De ondeugende Bottelier. Als de maan eens bewoond was.. De betooverende knoop. EEN ZONNIG BLOEMENPRAATJE. VOOR REKENKUNSTENAARS. SCHAGER COURANT Planten van (le geheele aarde sluiten broederschap. In het Zuiden is dc hemel blauw bo ven de aarde, die rijk en vruchtbaar is. Planten uit alle werelddeelen hebben hier wortel geschoten. Op de oevers dor blauwe rivieren vindt men een middel- Europeesche, een sub-tropische en zelfs een tropische plantengroei. Langs het meer van Lugano breiden zilvergrijze olijven hun takken zegenend uit over het land, over dit door de zon gekuste heilige land. Als metaal schitte ren de slanke twijgen temidden van blauwzwarte druiven, tusschen moer- beiboomen en schaduwrijke, begroeide lanen. De Mont Brè van Lugano en de ge lijknamige berg bij Locarno zijn tot bo ven toe bedekt met bloemen, die zich in het meer spiegelen. Meiklokjes gluren tusschen de bloemen van den goudenre gen door. Het lievevrouwe-bedstroo doet ons denken aan een ruiker van veldbloemen uit grootvader's tijd. Beneden in Gaudria bloeit de olean der met dichte trossen, boven de poort van een witte loggia en in de nis van een Madonnabeeld. Op den Mont Ceneroso groeien de noordelijke beuken en de zuidelijke kas- tanjeboomen broederlijk naast elkaar. Alpenviooltjes zenden hun doordringen de geur op tusschen het struikgewas. In het Parco Giani van Lugano staan zeldzame Coniferen uit het verre Oos ten en het nog verder gelegen Westen Donkere, slanke Cypressen staan voor het kerkportaal van Marcote. Oeroude stammen van deze dooden boomen hou den de wacht op het kerkplein van Btfssago, het sigarenstadje aan het La- go Mageiore. waar de oranjebloesem lnngs de kaden bloeit en de citroenstruik zich tegen de terrasmuur vleit. Locarno is de stad der camelia's. Deze Japansche theestruik wordt sinds bün.i drie eeuwen in het Ticinodal gevonden en is door een priester uit het Verre Oosten meegebracht. Het feest van deze trotsche koningin der bloemen te Locar no is reeds wereldbekend. In veelkleu rigo kleederdrachten laat men het oude dorpsleven zien, waarin de geschiedenis van de camelia is ingevlochten. De zachi- gele vlokjes van de mimasaboomen, waaien over dit Zuidelijke feest hun verrukkelijke geuren uit. Om balustra den, pergola's en hooge tuinmuren han gen de schitterende blauwe trossen van dt glycinen en kortstondige droomen van een lentenacht. Dicht opeen groeien de rozen sieren de oevers van het meer n.et hun zonnige, in terrassen aangeleg de tuinen. Op de Alpen en rotsketens bloeien gentianen. Alpenroosjes en Edelweiss. De steile berghellingen in de hoogste da len zijn begroeid met geurende naald- boomen. In het krachtig groeiende, langs natuurlijken weg ontstane bosch wisselen sombere dennen en la riksen af met vroolijke. vruchtdragende kastanjes en witte berkenstammetjes. Nog lager wuiven exotische palmbladeren om fij ne rosiee aonelbloesems. Rüoe saoni ge vijgen vallen naast harde okkerno ten in het gras en de doordringende geur van den kamferboom snijdt in de aangename, genezende atmosfeer, die •ondom de eucalypthusboomen hangt. Dc warme zonnestralen hebben dc on vermoeibare Moeder Aarde aangeraakt en een paradijsachtig leven uit haar ge wekt. Voorschot. „Hoeveel ben ik u waard, moeder?"' vleit Bobbie. „Een raillioen en nog veel meer," zegt moeder teeder. Het kereltje denkt even na en vraagt dan: „Kan