Arrondissementsrechtbank te Alkmaar. De Zwarte Monnik Raad Schccrl. HONIG'S OSSESTAARTSOEP 6 borden voor 20 ets. MEERVOUDIGE STRAFKAMER. Zitting van Dinsdag 20 Februari. Den Helder. DE FILM WERD WEER VOORTGEDRAAID, OPNIEUW STOPGEZET F.N De rechtbank had heden weer voor de lens gezet de rolprent uit Den Helder, waarin de verlofhouder A. Joh. Per. van N., caféhouder aan den Kanaalweg, de hoofdrol speelde. Hot betrof hier een overtreding der Ileldcrsche politicverordening, houdende het ver bod consumptie-gebruikende dames in de verlofzaak aanwezig te hebben. De heer van N., was deswege door den Ilelderschen Kantonrechter veroordeeld, doch in hoogcr beroep gekomen, welk appèl op 16 Jan. was behandeld, doch geschorst, ten einde den briga dier Horsman, door ziekte verhinderd, te hooren. Voorts had mr. de Groot, de verdediger, nog een dame als getuige décharge doen dagvaartien. De brigadier verklaarde, meermalen in de bedoelde ver lofzaak te zijn geweest en had de dame in kwestie in de gelagkamer zien zitten in gezelschap van heeren. Voorts een voormalige dienstbode van de appellant, gehoord op verzoek der venlediging, die 'n verkla ring aflegde, in flagranten strijd met hetgeen door de politie was genoteerd. Zij was, verklaarde zij thans, volkomen vrij in haar doen en laten, doch voorheen had zij zich uitgelaten, dat zij onder zeke re pressie stond. Volgens verdediger had deze juf frouw een andero verklaring afgelegd, omdat haar naam voluit in do courant had gestaan. Meineed? De Officier nam echter met dere retirade van ge tuige geen genoegen en vorderde het opmaken van proces-verbaal en schorsing der behandeling. Haar verklaring werd alsnu door den president, Mr. Lede- boer opgenomen en door den griffier voorgelezen, waarop zij teekende. De zaak zal nu door den Rechter-Commissaris wor den onderzocht DenHelder. DE HARDHANDIGE TAPPER. De 50-jarige heer Pieter Jac. van der K., caféhouder te Den Helder, kreeg cenigen tijd geleden een hoog- loopende ruzie met een zijner bezoekers, zekeren heer Christiaan Jansen, voormalig Alkmaarder, en thans ook caféhouder te Den Helder over de min of meer dere omzet bier, die werd geschonken of eenig ander belangrijk vak onderwerp, waarbij de heer K. zóó werd goirritcerd, dat hij tot handtastelijkheden over ging en zijn collega 'n tik met een bierglas toedien de. Volgens verdachte had Jansen, die vóór het buf fet stond, bewegingen gemaakt om er ook op los te slaan, waarop hij uit tactische overwegingen zoo vrij was, Jansen vóór te zijn. De eerste klap wordt op 1 daalder getaxeerd, niet waar! Later werd de klop partij in het café voortgezet, viel Jansen op den grond, ontving hij van den zenuwachtigen heer van tle.r I\. nog één of meer stompen en werd toen de cafédeur uitgeslingerd. De heer Jansen diende nu een rekening in van schade aan lijf en goederen en arbeidsverzuim ten bedrage van f 87.50. gespecificeerd als volgt: verple ging hospitaal f 17.50, pak uitgestoomd f 5.90, ver nielde hoed en overhemd f 4.10 en arbeidsverzuim 2 keer f 30 is 60 gulden. Dit laatste bedrag vond de heer v.d K. rijkelijk hoog, tegen de andere vorderingen had hij geen be zwaar, maar I 10 per week was hij bereid toe te staan, dus werd de vordering van mijnheer Jansen gereduceerd tot f 47.50. Voorts werden nog als getui gen gehoord de le klas marinier de Haas en 'n kor- poraal-constabel, die unaniem verklaarden, dat Jan sen onder den invloed had verkeerd en den caféhou der had geprikkeld door zijn provoceerend gewouwel. Volgens korporaal v. d. Bogaard was de hoofdwond .niet het gevolg van den slag met het bierglas, wel misschien van den val, die Jansen maakte. De Officier was heel gematigd en vorderde slechts i 15 boete of 15 dagen. 