Olie aangeboord bij
Casablanca.
De brand te
Hakodate
De Vloek.
Zaterdag 24 Maart 1934.
SCHAGER COURANT.
Vierde blad. No. 9454
Nocdbtftre kortsluiting veroorzaakt
brand.
Ongeveer 80 procent der huizen
vernield.
DE MO OISTE FOTO
Kort
verhaal
ZAL MEN DEN BRAND MEESTER WORDEN?
In de buurt van Casablanca is de eerste
oliebron op Fransch gebied aangeboord.
Tengevolge van een kortsluiting geraak
te de bron in brand. De bluaschingspo-
gingen hebben nog geen succes gehad.
RAUWE Berberstommen schreeuwen in het
toch al rumoerige Casablanca, Dar el
Bêda, zegt de Arabier ieder uur nieuwe
opwindende berichten. De Atlas en Anti-Atlas zijn
nu geheel onderworpen. 150.000 menschen hebben
zich voor den Franschen wil moeten buigen. Ker-
does is bezet. Belgacemkadi heelt zich overgegeven.
De Mcrebbi Rebo is naar het Spaansche territorium
Yfni gevlucht om den aanval van generaal Iluré te
ontwijken. Aan het wapensmokkelen is nu een ein
de gekomen, maar andere perspectieven openen
tich. Met do producten van de F.uropeesche kuituur
kan men nu probceren de eenvoudige bergbewoners
te benadcelen.
Temidden van al deze nieuwe dingen ploft als een
born de nieuwste sensatie van Marakko. Olie Is aan-
gel>oord in de buurt van Casablanca! Wie had dat
ooit gedacht olie op Franschen bodem! Het
brandt, maar dat is minder, waar één oliebron is,
zijn er allicht meer.
Spoedig is in Casahlanca geen auto meer te krij
gen. De stille witte daken van deze stad lijken van
emotie mee te trillen. De speculanten jagen door
de bergen naar den Tselfat Maar voor hen uit zijn
de Fransche, Roemeenschc, Engelsche en Amcri-
kaansche prospectors. Sedert zes jaar dwalen de
prospectors hier rond, zoekend naar olie, steeds
vergeefs tot op dit oogenblik! Er is geen gids
noodig om hen naar de bron te brengen. Een zwart
bruine rookzuil toekent zich tegen den* blauwen
hemel af en steeds meer breiden zich de wolken
uit „Een rookoffer voor de Marokkaansche vrijheid"
zeide halfbloed-Berber, die in een rammelende auto
een Spanjaard naar de bron reed. Zelf heeft hij
dat woord niet bedacht. Het komt uit de mond van
een van de gevluchte opstandelingenleiders, die de
toekomst natuurlijk zeer somber inziet. In de dichte
rookwolken ziot men de vlammen kronkelen, die
door do olie gevoed worden. De auto's staan al in
dichte rijen op het terrein. Voor deze terreinen kre
gen in 1028 eenige leden van de Marokkaansche re-
geeringscommissio en een Belgisch-Fransche ban-
kiersgrocp vergunningen. In de weinige uren, dat
deze brand woedt, zijn de omringende woestijn-
gronden tienmaal duurder geworden.
En terwijl de hemel reeds donkerder wordt be
raadslagen er eenige sepculanten, waar zij een
hotel zullen zetten, een danszaal, een kroeg, enzoo-
voorts. Geld speculaties winst!
Een speculatieroos heeft zich van iedereen in Ca
sablanca meester gemaakt. Men droomt van goud
en rijkdom, van de vervuiling der stoutste wen-
schen.
Het was zoo ongeveer de 150ste plek die men
aanboorde; men zou ook de 20Óste aangeboord heb
ben, want er was geld genoeg.
Eensklaps schreeuwde do Arabier, die de leiding
bij het booren bad, luid op. Hoog spuit uit den bo
dem een zwarte, bruine straal. In eenige seconden
speelt zich alles af. De straal raakt de hoogspan
ningsleiding, voor het Fort Lyautey, 15 meter bo
ven den grond. Als een draadje knapt de zware
kabel: kortsluiting een brullende vlam een
algemeene paniek. Een vuurstraal schijnt tot den
hemel te schieten.
