Arrondissementsrechtbank te Alkmaar.
De Zwarte Monnik
Raad Schccrl.
HONIG'S OSSESTAARTSOEP 6 borden voor 20 ets.
MEERVOUDIGE STRAFKAMER.
Zitting van Dinsdag 20 Februari.
Den Helder.
DE FILM WERD WEER VOORTGEDRAAID,
OPNIEUW STOPGEZET F.N
De rechtbank had heden weer voor de lens gezet
de rolprent uit Den Helder, waarin de verlofhouder
A. Joh. Per. van N., caféhouder aan den Kanaalweg,
de hoofdrol speelde. Hot betrof hier een overtreding
der Ileldcrsche politicverordening, houdende het ver
bod consumptie-gebruikende dames in de verlofzaak
aanwezig te hebben. De heer van N., was deswege
door den Ilelderschen Kantonrechter veroordeeld,
doch in hoogcr beroep gekomen, welk appèl op 16 Jan.
was behandeld, doch geschorst, ten einde den briga
dier Horsman, door ziekte verhinderd, te hooren.
Voorts had mr. de Groot, de verdediger, nog een
dame als getuige décharge doen dagvaartien. De
brigadier verklaarde, meermalen in de bedoelde ver
lofzaak te zijn geweest en had de dame in kwestie in
de gelagkamer zien zitten in gezelschap van heeren.
Voorts een voormalige dienstbode van de appellant,
gehoord op verzoek der venlediging, die 'n verkla
ring aflegde, in flagranten strijd met hetgeen door
de politie was genoteerd. Zij was, verklaarde zij
thans, volkomen vrij in haar doen en laten, doch
voorheen had zij zich uitgelaten, dat zij onder zeke
re pressie stond. Volgens verdediger had deze juf
frouw een andero verklaring afgelegd, omdat haar
naam voluit in do courant had gestaan.
Meineed?
De Officier nam echter met dere retirade van ge
tuige geen genoegen en vorderde het opmaken van
proces-verbaal en schorsing der behandeling. Haar
verklaring werd alsnu door den president, Mr. Lede-
boer opgenomen en door den griffier voorgelezen,
waarop zij teekende.
De zaak zal nu door den Rechter-Commissaris wor
den onderzocht
DenHelder.
DE HARDHANDIGE TAPPER.
De 50-jarige heer Pieter Jac. van der K., caféhouder
te Den Helder, kreeg cenigen tijd geleden een hoog-
loopende ruzie met een zijner bezoekers, zekeren heer
Christiaan Jansen, voormalig Alkmaarder, en thans
ook caféhouder te Den Helder over de min of meer
dere omzet bier, die werd geschonken of eenig ander
belangrijk vak onderwerp, waarbij de heer K. zóó
werd goirritcerd, dat hij tot handtastelijkheden over
ging en zijn collega 'n tik met een bierglas toedien
de. Volgens verdachte had Jansen, die vóór het buf
fet stond, bewegingen gemaakt om er ook op los te
slaan, waarop hij uit tactische overwegingen zoo vrij
was, Jansen vóór te zijn. De eerste klap wordt op 1
daalder getaxeerd, niet waar! Later werd de klop
partij in het café voortgezet, viel Jansen op den
grond, ontving hij van den zenuwachtigen heer van
tle.r I\. nog één of meer stompen en werd toen de
cafédeur uitgeslingerd.
De heer Jansen diende nu een rekening in van
schade aan lijf en goederen en arbeidsverzuim ten
bedrage van f 87.50. gespecificeerd als volgt: verple
ging hospitaal f 17.50, pak uitgestoomd f 5.90, ver
nielde hoed en overhemd f 4.10 en arbeidsverzuim 2
keer f 30 is 60 gulden.
