Van ongeweten dingen.
De Zwarte Monnik
Hoe de grootste paarlendiefstal
wereld plaats had.
ter
Eckeners blinde passagier en
de lange arm.
Inplaats van onschatbare sieraden - acht
stnkjes suiker.
Het geheim na 21 jaar
onthuld.
Thans, ruim 21 jaar na het gebeurde,
kunnen wij aan de hand van mededee
lingen van een criminalist, die thans
voor de eerste maal over het geval
spreekt, het geheim van een geweldigen
paarlendiefstal onthullen. Dit was de
grootste paarlendiefstal ter wereld.
Veertig minuten, nadat de postbode in Londen-
Hattengarden bij den juwelier Max Mayer het aan-
gctcekende langwerpige pakje had afgeleverd, wa
ren de rechercheurs van I.onden en eenige minuten
later ook de politie autoriteiten in Parijs aan het
werk.
In het pakje waren, toen de agent van den ju
welier Max Mayer het in Parijs afgaf drie kameeén
en de waardevolste paarlenkettings ter wereld, be
staande uit 36 groote paarlen, echte „Oricnts", zoo
als de vakman zegt.
En toen men de zending in Londen opende vielen
uit een oud stukje van de „Echo de Paris" acht
stukjes suiker Honderdvijftigduizeiid pond sterling
waren de paarlen, laag geschat, waard. Eén millioen
achthonderdduizend gulden dus volgens de toenma
lige waarde. Het was begrijpelijk, dat eenige uren na
dezen opzienbarenden diefstal de politie in heel
Europa zich met deze aangelegenheid bezig hield.
De beste kriminalisten braken zich het hoofd er
over. De zending was van buiten gezien onbescha
digd, maar later vond men, dat in één der hoeken
een ietwat ander lak gebruikt was Daar niemand
tooveren kan, moest het pakje geopend en het doos
je met paarlen verruild zijn tegen de krant met
stukjes suiker. Maar waar?
Ergens tusschen Parijs en Londen? Ergens op het
postkantoor? Op weg van het postkantoor naar de
boot? Tijdens den overtocht over het Kanaal? In
Engeland op weg naar het postkantoor, op het post
kantoor in Engeland? Men onderzocht, controleerde!
Niets, in het geheel niets. Geen spcor, geen aan
knoopingspunt!
De mooiste paarlen ter wereld waren verdwenen
en niemand wist, wie de truc uitgehaald had.
Tienduizend pond belooning werden uitgeloofd
Maar niets werd gevonden. De geschiedenis geraak
te zoo langzamerhand wat in het vergeetboek. Daar
trad op een avond een man bij oen jongen juwelier
in Brussel binnen en vroeg hem of hij paarlen wil
de koopen. Prachtige paarlen! Goedkoop, heel goed
koop!
De juwelier dacht een oogenblik na. Dat moesten
de paarlen van Londen zijn. Hij nam een vriend in
vertrouwen, reisde met hem naar Londen, lichtte de
politie en de verzekeringsmaatschappijen in en liet
den man, die in Brussel de offerte aad gemaakt we
ten, dat hij wilde koopen.
Deze man, die de offerte had gemaakt, kwam met
twee elegant gekleede heeren terug. Een onderhoud
had plaats in een theesalon in Holhorn. Men praatte
niet zooveel om de zaak heen. maar liet de paar
len zien. De heeren droegen die in een lucifersdoosje
bij zich. Men kwam overeen, dat de paarlen in ge
deelten en steeds tegen contant geld overgenomen
zouden worden. Een kleine betaling voor twee klei
nere parels werd onmiddellijk gegeven. Maar sinds
deze samenkomst werden de beide elegante heeren
FEUILLETON
DOOR
EDGAR WALLAGE.
voortdurend bewaakt. Eens toonden zij de „ge-
interesserden" zelfs alle sieraden, de heele ketting.
