ZEILVLIEGEN.
Legplaatje.
DE WOESTIJNKOOPMAN.
Een verhaal uit Oostersche
landen..
Op deze plaatjes zien jullie het por
tiet van 't beertje Teddy en de geit Sik
kie, waar jullie twee lijnen dwars over
heen ziet loopen. Ik zal je eens \ertel
len waarvoor dat is. Begin maar met
ten stukje dun karton te vragen aan
moeder, of wat stevig teekenpapier, een
pot met lijm en een groote schaar. Op
dat karton plak je nu de heide plaatjes.
\iet do lijm er zoo maar hij heele klott
ners opgooien, maar gelijkmatig dun
uitstrijken. Even onder iets zwaars lec-
cen en een poosje laten liggen, dan kan
't goed drogen en laat de lijm niet meor
los. Klaar? Dan kunnen we aan het
knippen gaan.
Knip nu de beide vierkanten uil en
knip zc daarna in vier stukken, langs
de zwarte lijnen, die over de teekenin-
gen loopen. Hierdoor heb je 8 vier-
kantjes gekregen, waarmee we nu gaan
..werken". We passen n.1. van deze
stukken twee heel andere beesten in el
kaar, dan de eigenl ke Sikkie en Teddy.
We nemen b.v. de voorpooten van
Sik en leggen die hij het achterlijf van
Teddy. Daarboven zeten we de kop van
Teddy en Sikkie's staart daarnaast.
Maar 't kan ook anders. Zoeken jullie
dat zelf nu maar uit; veel pleizier er
mee!
..Trek uit loopen los!" zoo klinkt
het commando van den zeil vlieger op
de berghelling en dan verheft zich het
net gummikabels, op de manier van
een katapult afgeschoten zeil vliegtuig
als een reuzevogel geluidloos en licht in
de lucht. Als door onzichtbare krachten
gedragen, zweeft het toestel voort, stijgt
omhoog, wendt zich met de elegante
bochten links en rechts en vliegt zelfs
tegen den wind in een uur twee
uur, steeds hooger, steeds hooger en
s'eeds verder...
Die eens getuige was van een zeil-
vliegtocht, zal het kunnen hegrijpen, -.lat
de zeilvliegers zoo enthousiast zijn over
hun sport, waarbij men volgens hun
verklaringen alleen het ware gevoel
van „vliegen" krijgt, het gevoel van zich
-los-maken-van-den-grond, hetgeen men
in een gewoon vliegtuig niet zoo sterk
gevoelt. Met het woord „sport" is het
zeilvliegen eigenlijk niet genoeg geken
merkt, want tegenwoordig is men er
zich heel gced van bewust dat de tegen
woordige luchtvaart van de zei.vliegerij
kan leeren. Niet voor niets hebben vel
schillende zeilvliegers met hun toestel
len hoogten bereikt van meer dan 3tu
Meter, terwijl zij afstanden vlogen van
ruim 300 kilometer en meer. In vele
opzichten, vooral wat betreft don iiit
wendigen vorm, schijnen de zeilvfiêgtui
gen als voorbeeld tc dienen voor de :il
lermcdernste motortoestellen. Natuur
lijk is bet zonder meer niet mogelijk een
zeilvliegtoestel door bet inbouwen van
een motor te veranderen in een motor
vliegtoestel. Maar desondanks overdrijft
men niet. wanneer men zegt. dat de
j'iegtuigwerven nog veel te danken heb
ben-aan de proefnemingen van de ze
vliegers. Vergeleken bij een zei!vliegto g
moet do doelmatige vorm van een ver
keersvliegtuig den leek wel hoogst on
volmaakt toeschijnen. Doch niets is
minder juist want bij het vliegen legt
de vorm betrekkelijk weinig gewicht in
do schaal.
Er bestaan tegenwoordig in Duitseh
land 250 verschillende zeilvliegvereeni
gingen. Voor het grootste gedeelte be
staan zij uit betrekkelijk jonge rnen-
sehen; scholieren, studenten enz., die
hun toestellen dan ook zelf bouwen, t
deze wijze is het mogelijk, ondanks de
beperkte iniddeien, die de zeilvliegerij
ter beschikking staan, steeds weer nieu-
w igheden te beproeven en records te be
balen, die de luchtvaart en natuurlijk
ook de opleiding van piloten ten gcede
komen. Er ligt in ons land nog een
prachtig arbeidsveld braak voor ..jou
gens van Jan de Wit", die hun krach
ten op de zeilvliegerij willen probeereu'
')e uitlegging!
