Einde van een Weensche idylle. Mungo Park. Radioprogramma Een van Engeland's laatste ontdekkings reizigers. Gebaren als boerenzoon. (Van onzen Engclschcn Briefschrijver). 3 Maart 1034. WAARSCHIJNLIJK heeft U wel eens gehoord van Mango Park? In elk geval zal het U wel bekend zijn, dat Mungo Park geen par;> is, maar dc naam van een van de beroemdste om- dekkingsreizigers, die Engeland met trots onder haar zonen telt. Engeland? .Ta, eigenlijk Schotland, want Mungo Park was een onvervalschte Schot, mei al de karakteristieke eigenschappen van zijn land- genooten. In tegenstelling met de meeste beroemde mannen, weten wc van Mungo Park precies, wanneer hij ge boren werd, en niet precies, wanneer hij stierf. Als Park in Engeland gestorven was, of desnoods in Amerika, in Rusland, of Japan, zou het jaar van zijn dood niet onzeker zijn geweest, maar in de bin nenlanden van donker Afrika is het met de regis ters van den burgerlijken stand slecht gesteld. V/e weten slechts, dat Park in 1805 die binnenlanden in trok, en er, helaas, nooit weer uit te voorschijn is ge komen. Het jaar 1S06 wordt gewoonlijk als het jaar van zijn overlijden aangenomen. Hij was geboren in 1771, te Selkirkshire, een boe renzoon, de zevende van een gezin van dertien. Na goed schoolonderwijs genoten te hebben, werd hij in de leer gedaan, zooals toen de gewoonte was, bij een dokter, volgde daarna colleges aan de Universiteit 1e Edinburgh, en behaalde te zijner tijd het dokters- diploma. Door bemiddeling van zijn zwager, James Dickson, een bekend botanicus, werd hij in aanra king gebracht met Sir Joseph Banks, den voorzitter van het beroemd wetenschappelijk genootschap, de Royal Society, en verkreeg door diens bemiddeling de aanstelling van scheepsdokter aan boord van den Oostindievaarder, de Worcester. Als zoodanig maak te hij in 1792 een reis naar Sumatra, en wist bij zijn terugkeer de aandacht op zich te vestigen door een beschrijving te verstrekken aan de Linnean Society van acht, door hem op Sumatra aangetroffen vis- schen, die tot dien tijd onbekend waren geweest In 1794 bood Park zijn diensten aan bij het Afri- kaansch Genootschap, dat toen ter tijd juist uitkeek naar een opvolger van Majoor Daniël Houghton, dien het Genootschap in 1790 had uitgezonden om, zoo mogelijk, den loop van den Niger vast te stel len, maar die was omgekomen in de Sahara- De Niger was tot dien tijd een groot mysterie. Herodo- tus had reeds van de rivier gehoord, als een stroom, die Afrika verdeelde, zooals de Donau Europa ver deelt Een van do grootste reizigers, die de wereld ooit gekend heeft, do Mohammedaan Ibn Batuta, had de rivier gezien, en er op gevaren bij Timboek- toe, maar was in de verbeelding dat het de Nijl was. Dit was in 1353. Meer dan vier eeuwen later wist men nog steeds niets meer, dan door Ibn Batuta was meegedeeld. En dat was niet veel. Het kwam voornamelijk hierop neer, dat de rivier oostwaarts stroomde, maar waar zij vandaan kwam, en waar zij eindigde, was onbekend. Ging zij naar den Nijl? Of verdween zij misschien in het zand der Sahara? Of was zij in de Kongo? Deze laatste veronderstelling werd jaren lang door Mungo Park als zeer waar schijnlijk juist gehoudea Doch toen Park in 1794 zijn diensten aanbood bij het Afrikaansch Genootschap, had hij nog geen denkbeelden over den Niger. De onderzoekingstocht lokte hem aan, en, alweer door toedoen van Sir Joseph Banks, droeg het Genootschap Park op, het werk te voltooien, dat Majoor Houghton niet had kunnen volbrengea Vol goeden moed ging hij op weg. Park was toen vier en twintig jaar, een zeer jeugdigen leeftijd voor een ontdekkingsreiziger. Maar het is ook de vraag of een ouder man zóó zou zijn gegaan, als Park ging. De tocht had beter een omslachtige poging tot zelfmoord genoemd kunnen worden, dan een ont dekkingsreis. En