Maar de politie wilde het geheele complot uit
roeien, en ging eerst eenige dagen later tot gevan
genneming over, toen ook nog twee andere mannen
zich bij de twee heeren hadden gevoegd. In het sta
tion van de underground bij het Britsch Museum
arresteerde men de mannen. De bende had men nu
wel, maar niet de paarlen.
Die werden eenige weken later gevonden In een
goot, bij de halte van een omnibus door een arbei
der en deze gaf ze aan bet Islingion-politiebureau
af. Hij meende, dat het hier eenige gewone paarlen
betrof. Eerst op het bureau ontdekte men, dat men
de verdwenen paarlen teruggevonden had in een
cartonnen doosje in pakpapier.
De gearresteerden waren Silvermann, Cammi.
Grizzard en nog twee anderen, wier namen echter
niet mogen worden genoemd. Grizzard had de truc
52.
De onderste van de kleine openingen was bijna bin
nen riju hereik, maar het scheen niet de moeite
waard om er de hand naar uit te strekken. Het touw
van de lantaarn hield hem drijvende en de warmte
van het brandende licht was de eenige troost, dien
hij had.
„Dick!" Hij hoorde zijn naam in angstige spanning
Duisteren. „Dick, grijp mijn hand!"
Deze werd uit het onderste gat gestoken en uit alle
macht reikende, voelde hij zich om den pols vast
grijpen. Toen verloor hij zijn bezinning.
Toen hij bijkwam, lag hij in de frissche lucht; de
warmte van de zonnestralen maakte hem slaperig.
„Waar is Lcslie?" vroeg hij zich op zijn elleboog op
richtende.
De anderen keken hem wezenloos aan, denkende
dat hij in koorts ijlde.
„Hoe ben ik er uit gekomen?**
„Gilder daalde naar je af, toen hij je zag vallen.'
„Maar Lcslie greep mij om mijn pols," riep hij
woest. „Zij was daar zag jij haar niet. Puttier?"
Puttier schudde het hoofd. „Ik zag, dat u zich aan
den kant vasthield, juist toen het andere touw kwam
en Gilder schudde het hoofd. „Ik zag, dat u zich aan
Dick was de razernij nabij. „Zag je haar niet?
Hoorde je haar niet?"
Hij krabde op de been, en streek zijn hand moede
loos over zijn. voorhoofd. Had hij gedroomd? Had hijj.
in het begin van zijn doodsstrijd, een visioen gehad
Maar toch, c!s hij ooit in zijn leven van iets zeker ge
weest was, dan was het van dit. Leslie had haar
hand door het gat gestoken en zijn pols gevat. Hij
had den diamant in het licht zien schitteren, en
daarna herinnerde hij zich iets meer. Maar het was
Leslie geweest. Hij kon den druk van haar vingers
rond zijn pols nog voelen. Neen, het was geen droom
geweest. De vrouw, die hij liefhad, hield zich ergens
in de ingewanden van de aarde op. en hij was mach
teloos om haar te hulp te komen. Hij sloeg zijn han
den voor zijn gezicht en zijn schouders trokken
k rampachtig.
HOOFDSTUK LVIIL
Leslie twijfelde niet, of de houten dwarsbalk zou
houden. Zij was in staat om te gaan zitten, stopte
bedacht. Hij was in zijn tijd een van de gevaarlijkste
bandieten. Hij kreeg voor deze paarlengeschiedenis
zeven jaar. De anderen kwamen er met lagere straf
fen af. Twee werden als buitenlanders uitgewezen.
De vierde man heeft nooit weer zich aan een mis
drijf schuldig gemaakt en is tegenwoordig een rus
tig en gezien zakenman in Londen.
Grizzard had op de firma Max Mayer zijn oog la
ten vallen. Hij wist, dat tusschen Parijs en Londen
voortdurend juweelen en paarlen heen en weer wor
den verzonden. Hij deed nu tweeérlei.