Mohammed en Beltan woonden in
een warm land. hier ver vandaan, aan
den rand van de woestijn en zij waren
altijd erg verlangend naar het tijdstip,
waarop zij op hun kameelen zouden rij
den naar de kleine oase, veertig kilo
meter verder en die het eigendom van
hun vader was.
Een keer per jaar deden zij dezen
tocht om mee te helpen met het oogsten
van dadels. Dat was erg pleizierig, want
niet alleen woonden zij al dien tijd in
tenten, maar ook andere familieleden
kwamen daar, neven en ooms, die al
tijd in de woestijn vertoefden. Op die
heerlijke plaats midden in de woestijn
onder de wuivende dadelpalmen, kon
den zij zich overgeven aan hun geliefde
spelletjes als de oudereu onder de pal
men bezig waren met het inpakken van
de dadels. Deze vruchten zijn zoo be
roemd, dat zij over de geheele wereld
verzonden worden.
„Laat ons een groote kring vormen"
zei Beltan op zekeren avond, toen het
frisch begon te worden. ..Zullen we 'm
in het zand maken of zullen we de ka
meelen halen?"
„Er is te veel wind voor zand",
schreeuwde Ali, zijn hand in de lucht
stekende om te weten te komen, van wel
ken kant de wind kwam, want er stond
werkelijk een frisch briesje.
Mohammed lachte, maar Ali was de
oudste van de troep en daarom deden
zij tenslotte wat hij zei Bovendien wist
hij meer van de woestijn af dan cmi
wm hen allen.
..Haal de kameelen dan", zei Beltan
..elk moet er één pakken."
Spoedig hadden ze er elk één ge
bracht, die zij dwongen te knielen. Niet
tegenstaande veel grommen, hetgeen de
gewoonte is van een kameel, waren /ij
goede speelmakkers en hadden evenveel
plezier als de jongens.
Toen de kring gemaakt was. riep A!i
..federeen klaar! Xu dan, zes binnen
en zes buiten de kring!"
De jongens, welke binnenin waren
kregen even lijd een ^onrt fort te maken
en toen kon het spel beginnen. De be
doeling was. dat de verdedigers er uit
moesten zien te komen en de aanvallers
er in. Als de helft van de laatste tege
lijk het midden bereikt hadden, waren
zij winnaars, of als drie van de zes uit
bet fort kans zagen een kameel op li
tuigen en er vandoor te gaan, dan had
den zij gewonnen. De kameelen speel
den even echt mee als hun kleine baas
Jt*.
Plotseling zag Beltan kans er met 'n
vitte kameel van door té gaan. terwijl
■le anderen in het fort de aanvallers met
zandballen bekogelden.
De aanvallers trachtten te verhinde
ren. dat Beltan er met Zeb. zo.» heetb-
de witte kameel, van door ging, doch
/ij kregen geen kans.
Het spel ging verder tot een van th
partijen drie keer had gewonnen en de
zon ging dalen.
Ondertusschen verzamelden Malfi en
Ketser de kleine meisjes onder de hoo
rnen direct hij de bron. Het was een
Z'XT belangrijken dag voor hen. het da-
cl feest, waarop zij al hun speelgoed en
poppen meebrachten. Sommige meisje-
hadden prachtige poppen in Tunis
zelf gekocht, die misschien zelf uit ïta-
!i-: waren gekomen. Anderen bezaten
alleen maar houten poppen, die door
hun vaders zelf gesneden waren en in
ijden doeken gekleed waren. Zij huil
den ook houten kameelen en een beest,
van gevlochten stroo gemaakt^ waaruit
men ieder denkbaar dier. dat op vi°r
jóöton rondwandelt zou kunnen be-
Memmen, maar Malfi verzekerde, dal
liet een paard was. Terwijl het feest in
vollen gang was klonk opeen-: door de
heldere lucht het geluid van oen hoorn.
De kinderen vlogen schreeuwen»"»
overeind en joelden: ..de Suikerman, de
Suikerman!"