laat ik eerst zeggen, dat Park ge zond en wel van deze reis terugkeerde. Maar dat dat iemand anders dan dezen onversaagden Schot ge lukt zou zijn, geloof ik niet. Den 21sten Juni 1795 bereikte Park den mond van de rivier de Gambia, en voer deze 200 mijlen op, tot hij aan een Britsche nederzetting kwam, genaamd Pisania. Tot zoover was alles nog heel gewoon. De eigenlijke ontdekkingsreis moest nu nog beginnen. Het was op den 2 December, dat Park, vergezeld door twee neger bedienden, de binnenlanden introk. De reis was een aaneenschakeling van moeilijkheden. Het aantal „rijken", dat Park doortrok, was ontel baar. Om de drie of vier dagen was hij weer in een nieuw gebied, met een nieuwen heerscher, die al leen door geschenken verteederd kon worden. En hoewel de negerkoningen met weinig tevreden wa ren, was de geschenken voorraad van den armen Park al spoedig uitgeput. Maar voorloopig geen nood. Park was tot dusver nog gekleed en bezat in de eerste plaats een blauwe jas met koperen knoopen. Ze verdwenen, de een na den anderen. Eén knoop aan dezen „koning", tweo aan dien, die een beetje meer veeleischend was. Ver scheidene knoopen moest hij afstaan aan de belang stellende vrouwen van Buggil, en toen de knoopen alle van de jas verdwenen waren, verdween het kleedingstuk zelf, en werd, met Park's paraplui, het eigendom van den koning van Bondou. De ontdekkingsreiziger liep nu in zijn vestje, ge lukkig voor hem ook voorzien van knoopen. Ze gin gen denzelfden weg op, die de jasknoopen bewan deld hadden. Wat jammer, dat het aantal knoopen van onze mannenkleeding, hoewel nogal aan den royalen kant, per slot van rekening toch beperkt is. Te Kooma verdween de laatste vestknoop, en dege nen, die Park daarvan ontdeden, besloten toen het vest cr zelf ook maar bij te nemen. Ja, toen ze Park van zijn vestje ontdaan hadden, .vonden ze het zon de zoo plotseling de uitkleeding te staken, en gingen er klampjes mee door, tot Park in den letterlijken zin des woords in zijn hemd stond. En het staat te bezien, of U en ik dat kleedingstuk, als wij het ge zien hadden, nog wel den weidschen naam van „hemd" zouden hebben waardig gekeurd- Hij moet er toen wel ecnigszins potsierlijk hebben uitgezien, voornamelijk omdat hij, bij zijn nogal ver regaand négligé, nog steeds getooid was met een hoed, een echten Engelschen, een hoogen kastoren. Ook dien was hij al eens kwijt geweest, maar hij had zoo aandoenlijk om teruggave van zijn hoofddeksel gesmeekt, dat de negers medelijden met hem had den gekregen, en hem het ding terug gegeven had den. Waarom Park zoo op zijn hoed gesteld was, terwijl hij zonder veel protest zijn andere kleedingstukke» had afgestaan? Wel, hij had. zoomin als U en ik, zakken in zijn hemd, en zijn hoed was voor hem geworden wat de pet is voor den tramconducteur, die daar, zooals wij weten, zijn gekregen sigaren in bewaart. In den hoed zaten alle aantcekeningcn, die Park over zijn reis had gemaakt. Het verlies daarvan zou werkelijk een onoverkoombare ramp voor hem geweest zijn. Maar deze werd hem bo- spaard. Hij had trouwens al rampen genoeg. Do koning van Ludamar, zeker ontevreden, dat er zoo weinig meer te halen viel van Park, zette hem gevangen, en hield hem vier maanden achtereen vast. Al die vier maanden diende Park tot volksvermaak. De bevolking putte zich uit in plagerijen, hield zich le nig, door, na afloop van de dagelijksche werkzaam heden, Park te schoppen, en oefende zich in iiet afstand-spugen, met Park als doelwit. Hij droeg het alles met volkomen gelatenheid. Hij moest immers den Niger nog gaan ontdekken! Ten slotte ontsnapte hij. Alleen, zoo goed als naakt, zonder voedsel of wapens. Het is onbegrijpe lijk, «lat hij ooit is teruggekeerd. Wilde dieren lui ten hem met rust. In de negerdorpen, die hij nu doortrok, ondervond hij meermalen een