Dit laatste bedrag vond de heer v.d K. rijkelijk
hoog, tegen de andere vorderingen had hij geen be
zwaar, maar I 10 per week was hij bereid toe te
staan, dus werd de vordering van mijnheer Jansen
gereduceerd tot f 47.50. Voorts werden nog als getui
gen gehoord de le klas marinier de Haas en 'n kor-
poraal-constabel, die unaniem verklaarden, dat Jan
sen onder den invloed had verkeerd en den caféhou
der had geprikkeld door zijn provoceerend gewouwel.
Volgens korporaal v. d. Bogaard was de hoofdwond
.niet het gevolg van den slag met het bierglas, wel
misschien van den val, die Jansen maakte.
De Officier was heel gematigd en vorderde slechts
i 15 boete of 15 dagen.
'Alkmaar.
HET „HOOGER OP" GEZOCHT.
De bekende all-round handelaar Gerrit Sch. te Alk
maar was op 27 Octobcr door den kantonrechter ver
oordeeld tot f 12 boeto of 12 dagen, omdat hij zijn
zwarte knecht Jan Apeldoorn met de vrachtauto naar
het station zou hebben gezonden, zonder dat dit jeug
dig factotum bevoegd was tot besturing. Hij zou tot
dit jongmensch hebben gezegd: Rij maar buiten de
stad, want als de politie je ziet, ben je er bij!
Nu, de politie, vertegenwoordigd door agent Staats,
zag hem dan ook inderdaad, doch lapte niet Jan
Apeldoorn, maar de baas er zelf bij. De veroordeelde
ontkende echter pertinent alles. De jongen was uit
FEUILLETON
DOOR
EDGAR WATJ.ACE.
49.
En nu, toen Leslio In de verte het aanroepen door
een stem hoorde, zag zij in den maneschijn zijn ge
zicht. Hij was ongeschoren, met ongekamde haren,
zijn aangezicht en handen waren vuil; hij droeg
geen boord, en stond daar met blooten hals en in
lange gekleedc jas, met verwilderd uiterlijk. Ze week
langzaam achteruit, vol schrik en afschuw, maar
toen greep hij haar stevig bij de polsen.
„Als je gilt, gooi ik je in de rivier en houd je on
dergedompeld tot je dood bent", fluisterde hij op
zulk een bedaarden en zakelijken toon, dat zij zijn
woorden bijna niet voor ernst kon opnemen.
En toch werd haar door een inwendige stem ge
zegd, dat 't hem niet alleen hittere ernst was, maar
dat zij in doodsgevaar verkeerde. Hij bleel haar
pols omklemmen, of zij zou omgekeerd en op de
vlucht geslagen zijn, hoewel zij weinig kans gehad
zou hebben om het te winnen van een man, dio in
zijn schooljaren een sprinter van naam geweest was.
Nu schoot haar iets anders te binnen en hot werd
haar wee om het hart Harry Alford was op school
de captain van zijn team geweest en had in Bislcy
alle prijzen behaald. Deze bleeke, blocdarme jonge
man was de beste schutter van zijn tijd. De beste
schutter! Zij dacht nu aan den kogel, die voor haar
bestemd geweest was, en zij voelde zich door zijn
band voortgesleept, maar sprak geen woord. Op dit
critieke oogenblik moest zij haar zenuwen de baas
blijven.
Zij hadden de richting van do ruïnen ingeslagen. Bij
het begin van den hollen weg stonden twee man
nen op post, had Puttier haar gezegd; deze moesten
haar weldra zien. Maar Harry ging niet verder dan
den vervallen toren en hier bleef hij staan en school
het steenblok opzij.
Nu begreep zij het; zij zouden afdalen naar het
griezelige hol. dat zij met Dick hezorht had. Dirk
Alford wist. dat zijn broer zich daar schuil hield! Zij
was hier zeker van, lang voor haar oog gevallen was
op de mand met spijzen, die, nog vol, onderaan de
trap stond.
zich zelf maar zoo vrijpostig geweest en Gerrit had
nog een zijner kinderen uitgezonden om den roeke-
loozen knecht terug te roepen. Hij accepteerde dan
ook dit vonnis niet en verscheen heden in hooger be
roep, om zoo mogelijk revanche te verwerven. Door
appellant werd alsnu zijn vrouw als getuige a dé-
scharge gepresenteerd.