Hij zelf ging naar Parijs en bespiedde den agent
van Mayer, ging hem schrede voor schrede na, wan
neer hij naar de post ging, waar hij zijn zendingen
afleverde, hoe hij zijn pakjes verzegelde. Hij oefen
de zich er in deze pakjes nauwkeurig te copicecren.
Met een krant en een stukje pakpapier. Maakte pre
cies dergelijke pakjes in dezelfde grootte, dikte,
lengte.
Vier maanden deed hij aldus
Intusschen zat zijn vriend Silvermann in Londen
in een bureau, dat vier huizen van de zaak der fir
ma Max Mayer gehuurd was. De postbode moest dus
eerst bij Silvermann voorbij komen. Eiken dag
bracht hij kleine pakjes voor Silvermann. Zij be
vatten niets, hadden echter nauwkeurig denzeifden
Op de vlucht voor 50 liter benzine.
Voor het gerecht te Plymouth is een 29 jarig avontu
rier wegens een voor 5 jaren beganen diefstal van
benzine tot 3 maanden gevangenisstraf veroordeeld.
In deze 5 jaren heeft deze man, Erik Charles Bonc,
verschillende stoutmoedige avonturen beleefd. Het
was ook deze Bone, die als blinde passagier in do
„Graaf Zeppelin" mee naar Amerika vloog.
„Indien Erik Charles Bone vroe
ger geboren was, zou hij misschien
een kleine Christoph Columbus zijn
geworden. Thans werd uit hem een
gestrafte!" Dat waren de woorden,
waarmee de verdediger den jon
gen Engelschman in de macht van
den „langen arm" moest laten. Mis
schien een beetje te overdreven ge
sproken. Maar Erik Charles Bone
heeft getoond veel moed te bezitten
Dat kan niet worden ontkend.
De aanleiding van alles was een
betrekkelijk nietig voorval. Een
kwajongensstreek. 50 Liter benzine
gestolen om een autoritje daarmee
te maken. Het kwam uit. Men
klaagde Bone aan. Hij liet auto en
vaderland in den steek en vluchtte.
Wegens 50 liter benzine wel te ver
staan. Dat was in 1929 in het voor
jaar.
In Plymouth legde een dikke
chef-constabel de stukken „Bone"
Dij de onafgewikkelde zaken. Hij,
de chef-constabel, kende het geheim
van den langen arm. Zoo'n haast
had de justitie niet met Erik Char
les Bone
Acht dagen na deze vlucht kwam
in Plymouth een briefkaart aan.
Afzender: E. Ch. Bone. Ontvanger:
de chef-constabel. Tekst: „Geachte
Heer! Ik ben in veiligheid! Ik
weet, dat de arm der gerechtigheid
lang is, maar hij is niet lang ge
noeg om mij te pakken. Met de
meeste hoogachting verblijf ik E.
Ch. Bone."
De chef-constabel glimlachte,
gerde zich over hot feit, dat hij de
kaart bij de stukken-Bone moest
voegen, terwijl zijn oudste spruit
postzegels verzamelde en deze kaart
uit Duitschland kwam en hij
wachtte.
Bone keek echter in Duitschland
mar een betrekking rond. Maar
ïeen, hier waren geen gouden her
ren te vinden. Doch in Amerika
.erwachtte hij een schitterende toe
komst.
Met het schip over? Dat was
moeilijk, want hij had geen geld en
->ok als hij als blinde passagier mee
ou trachten te gaan, kwam hij al-
ijd over England. Bone dacht aan
len langen arm en besloot er iets
anders op te vinden.
Destijds waren de Zeppelintorh-
:en de laatste sensatie. Bovendien
was daarbij maar één pascontrole,
die hij immers kon ontgaan.
Toen de „Graf Zeppelin" destijds
rijn eersten grooten Oceaanvlucht
maakte, zat ergens in een hoek ver
scholen deze Erik Charles Bone, die
het bestaan had, ongemerkt aan
boord te komen.