De kortsluiting veroorzaakte den brand. Maar de
mogelijkheid, dat Frankrijk onafhankelijk wordt
van den olie-import verzoet dit ongelukkig begin. Op
het oogenblik verbranden liefst 2 millioen gnllons
perd ag of worden door de droge woestijn opgeslorpt.
Hoe moedig de mannen van Fort Lyautey ook
trachtten den brand te blusschcn, niets hielp. 10.000
zakken zand werden in het brandendo gat gestort
maar nog steeds brandt de bron.
Toch heeft men goede hoop, spoedig het vuur
meester te zijn. Is dat niet een bcctjo optimistisch?
Do bronnen bij Bakoe hebben vier jaar gebrand en
in de Verecnigde Staten zijn er bronnen, die sinds
tientalen jaren branden. Maar nu heeft men een
nieuwe uitweg.
Men wil bet nu met dynamiet probceren. Uit een
vliegmachine wil men het in de bron werpen of
een man, beschermd door een asbestpak, do ont
ploffing laten te weeg brengen. Kwaad met kwaad
verdrijven zou men zeggen. De explosie kan inder
daad een luchtdruk ontwikkelen, die de zuurstof
wegzuigt en daardoor de vlam doet uitslaan. De ex
plosie kan ook het gat verder openscheuren.
Men weet niet wat het resultaat zal zijn. In ieder
geval zal men het prol>eeren.
Aan twee kanten strijdt Frankrijk nu in Marok
ko. Aan de eene zijde om eindelijk de opstandigen
volkomen te bedwingen, aan de andere zijdo om de
eindelijk ge\ondcn olie spoedig te kunnen exploitee-
ren.
DE JONGSTE LUCHTPASSAGIER. Zeven maan
den oud was Gunthard Klein, die zonder gelelde
even van Berlijn naar Danzig vloog voor een bezoek
aan zijn Grootouders. Hierboven zien we hoe do
„kleine Klein" door den piloot naar het vliegtuig
wordt gedragen.
Het vuur niet meer te blusschen. Gebrek aan
drinkwater en levensmiddelen. Leger
en vloot snellen te hulp.
De brand in de Japansche havenstad Hakodate
heeft volgens nadere berichten op zijn minst 26000
huizen in asch gelegd, terwijl het aantal dooden en
gewonden nog steeds niet nauwkeurig bekend is.
Daar de telegraaf- en telefoonlijnen verwoest zijn.
is het moeilijk nadere bijzonderheden te vernemen.
Door den hevigen storm werd liet vuur steeds aan
gewakkerd, zoodat de vlammen hoog opsloegen tilt
de brandende houten huizen en telkens nieuwe hui
zen in brand geraakten. De verwarring moet zeer
groot zijn geweest, daar het vuur de menigte insloot.
Het Roode Kruis heeft maatregelen getroffen om
spoedig hulp te verleenrn. Hulpexpedities zijn reeds
op weg naar de stad. Reeds vroeger in 1007 is de
stad eveneens door een grooten brand geteisterd,
waarbij ongeveer 80 pet. van do huizen in asch wer
den gelegd. Ook toen was het aantal slachtoffers
zeer groot.
100 000 dakloozen.
Het aantal personen, dat door den brand dakloos
Is geworden wordt op moer dan 100.000 geschat.
Talrijke vluchtelingen hebben een onderdak gezocht
op de schepen, welke in de haven liggen.
Hakodate is de tiende stad van Japan en de groot
ste stad benoorden Tokio.
De brand niet meer te bedwingen.
De brand is niet meer te bedwingen. Alle groote
gebouwen zijn een prooi der vlammen geworden.
Ook do elertrisohe centrale is verwoest, waardoor de
stad geheel in het duister is gehuld.