ik daar geen dubbeltje voor schot op kTijgen. moeder? Ik zou zoo graag een reep chocolade koopen." EN HOE ZE DAAR DAN DE AARDE OP ZOUDEN ZIEN KOMEN, ZOOALS WIJ HIER OP AAR DE DE MAAN OP ZIEN KOMEN. Dit landschap komt jullie stellig niet l-ekend voor. Je hebt er ook niet naar te raden, want het is op deze aarde ner gens te vinden, het is geen aardsch landschap. Het is een reconstructie van een aarde-opgane op de maan, door een bekend astronoom gemaakt naar de ge gevens, die hij met behulp van verrekij kers en maanfoto's had verkregen. Ik zei daar aarde-opgang. Ja lezertje- dat moet je je niet precies zóó voorste'- len als bij ons de zon opgaat over do aarde. Van een aarde-opgang op de riaan zouden de maanbewoners, indien rij er al waren, veel meer genieten dan wij van een maanopgang genieten. Ten eerste is de maan veel kleiner dan de aarde, de aarde komt dus op de maan als een veel grooter schijf aan den he mel. Ook is er op de maan geen scheme ring, wat in verband staat hiermee, dat de maan niet omgeven is door een dampkring, zooals dat bij onze aarde het geval is. Als dan ook de aarde opkomt over de maan, wordt al wat zij beschijnt ineens helder verlicht, maar daar waar haar licht niet door kan dringen, heersebt nog volkomen duisternis, zoodat men 't verschijnsel zou kunnen waarnemen, dat de toppen der bergen zich baden in het licht, terwijl uit de dalen de nacht rog niet geweken is. Zoo is het bij het opkomen en bij het ondergaan van de zon. Maar verder is het den geheelen dag even licht in den morgen- en avond uren is het licht al even sterk als mid den op den dag. Dit is beslist een trucje dat nog niet zoo algemeen bekend is. Hiervoor i- noodig een tamelijk lang touw. dat aan de uiteinden door twee personen wordt vastgehouden. .Dan vraagt men aan iemand uit het publiek een gewone ring, iedere ingeving kan hiervoor dienon. maar evengoed een gordijnring. Een oogenblik gaat men zoo met den ring bij het touw staan, dat de toeschouwers niet zien kunnen, wat er gebeurt. In da» moment leg je den ring tegen het koord aan en trekt het touw in een lus er doorheen (afd. 1 en 2) A. stelt dan do lus voor. Dit lusje wordt nu naar rechts gelegd volgens afb. 3 en door deze lus- trekt men een tweede lusje, zooah; afb 4 te zien geeft. Dit tweede lusje. B. trekt men wat langer door, zoo lang tot hel onder den ring past en legt het er dan omheen. Daarna worden de beide uit einden van het touw aangetrokken cn nu laat men den toeschouwers den vast- geknoopten ring zien, zooals afb. 5 dat duidelijk laat zien. Nu vraagt U aan l"w buurman links, of hij er zich van overtuigen w il, dat de ring stevig in het touw vastgeknoopt zit en laat hem dan den knoop losmaken. Dc eerste buurman laat nu het touw los en haalt den eersten knoop eruit. Als hij zoover is, onderbreekt men hem eu laat hem het touw weer vasthouden. Nu wendt men zich tot de toeschouwers en vraagt of iemand naar voren wil konvn om den knoop verder los te maken. Dit lukt hem nooit, want is één van beide knoopen losgemaakt, dan lukt het niet meer de andere los te krijgen zonder de einden van het touw las te maken. Op school. Jan: (moet onder de leesles een beurt vervullen en blijft bij een woord steken) Meester: (hem helpend) Blaffen! Jan: (zwijgt). Meester: Jan luister, ik zeg „blaffen" Jan Waf! Waf! In Antenne. Mevrouw: „Maar Jans, waarom laat je