Het hooger beroep werd voor Gerrit een succes,
aangezien de Officier vrijspraak requireerde, omdat
het wettig en overtuigend bewijs niet was te leveren.
Alkmaar.
EEN JONGELING MET EEN „VERLEDEN".
Wij behoeven de lezers van dezo romantische ru
briek heusch den Alkmaarschen kellner Frans B.
niet meer te presenteeren. Deze voorstelling is al zoo
dikwerf geschied, dat hij langzamerhand kan worden
ingedeeld onder de afdeeling: oude kennissen. Ech
ter, het meervoudig strafcollege had die eer nog niet
overmatig genoten, omdat de besognes van den heer
B. gewoonlijk van weinig beduidenden aard zijn en
ressorteeren onder den kantonrechter. Het was dan
ook deze magistraat, die Frans consequent had ver
oordeeld tot f 3 boete of 3 dagen, ter zake het fiets-
rijden met 3-op-ecn-rijtje, welke onhebbelijkheid bij
druk verkeer door politieverordening is verboden. De
heer Frans B. ging echter met het verbaal van agent
Heijdenrijk noch met het vonnis absoluut niet ac-
coord. Hij verzekerde met de hand op het hart, dat
hij beslist niet bad behoord tot een peddelend over
trederstrio, kocht 'n kaarftje voor hooger beroep,
waarmede het college zich thans occupeerde. De ap
pellant voerde een gelijk verweer als voor den kan
tonrechter, maar vond den verbalisant even pertinent
tegenover zich.
De Officier schaardo zich aan de zijde van den Kan
tonrechter cn requireerde bevestiging, zoodat de
kans groot is, dat Frans nu zijn recht zal moeten
zoeken bij den Hoogen Raad.
Castricura.
DE BUSCHAUFFEUR GAF HET NIET OP.
Op 30 Juli van het vorige jaar volgens oude kro
nieken had de heer Rinke G. 'n Ilaariemsche auto
busbestuurder, onder Bakkum bij het achterop cn
voorbij rijden van een oud, maar glimmend opge
poetst Fordje, waarin gezeten een gezelschap uit Be
verwijk, die de Zuiderzeewerken en familie te Eg-
mond-Binnen had bezocht, zooals men het noemt
in de „soep" gereden. Bij het te vroeg optrekken naar
rechts kreeg de Ford een opstopper, dat het gehecle
zaakje in een droge sloot terecht kwam, de inzit
tenden danig werden dooreen geschud en de Ford
leelijk werd beschadigd. Bedoelde chauffeur stond
terecht voor den kantonrechter te Alkmaar, waar hij
alle schuld ontkende, sprak van onhandige Zondag
rijders, die den weg onveilig maakten enzoovoort
Niettegenstaande dit verweer scheen echter de kan
tonrechter den heer G. als een Zondagsrijder te lie-
schouwen en werd hij veroordeeld tot f 20 boete of
10 dagen, alsmede een schadevergoeding van f 50.—.
De chauffeur was thans geweldig beslagen ton ijs
gekomen, en paradeerde met Mr. Verdoorn als ver
dediger en een geheele sectie getuigen a décharge,
(buspatiënten. Naar zijn meening was hij onrecht
vaardig veroordeeld. De heer PleginR, eigenaar en
passagier van de mishandelde Ford, had tevoren do
bus zien voorbij rijden en maakte toen verrukt de
opmerking: „Wat is dat een mooie bus", toen volgde
de aanrijding en was al het „mooi" er af.
De eerste getuige was de heer Jan Braken
hof, tuinder te Bakkum, die met zijn vrouw getuige
was van do aanrijding, en verklaarde, dat door de
aanrijding van den bus do ford in de Beek was ge
reden. Zijn smakelijk relaas verwekte meermalen
den lachlust. Volgens verdediger was het knaleffect
van dezo zaak te zoeken in een knal, waarvan ver
ondersteld werd, dat een band van de ford was ge
sprongen. Schokken waren door de buspassagiers,
ter zitting tegenwoordig, niet gevoeld, doch zij von
den het wel shocking, dat do ford er zoo naar aan
toe was. Overigens had het leger getuigen A dé
charge zakelijk niet veel te beteekenen. Positief kon
niemand iets verklaren.