Slechts de schenen in de haven konden door mid
del van hun radio berichten overbrengen. Oorlogs
schepen waren onderweg om hulp te bieden, doch
koopvaardijschepen konden door do stormen de
noordelijke havens niet verlaten.
Het lijden van de getroffen bevolking wordt nog
verzwaard door de hevige koude en het gebrek
aan levensmiddelen en drinkwater.
De bevolking vlucht in paniek.
Tijdens den brand hebben zich ontzettende toonoe-
len afgespeeld. Door paniek bovanran wilde ieder
een de straat oprennen en zich buiten do stad be
geven. Daardoor konden velen zich niet tijdig uit
do brandende huizen redden, terwijl bovendien de
straten zoo nauw zijn, dat zij entnogclijk de men-
scbenmenigto konden bevatten; velen, werden in 't
gedrang gekwetst of Henen brandwonden on. Oude
menschen werden door de vlammen volkomen ver
rast en kwamen jammerlijk om, voordat zij eigen
lijk goed wisten, wat er gebeurde Eenige bonderden
menschen kondon de schenen bereiken, die in de ba-
ven liggen, doch duizenden moesten in de open lucht
overnachten en daar zij nimenoeg niets hadden ge
red en er geen tenten beschikbaar waren, leden zij
ontzettende koude. Bovendien ziin er geen voldoende
levensmiddelen en water beschikbaar om den nood
te lenigen.
Meer dan 600 menschen omgekomen.
Hevigo orkaan teistert het land.
Volgens een latere mededeellng van don gou
verneur van het eiland Hokkaido, zijn er bij
„ZITTEN BIJ HET LOOPEN". Het klinkt wel een
beetje gek, dat men bij het loopen zit En toch is
dat het geval bij de uitvinding van den Amerikaan
Walter Nilsson te Los Angeles. Dagelijks kan men
hem met zijn rijwiel-achtig looptoestel, zooals hier
boven afgebeeld, door de straten dier Californischo
stad zien „wandelen-zitten".
Portret-Atelier JAC. DE BOER
Keizerstraat DEN HELDER
den brand tc riakodatc 660 menschen om het
leven gekomen en 460 gewond. Alle'openbare
gebouwen en 23.000 huizen zijn verwoest. Er zijn
92.000 menschen dakloos.
Een hevige orkaan, die woedde, maakte de
verschrikking en de verwarring grooter. De
brand werd eerst Donderdagmorgen om 7 uur
bedwongen. Dc zakenwijken en de amuse-
inentswijken zijn bijna geheel vernield. De ge
vangenis is verbrand, de gevangenen werden
onder do liocdo van afdcclingcn militairen ge
steld, die het reddingswerk verrichtten.
De orkaan teistert het gehcele land cn veroor
zaakt verwoestingen zoowel te land als ter zee.
Bij do verzekeringsmaatschappijen zijn reeds
uitbetalingen tot een som van naar raming 50
millioen jen voor Ilakodatc opgcëischt.
Slachtoffers van do taifoen. Te Tokio
en omgeving meer dan 80 menschen om
gekomen.
Gistermorgen waren er volgens de tot op «lat
oogenblik oui\angen berichten door de taifoen, die
boven Japan en in liet bijzonder boven Tokio woed
de, alleen in Tokio en omgeving 80 menschen om
het leven gekomen. Meer dan 300 menschen wer
den gewond.
De matcricelo schade isz eer groot. Tal van tele
grafische verbindingen werden vernield, verscheiden
spoorlijnen gestoord. Dc radio moest wegens schade
cenigen tijd worden stopgezet.
De regcering beeft voor de noodlijdende bevolking
bijzondere hulpmaatregelen genomen.
Sinds je terug bent, heb je iets, dat je hindert,
zei dr. Dimmer tegen zijn vriend, den oud commis
saris van politie, llelmer. Voor den dag ermee! Die
rimpel tusschen je oogen verraadt me, dat je ver
denkingen koestert, die lijn bij je mond wijst op
twijfel, die uitdrukking in je blik, nu en dan, heeft
iets doordringends, eenmaal welbekend en gevreesd
bij de „jongens". Maar het is me een raadsel, welke
misdaad je op het spoor kunt zijn gekomen in dat
vredige nest, waar je gelogeerd hebt en bij die nog
vrediger familie.