I.atcr heeft hij verteld, hoe dr.
F.ckener in groote woede hem ge
dreigd had hem met een valscherm
naar beneden te gooien. Een woord,
dat eenige honderden „blinden" er
van af gehouden heeft, eveneens
met een luchtschip te reizen.
De leider beval hem muisstil te
blijven, liet hem in de postkajuit
opsluiten, wierp hem verschrikke
lijke blikken toe en nam hein
eenigermate gedwongen mee over
den Oceaan.
Maar Erik Charles Bone moet wel
met het linkerbeen uit de Zeppelin
ijn gestapt, want alles in de Ver-
eenigde Staten ging hem slecht
In Salt Lake City, waar hij zich
onder geen beding tot het geloof
der Mormonen wilde laten bekee
ren, beschouwde men hem als las
»ig buitenlander, vroeg en verkreeg
zijn uitwijzing en men deporteerde
hem met „De President Roosevelt"
naar Engeland.
Het is de gewoonte, dat de namen
der gedeporteerden steeds met een
eerder schip naar het vaderland
gaan. Zoo kwam de lijst ook onder
de oogen van den chef-constabel
van Plymouth. Hij keek haar lang
zaam en bedachtzaam door.
Dien naam kende hij toch: „Erik
Charles Bone"! Hij koek de stuk
ken na en vond wat hij zocht
Toen „De President Roosevelt" te
Plymouth aankwam, stond do dik
ke chef consta!»el aan den steiger
en begroette mr. Rone, beleefd,
zooals de Rngelschen zelfs onder
den galg nog zijn.
„Mr. Bone, U ziet, dat de arm der
gerechtigheid toch langer is dan U
denkt Nu hebben wij U. Wij zullen
geen opzien wekken. Volgt U mij
stil en behoorlijk, zooals een wel
opgevoed man betaamt."
Bone is stil meegegaan. Hij zei
eenmaal slechts zuchtend, dat hij
gedacht had, dat de lange arm der
gerechtigheid intusschen zou zijn
verlamd. Maar hij moet zich wel
\ergist hebben.
Rechter W. T. Hutchings bezag
het geval door een scherpen bril,
las de briefkaart van den langen
arm, dio Bone niet zou kunnen be
reiken en legde hem drie maanden
dwangarbeid op wegens diefstal
van 50 liter benzine.
haar ooren dicht om het spektakel boven haar hoofd
niet te hooren, tot Ilarry's aanval van razernij voorbij
was. In eenzelfde krankzinnige woede, moest hij. na
het vermoorden van Thomas, zijn drift op deze kanier
gekoeld hebben; in een plotselinge vlaag van waan
zin moest hij naar buiten geloopen zijn. na zijn boe
ken van de plank genomen te hebben (het gescheur
de en vuile kussensloop, waarin hij ze weggesleent
had, was hier nog te zien) en had zich hier in dit
hol verscholen. Zij nam haar vingers uit haar ooren;
hij zat erbarmelijk te kermen, maar dat was tenmin
ste aan te hooren. Gelukkig had zij bij het aanklee-
den haar polshorloge omgedaan, zoodat zij den tijd
kon bijhouden. Het middaguur brak aan; er zouden
beweging en leven in hot heerenhuis heerschen, hoe
wel het niet waarschijnlijk was. dat Dick zich op
nieuw naar de ruïnen zou begeven, tenzij hij er door
iets heengelokt werd.
Zij begon nu met uitvoering te geven aan het plan,
dat hij haar opgekomen was. Zij plaatste zich onder
aan de schacht, en loste een aantal schoten boven
waarts. Het derde schot trof het ijzeren rooster, en
rieocheerde dof, een geluid voortbrengende als het
gonzen van een bij. Uit de bovenkamer drong geen
geluld tot haar door. Maar Harrv had ook een ge
weer! Zij rilde bij die gedachte. En toen hoorde zij
een stem, hol en zwakjes. „Leslie!"