'Alkmaar. HET „HOOGER OP" GEZOCHT. De bekende all-round handelaar Gerrit Sch. te Alk maar was op 27 Octobcr door den kantonrechter ver oordeeld tot f 12 boeto of 12 dagen, omdat hij zijn zwarte knecht Jan Apeldoorn met de vrachtauto naar het station zou hebben gezonden, zonder dat dit jeug dig factotum bevoegd was tot besturing. Hij zou tot dit jongmensch hebben gezegd: Rij maar buiten de stad, want als de politie je ziet, ben je er bij! Nu, de politie, vertegenwoordigd door agent Staats, zag hem dan ook inderdaad, doch lapte niet Jan Apeldoorn, maar de baas er zelf bij. De veroordeelde ontkende echter pertinent alles. De jongen was uit FEUILLETON DOOR EDGAR WATJ.ACE. 49. En nu, toen Leslio In de verte het aanroepen door een stem hoorde, zag zij in den maneschijn zijn ge zicht. Hij was ongeschoren, met ongekamde haren, zijn aangezicht en handen waren vuil; hij droeg geen boord, en stond daar met blooten hals en in lange gekleedc jas, met verwilderd uiterlijk. Ze week langzaam achteruit, vol schrik en afschuw, maar toen greep hij haar stevig bij de polsen. „Als je gilt, gooi ik je in de rivier en houd je on dergedompeld tot je dood bent", fluisterde hij op zulk een bedaarden en zakelijken toon, dat zij zijn woorden bijna niet voor ernst kon opnemen. En toch werd haar door een inwendige stem ge zegd, dat 't hem niet alleen hittere ernst was, maar dat zij in doodsgevaar verkeerde. Hij bleel haar pols omklemmen, of zij zou omgekeerd en op de vlucht geslagen zijn, hoewel zij weinig kans gehad zou hebben om het te winnen van een man, dio in zijn schooljaren een sprinter van naam geweest was. Nu schoot haar iets anders te binnen en hot werd haar wee om het hart Harry Alford was op school de captain van zijn team geweest en had in Bislcy alle prijzen behaald. Deze bleeke, blocdarme jonge man was de beste schutter van zijn tijd. De beste schutter! Zij dacht nu aan den kogel, die voor haar bestemd geweest was, en zij voelde zich door zijn band voortgesleept, maar sprak geen woord. Op dit critieke oogenblik moest zij haar zenuwen de baas blijven. Zij hadden de richting van do ruïnen ingeslagen. Bij het begin van den hollen weg stonden twee man nen op post, had Puttier haar gezegd; deze moesten haar weldra zien. Maar Harry ging niet verder dan den vervallen toren en hier bleef hij staan en school het steenblok opzij. Nu begreep zij het; zij zouden afdalen naar het griezelige hol. dat zij met Dick hezorht had. Dirk Alford wist. dat zijn broer zich daar schuil hield! Zij was hier zeker van, lang voor haar oog gevallen was op de mand met spijzen, die, nog vol, onderaan de trap stond. zich zelf maar zoo vrijpostig geweest en Gerrit had nog een zijner kinderen uitgezonden om den roeke- loozen knecht terug te roepen. Hij accepteerde dan ook dit vonnis niet en verscheen heden in hooger be roep, om zoo mogelijk revanche te verwerven. Door appellant werd alsnu zijn vrouw als getuige a dé- scharge gepresenteerd. Het hooger beroep werd voor Gerrit een succes, aangezien de Officier vrijspraak requireerde, omdat het wettig en overtuigend bewijs niet was te leveren. Alkmaar. EEN JONGELING MET EEN „VERLEDEN". Wij behoeven de lezers van dezo romantische ru briek heusch den Alkmaarschen kellner Frans B. niet meer te presenteeren. Deze voorstelling is al zoo dikwerf geschied, dat hij langzamerhand kan worden ingedeeld onder de afdeeling: oude kennissen. Ech ter, het meervoudig strafcollege had die eer nog niet overmatig genoten, omdat de besognes van den heer B. gewoonlijk van weinig beduidenden aard zijn en ressorteeren onder den kantonrechter. Het was dan ook deze magistraat, die Frans consequent had ver oordeeld tot f 3 boete of 3 dagen, ter zake het fiets- rijden met 3-op-ecn-rijtje, welke onhebbelijkheid bij druk verkeer door politieverordening is