachtig veroveringsmateriaal voor de gunst van uw brave Gortbuiken Het prikkelt misschien uw weetgierigheid, burge meester, hoe uw gemeentelijke onderdanen zich den „welklinkenden" bijnaam van Gortbuiken hebben waardig gemaakt? Dat is het gevolg van de vele gortmolens, die alhier uitnemende zaken maakten en hen aldus etiket deden verwerven. En 'n oud versje zegt: Het is een voorrecht van deze gortbuiken, Al zie je ze niet, je kunt ze wel ruiken. Ik hoop echter van harte, burgemeester, dat gij nim mer deze ervaring zult meemaken. Ook het uithou dingsvermogen van een stoere burgervader heeft zijn grenzen niet waar? Waar ik nu toch nog de eer heb het woord te mogen voeren, zou ik uwe aandacht nog willen vestigen op de politieverordening van Grootgortbuikenburg, die on geveer 2S0 artikelen telt. Ik vermoed dat Zuidlaren het met minder heeft moeten doen en toch gezond is gebleven, doch ik mag niet nalaten op dit stuk van moeilijken legislatieven arbeid uw aandacht te vestigen en u t® waarschuwen voor vele artikelen, die óók uw burge meester Hjke immuniteit bedreigen! Tracht bijvoorbeeld niet te wielrijden zonder belde handen aan het stuur 'n Ben! Breng geen uwer veelbelovende zonen op het spat bord van de fiets naar school 'n Bon. Rook niet in 'n bioscoop na waarschuwing van een lid van uw bloedeigen politiecorps *n Bon! Schop in jeugdigen overmoed een leeg sardinesblikje niet over asphalt of straat 'n Bon. Ga niet bij uw buurman in 't raamkozijn of op de leuning van een gemeentebrug zitten 'n Bon! Klop geen kleedje tusschen 6 en 8 of 9 en 10 uur 's morgens 'n Bon! Laat uw rijwiel niet onbeheerd onafgesloten of des naohts aan den openbaren weg achter 'n Bon! Loop niet met een beer aan 't touw zonder uw eigen vergunning, 'n Bon. Ik zou zoo nog 'n geniimen tijd gezellig door kun nen boomen, doch ik zie u met een bedenkelijk gezicht op uw zak-zonnewijzer kijken, dus Is dit voor mij een beleefd seintje om te eindigen en de sluizen mijner welsprekendheid dicht te draaien. Mag ik dan per saldo, geëerd Grootgortbuikenburger hoofd, neg met aandrang verzoeken uw volle aan dacht te schenken aan den handeldrijvenden midden-en achterstand (wat hier 't. zeifd« ig!) Zooals de troonrede zegt: laten zij het voorwerp zijn uwer bijzon dere opmerkzaamheid. Wees een krachtig strijder voor het behoud van onze kermis, niet om de onmisbaarheid van dit eerbiedwaardig instituut, dcoh voornamelijk met het oog op de vele blanke, stabile guldens, die in het kasregister der gemeente vloeien. Wees. zoo bid ik. soepel In de toepassing van do Winkelsluitingswet en help uw wetsgeknechte Gortbuiken dit knellende juk dragen. Ik twijfel er niet aan. of zij zuilen u in de volle en overmaat, zooals Vondel zingt, hunner dankbaarheid met St. Nlcolaas een complete chocolade-automaat van 1500 pop, nieuw gekost, cadeau geven. Maar Burgemeester, er is een tijd van komen en een lijd van gaan en ook voor mij Is het moment van af zwaaien aangebroken. Ik verdwijn echter niet, alvorens u van harte te hebben toegewenscht een aangename*! werkkring in Grootgort buiken- Durg en voor u en uw gezin vele, vele gelukkige uren! CAVE CANUM. en houdt dit dan boven de vlammen van den haard." Gilder's hoofd duizelde. Hij kon niets anders mompelen dan Dit was een leelijke, een zeer leelijke geschiedenis, maar toch was deze moeilijkheid gemakkelijk te boven te komen. In het ergste geval kon hij haar met een duizend pond afkoopen, en de huwelijksbelofte was aan vechtbaar. Toch bleef het een zeer onpleizierig document, zelfs in een proces wegens verbreking van trouwbelofte, want in .zijn onwrikbaar ver trouwen in de onzichtbaarheid van zijn inkt, had hij een overeenkomst geschreven, die heel nadeelig kon worden. „En ga je nu bij de Gin es logeeren?" „Ik denk het wel, schat." Haar twijfel was voorgewend, dat wist hij; zij had haar