Zij ging een traptrede op om hem heter te kunnen
verstaan. „Zij komen er aan, Leslie! Je zult hen zeg
gen. dat ik je geen leed gedaan heb, nietwaar?"
„Ja. ia," antwoordde zij, slechts al te gretig.
Daarna sprak hij niet meer. tot zij boven haar
hoofd een gestamp en een geschuifel van voeten
hoorde. Toon klonk het weer; „Hallo, Dick, beste
kerel! Ik hoop niet, dat ik je veel last veroorzaakt
heb."
Nu hoorde zij van beneden een gedempt geluid, dat
van een stem had kunnen ziin, maar in haar zenuw
achtigheid trok zij aan den eiken dwarsbalk, en in de
volgende seconden draaide de steon terug en wrong
zii zich door het eat. Zij kon niets onderscheiden,
alles was pikdonker
„Dick!" riep zij.
Toen voelde zit zich door een hand vastgrijpen, en
werd het haar afgrijselijk duideliik, dat het geschui
fel en het gesnrek slechts komediespel geweest wa
ren om baar te misleiden.
Zij h'eld het geweer evenwel vast. maar voor zij
het bad kunnen onhcffen. had hii de ko'f gegtenon
on het haar uit de hand gewrongen. Zij hoorde het
kletterend on den stccnen vloer vallen.
Zij lag half bezwiind in ziin armen, verlamd door
afgrijzen en vrees. Hii hield haar vast, met bijna bo-
venmenschelijke kracht.
„Wij gaan naar beneden, liefste!" fluisterde hii haar
in 't oor. „F.'ndelilk weet ik de \vaa,-he>d! Je moest
i Dick hebben! Dn lieve Dick!" Hij griinsde. terwijl hij
haar naar het boveneinde van de trap droeg.
vorm als die voor de firma Max Mayer. Eindelijk
meende Grizzard den grroten slag te kunnen slaan.
Hij had den agent een langwerpig pakje zien afge
ven. Grizzard nam aan, dat het ruwe diamanten
waren. Hij gaf een cijfertelegram naar Londen af.
Den volgenden morgen wachtte Silvermann op den
postbode. Hij vroeg hem in zijn kantoor een kleina
lijst van de twintig laatste leveringen te bevestigen.
Dit duurde nog geen minuut Maar deze tijd was
voldoende voor Silvermann om het pakje voor de
firma Mayer uit den postzak te halen, te openen,
het pakje „diamanten" uit de verpakking te halen
en er onmiddellijk het op een millimeter gereed ge
maakte pakketje in te steken. Vijf druppels lak,
een druk met den stempel, dio men door middel
van een waschafdruk reeds tevoren had gemaakt-
en de slag was gelukt De dieven hebben natuurlijk
wel erg op hun neus gekeken toen zij in plaats van
diamanten paarlen vonden. „Paarlen brengen onge
luk", zeide Grizzard en hij had gelijk. De heeren
werden later gesnapt Hoe de paarlen in de goot
kwamen? Het complot omvatte nog eenige lieden,
die na de arrestatie van de anderen bang waren
geworden en zich van de paarlen ontdeden. Zij wier
pen ze weg en zoo vond de werkman ze tenslotte.
De ketting werd gesloopt, de paarlen werden afzon
derlijk in Parijs, Londen en New York verkocht en
de vrouwen, die ze dragen, vermoeden niets van dt
geschiedenis, die ze hebben meegemaakt
„Wij je naar beneden loopen, of moet ik je er af gooi
en?" vroeg hij, on zulk een bode arden toon, alsof hij
haar iets zeer gewoons voorstelde.
7.ii daalde de treden met knikkende knieén af. en
hij volgde, na eerst den steen gesloten en vastge
maakt te hebben.