De officier koos in casu de qualitelt en niet de
quantiteit der getuigen en vermeendo dat vooral
Brakenhof de schaal in het nadeel van appallant
deed overslaan, reden waarom de officier bevestiging
van het gewezen vonnis vorderde.
Mr. Verdoorn zong op de melodie van: Ik heb 'n
wagen, volgeladen... natuurlijk een geheel ander lied
en concludeerde na uitvoerige uiteenzetting en lof-
tulglng op de bekwaamheid van zijn cliënt, vrij
spraak.
O t e r 1 e e k-A 1 k m a a r.
BAANSTROOPERS IN OTERLEFK.
Het bekende inbrekers trio, dat ook Alkmaar veel
sensatie verschafte, bestaande uit de heeren Lamber-
tus B., Hendrik KI., cn nummer drie, ditmaal ge
remplaceerd door Hendr. Sw., verscheen ook thans,
geescorteerd door een geheele brigade rijksveldwach
ters, in de middagzitting, teneinde verantwoording
at te leggen Wegens een op 7 Sept. te Oterleek, ten
huize van den landbouwer Tamis Ruiter gepleegde
diefstal met braak, waarbij een tamelijk groot aan
tal sierraden, waaronder gouden en zilveren voor
werpen, paarlen, juweelen, gouden kappcstcl, arm
banden en ringen, werden buitgemaakt. Do heeren
hebben toen den volgenden dag te Hoorn hot geroof
de te gelde gemaakt, zulks onder geleide van den
welbekenden Frans Tepe, een los arbeider en koop
man te Alkmaar. Niet minder dan 3 verdedigers wa
ren gemobiliseerd, Mr. v. Dijk, Mr. Joz. Jitta en Mr.
Prins.
De drltte im Bunde der verdachten, H. W. S. is
een „pornograaf" oftewel handelaar in onbehoorlijke
plaatjes, zoo men ons meedeelde.
Door den landbouwer Ruiter werd verklaard dat
hij op gezegden datum met zijn vrouw naar Stomne-
toren was gegaan en bemerkte 's avonds aan de ios
staande deur, dat er iets niet in den haak was.
Bij nadere inspectie van de woning ontdekte men
den belangrijken diefstal. Zijn verklaring werd on
derschreven door zijn echtgenoote. De geroofde kost
baarheden bevonden zich grootendeels in een trom
mel, staande op de beddeplank. Alles was voorts in
huis overhoop gehaald.
(De oude vader van een der verdachten kreeg op
de publieke tribune een toeval en moest worden weg
gevoerd).
De diverse leden van dit illustre drietal waren
reeds verschillende malen veroordeeld voor veruio-
gensdelicton.
De hoer Hendrik T. had dienst gedaan als speur
hond en was do woning binnengedrongen, om to
zien of er wat te vinken viel. De heeren zouden
dien dag, zonder bepaald kwaad opzet, de Schermer
feesten hebben bezocht, en het was bloot toeval, dat
zij in de onbeheerde boerderij van Ruiter te Oter
leek terecht gekomen waren. Aanvankelijk waren
de heeren gearresteerd, doch bij gebrek aan bewijs
weer losgelaten. De tweede greep der justitie was
echter steviger, zooals uit het voorgaande verhaal is
gebleken.
Door den officier werd rekening gehouden met de
straf dio B. en K. nog voor andere feiten hadden op
te knappen en teghn hen ieder gevorderd 6 maanden
en tegen N. W. S. 1 Jaar gevangenisstraf gerequireerd
Mr. Josephus Jitta was zeer content met den eisch
van den officier, doch wierp uit kracht der gewoon
te nog een balletjo op van een nog lichter straf voor
zijn cliënt B.