besluit reeds genomen. „Ik vind waarlijk, dat ik behoor de te gaan. Arthur is, zooals je weet, een zeer oud vriend van mij, en hoewel ik niets voor hem voel, even weinig als voor het stof aan mijn voe ten, en ik er net zoo min aan zou denken om mij om zijn hals te werpen, als ik er om zou denken naar de maan te vliegen, vind ik toch, dat het mijn plicht is te gaan." „Ga dan is Godesnaam!" riep hij driftig, en zij stamelde een bedankje en zou zijn blijven tal men, indien hij niet met haar naar de deur geloopen was en deze voor haar open hield. Hij maakte uit een en ander op, dat zij, terwijl zij hem met zijn overeenkomst aan de lijn hield, alle hoop om Arthur Gine aan den haak te slaan nog niet geheel had laten varen. Zij was nauwelijks vertrokken, of er verscheen een telegrambesteller. Gilder verwachtte een te legram van een van zijn bookmakerszaken, die hij nu bezig was te liquideeren, omdat zijn eenige cliënt hem niet langer begunstigde. Het telegram kwam uit een dorp op vijf mijlen afstands van Donderdagmiddag kwam de Raad dezer gemeente in voltallige vergadering bijeen, onder voorzitterschap van burgemeester van Slooten. De Voorzitter opende de vergadering met een kort woord van welkom, den wensch uitsprekende, dat dit jaar zoowel voor de ingezetenen als voor de gemeente beter zal worden, dan het vorige jaar is geweest. Spr hoopt dat alle leden dit jaar prettig zullen samenwer ken om de belangen van de gemeente, ieder naar zijn beste krachten te dienen. Hierna werden de notulen voorgelozon. die onveran derd werden goedgekeurd. Ingekomen stukken. Een verzoek van den heer J. Peereboom om zijn per ceel aan den Basserweg toch nog als noodslachtplaats te 'mogen gebruiken, daar hij anders niet in staat ia in de behoeften van zijn gezin te voorzien. Voorzitter meent, dat de raad niets anders kan doen. dan dit verzoek afwijzen. De heer Peereboom heeft pas kort geleden een dergelijk verzoek gedaan, dat niet is ingewilligd. Aldus besloten. Een berloht van Ged. Staten, dat het onderzoek In zake het overleveren van een gedeelte van het net van het G.E.B. aan Langendljk nog niet ia afgeloopen. Een bericht van Ged. Staten dat het onderzoek over de begrooting van de gemeende over 1934 nog niet 1* afgeloopen. Een verzoek van het B. A. tot verhooging van de subsidie over 1933. Voorzitter zegt. dat nu 1934 zijn intrede heeft gedaan het B. A. weer subsidie heeft ontvangen. Spr. Is van oordeel, dat het beter is het voorloopig zoo aan te zien. en ais het noodig mocht blijken in 1934 verhoogde sub sidie te geven, dan moet het burgerlijk armbestuur zijn rekening over 1933 maar met een tekort laten sluiten. Aldus besloten. Een schrijven van de muzlekvereenlging H.U.G.O., dat het garantiefonds f 342.93 heeft opgebracht Het tekort van het concours, vermeerderd met de Incasso kosten bedroeg f 405, zoodat nog tekort is een bedrag van f 62.07. Verzocht werd dit tekort bij te passen. De heer Kostelijk vroeg of het heele bedrag, dat op het garantiefonds stond, was binnengekomen. Voorzitter zei. dat door H.U.G.O. 35 pet van het be drag. waarvoor ingeteekend was. was gevraagd. Als al- len hieraan hadden voldaan, was het tekort gedekt ge weest De heer Kostelijk zegt dat iemand, die voor een be paald bedrag inteekent. zich vooruit moet vergewissen of hij dit bedrag kan betalen. Het is wel gemakkelijk het maar op de gemeente af te schuiven. Toch zal spr. stemmen voor bijpassen van het tekort De heer Krom beweert, dat de gemeente van iedere onderneming van vermakelijkheden belasting ontvangt Maar dan heeft de gemeente nog niet de plicht bij te passen, als er te kort ls. Spr. wijst erop, dat er van do inteekenaars slechts 35 pet. gevraagd ls.. spr. meent dat het een klein kunstje zal zijn om ook de laatste 60 gulden te ontvangen. Spr. zal tegen het verzoek stem men. De heer Wagenaar is het met