Uit het Land der Eeuwige Lente.
Zaterdag 10 Maart 1934.
SCHAGER COURANT.
Vierde blad. No. 9446
Volkskunst verscholen in
het gebergte.
DE ZEE R'JISCHT IN DE
SCHELPEN...
ONBEKENDE RAMP IN HET
POOLGEBIED.
Waar de meesterhand
verrast
Door
Dr. K. Ferrari.
Hel landschap van een slreek is ter:
nauwste verbonden met haar geschie
den is. Voortdurend is loch de mepgcb
bezig om zijn omgeving te veranderen en
uit de vvijqe, waarop,bij dit doet, blijkt
de geest van zijn tijd, maar ook van zijn
\oiks- en zelfs van streekkarakter. Bij
vele landschappen kan men nauwkeu
rig den t.Jd aangeven, waarin zij zijn
ontstaan, zooals dit ook hij oudo stedm
vaak ir.ogeli.k is. Veldslagen, doch ook
industrie. bedrijven laten hun sporen
na in het landschap, soms in die ma'e.
(bit men niel eens meer van een land
schap kan spreken. Kr zijn echter nog
tal van minder ingrijpende dingen, die
niettemin hun sporen in het landschap
achterlaten.
Wanneer men afgaat op beschrijvin
gen uit vroegere tijden, is dit landschap
sic ds n toonbeeld van onvergankelij*
k<' jeugd geweest. Toch kan het niet aI-
ti,d eender zijn geweest, want uit de
noest verschillende deelen van Europa
hoeft men hier gewassen ingevoerd.
Hen ziet hier acacia's naast dennen,
kastanjes en pijnhoomon naast palmen
cn olijven. En daartussehen liggen de
oude bergd rpjes, die een groote ver
scheidenheid aan mooie kerken verton
nen. Wij denken aan die van Marcote,
cii» uit het begin van de zestiende eeuw
dateert, evenals de Santa Croce-kerk, 'n
bouwwerk van den grooteri 1'ellegrini.
ciat te Riva San Vitale staat. Veel ouder
is de San Francescokerk ie Locarno, uit
bet jaar 1231). Z.j is bijna even oud als
di oeroude doopkapel te San Vitale.
Dit samenvloeien van oi^l en nieuw.
Ook de menschen blijven in deze om
geving jong. In de gezichten van de
meer bejaarden leest men wel gebeurte
nissen en ervaringen, doch geen ouder
dom in den zin van verval. Het is dan
ook niet verwonderlijk, dat deze men
schen met hart en ziel aan hun geboor
testreek hangen. Onlangs getuigde daar
van neg een betrekkelijk onbelangrijke
gebeurtenis. Indertijd was uit een dezer
d rpen e n jonge man naar Zuid-Ame
rika geëmigreerd, waar het hem zeer
goed was ge gaan. Hij hield echter door
een geregelde correspondentie de han
den aan. En thans besloot hij, om langs
radiegrafl chen weg zijn vroegere dorps
genoctcn toe te spreken. Zoo verzamel
de op e n zekeren dag de dorpspastoor
de gcheele bevolking rondom een luid
spreker en daar klonk de stern van den
ern'grant. die zijp gehechtheid aan zijr»
gel;- .rtcdcrp uitsprak. Bij de Tessiners
uit het heimwee zich misschien eenigs-
zins arulers, doch in den grond is liet
hetzelfde heimwee, dat alle Zwitsers
kennen en feitelijk alle bewoners van het
Alpengebied. Wie opgegroeid is temid
den van prachtige bergen, geurige berg
weiden en glanzend? meren, kan zich in
hi andere omgeving wel schikken, doeb
niet zonder een gemis te blijven voelen.
En wie zou meer aan zijn landstreek ge
hecht zijn dan iemand, die komt uit het
prachtige landschap der eeuwige lente,
uit het merengebied van Tessino?
Volkskunst
Ver van de groote wegen,échter heu
vels en bergen verscholen in stille dalen
v inden we menigmaal een stadje, ecu
dorp, een vreedzaam klooster, waarvan
men op het eerste gezicht niet zou ver
moeden, dat zij uitingen bevatten van
een hooge, heilige kunst, die tot.een te. h
te volkskunst gevorderd is. Zoo kon hel
gebeuren, dat meesterwerken van Grii-
riewald eeuwenlang onbekend en ver
horgen zijn gebleven in kleine dorpski r
ken. En zoo kon men werken vai»
Vlaamsche meesters en Itaiiaansche
kunstenaars in de verborgen schuilhoe
ken van do wereld aantreffen.
Nadat reeds eenige eeuwen lang d
geleerden naar kunstschatten hebben
gezocht, kan men zich voorstellen, dat
er nog maar weinig hoekjes zijn, die zoo
•erborgen liggen, dat zij onopgemerkt
zijn gebleven. Maar er zijn er nog, voor
al in Tessino, waar het landschap zoo
biirok aandeel.