Mr. van Dijk verzocht een voorw. veroordceling te
willen overwegen voor K.
Mr. Prins was de meest teleurgestelde der verde
digers en wenschte, wat zijn cliënt S. betrof, zoo mo
gelijk een reclasseeringsondcrzoek en als gevolg een
gecombineerde stral.
Alkmaar.
HET HINKENDE PAARD.
Als het bekende hinkende paard kwam de gids
Frans T. achter de inbrekers aan en stond nu terecht
wegens heling, op grond van het feit. dat hij 10 gul
den als geschenk uit de opbrengst van de Oterlecker
kraak had aangenomen, alsmede dat hij had verbor
gen een door diefstal verkregen bloedkoralen ketting.
Na kennisneming van de inbraak was Frans met zijn
echtgenoote Dicuwor, die lator buiten vervolging is
gesteld, naar Hoorn gereisd in gezelschap van hee
ren inbrekers. Aldaar had hij een adres van afzet
opgeschommeld en ontving als belooning van bewe
zen diensten f 10. De bloedkoralen ketting had Frans
van Lambertus B. ontvangen, doch dit sieraad later
in het water geworpen, na de ketting in stukken te
hebben gebroken.
De houding van Frans week sterk af bij zijn op
treden bij den rechtor-commissnris. Daar had hij al
les grif bekend, doch thans hield hij zich aanvanke
lijk van den domrno om later na een toovcrwoord
van zijn verdediger Mr. Belonje. weer zijn oorspron
kelijke erkentenis to stahlliseeren.
Tegen den ouden zondaar Frans T., die een belang
rijken staat van dienst kon overleggen, hij werd 15
keer veroordeeld voor diverse strafbare feiten werd
gevorderd 1 jaar en 6 maanden gev.
Verdachte wees er op, dat hij gedurende 8 jaar uit
de gevangenis wns gebleven.
Mr. Belonje wilde genade voor recht laten gelden
en verzocht voor zijn cliënt wat betere condities cn
hem clementie te bewijzen.
Hoorn.
STOFZUIGERSVERDRIET.
Laatste verdachte was de 28 jarige handelsreiziger
Roelof de Vr„ wonende te Hoorn, thans tijdelijk in
rijkspension te Arnhem, alwaar hij een gevangenis
straf ondergaat, hem opgelegd door de rechtbank te
Utrecht, ter zake oplichting. Hij was in verzet geko
men tegen een vonnis der rechtbank te Alkmaur,
waarbij hij bij verstek werd veroordeeld tot 8 maan
den gev. ter azke het opmaken van valsche contrac
ten van verkochte stofzuigers, ten name van de wed.
Glijsteen, en de heeren Beumcr en Gerlachs, ten
einde de provisie machtig te worden. Hij werkte ten
behoeve van den heer Van der Zee te Medemblik, die
geen wantrouwen koesterde ten opzichte van 7 hora
ter hand gestelde valsche contracten.
Het gebrilde, zoor fatsoenlijk uitziende jongmensch
maakte door gebrek aan ernstig schuldbesef geen
gunstigen indruk. De drie gefingeerde contractteeke-
naars loochenden om strijd hun zoogenaamde hand-
teekening.
Door den Officier werd tegen dit onbetrouwbare
exemplaar der stofzuigers-coloportcurs gevorderd be
krachtiging van het hij verstek gewezen vonnis.
Uitspraak in alle zaken a.s. Dinsdag.
In de vergadering van den Raad op Woensdag 21
Februari 1934, opende de Voorzitter met de beste
wenschen voor 1934. In zijn overzicht deelde spr.
mede, dat in den krinR Groet sedert 192S het aantal
huizen toenam met 3*. in den kring Schoorl met 74.
Het aantal inwoners steeg in 1933 van 2229 tot 2262.
Het vreemdelingenverkeer was zeer goed te noemen,
vooral te Kamperduin was het bezoek zeer druk.