Zij kwamen in de verlichte kamer, waar hij beval:
..Ga zitten." Hij wees naar do bank hij de tafel en zii
gehoorzaamde. Zijn gezicht was snookachfig: zii was
bijna aan het einde van haar krachten. „Je hebt mij
onvergeeflijk belecdigd. Leslie." zei hij. zijn oogen
strak on de hare gericht. „Weet ie waar je je aan
erhuldig gemaakt hebt? Jij hebt Harrv Alford, acht
tiende Graaf van Chelford, Burggraaf Carberry, Ba
ron Alford, met minachting bejegend."
Met den ernst van een kind. dat een lesje opzegt,
somde hij al zijn titels op, zelfs tot aan een baronie
'n Aquitanié, die de Chelfords in vroeger eeuwen in
leen ontvangen hadden. Zij werd bekronen door het
eigenaardige gevoel, dat zij voor den stoel eens rech
ters stond, en naar de voorlezing van een door haar
begaan afschuwelijk misdrijf luisterde.
„Jij hebt een poging gedaan om mijn leven in ge
vaar te brengen: iij hebt samengezworen met hen. die
mij haten; iij hebt in misdadige verstandhouding
met mijn vijanden gestaan, en hen vat op mU gege
ven."
Er waren nog meer beschuldigingen, die te lederen
anderen tijde bespottelijk geklonken en haar veront
waardiging opgewekt zouden hebben, maar nu hoor
de zij hem aan. al haar krachten voor den ophanden
zim'Vn strijd verzamelende.
Zijn geweer stond tegen de trap. maar hij plaatste
rich tusschen haar en dit wanen. Zij keek om zich
heen raar een ander verdedigingsmiddel, maar zag
nie's dan de lamp, en deze was te zwaar om gehan
teerd te worden.
„Voor jou," zei hii. en hii sprak met den d'ep-
sten ernst. „bestaat slechts één stref de flood!"
7.iin stem beefde. Zij voelde dat hii. met zijn ge
drenkte geestvermogens, toch medelijden met haar
had en de noodzakelijkheid betreurde. Zij wilde op
gaan. maar haar beenen weigerden haar den dienst.
Zii strekte hnlneloos een hand uit: toen werd zii plot
seling door hem besprongen Zijn hand sloot zich rond
haar keel, om den daaruit onwetenden gil te smo
ren. Toen hoorden zij boven hun hoofden doldelii'-e
voe<s*annen en een zware stem. Het was Dick. Zij
probeerde hem to* te schreeuwen, maar ïïarrv Vneen
»<nar l:«»el dicht. Hii stak zijn vriie hand uit en draai
de de lamn laag: maar nu steeg haar radeloosheid
ten toppunt, en zij stiet hem van zich af, waardoor
ziin greep een oogenblik losser werd.
Maar vóórhaar peniinigde keel een geluld had kun
nen voortbrengen, had hij haar weer heet cn drukte
haar tegen den rand van de tafel. Zij pinkte aan riin
hand, maar kon deze niet verwijderen. Dit boteeken-
M'n kind, we hebben je van alles laten leeren,
Nu ben je dan een intellectueel,
Je moeder loopt wat kaaltjes in de kleeren,
Jij kreeg van alies trouw het beste decL
We hebben je dat nimmer willen zoggen,
Maar vader werkte over op kantoor,
En wat we daarmee konden overbggen,
Daar gaven we je extra lessen vwii
We wisten onze armoe te vergulden,
AI zaten we geregeld in de zorg,
We deden wond'rcn met een simplen gulden,
We stonden immers voor je toekomst borgl
We hebben Jou dat nimmer laten merken,
Wanneer je boven stil te leeren zat.
Je zou misschien zoo goed niet kunnen werken,
Wanneer je ook nog levenszorgen had.
Wat liep Je altijd keurig in de kleeren,
Je paste bij het beste burgerkind,
Je deed niet onder voor de „jongonheeren",
En was met heel de klasse dik bevrind.