verboden. De heer Frans B. ging echter met het verbaal van agent Heijdenrijk noch met het vonnis absoluut niet ac- coord. Hij verzekerde met de hand op het hart, dat hij beslist niet bad behoord tot een peddelend over trederstrio, kocht 'n kaarftje voor hooger beroep, waarmede het college zich thans occupeerde. De ap pellant voerde een gelijk verweer als voor den kan tonrechter, maar vond den verbalisant even pertinent tegenover zich. De Officier schaardo zich aan de zijde van den Kan tonrechter cn requireerde bevestiging, zoodat de kans groot is, dat Frans nu zijn recht zal moeten zoeken bij den Hoogen Raad. Castricura. DE BUSCHAUFFEUR GAF HET NIET OP. Op 30 Juli van het vorige jaar volgens oude kro nieken had de heer Rinke G. 'n Ilaariemsche auto busbestuurder, onder Bakkum bij het achterop cn voorbij rijden van een oud, maar glimmend opge poetst Fordje, waarin gezeten een gezelschap uit Be verwijk, die de Zuiderzeewerken en familie te Eg- mond-Binnen had bezocht, zooals men het noemt in de „soep" gereden. Bij het te vroeg optrekken naar rechts kreeg de Ford een opstopper, dat het gehecle zaakje in een droge sloot terecht kwam, de inzit tenden danig werden dooreen geschud en de Ford leelijk werd beschadigd. Bedoelde chauffeur stond terecht voor den kantonrechter te Alkmaar, waar hij alle schuld ontkende, sprak van onhandige Zondag rijders, die den weg onveilig maakten enzoovoort Niettegenstaande dit verweer scheen echter de kan tonrechter den heer G. als een Zondagsrijder te lie- schouwen en werd hij veroordeeld tot f 20 boete of 10 dagen, alsmede een schadevergoeding van f 50.—. De chauffeur was thans geweldig beslagen ton ijs gekomen, en paradeerde met Mr. Verdoorn als ver dediger en een geheele sectie getuigen a décharge, (buspatiënten. Naar zijn meening was hij onrecht vaardig veroordeeld. De heer PleginR, eigenaar en passagier van de mishandelde Ford, had tevoren do bus zien voorbij rijden en maakte toen verrukt de opmerking: „Wat is dat een mooie bus", toen volgde de aanrijding en was al het „mooi" er af. De eerste getuige was de heer Jan Braken hof, tuinder te Bakkum, die met zijn vrouw getuige was van do aanrijding, en verklaarde, dat door de aanrijding van den bus do ford in de Beek was ge reden. Zijn smakelijk relaas verwekte meermalen den lachlust. Volgens verdediger was het knaleffect van dezo zaak te zoeken in een knal, waarvan ver ondersteld werd, dat een band van de ford was ge sprongen. Schokken waren door de buspassagiers, ter zitting tegenwoordig, niet gevoeld, doch zij von den het wel shocking, dat do ford er zoo naar aan toe was. Overigens had het leger getuigen A dé charge zakelijk niet veel te beteekenen. Positief kon niemand iets verklaren. De officier koos in casu de qualitelt en niet de quantiteit der getuigen en vermeendo dat vooral Brakenhof de schaal in het nadeel van appallant deed overslaan, reden waarom de officier bevestiging van het gewezen vonnis vorderde. Mr. Verdoorn zong op de melodie van: Ik heb 'n wagen, volgeladen... natuurlijk een geheel ander lied en concludeerde na uitvoerige uiteenzetting en lof- tulglng op de bekwaamheid van zijn cliënt, vrij spraak. O t e r 1 e e k-A 1 k m a a r. BAANSTROOPERS IN OTERLEFK. Het bekende inbrekers trio, dat ook Alkmaar veel sensatie verschafte, bestaande uit de heeren Lamber- tus B., Hendrik KI., cn nummer drie, ditmaal ge remplaceerd door Hendr. Sw., verscheen ook thans, geescorteerd door een geheele brigade rijksveldwach ters, in de middagzitting, teneinde verantwoording at te leggen Wegens een op 7 Sept. te Oterleek, ten huize van den landbouwer Tamis Ruiter gepleegde diefstal met braak, waarbij een tamelijk groot aan tal sierraden, waaronder gouden en zilveren voor werpen, paarlen, juweelen, gouden