verrassende vriendelijkheid. Vooral de vrouwen schenen nogal met hem ingenomen te zijn. In een zeker negerdorp, waar hij eenigen tijd vertoefde, hadden de dames een lied op hem gemaakt, en zongen het te zijner eere: De wind loeide, en de regen viel; Do arme blanke, zwak en moede. Kwam en zat onder onzen boom. Hij heeft geen moeder, die hem melk brengt. Geen vrouw die voor hem het koren maalt. Koor: Laat ons den blanko beklagen; Geen moeder heeft hij. Maar, als U het goed vindt, zullen wij Park nog veertien dagen bij zijn negerin-aanbidsters laten. IIij heeft het er voorloopig goed, en ik kan niet meer ruimte van do Schager Courant in beslag nemen. „Nieuwbakken" Fransche millionnairs. Het aantal millionnairs is in Frankrijk door de uitlotingen der Nationale Loterij in de laatste paar maanden herhaaldelijk met één gestegen. Nu weer is het de koopvrouw de weduwe Merle, lot nu toe een zoor bescheiden leventje leidende in het pro vinciestadje, Quissac, die do hoofdprijs van vijf mll- lioen francs won. Hierboven zien wij haar afgebeeld (links), met naast haar een bloedverwant, en ge heel rechts, de jongeman, dio haar het heugelijke nieuws bracht Inmiddels schijnt de Fransche staatsloterij ook haar ongemakken te hebben, ofschoon moet worden erkent, dat zij tot nu toe alle verwachtingen be schaamd heeft. Van het begin af aan, bleek het te ecnen mal« overbodig daar reclame voor to maken. Het heelo volk leeft erin mee en zorgt voor de moest doeltref fende nicht baarheid. Zij is en blijft hot gesprek van den dag, al is in sommige opzichten het nieuwtje er al. Dit middel tot vulling van de staatskas heeft zijn bezwaren. Kwaadwilligen brommen, dat het land in een speelhol herschapen is. De theatrale opzet van de trekkingen in de reusachtige Trocadérozaal draagt ertoe bij. De couranten slaan op de groote trom wat aan gaat de winnaars van do groote prijzen en grappen makers komen met koffers aanzeulen om er 200 frank in mee te voeren. Degenen, die meer geluk hadden, geven er dc voorkeur aan. minder poeha te maken. Naar het heet is de kapper te Tarascon, die niet de eerst vijf millioen ging strijken, ervan aan het malen geslagen. Er doen zich andere onaangename gevolgen voor. 'Iet rad van fortuin draait niet voor iedereen. Jour ee Industrielle heeft nagegaan, dat in don kleinen handel minder gekocht wordt De beschikbare pen dingen worden liever voor den aankoop van loterij- iljetten dan van niet strikt noodige artikelen be teed en de „premies",- die vele winkels uitdeelen, estaan thans veelal uit die biljetten. DONDERDAG 8 HAART 1934. HILVERSUM (1875 M.) V.V.R.O.: 8.00 Gramofoonmuzick; 10.00 Morgenwij ding; 10.15 Gramofoonmuzick; 10.30 Vioolrecital 'oor P. E. J. Appelius van Hoboken; 11.00 Knipcur- us Kinderkleeding; 11.30 Voortzetting vioolrecital; 12.00 Gramofoonmuziek; 12.15 Lunchmuziok door het nsemble Otto Hendriks; 2.15 Causerie; 2.45 Gramo foonmuziek; 3.00 Knipcursus: 3.45 Overschakelen :cnder; 4.00 Antoinette van Dijk spreekt voor zieken on ouden van dagen; 4-30 Vroolijke gramofoonmu- ek; 5.0 Radiotooneel voor grootere kinderen; 5.30 Novacs Lajos en zijn orkest; 6.30 Sportpraatje door Hollander; 7.00 Kovacs Lajos; 7.15 Causerie; 7.30 'ngelsche les voor beginners; 8.00 Vaz Dias; 8.05 doneert door het Omroeporkest o.l.v. Albert van Raalte; 8.50 Gramofoonmuziek; 9.00 Vervolg con- ert; 9.30 Concertgebouw-orkest o.l.v. Pierre Mon- ?ux; 10.30 Gramofoonmuziek; 11.00 Vaz Dias; 11.10 John von Brück en zijn orkest; 12.00 Sluiting. HUIZEN (301 M.) K.R.O.: 8.00 Morgenconcert; N.C.R.V.: 10.00 Gramo foonmuziek: 10.15 Morgendienst; 10.45 Gramofoon muziek; K.R.O.: 11.30 Godsdienstig halfuurtje; 12.00 Politieberichten; 12.15 Orke9t o.l.v. Marinus van t Woud; N.C.R.V.: 2.00 Cursus fraaio handwerken; 3.30 Vrouwcnhalfuurtje; 3.30 Verzorging zender; 4.00 