den heer Krom eena Wethouder Tromp vindt het ook verkeerd, dat de in teekenaars niet aan hun verplichtingen voldaan hebben. Maar men mag niet. zooals de heer Krom wil. de »n déren meer laten betalen, omdat eenigen hun plient niet doen. Verder wijst spr. erop, dat eertijds is ge vraagd of het concours niet kon plaats vinden zonder vermakelijkheidsbelasting. Hier zijn we toen niet op in gegaan, maar we hebben wel de toezegging gedaan, dat mocht er een tekort zijn, de gemeente wel wat zou willen bijpassen. Wethouder Wijaker is het met den heer Tromp eens Hierna werd tot stemming overgegaan en werd het verzoek van .H.U.G.O." aangenomen met 9 tegen 2 stemmen, tegen stemden de heeren Krom en Wcgenaar 6e. Een schrijven van den heer C. Vader, waarin de ze verzocht met de gemeente Oudorp e®n regeling te treffen zoodat* zijn kinderen weer de openbare school In die gemeente kunnen bezoeken. De heer Vader herinnert er in zijn schrijven aan, dat zijn kinderen in deze gemeente naar school ziin gegaan om school I als tweemansschool in stand te houden, mits de gemeente de buskosten zal betalen. Nu is chool I opgeheven en mogen er door de gemeente geen buskosten meer wor den vergoed. De weg naar school II is echter tweemaal zoo lang. als de weg naar de school te Oudorp. Voorzitter zegt dat de weg lang niet tweemaal zoo lang is. Voorzitter raadt aan het verzoek af te wijzen, mede omdat we op het oogenblik de gemeentelijke fi nanciën beter kunnen besteden. Verzoek afgewezen. Vervolgens was aan de orde het voorstel van B. en W. om aan mej. Teerlnk, onderwijzeres aan de open bare lagere school No. 8, op haar verzoek met ingang van 1 Febr. 1934 eervol ontslag te verleenen met het Chelfordbury, en luidde; „Kom zoo spoedig mogelijk hier. Groot nieuws voor u." Hei was onderteekend „T." Zou Thomas spreken? En wat had hij te zeg gen? HOOFDSTUK XXXIII. De rijknecht, die het paard van Dick Alford voorbracht, had eon nieuwtje te vertellen. „Hij is vannacht weer gezien, sir." „Wie?" vroeg Dick, zich in het zadel zwaaien de. „De Zwarte Monnik, sir. Gill, do boschwachter van Long Meadow Cottage, zag hem vanmorgen om vier uur, terwijl hij over Long Meadow zijn ronde deed. Vóór hij zich van zijn geweer had kunnen bedienen, was de monnik al weer weg". „En wat deed de Zwarte Monnik in Long Meadow?" vroeg Dick sarcastisch. „Boterbloe men plukken?" „Voor boterbloemen is het een beetje laat in het jaar, sir", zei de Prozische rijknecht. „Maar Gill zegt, dat hij vast en zeker op hem gevuurd zou hebben." „En dan zou er een onderzoek plaats gehad hebben, en Gill zou minstens voor manslag te recht hebben moeten staan. Zeg Gill uit mijn naam, dat de Zwarte Monnik gegrepen moet worden maar in levenden lijve! Een levöüd spook kan ons een massa vertellen, maar een dood spook is als informatiebureau van onnut." Hij draafde over de achter het huis gelegen gronden, vermeed de ruïnen van de abdij, en pikte de kronkelende Ravensrill op. Hier zette hij zijn paard in stap, volgde den oever van den stroom, over de gebeurtenissen van het laatste etmaal zoodanig in gedachten verdiept, dat hij oog op haar voorgenomen huwelijk. Aldus besloten* Als armvoogd in het B. A. werd met algemeene stem men herkozen de heer C. van Langen. In de jaarlijks te benoemen commissie van bijstand voor het G.E.B. werden herkozen de heeren Quant, Kooij en Krom. Inzake de kwestie over de opheffing van de openbare school No. 4 deelde Voorzitter mede. dat het beroep van eenige inwoners van Veenhulzen tegen de opheffing cp 7 Februari door den Raad van State zal worden be handeld. Het zal dus wel eind Februari worden, eer definitief vaststaat, of school IV zal worden opgeheven, ja of neen. Er werd besloten een afgevaardigde te zenden om de zaak van den kant van den gemeente raad uit te leggen. In de aan Ged. Staten ter goedkeuring gezonden