kappcstcl, arm banden en ringen, werden buitgemaakt. Do heeren hebben toen den volgenden dag te Hoorn hot geroof de te gelde gemaakt, zulks onder geleide van den welbekenden Frans Tepe, een los arbeider en koop man te Alkmaar. Niet minder dan 3 verdedigers wa ren gemobiliseerd, Mr. v. Dijk, Mr. Joz. Jitta en Mr. Prins. De drltte im Bunde der verdachten, H. W. S. is een „pornograaf" oftewel handelaar in onbehoorlijke plaatjes, zoo men ons meedeelde. Door den landbouwer Ruiter werd verklaard dat hij op gezegden datum met zijn vrouw naar Stomne- toren was gegaan en bemerkte 's avonds aan de ios staande deur, dat er iets niet in den haak was. Bij nadere inspectie van de woning ontdekte men den belangrijken diefstal. Zijn verklaring werd on derschreven door zijn echtgenoote. De geroofde kost baarheden bevonden zich grootendeels in een trom mel, staande op de beddeplank. Alles was voorts in huis overhoop gehaald. (De oude vader van een der verdachten kreeg op de publieke tribune een toeval en moest worden weg gevoerd). De diverse leden van dit illustre drietal waren reeds verschillende malen veroordeeld voor veruio- gensdelicton. De hoer Hendrik T. had dienst gedaan als speur hond en was do woning binnengedrongen, om to zien of er wat te vinken viel. De heeren zouden dien dag, zonder bepaald kwaad opzet, de Schermer feesten hebben bezocht, en het was bloot toeval, dat zij in de onbeheerde boerderij van Ruiter te Oter leek terecht gekomen waren. Aanvankelijk waren de heeren gearresteerd, doch bij gebrek aan bewijs weer losgelaten. De tweede greep der justitie was echter steviger, zooals uit het voorgaande verhaal is gebleken. Door den officier werd rekening gehouden met de straf dio B. en K. nog voor andere feiten hadden op te knappen en teghn hen ieder gevorderd 6 maanden en tegen N. W. S. 1 Jaar gevangenisstraf gerequireerd Mr. Josephus Jitta was zeer content met den eisch van den officier, doch wierp uit kracht der gewoon te nog een balletjo op van een nog lichter straf voor zijn cliënt B. Mr. van Dijk verzocht een voorw. veroordceling te willen overwegen voor K. Mr. Prins was de meest teleurgestelde der verde digers en wenschte, wat zijn cliënt S. betrof, zoo mo gelijk een reclasseeringsondcrzoek en als gevolg een gecombineerde stral. Alkmaar. HET HINKENDE PAARD. Als het bekende hinkende paard kwam de gids Frans T. achter de inbrekers aan en stond nu terecht wegens heling, op grond van het feit. dat hij 10 gul den als geschenk uit de opbrengst van de Oterlecker kraak had aangenomen, alsmede dat hij had verbor gen een door diefstal verkregen bloedkoralen ketting. Na kennisneming van de inbraak was Frans met zijn echtgenoote Dicuwor, die lator buiten vervolging is gesteld, naar Hoorn gereisd in gezelschap van hee ren inbrekers. Aldaar had hij een adres van afzet opgeschommeld en ontving als belooning van bewe zen diensten f 10. De bloedkoralen ketting had Frans van Lambertus B. ontvangen, doch dit sieraad later in het water geworpen, na de ketting in stukken te hebben gebroken. De houding van Frans week sterk af bij zijn op treden bij den rechtor-commissnris. Daar had hij al les grif bekend, doch thans hield hij zich aanvanke lijk van den domrno om later na een toovcrwoord van zijn verdediger Mr. Belonje. weer zijn oorspron kelijke erkentenis to stahlliseeren. Tegen den ouden zondaar Frans T., die een belang rijken staat van dienst kon overleggen, hij werd 15 keer veroordeeld voor diverse strafbare feiten werd gevorderd 1 jaar en 6 maanden gev. Verdachte wees er op, dat hij gedurende 8 jaar uit de gevangenis wns gebleven. Mr. Belonje wilde genade voor recht laten gelden en verzocht voor zijn cliënt wat betere condities cn hem clementie te bewijzen. Hoorn. STOFZUIGERSVERDRIET. Laatste