Bij- e! lezing; 5.00 Cursus Handenarbeid voor de jeugd; .30 Licderenrecital; 6.30 Gramofoonmuziek; 6.45 Causerie; 7.00 Politieberichten; 7.15 Ncd. Chr. Pers- ureau; 7.30 Weekoverzicht; 8.00 Klcin-orkest; 10JJ0 Gramofoonmuziek; 11.30 Sluiting LUXEMBURG (1304 M.) 7.00 Kamermuziek; 7.30 Concert; 8.30 Gevarieerd programma; 8.50 Vervolg concert; 9.10 Zangrecital; 9.35 Gramofoonmuziek; 10.20 Dansmuziek. BRUSSEL (484 M.) I.30 Orkest; 5.20 Idem; 8.20 Omroeporkest; 9.35 Or kest; 10.30 Gramofoonmuziek. KALUNDBORG (1281 M.) 2.05 Instrumentaal ensemble; 7.30 Orkest; 9.50 Dans muziek BERLIJN (337 K.) 4-35 Concert; 5.00 Zangrecital; 7.05 Gramofoonplaten 7.30 Oud-Wccnsceh programma; HAMBURG (332 BL) 12.30 Gramofoonmuziek; 5.20 Omroeprevue; 8.40 Pia norecital; 10.20 Omroeporkest. LANGENBERG (458 M.) II.20 Omroeporkest; 1220 Idem; 7.30 Dansmuziek; 1020 Dansmuziek. DAVENTRY (1500 M.) 1220 Orkest; 6.50 Pianorecital; 8.20 Orkest; 11.05 Dansmuziek. PARIJS EIFFEL (1448 M.) 7.50 Gramofoonmuziek; 8.50 Populair concert PARIJS-RADIO (1798 M.) 1220 Gewijde muziek; 12.50 Concert; 2.50 Dansmu ziek; 8.20 Populair concert. Het vroeger bekende Weensche hotel Sacher, waar talrijke vooraanstaande personen op elk gebied hun opwachting maakten, komt onder den hamer. Hotel Sacher exit. IN iedere eenigszios belang rijke stad weet dc kenner de hotels te vindon, dio hom naast een geperfectioneerde luxe en comfort een prima tafel kunnen voorzetten. Zoo was Sacher achter dc Ope ra te Weenen alom bekend. De corlog en de naweeën daarvan schenen geen invloed op deze luxe- herberg te hebben, evenmin als het verdwijnen van het Huis llabs- burg, de versplintering van het rijk. Ongehavend stond Sacher daar nog, toen de orkaan de oud ste troon omvergeworpen had. Degene, die de Weensche keuken haar internationale vermaardheid bezorgde, was Anna Sacher. Bijna veertig jaar heeft deze vrouw in Februari 1930 is zij overleden de leiding van het bedrijf gehad. Zeker was zij de populairste bur geres van Weenen. Wanneer zij door de eetzalen en gangen van het hotel liep, eon enorme havanna rookend, geleek zij een gastvrouw, die voor het wel en wee van een groote schare gasten zorgt. Haar slimme oogen konden nu eens begrijpend glin steren, dan weer toornig schitte ren. In goed Wecnsch jargon kon zij met haar heesch geworden stem razen en tieren. Zeer juist typeerde de Weensche geschiedschrijver Sebastian het huis Sacher als „Hotel Oostenrijk", waar oude en jonge adel kwamen als ook die binnen- en buitenland- sche beroemdheden, die gaarne met hen in aanraking wilden ko men. Tot diep in den nacht werd hier de politiek van Oostenrijk, ja, van de geheele wereld besproken, al werd ze dan ook niet hier ge maakt Er werden heel wat plan nen geopperd, cr werd gekritiseerd en natuurlijk gedronken. Maar toen de schittering van het Habsburgsche huis verbleekt was, slonk toch ook het aanzien van Sacher. Wanneer wij nu, naast de kolommenlange berichten over den burgeroorlog in Weenen en verder Oostenrijk, het nietige berichtje vinden: veiling van Hotel Sacher, dan is dit het einde van een lang zaam sterven. Alleen nog de herin nering aan hooge politiek en lek ker eten. aan een stukje geschiede nis van het oude Weenen en het re cept van een taart blijven. De geschiedenis van het Huis Sacher begint eigenlijk pas na 1880. In dat janr huwde de bekoor lijke Anna Fuchs met Eduard Sacher. dien toen de leiding van het hotel had en die door de uit vinding van de Sachertanrt het eeuwige voortbestaan van zijn naam verzekerd heeft. Zijn vrouw, die geheel opgegroeid was in dc sfeer van het Habsburgsche hof, verwierf weldra door haar succes volle leiding het onbeperkte ver trouwen. Ieder jaar werd zij meer één met haar huis, ,.de roem van mijn keuken is mijn roem!" Nooit nam zij een blad voor haar mond, al had zij nog zulke