De man, wien dit gold. was een oude
Arabier met een eenvoudig uiterlijk en
een lange witte baard. Hij was zoo pas
»n de oase aangekomen met zijn kamee
len. maar reeds werd hij door een druk
gebarende troep mannen, vrouwen en
kinderen omzwermd, want niet alleen
de kinderen zien hem graag, voor wie
hij altijd snoepgoed meebi-engt. maar
ook de volwassenen zien verlangend
naar zijn komst uit, omdat hij nieuws
brengt van de bewoonde wereld. Eens in
de twee weken komt hij van het 40-mijl
daarvan verwijderd liggende Tunis, de
woestijn door naar de oase.
Men riep maar door elkaar. Hier
riep er een: ..Hé Ibrahim, heb je mijn
zadel meegebracht?" Daar klonk de
raag: „Hoe staan de dadels aan den
rand van de woestijn? Is de oogst
goed?" Daartusschendoor kon men de
kinderen hooren: „Heb je wat lekkers
meegebracht uit de Bazaar?"
Aan al dat lawaai was hij al zoo ge
wend, dat hij kalm zijn pakken liet af
laden en zich niet van de wijs liet bren
gen door hun opgewondenheid. Lachend
zei hij alleen: „Als ik zooveel tongen
had als er zandkorrels zijn in de woes
tijn, zou ik jullie allemaal antwoord
kunnen geven. Maar 't is al laat, bes'e
kinderen, de Suikerman verkoopt vóór
morgen geen zoetigheid meer. Ik moet
ru wat te eten hebben, zoo dadelijk krij
gen jullie de nieuwtjes te hooren."
Zoo moesten ze dus wel tot den vol
genden dag hun snoeplust bedwingen,
maar wat er toon uit Ihrahim's pak
ken te voorschijn kwam, dat was dan
ook de moeite waard. En toeh, 't heer
lijkst van al vonden ze p.og (jfi sujjieivn
beesten, die hij zelf fabriceerde, in alle
mogelijke vormen kon bij die blazen met
behulp van zijn pijp.
Kameelen en paarden, tenten en
menschen. wat niet al! Den geheelen
dag vormde hij het middelpunt van alle
belangstelling, maar toon het koeler
werd en de avond daalde., belaadde h*j
zijn kameelen met versche dadels en
toog voor de zooveelste maal op weg
naar de stad, alleen met zijn kameelen
door de wijde woestijn.
KEN SPECIALIST.
Op eep boerderij was de motor van do
dorschmachine stuk en niemand daar
i'i het dorp zag kans hem te repareeien
Üe boer liet ten slotte een specialist uit
de stad komen. De mechanicien kwam,
bekeek den motor, sloeg met een hamer
ergens een paar maal op en de motor
liep weer prachtig.
De boer vroeg, hoeveel hij hem schul
dig was. De mechanicien zei: Vijftig
gulden, alstublieft.
De boer weigerde dit bedrag te beta
len. daar hij het veel te hoog vond en
wilde wel eens een specificatie zien. De
man schreef nu een nota, die luidde als
volgt:
Slaan met een hamer f 1.
Weten waar te slaan f 49.
Totaal f 50.—
De reden vergelen.
Kleine Zus huilde. Haar moeder
Irachtte haar af te leiden en riep: „Lie
veling, kom eens hier, kijk eens, een
v'ieginachine".
Zus holde naar het raam en keek
naar het vliegtuig, tot het heelemaal
\erdwenen was. Daarna drukte zij haar
akdoek weer tegen haar oogen en wil
le weer doorgaan met huilen, doch
keerde zich plotseling om en zei: „Moe
der, waarom huilde ik daar straks ook
weer?"
JAPANCCHE KHJDEHTJES
TUSSCIIEN DE LENTEBLOESEMS.
Een boer, die gekozen was in een
schoolbestuur, maakte op zekeren dag
•en visite op een der lagere scholen. Hij
wilde eens zien of de kinderen nogal bij
de hand waren en vroeg: „Wie van
jullie kan mij zeggen wat „nkti" is?"
Alle kinderen zwegen. Eindelijk stak
I '-'as zijn hand op en zei: „Dat is u t
ik laatst van U heb gekregen, toen
■Uw paard van de wei heb gehaald."