verdachte was de 28 jarige handelsreiziger Roelof de Vr„ wonende te Hoorn, thans tijdelijk in rijkspension te Arnhem, alwaar hij een gevangenis straf ondergaat, hem opgelegd door de rechtbank te Utrecht, ter zake oplichting. Hij was in verzet geko men tegen een vonnis der rechtbank te Alkmaur, waarbij hij bij verstek werd veroordeeld tot 8 maan den gev. ter azke het opmaken van valsche contrac ten van verkochte stofzuigers, ten name van de wed. Glijsteen, en de heeren Beumcr en Gerlachs, ten einde de provisie machtig te worden. Hij werkte ten behoeve van den heer Van der Zee te Medemblik, die geen wantrouwen koesterde ten opzichte van 7 hora ter hand gestelde valsche contracten. Het gebrilde, zoor fatsoenlijk uitziende jongmensch maakte door gebrek aan ernstig schuldbesef geen gunstigen indruk. De drie gefingeerde contractteeke- naars loochenden om strijd hun zoogenaamde hand- teekening. Door den Officier werd tegen dit onbetrouwbare exemplaar der stofzuigers-coloportcurs gevorderd be krachtiging van het hij verstek gewezen vonnis. Uitspraak in alle zaken a.s. Dinsdag. In de vergadering van den Raad op Woensdag 21 Februari 1934, opende de Voorzitter met de beste wenschen voor 1934. In zijn overzicht deelde spr. mede, dat in den krinR Groet sedert 192S het aantal huizen toenam met 3*. in den kring Schoorl met 74. Het aantal inwoners steeg in 1933 van 2229 tot 2262. Het vreemdelingenverkeer was zeer goed te noemen, vooral te Kamperduin was het bezoek zeer druk. De notulen werden goedgekeurd. Een groot aantal ingekomen stukken passeerde de hamer. Het verzoek van den heer II. Heringa, om salaris- verhooging werd In handen gesteld van B. en W. om prae-advies. Hetzelfde vindt plaats t.a.v. het ver zoek van J. Keote, tot stichting van een dienstwo ning in de nabijheid van de begraafplaats. Afwijzend werd beschikt op een verzoek van J. LGthoff te Leeuwarden, houdende verzoek tot ont heffing van het bepaalde bedoeld onder C sub. 6 van bet bestemmingsplan. Gunstig wordt beschikt op hot verzoek om voor schot van het R.K. Par. Kerkbestuur. Overeenkomstig het advies van den houtvester stellen B. en W. voor afwijzend te beschikken op bot verzook van F. Stonnol>erg tot het doen vellen van een nabij het voormalig Postkantoor aan bot raad huisplein staamlcn boom. De raad vcrcenigt zich met dit voorstel. Mej. T. Vis verzocht het doen rooien en snoeien van boomen, staande voor bare woning aan den Duinweg. Conform het advies van den houtvester wordt goedgevonden een drietal boomen te doen rooien. Dc heer Duin vroeg waarom de boom bij Mol door iemand uit Alkmaar geveld is. De Voorzitter deelt mede dat in Schoorl voor dat werk geen deskundige wns te vinden. Toegelicht wordt waarom niet aan de heeren Greub en Jansen is gevraagd. De heer Duin komt tegen de kosten op. OveTcnlcomstijr de missive van cGd. Staten van Noordholland stellen B. cn W. voor tot aanvulling en wijziging vnn het ambtenarenreglement 1931. met bepalingen betreffende politieke gezindheid e.d. der ambtenaren, een en ander ten verzoeke van den Mi nister vnn Binnenlandsche Zaken. De heeren Gutter, Duin en Schermer verklaren zich tegen beperking van de geestelijke vrijheid. De heer Gutter verklaarde zich ook sterk tegen 't ontslag van een vrouwelijk ambtenaar die gaat trouwen. Het resultaat van de bespreking is dat bet voorgestelde artikel wordt aangenomen, doch met de toevoeging, tenzij zij kostwinater is of wordt Dit amendement word aangenomen met 4 tegen 3 stemmen, tegen stemden de heeren Kaag, Dapper en Bül. Door Ged. Staten was het oordeel van den raad ge vraagd over penslocnverhaal tot het bij de wet vast gestelde maximum op de salarissen van burgemees ter, secretaris en ontvanger. Zooals bekend adviseer de dc afdeeling Noordholland