bouwverordening worden op wensch van Ged. Staten eenige veranderingen aangebracht. Vervolgens zal de aldus gewijzigde verordening weer aan Ged. Staten worden gezonden. Daar de geldmiddelen van de gemeentekas opraken werd besloten bij de bank van Nederlandsche gemeen ten een leening te sluiten. De heer Krom diende een voorstel In, de verma kelijkheidsbelasting met 5 pet. te verhoogon. De heer Groenland bestreed dit voorstel. Besloten werd deze zaak eerst noj eens door B. en W. te laten overdenken. De heer Kooij vroeg, of het waar is dat door den nood slager Appel vleesch was verkocht, dat in Broek op Langendljk In beslag genomen ls. De heer Krom antwoordt, dat dit inderdaad gebeurd is. Door den heer Appel ls vleesch verkocht naar Broek op Langendljk, dat niet. bulten de gemeente ver voerd mocht worden. Deze zaak is voor den heer Ap pel afgedaan, doordat hij f 20 boete betaald heeft. De heer Kooij wees er nog op, dat er in onze ge meente genoeg menschen zijn. die voor goedkoop vleesch ln aanmerking wenschcn te komen. Hierna sluiting. Tante Mina ging Iog-ern-en Bij haar neef en bij haar nleht, En ze sloot voor enk'le dagen Haar gezellig huisje dicht. Tante's poes ging naar de buren, Daar was altijd plaats voor Mle«, En zoo kon ze rustig reizen Met haar trouwe karrebies! Neef stond aan den trein te wachten, Met z'n vriendelljksten lach. Nicht riep reeds vanuit den voortuin Tante zingend goedendag. „Kom maar binnen, tante Mina, JBIÖ, dat U er weer eens bont, „U blijft nog maar flink en jeugd ij. „'k Had U bijna niet herkend!" Tante kreeg de mooiste kamer, 't Beste plekje ln het huls, En haar lievelingsgerechten Stoofden gaar op het fornuis. Haar pantoffels en haar hoedje, Waren knusjes klaar gezet. Suikerwater, hoestpastilles Stonden zorgzaam bij haar bed! Totdat tante op een avond Zoo terloops eens had gezegd: ,M'n effectjes zijn verloren, „Daar komt weinig van terecht!" Toen had nicht wat sip gekeken, Neef zei ook al niet te veel. Maar ze hadden één gedachte: Bleef er een toekomstig deel?! Tante ls niet lang gebleven', Neef was niet zooals gewoon. En er was ook iets veranderd In den hulselijken toon. En toen tante Mina later Nog eens aan haar reisje dacht, Wist ze, dat niet alle vriendschap Steeds de ware vriendschap bracht! Januari 1934. KROES. (Nadruk verboden). voortgereden zou zijn zonder een jong meisje op te merken, dat op haar gezicht in het gras lag. Het was een heerlijke, warme en zonnige mor gen. De hemel was onberispelijk blauw, de aarde baadde zich in een gulden zonneschijn. Hoog boven zijn hoofd vloog eon zwerm trekvogels zuidwaarts, en het zwakke geklepper van hun wieken drong tot hem door. „Goeden morgen, Sir Galahadl" Hij hield zijn paard in en keek verbaasd om zich heen. „Goeden morgen, Lady Guinevere!" antwoord de hij, en het hoofd van zijn paard naar het wa ter keerende, daalde hij kalm de helling af, en stuurde het onwillige dier naar de overzijde. „Wees voorzichtig!" „Hier is een doorwaadbare plaats", zei hij. „Zie je", ging hij voort, toen hij aan den wal kwam, terwijl het water van den buik van zijn paard stroomde, „dit is de ware Chelford. Bid ders in wapenrustig, en waarschijnlijk Britten in vellen en huiden, zijn de Ravensrill op deze plek overgestoken. Wat doe jij in 's hemelsnaam hier?" Hij liet zich op den grond glijden, legde de teugels over den hals van zijn paard, en liet het vrij grazen. Zij lag nu in haar volle lengte, maar rustend op haar ellebogen. „Leslie. ik wou dat je je zonder mijn geleide niet overal vrij bewoog," merkte hij ernstig op, en zij lachte opnieuw. Hij had haar nooit mooier gevonden dan op dien morgen. Zij was een wezen van lucht en zonlicht, een verbijsterend, onwezenlijk wonder, dat in de triviale wereld, waarin het leefde, niet tehuis behoorde. Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1934 | | pagina 10