Daar ligt in het dal van de Maggia.
waar de trein dicht langs rijdt, een on
opvallend klein kerkje, dat er uiterlijk
zoo vervallen, kaal en onbeduidend uit
ziet, maar binnen zijn inureu een schat
van schilderijen bevat, zooals men ze in
geen museum vindon zal en zeker niet
in een dorpskerk. Het kerkje ligt tus-
schen Aurigeno en Maggia, waarvan de
verste naam veelbelovend klinkt, terwijl
bij het laatste plaatsje werkelijk goud
gevonden wordt.
De* beschildering der kerk viel in
de eeuw, waarin de renaissance me»
baar gevoel voor kleurenrijkdom in de
schilderkunst, haar hoogtepunt had.
Het is waarschijnlijk het werk van
drie schilders geweest, onbekende mees
ters in de kunst, die de beelden in het
koor en de heiligen-afheeldingen, de cy
clus van de heiligenlegende en van het
ieven van Maria, hebben geschapen
Van het koor van het kerkje, vanaf de
kieine halve koepel breidt zich het bonte
leven van heilige kunst a.h.w over de
vanden der kerk uit. Daar zweeft de
Heilige .Moeder met haar zoon naar be
reden, waarbij een Latijnsche Inscrip
tie vermeldt: ,.Ik ben het Licht der We
reld: de weg. de waarheid en het leven."
En naar 't kerkje aan de gezegende
moeder Gods is toegewijd de naam
is Santa Maria delle Grazie staat oi>
de afbeelding de kroning van Maria
door haar Zoon.
Dit is zoo mooi en zuiver gedaan, dat
r.ien dit beschouwende, begrijpen kan.
hoe uit deze als handwerk beoefende
volksbuurt de groote Kunst ontstond.
In het goed verdeelde halfrond .van het
koor staan tien apostelen geschilderd,
en op de wanden staan een schare Hei
ligen, die a.h.w. naar voren treden uit
de kleine gemeente, die zich in dit
kerkje verzame'de.
Hier herkennen wij natuurlijk den
Hl. Rockus en den Hl. Victor, die spe-
cialo beleekenis hebben voor de bewo
ners der bergen.
Een heel merkwaardige Heilige is
San Luguzonus. Hij wordt de „Capo
l. i n k 8 Een prachlig kijkje door een
renster van tropischen plantengroei op
hel historisch geworden stadje Locarno
aan den oever van het bekoorlijke
Lago Maggiore.
Ft e c h t 8 Ascona, een typisch voor
beeld van een plaatsje uit het district
Tessino. De uit witte en roode steen op
getrokken huisjes gegroepeerd om het
historische centrum, het prachtige
kerkje met den immer fraai ver
sierden klokkeloren.
d'Alpe" genoemd, het hoofd der Alpen,
zooals het in don volksmond in Tessin
Leet. Hij wordt uitsluitend in dit gebied
veneord; Uit dafcfbee|ding is duidelijk
op iu merken, <1© hij tot de armen be
hoorde, maar botftwjdien, dat hij oen rij
ke was. die van zijn armcede nog me!
anderen deelde. Daarop duiden het
broed en het nies, waarmee de schilder
hem heeft voorgesteld. Het is een motie
legende, die verhaalt van do vreugd*,
waarmee de arme aan de allerarmsten
gaf van wat hij had en die zonder zijn
heer te benadeelen van dezelfde niolk
tweemaal kaas maken kon om aldus
zoowel zijn meesfer als de armen te kun
nen dienen.
De heilige der Sènnehherdere.
San Luguzonus is de heilige dor Sen
nenherders, die door kwaadwillige Sen-
nen in den dood gedreven is.
Uit de volkskunst, uit do beoefening
dezer kunst als handwerk is het mees
terschap van Aibrecht Dürer niet al
leen, maar van alle grooten in de eer
ste bloeiperiode van de kunst ontstaan.
En dit vakmanschap heeft tot het iver
kelijk groot kunstenaarschap geleid,
dat te onderkennen valt in den cyclus
van zeven beelden op den Zuidelijken
wand van het kerkje St. Maria delle
Graziö bij Maggia. Niet het penseel van
een meester bij de gratie Gods is het le
ven van de genaden rijke Maagd Maria
uitgebeeld.
Deze kerk bevat nog meer kunstschatten
door onbekende meesters geschilderd.
Maar de aandacht wordt in
het bijzonder getrokken
naar deze Maria-cyclus,
waarvan het Madonna-ge
nat boeit, zoowel door uiter
lijke schoonheid als door
innerlijke bezieling, en die
gedaan is in een kleur, die
aan Andreo del Sarto doet
denken.
De Madonna op de afbeel
ding van het huwelijk lijkt
op Rafaël's Madonna in Mi
laan. Maar ook do Maria-
boodschap is een doorwerkt
prachtstuk. Heeft Correggio
het penseel helpen voeren
bij de lieflijke engelenkopjes,
die zoo levendig op de H.
Maagd neerzien'? De uit
drukking op het gelaat der
Madonna is zóó als men
zich de genadevolle Moe
der zou voorstellen. Ter
wijl Sint Jozefs trekken *n
overgegeven aandacht ver
raden, leest men van Ma-
ria's gelaat het innige ge
luk bij de aanbidding van
i het kind.