van den Bond van Gemeente-ambtenaren om met dit pensioensverhnal nccoord to gaan, evenwel met intrekking dan van de thans geldende tijdelijke snlariskorting. B. en W. stellen voor zich accoord te verklaren HOOFDSTUK LIV. Harry had een kaars aangestoken, door dit licht geleid, daalden zij de steile wenteltrap ai. „Hij bracht mij dat voedsel de duivel!" Hij wees met een bevenden vinger naar de mand. „Bracht Dick het?" stamelde zij. Hij knikte. „Maar hij zal zijn zin niet hebben, 't Is vergiftigd!" Hij sloeg een servet open en wees op een pakje sandwiches, waarvan hij er een nam en de twee sneedjes scheidde. „Je kunt de kristallen op het vleesch zien glinsteren", zei hij, op zulk een bedaar den en gedecideerden toon, dat zij zich bijna ver beeldde het te zien. Toen nam hij de thermoflesch in de hand en be keek haar glimlachend. „Het was al te doorzichtig. Alleen een dwaas zou zich verbeelden dat hij mij zoo bedriegen kon." Hij deed flesch en sandwiches weer in de mand, en zei: „Kom!" waarna zij dieper in de onderaardsche ruim te doordrongen. Zij zag een groot gat in den vloer, en in het mid den daarvan stond een steen rechtop. „Ik heb beneden een lamp. Ik heb sedert lang alles hier in gereedheid gebracht voor zulk een geval van nood. Licht en voedsel en zooveel water als je wilt. Wil Jij voorgaan?" Hij was zeer voorkomend en beleefd, nam haar hand om haar te geleiden, en hield het licht zooda nig, dat zij de treden kon zien. Hij volgde haar on middellijk, na even getalmd te hebben om den steen op zijn plaats te brengen. „Wil jij de kaars vasthouden?" vroeg hij. Zij beefde zoo hevig, dat haar vingers weldra van gloeiend kaarsvet dropen, maar voelde dc pijn daar van niet; haar oogen waren als gehypnotiseerd op den man gevestigd. Hij stak een stormlantaarn aan, die naar zij ver- moeade, mot petroleum gevoed werd, en het duurde cenigen tijd voor de ruimte waar zij zich bevonden helder verlicht werd. Ze was tweemaal zoo groot als die er b^ven en noch de muren, doch de vloer, toon den teekenen van verval. Ze zag er bijna even niouw uit als toen do Normandisehe bouwmeesters hun werk aan de Zwarte Monniken van Chelfordbury opgeleverd hadden. Het eerste bizondere dat zij zag, waren twee jacht geweren, die in een hoek neergezet waren. De rich ting van heer oogen vo'gende. glimlachte Harry. „Ik zal mijn leven duur verkoopen", zei hij vast beraden. Het meubilair bestond tilt een zeer oude eettafel, waarvan het blad m'optcns vier duim dik was. een lange bank zonder leuning, een hoogen zetel, die veel van een bisschopszetel had. Zoover zichtbaar, waren er geen vensters, maar het plafond strekte zich niet geheel tot aan de muren uit, cn rondom scheen een open vlak te zijn, voor den al- en toevoer van lucht „Wacht hier even", zei hij. Hij nam het voorwerp, dat hij gedragen had, ont rolde het, en tot haar verbazing kuste hij het hart stochtelijk voor hij er mee naar een rustbed ging, dat nog niet door haar opgemerkt was. Hier stak hij het vast aan een houten pin. Zij zag nu was het was Het was het uit het portret gesneden hoofd van zijn moeder. „Hoe schoon!" zuchtte hij. „Hoe Hef! Nu kan mij niets ergs meer overkomen, Leslle!" cn hij glim lachte. „Richard haatte haar", ging hij voort. „Hij verzuimde geen gelegenheid om kwaad van haar to spreken. Men heeft mij verteld dat hij tijdens mijn afwezigheid met do bedienden naur de bibliotheek ging en met hen deze schoone martelares hoonde en bespotte!" „Welk een leugen, Harrv! Je weet. dat Dick nooit tot zooicts in staat zou zijn", zei zij, zich geroepen voelende om Dick te verdedigen. „Jij kent Dick niet. Dick, dat is zoo duidelijk als iets, is de Zwarte Monnik. Dat ontdekte ik pas een week ol twee geleden, toen ik in zijn kamer do pij in een doos