Kind. onze atand, die kon je niet kleineeren,
We deden alles met de stille trom.
Want moest hij soms de 11 B.S. passeeren
Dan liep je vader vaak een straaij* omt
De onvoldoendes heb je steeds gemeden,
Je hoorde tot de besten van de klas,
De Directeur was over Je tevreden
omdat je zoo verbazend handig wasl
Wat was ik trotsch op jou, m n knappe jongen.
Toen jij voor 't eindexamen was geslaagd,
Ik heb heel zachtjes in mezelf gezongen,
De buren op een avondje gevraagd!
Ik liet ze ook Je mooie cijfers lezen,
Die waren toch uit onze mond gespaard,
En onze liefde, die we je bewezen.
Je was ze al die jaren dubbel waard.
Maar weet je, wat ons n u zoo stil kan maken,
Dat jij, met al Je kennis en je geest.
Geen arbeid vindt, als veilig levens-baken,
Dat ons getob onnoodig is geweest!!
Februari 1934.
(Nadruk verboden.)
KROES.
de den dood! Het begon in haar ooren te suizen, het
schemerde haar voor de oogen, zij verloor langzamer
hand het bewustzijn. En toen voelde zij dat er bewe
ring kwam in de tafel, in het begin langzaam, maar
daarna zóó snel. dat zij het evenwicht verloor. De
-.ware eettafel gleed in de lengte naar den overlig-
gonden muur. Harrv* liet los, en op dat oogenblik
voelde zij zich geheel van hem bevrijd. Zij tastte met
haar hand in de ledige ruimte. Zij hoorde een plof
en een gekerm en deed een stap voorwaarts in
ledige ruimte. Zij zag de opening niet, die voor haar
voeten gaapte. Zij deed één wanhopige poging om
haar evenwicht te bewaren, stootte zich onder het
vallen aan den rand van den vloer en tuimelde een
trap af, die onder haar kraakte en brak, tot haar
•noten op iets zachts en veerends terecht kwamen.
Boven haar hoofd werd een knersend geluid hoor
baar; dan een doffe slag, en eindelijk stilte.
HOOFDSTUK LIX.
Harrv had het bewustzijn verloren. Zij betastte zijn
"czicht en haar vingers raakten iets warms en voch
tigs aan.
Zij kon niets onderscheiden: de duisternis was on
doordringbaar. In de kamer, waaruit zij naar bene-
,rtn gevallen was. bleef het doodstil. De vloer was
dik het zware eiken voetstuk van de glijdende eet
tafel naar zij vermoedde op rollen, die nog even
gesmeerd gingen als eeuwen geleden, toen de Zwar-
'o Monnik zich van dezen uitgangsweg bediende
moert weer on zijn plaats gebracht zijn. Kon zij
-'ech's eenig licht maken! Zij kwam op het denk
beeld om de zakken van den ongolukklgcn Ilarrv na
4e voelen. Zij was zoo gelukkig een zilveren doosje
met lurifers te vinden. Zij streek er een aan. Zij la
gen met hun heiden aan den voet van iets. dat een
houten trap geweest was. De treden waren kapot, «ie
-ware leuning was vermolmd, en vertoonde twee
groote' gapingen
Harrv lag In een nis. die in den rotswand uitgehou
wen was; rechts en links daarvan was een smalle
doorgang, waarvan water afdroop. Zij stapte pit de
nis en streek een tweeden lucifer aan. De doorgang
ronkelde zich zoodanig, dat zij nergens verde»* dan
een paar voet vooruit kon zien. Plassen sti's'aand
water vulden de holten in den grond, lange trossen
"rijze zwammen hingen als druiven aan de zoldering.
Torh was de lucht tamelijk zuiver. Zii voelde ergens
van links een lichten tocht komen, maar zij kon voor
loop'" geen verder onderzoek instellen, en keerde
naar ïlarry terug.
Wordt vervolgd.