De notulen werden goedgekeurd.
Een groot aantal ingekomen stukken passeerde
de hamer.
Het verzoek van den heer II. Heringa, om salaris-
verhooging werd In handen gesteld van B. en W.
om prae-advies. Hetzelfde vindt plaats t.a.v. het ver
zoek van J. Keote, tot stichting van een dienstwo
ning in de nabijheid van de begraafplaats.
Afwijzend werd beschikt op een verzoek van J.
LGthoff te Leeuwarden, houdende verzoek tot ont
heffing van het bepaalde bedoeld onder C sub. 6
van bet bestemmingsplan.
Gunstig wordt beschikt op hot verzoek om voor
schot van het R.K. Par. Kerkbestuur.
Overeenkomstig het advies van den houtvester
stellen B. en W. voor afwijzend te beschikken op bot
verzook van F. Stonnol>erg tot het doen vellen van
een nabij het voormalig Postkantoor aan bot raad
huisplein staamlcn boom. De raad vcrcenigt zich
met dit voorstel.
Mej. T. Vis verzocht het doen rooien en snoeien
van boomen, staande voor bare woning aan den
Duinweg. Conform het advies van den houtvester
wordt goedgevonden een drietal boomen te doen
rooien.
Dc heer Duin vroeg waarom de boom bij Mol door
iemand uit Alkmaar geveld is.
De Voorzitter deelt mede dat in Schoorl voor dat
werk geen deskundige wns te vinden. Toegelicht
wordt waarom niet aan de heeren Greub en Jansen
is gevraagd.
De heer Duin komt tegen de kosten op.
OveTcnlcomstijr de missive van cGd. Staten van
Noordholland stellen B. cn W. voor tot aanvulling
en wijziging vnn het ambtenarenreglement 1931. met
bepalingen betreffende politieke gezindheid e.d. der
ambtenaren, een en ander ten verzoeke van den Mi
nister vnn Binnenlandsche Zaken.
De heeren Gutter, Duin en Schermer verklaren
zich tegen beperking van de geestelijke vrijheid.
De heer Gutter verklaarde zich ook sterk tegen 't
ontslag van een vrouwelijk ambtenaar die gaat
trouwen. Het resultaat van de bespreking is dat bet
voorgestelde artikel wordt aangenomen, doch met
de toevoeging, tenzij zij kostwinater is of wordt
Dit amendement word aangenomen met 4 tegen 3
stemmen, tegen stemden de heeren Kaag, Dapper en
Bül.
Door Ged. Staten was het oordeel van den raad ge
vraagd over penslocnverhaal tot het bij de wet vast
gestelde maximum op de salarissen van burgemees
ter, secretaris en ontvanger. Zooals bekend adviseer
de dc afdeeling Noordholland van den Bond van
Gemeente-ambtenaren om met dit pensioensverhnal
nccoord to gaan, evenwel met intrekking dan van
de thans geldende tijdelijke snlariskorting.
B. en W. stellen voor zich accoord te verklaren
HOOFDSTUK LIV.
Harry had een kaars aangestoken, door dit licht
geleid, daalden zij de steile wenteltrap ai.
„Hij bracht mij dat voedsel de duivel!" Hij
wees met een bevenden vinger naar de mand.
„Bracht Dick het?" stamelde zij.
Hij knikte. „Maar hij zal zijn zin niet hebben, 't Is
vergiftigd!"
Hij sloeg een servet open en wees op een pakje
sandwiches, waarvan hij er een nam en de twee
sneedjes scheidde. „Je kunt de kristallen op het
vleesch zien glinsteren", zei hij, op zulk een bedaar
den en gedecideerden toon, dat zij zich bijna ver
beeldde het te zien.
Toen nam hij de thermoflesch in de hand en be
keek haar glimlachend.
„Het was al te doorzichtig. Alleen een dwaas zou
zich verbeelden dat hij mij zoo bedriegen kon." Hij
deed flesch en sandwiches weer in de mand, en zei:
„Kom!" waarna zij dieper in de onderaardsche ruim
te doordrongen.