aantrof. Hij had vergeten die op te ber gen." Zij geloofde de eenige waarheid, dat hij haar ge zegd had, niet, maar achtte het, op zijn zachtst uitgedrukt, ondiplomatisch om met hem te redetwis ten. „Harry, ik kan hier niet blijven, dat weet je", zei zij. „Er is hier maar één kamer, en ik kan niet buiten mijn dagelijksch bad..." Hij liep door de kamer, trok een voorhangsel van zakkengoed weg. en wees. „Daar zul je alles vinden, wat Je noodig hebt", zei hij. „Deze kamer is voor jou. Ik slaap boven, en kom alleen beneden bij het eerste toeken van ge vaar, dat jou of mij dreigt. De toestand vereischt moed en geduld, en ik weet, dat mijn aanstaande vrouw dio eigenschappen in hooge mate bezit." Hij was weer zoo vriendelijk en joviaAl mogelijk. ,.Fn voorts, hier zijn boeken om te lezen in over vloed ik bracht ze uit huls hier. Ze waren vrij zwaar, en ik moest het pak een eindweegs slcepen, maar ze zijn er toch." Eerst nu werd zij een stapel boeken gewaar, en nam er een af. „Je leest geen Dultsch! Dat heb je me eens gezegd geloof Ik. Dat is Jammer, want dit is een zeer oefend verhaal uit den tijd der vroegere Che'fords, liet zal je aangenaam zijn om te vernemen dat ik weet waar de schat ligt. Het was niet moeilijk. Ik wist along, dat hij in de bovenkamer achter de twee de deur ligt" „Heb je deze plaats al lang gekend?" Hij knikte. „Al zes jaren. Ik ontdekte haar op den een en twintigsten verjaardag van den dood van mijn moeder. Ik moest eigenlijk zeggen, „ver moording", want het lijdt geen twijfel of mijn vader die met alle ondeugden vnn Dick behebt was, ver moordde haar hij hing haar op." Haar gezicht vertrok van afgrijzen. ?,ïn die ka mer?" zei zij, met schorre stern. „Achter de deur?" Hij knikte. „Do zaak werd in den doofpot gestopt. Mijn slimme vader was een te groot man om tot levenslang veroordeeld te worden, en het praatje werd rondgestrooid, dat zij de hand aan zichzelve geslagen had." Zij wist dat teder van zijn woorden een leugen was, maar hij sloeg er geloof aan. Hij legde haar ge heel normaal uit hoe zij licht kon maken en hoe zij water kon scheppen uit een schijnbaar bodetn- loozen onderanrdschen put, en vertelde haar zelfs, dat de Zwarte Monnik dezo ruimte tot zijn eigen oogmerken had laten maken. ..Mijn eerste mecning was, dat hier nog een andero uitgang moest zijn, of liever een ingang voor zijn vreemdsoortige vrienden, maar het gelukte mij niet dien te ontdekken." Hij nam een van de geweren In de hand, opende en sloot den grendel als iemand, die er verstand van heeft, ging twee treden op, en maakte den zwamn eiken balk los, die den steen op zijn plaats hield. De steen draaide om zijn spil. en het kwam een oogenhlik hij haar op om hem vast te maken, zoodra hij zich gesloten had, mnnr Harry raadde blijkbaar haar gedachten, want zij hoorde hem een platten steen naar den rand van het gat sleepen. en dio zoodanig plaatsen, dat de opening niet geheel sloot. „Goeden nacht, Leslie". zei hij, door zijn briilegla- zon naar haar turende. .Afijn licht zal je niet hinde ren? Ik wil nog een hoofdstuk lezen voor ik ga sla pen." Gedurende een kwartier word de stilte door geen geluid verbroken. Zij zat op het bed, do handen om haar knieën gestrengeld. Toen hoorde zij hem aan komen, en haar adem ging sneller, maar hij had haar slechts Iets te vragen. „Zeg eens, Leslie, heeft Thomas ook familiebetrek kingen nagelaten? Ik zou grnng voor hun toekomst zorgen. De man htng mij de keel uit, en ik heb er waarlijk geen berouw van. dat ik hem doodde. Mnnr Ik r.ou n?e( graag willen dat zijn familie onder mijn rechtmatige daad zoti lijdpn Zij schudde het hoofd. „Ik weet het niet", zei zij, en haar eigen stem kwam haar vreemd voor. Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1934 | | pagina 6