Hieronder
In Tessino in 't zuiden van Zwitserland
is de lente in vollen gang en geven de lal
looze bloemen ons reeds een idee van
wat ons land eerst over vele weken te
beurt zal vatten. De foto toont ons een
oude brug in de Centovalli waar de zon
reeds een bijna zomersche warmte heeft
gekregen.
HOE KOMT DAT?...
Vroeger, toen we klein waren en er
van eigen wijsheid nog niet zoozeer
sprake was, geloofden we vast en zeker,
dat de schelpen, die wij vati liet strand
mee naar huis namen, het ruischen van
dn zee in zich besloten hielden. Het kon
niet anders, we hoorden het immers met
onze eigen ooren. Als we een schelp te
gen het oor legden, en onze oogen slo
ten, konden we ons verbeelden aan zee
te staan. Want in onze ooren drong het
zachte geruisch van de golven, zooals we
dat in werkelijkheid hadden gehoord.
Nu weten we echter, dat dit niet zoo
is. En anderen twijfelen zoo'n beetje en
weten eigenlijk niet goed, wat ze ervan
golooven moeten. Op een school gaf een
Natuurkundeleeraar van liet ruischen,
dat inen hoort, als men een schelp te
gen het oor legt, op aardige wijze een
verklaring.Hij zeide den leerlingen
ieder een schelp mede te brengen. Toen
cdcr er een voor zich had, gebood de
1 eeraar absolute stilte. Eerst daarna
mochten de jongens heel voorzichtig en
met vermijden van e k geluid de schelp
aan de ooren brengen.
Groot was de verwondering, die er op
de gezichten der jongens verscheen. Ze
luisterden, luisterden goed en luisterden
ingespannen! Maar... ze hoorden niets
Het beroemde „ruischen van de zee"
bleef uit!
Nu werd' iets anders geprobeerd. De
leeraar zong een liedje en de jongens
mochten niet de vingers op de banken
zachtjes meetrommelen, terwijl ze de
schelp tegen het oor gedrukt hielden!
Nu hoorden ze duidelijk geruisch. En
hoe luider de leeraar zong en hoe har
der zij met hun vingers trommelden,
hoe sterker het ruischen in de schelp
werd. De leeraar gaf hiervan nu de vol
gende verklaring: De door de geluiden
tstane geluidsgolven dringen ook in
de ruimte voor de schelp en eveneens in
de steeds nauwer wordende windingen
van de schelp, waar ze sterker circulee-
ren, hetgeen het eigenaardige geruisch
veroorzaakt. Is het dus absoluut stil,
gaan er dus door de lucht geen geluids
golven, dan blijft ook de lucht in de
schelp onberoerd en hoort men niets.
Het is nu ook verklaarbaar, dat men in
een schelp van porcelein, krijt of hoorn,
die wellicht nooit de zee gezien heeft,
hetzelfde zachte geruisch kan veroorza
ken.
DOOUE IJSBEREN EK ZEEHOKDÉK
OP IJSSCHOTSEN.
In den nacht van 20 November wer
den overal ter vvere'd de seismografeu
heftig bewogen, dnch met dat al kon
bet centrum van de aardbeving, d e
plaats moet hebben gehad, niet worden
vastgesteld. Eerst dacht men aan Oost-
Azië, toen aan Zuid-Amerika of een
eiland in den Grooten Oceaan. Nergens
had echter een aardbeving plaats ge
had, hoewel ook aldaar een aardbeving
met een verafgelegen centrum was ge
registreerd door de seismografeu. Ten
slotte dacht men aan Groenland en deze
laatste veronderstelling schijnt thans de
juiste te zijn. Men heeft n.1. honderden
doodo ijsberen en zeehonden gevonden,
die uit de Noordelijkste deelen van het
poolgebied naar het Zuiden afdrijven
en door visschers werden opgemerkt.
Vooral bij Newfoundland zijn reusach
tige ijsschotsen met deze doode dieren
gezien, een verschijnsel, dat anders
v olkomen onbekend is. Men heeft nu be
rekend. dat vermoedelijk de Haffins
Baai of een nog Noordelijker plek als
het centrum van de aardbeving moet
worden aangenomen.
Tegelijkertijd is echter de vraag gere
zen, of men wel werkelijk met een aard
beving te doen heeft. Het zou ook moge
lijk zijn, dat de beving veroorzaakt is
door het instorten van een doel van den
zeebodem of door het neervallen van 'n
ineteor, die niet, of alleen door een paar
Eskimo's is gezien. Het laatste zou
den dood van een zoo groot aantal die
ren kunnen verklaren; de luchtdruk zou
lien dan gedood hebben. Dit is natuur
lijk alleen mogelijk bij een meteoor van
buitengewone afmetingen. Hij zou ver
moedelijk op de ijsvelden zijn neergeko
men; in een verren omtrek zou het ijs
dan scheuren, vandaar dat er zulke
groote ijsschotsen zijn afgedreven. De
schok, die door zulk een meteoor wordt
veroorzaakt, zou ongetwijfeld door alle
seismografeu op aardo worden gere
gistreerd.