Zij zag een groot gat in den vloer, en in het mid
den daarvan stond een steen rechtop.
„Ik heb beneden een lamp. Ik heb sedert lang
alles hier in gereedheid gebracht voor zulk een geval
van nood. Licht en voedsel en zooveel water als
je wilt. Wil Jij voorgaan?"
Hij was zeer voorkomend en beleefd, nam haar
hand om haar te geleiden, en hield het licht zooda
nig, dat zij de treden kon zien. Hij volgde haar on
middellijk, na even getalmd te hebben om den steen
op zijn plaats te brengen.
„Wil jij de kaars vasthouden?" vroeg hij.
Zij beefde zoo hevig, dat haar vingers weldra van
gloeiend kaarsvet dropen, maar voelde dc pijn daar
van niet; haar oogen waren als gehypnotiseerd op
den man gevestigd.
Hij stak een stormlantaarn aan, die naar zij ver-
moeade, mot petroleum gevoed werd, en het duurde
cenigen tijd voor de ruimte waar zij zich bevonden
helder verlicht werd. Ze was tweemaal zoo groot als
die er b^ven en noch de muren, doch de vloer, toon
den teekenen van verval. Ze zag er bijna even niouw
uit als toen do Normandisehe bouwmeesters hun
werk aan de Zwarte Monniken van Chelfordbury
opgeleverd hadden.
Het eerste bizondere dat zij zag, waren twee jacht
geweren, die in een hoek neergezet waren. De rich
ting van heer oogen vo'gende. glimlachte Harry.
„Ik zal mijn leven duur verkoopen", zei hij vast
beraden.
Het meubilair bestond tilt een zeer oude eettafel,
waarvan het blad m'optcns vier duim dik was. een
lange bank zonder leuning, een hoogen zetel, die
veel van een bisschopszetel had. Zoover zichtbaar,
waren er geen vensters, maar het plafond strekte
zich niet geheel tot aan de muren uit, cn rondom
scheen een open vlak te zijn, voor den al- en toevoer
van lucht
„Wacht hier even", zei hij.
Hij nam het voorwerp, dat hij gedragen had, ont
rolde het, en tot haar verbazing kuste hij het hart
stochtelijk voor hij er mee naar een rustbed ging,
dat nog niet door haar opgemerkt was. Hier stak hij
het vast aan een houten pin. Zij zag nu was het was
Het was het uit het portret gesneden hoofd van zijn
moeder.
„Hoe schoon!" zuchtte hij. „Hoe Hef! Nu kan mij
niets ergs meer overkomen, Leslle!" cn hij glim
lachte. „Richard haatte haar", ging hij voort. „Hij
verzuimde geen gelegenheid om kwaad van haar to
spreken. Men heeft mij verteld dat hij tijdens mijn
afwezigheid met do bedienden naur de bibliotheek
ging en met hen deze schoone martelares hoonde en
bespotte!"
„Welk een leugen, Harrv! Je weet. dat Dick nooit
tot zooicts in staat zou zijn", zei zij, zich geroepen
voelende om Dick te verdedigen.
„Jij kent Dick niet. Dick, dat is zoo duidelijk als
iets, is de Zwarte Monnik. Dat ontdekte ik pas een
week ol twee geleden, toen ik in zijn kamer do pij
in een doos aantrof. Hij had vergeten die op te ber
gen."
Zij geloofde de eenige waarheid, dat hij haar ge
zegd had, niet, maar achtte het, op zijn zachtst
uitgedrukt, ondiplomatisch om met hem te redetwis
ten.
„Harry, ik kan hier niet blijven, dat weet je", zei
zij. „Er is hier maar één kamer, en ik kan niet
buiten mijn dagelijksch bad..."
Hij liep door de kamer, trok een voorhangsel van
zakkengoed weg. en wees.