dat spinneweb hangen?" Jans: .,0, is dat een spinneweb Me vrouw? Ik dacht, dat dat ding bij de radio hoorde." Riffer Kuno Wijnvol was dol op wyr. maar zijn bottelier evenzoo. Deze botte lier, die hij ten volle vertrouwde, kon van de wijn, waarmede hij dageli.ks in aanraking kwam, niet afblijven; maar erger was-het, dat hij juist de beste Tokayer van zijn meester uitzocht, om die, tong en verhemelte streelend, door zijn keelgat te spoelen en dat die wijn hein smaakte, kan je wel zien op het bierbijgaande plaatje, waarop de botte lier staat afgebeeld met een glas van dien kostelijken wijn in zijn hand en eeh zeer vergenoegde grijns op zijn gezicht. Zijn meester moest dit wel merken en gaf hem een geduchten uitbrander daar voor. Ook vroeg hij hem natuurlijk, hoe veel wijn hij eigenlijk al wel op had. De wijn zat in een verzegeld vat het was tenminste verzegeld geweest maar de bottelier had niet geschroomd het zegel te verbreken. Het antwoord van de bot telier op de vraag zijns meesters was dat hij eigenlijk pas vier dagen geleden begonnen was en dat hij ervoor gezorgd had dat de hoeveelheid niet verminder de. Reeds den eersten dag had hij in plaats \an de liter wijn, die hij afgetapt en op gedronken had, een liter water in het vat gegoten. En zoo had hij ook den tweeden, derden en vierden dag gedaan, zoodat hij geen vier liter zuivere wijn had gedronken van de honderd liter, die er in het vat zaten. Zelfs wist hij nu zoo gauw niet te zeggen, hoeveel liters het Han wel was geweest, maar zijn mees ter, zijn goede hoedanigheden waardeo- rende, en bovendien zeer belangstellend voor dit rekensommetje, beloofde hei- niet te straffen, als hij wist te zeggen hoeveel wijn hij opgedronken had. Hij kreeg daarvoor den geheelen dag den tijd. Maar den volgenden dag wist hij' het dan ook secuur. Jullie hebt natuur lijk zooveel tijd niet noodig. om dat uit te rekenen. En hoeveel liter zuivere wijn had die leelijke bottelier wel op? Bij de hand! „Moeder, vader is lang niet zoo rijk als wij, wel?" „Waarom denk je dat?" „Omdat hij niet zulke mooie kleeren draagt als wij en omdat hij moet gaan werken, terwijl wij met de auto gaan rijden.' Verschillende uitvindingen en hun bijzonderheden: 1780: I)e COPIEERPERS, tot het op leveren van brieven op nat, dun pa pier, nadat de brieven met copieer- inkt zijn geschreven, door James Watt, de uitvinder van de moderne stoommachine, uitgevonden en door patent beschermd. 1769: De eerste stoominotorwagen, een voorlooper van de LOCOMOTIEF, en de automobiel, door den Franschman Gugnot gebouwd. Bij de eerste proef rit reed de wagen tegen een muur te pletter. Spoedig werd de constructie, door vele anderen gewijzigd, overge nomen. 75 75 75 75 75 75 75 75 9-3 93 93 93 93 75 75 93 50 50 50 93 75 75 93 50 50 50 93 75 75 93 50 50 50 93 75 75 93 93 93 93 93 75 75 75 15 75 75 75 75 Hier ziet U voor U liggen •en vierkant, verdeeld in erschillende velden, die evuld zijn met 49 getallei van twee cijfers. Hier moe- en er 24 van geschrapt orden en wel dusdanig, lat de som van de overblij ende 25 getallen samen 1887 bedraagt. Ieder der drie getallen 50, 75 en 93) moet mink ans één keer geschrapt zijn n minstens één keer over 'lijven. Nu is de opgave- oevele malen moet men l tetal 75, en het getal 93 n het getal 50 schrappen?

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1934 | | pagina 20