aanzienlijke personagiën voor. zich, De gunst die zij bij den genoot, veranderde niets aan haar sterk karakter. In dc eetzalen verdrongen zich hertogen, graven en baronnen. Hier maakten Hongoarsche indu- strieelen hun opwachting en geno ten zij van dc beroemde gerechten: „Unterspickte", „Bröselfleisch". „Beinfleisch" en het vermaarde „Ripplerto". De soupers waren scheppingen van genieën, die onder de heerschappij van Anna Sacher stonden Wanneer men dergelijke voortbrengselen wist te woardee- ren, bewees men op de goede sport van den maatschappelijken ladder te staan. Heel hoog rees men in dc achting, wanneer men door me vrouw Sacher, dio haar gasten naar waarde wist te schatten, gegroet werd of in een vertrouwelijk ge sprek betrokken. Vaak kwam het tot opwindende gesprekken, wanneer er twee of drie bij Sacher zaten. Weliswaar was het vaak niet meer dan dat een Hertog dineerde met een ballet- teuse, maar soms toch werden be langrijke besluiten genomen In verband met de Oostenrijksche po litiek. De geschiedschrijver van het Huis Sacher. de bekende Oosten rijksche journalist Seeliger, ver haalt ons van een galasouper bij Sacher. In December 1914 kwam Abbas Hilmi II, de Khedive van Egypte, die uit zijn land verdreven was. naar Weenen. Een Hongaarsch groot-industreel, die jaren geleden met hem vriend schap gesloten had, organiseerde dit souper bij Sacher. in do hoop den Khedive voor de Oostenrijksche politiek te winnen. Het souper ver liep schitterend en toen kwam het historische oogenblik. In vloeiend Duitsch sprak Abbas Hilmi dc volgende tafelrede: „Zeer geachte Hoeren. Ik dank U allen, diep in mijn ziel getroffen, voor de betoonde gastvrijheid. Ik weet dit op de juiste waarde te schatten, want terecht mag ik mij een halven Weenor, een halven Oostenrijker noemen. Daarom wensch ik van ganscher harte, dat in dezen zoo zweren tijd, Uw strijd voor de rechtvaardige zaak met dat succes bekroond worde, waarop hij aansprak kan maken." „Egypte wordt zoo goed als zeker onze bondgenoot', zoo formuleerde het een der aristocraten, toen de Khedive vertrokken was. Acht dagen later hield Abbas Hil mi in Genève voor Fransche poli tici de volgende sensationeele toe spraak. „Zeer geachte Heeren! Ik dank U allen, diep in mijn ziel getrof fen, voor de gastvrijheid. Ik weet dit op de juiste wijze te schatten, want terecht mag ik mij een hal ven Parijzenaar, een halven Franschraan noemen. Daarom wensch ik van ganscher harte, dat in dezen zoo zwaren tijd. Uw strijd voor do rechtvaardige zaak met dat succes bekroond worde, waarop hij aanspraak kan maken." Hooge politiek en goed eten! Veel van wat later zich in dc rij der jaartallen zou scharen, begon met een klein gesprek bij Sacher. Goe de en slechte politiek. Tenslotte moest ook Hotel Sa cher er toe overgaan, menschen te bedienen, dio vroeger queue maak ten om de adeüjke personen te zien, die Sacher bezochten. Me vrouw Anna Sacher zelf moest zwichten voor den nieuwen geest Toen in September 1926 de eerste Jazzband zijn intrée in het hote1 deed, verzekerde zij: „Ik ben er van overtuigd, dat ook mijn oude vrien den, mijn eigen generatie, mij b»; grijpen zullen. Niets zal aan de oudo traditie van mijn huis ver anderen. Dc geest zal hier de mu ziek maken en niet de muziek den geest." Deze zelfbewuste woorden konden echter niet verdoezelen dat met het heengaan van de Habs- burgers ook Hotel Sacher doodelij 1: getroffen was De gouden eeuw was voorbij, de concessies aan den nieuwen geest konden dc grond vesten niet voor afbrokkelen be schermen. NEY YORK IN VLAMMEN? Och neen, het is „maar" het trekken van een nevelgordijn door vliegtuigen, bedoeld als oefening, bij een eventuzcle aanval vanuit de lucht. De stad wordt op deze wijze onzichtbaar gemaakt.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1934 | | pagina 8