„Daar zul je alles vinden, wat Je noodig hebt",
zei hij. „Deze kamer is voor jou. Ik slaap boven, en
kom alleen beneden bij het eerste toeken van ge
vaar, dat jou of mij dreigt. De toestand vereischt
moed en geduld, en ik weet, dat mijn aanstaande
vrouw dio eigenschappen in hooge mate bezit."
Hij was weer zoo vriendelijk en joviaAl mogelijk.
,.Fn voorts, hier zijn boeken om te lezen in over
vloed ik bracht ze uit huls hier. Ze waren vrij
zwaar, en ik moest het pak een eindweegs slcepen,
maar ze zijn er toch."
Eerst nu werd zij een stapel boeken gewaar, en
nam er een af.
„Je leest geen Dultsch! Dat heb je me eens gezegd
geloof Ik. Dat is Jammer, want dit is een zeer
oefend verhaal uit den tijd der vroegere Che'fords,
liet zal je aangenaam zijn om te vernemen dat ik
weet waar de schat ligt. Het was niet moeilijk. Ik
wist along, dat hij in de bovenkamer achter de twee
de deur ligt"
„Heb je deze plaats al lang gekend?"
Hij knikte. „Al zes jaren. Ik ontdekte haar op
den een en twintigsten verjaardag van den dood
van mijn moeder. Ik moest eigenlijk zeggen, „ver
moording", want het lijdt geen twijfel of mijn vader
die met alle ondeugden vnn Dick behebt was, ver
moordde haar hij hing haar op."
Haar gezicht vertrok van afgrijzen. ?,ïn die ka
mer?" zei zij, met schorre stern. „Achter de deur?"
Hij knikte. „Do zaak werd in den doofpot gestopt.
Mijn slimme vader was een te groot man om tot
levenslang veroordeeld te worden, en het praatje
werd rondgestrooid, dat zij de hand aan zichzelve
geslagen had."
Zij wist dat teder van zijn woorden een leugen
was, maar hij sloeg er geloof aan. Hij legde haar ge
heel normaal uit hoe zij licht kon maken en hoe
zij water kon scheppen uit een schijnbaar bodetn-
loozen onderanrdschen put, en vertelde haar zelfs,
dat de Zwarte Monnik dezo ruimte tot zijn eigen
oogmerken had laten maken.
..Mijn eerste mecning was, dat hier nog een andero
uitgang moest zijn, of liever een ingang voor zijn
vreemdsoortige vrienden, maar het gelukte mij niet
dien te ontdekken."
Hij nam een van de geweren In de hand, opende
en sloot den grendel als iemand, die er verstand van
heeft, ging twee treden op, en maakte den zwamn
eiken balk los, die den steen op zijn plaats hield.
De steen draaide om zijn spil. en het kwam een
oogenhlik hij haar op om hem vast te maken, zoodra
hij zich gesloten had, mnnr Harry raadde blijkbaar
haar gedachten, want zij hoorde hem een platten
steen naar den rand van het gat sleepen. en dio
zoodanig plaatsen, dat de opening niet geheel sloot.
„Goeden nacht, Leslie". zei hij, door zijn briilegla-
zon naar haar turende. .Afijn licht zal je niet hinde
ren? Ik wil nog een hoofdstuk lezen voor ik ga sla
pen."
Gedurende een kwartier word de stilte door geen
geluid verbroken. Zij zat op het bed, do handen om
haar knieën gestrengeld. Toen hoorde zij hem aan
komen, en haar adem ging sneller, maar hij had
haar slechts Iets te vragen.
„Zeg eens, Leslie, heeft Thomas ook familiebetrek
kingen nagelaten? Ik zou grnng voor hun toekomst
zorgen. De man htng mij de keel uit, en ik heb er
waarlijk geen berouw van. dat ik hem doodde. Mnnr
Ik r.ou n?e( graag willen dat zijn familie onder mijn
rechtmatige daad zoti lijdpn
Zij schudde het hoofd. „Ik weet het niet", zei zij,
en haar eigen stem kwam haar vreemd voor.
Wordt vervolgd.