Helmer trok zijn eeu
wige pijpje, hnlf glim
lachend. Je hebt ge
lijk, zei hij, er is Iets,
wat me hindert Een
maal politieman, altijd
politieman. Dat is eigen
lijk een ongeluk. Ik zal
het je vertellen, jou kan
men vertrouwen, je
praat niet Wel, jc weet,
lat ik van den zomer
logeerde bij de familie
H., je kent die familie
evengoed als ik. Frans,
knappe, aardige jongman, zijn vrouw Lucie, liet
kind, hun kleintjes, verder hun ouders, dc oude
mevrouw, die verlamd is, maar verder een zonnig
opgewekt dametje, waar iedereen dol op is, en de
oude beer. stille, zeer belezen man. Ze bewonen een
mooi landhuis, dat gemoderniseerd is, doch nog
genoeg van de sfeer van een heel oud huis bezit,
om voor mij aantrekkelijk te zijn. Wat je echter
niet weet, waarschijnlijk is, dat in hun geslacht
zooiets bestaat als een vloek. Op een regennrhtigen
avond, toen wc met z'n drieën zaten do ouders
blijven 's avonds vaak in hun eigen appartementen
en de kinderen waren naar bed vertelden Frans
cn Ltirie mij ervan, zuiver om me te nmtisoeren.
Je hebt misschien achter in den tuin een ver
wilderd plekje gezien, zei Frans, en je hebt je mis
schien verwonderd, waarom we het zoo wild lieten
staan en wat er achter die woeste struiken ligt.
Wel een gr«f. Als je door die struiken heendringt
dan vindt je een grafsteen en daar is een legende
aan verbonden. Fr schijnt eens iemand vermoord
Ie zijn in dit huis, heel vroeger en daar begraven.
De moordenaar een van nrn voorvaders zette
natuurlijk genn netten grafsteen op het graf van
zijn slachtoffer, integendeel, hy lie« er planten en
struiken op groeien. Doch iemand schijnt hem ver
dacht en bespied tc hebben, hoe het zij, op een
avond werd de misdadiger als het ware gedreven,
zooals men zegt dat vaak gel>eurt, naar die plek.
en wat zag hij? Een grafsteen, waarop de naam van
zijn offer was gelteiteld! Je kunt je den schrik voor
stellen? Hij viel flauw en toen men hem daar vond,
kwam alles uit. Op den steen stond, dat ieder, die
aan het graf zou raken, vervloekt zou zijn en bln
nen c«mi jaar stenen zou. Dc nieuwe bewoner van
het huis een neef van don misdadiger, aan wien
nu het goed kwam vond dat onzin, hij had geen
zin een graf in zijn tuin te houden en wilde het
stoffelijk overblijfsel laten overbrengen naar een
kerkhol.
Het kostte hem moeite, er werklieden voor te vin
den en driftig geworden over hun „dwaas bijge
loof", besloot hijzelf, naar het verhaal luidt, de hand
eraan te sluan. Dienzelfden dag viel cr een dakpan
op zijn hoofd en hij werd gedood. Sindsdien geloof
de men in mijn familio aan den vloek en niemand
kwam meer aan het gral.
Lucie voegde erbij: Lach er niet om, vader bij
voorbeeld is heilig ervan overtuigd, dat het waar
heid is. en geen wonder!
Ze keek heel ernstig, wierp een blik naar do deur,
alsof zij hang was, dat hij zou komen en voegde er
hij. Zijn eigen vollen ecl, die eigenaar was van
dit landgoed en de landerijen hier omheen, is er
door gestorven.
Natuurlijk werd ik nieuwsgierig en ze deden mij
het verhaal. Ze lachten er een beetje hij. maar wa
ren toch niet zoo ongcloovig, als ze deden voorko
komen en ik zeil was verwonderd.
Pas later dacht ik zooveel na over het verhaal,
dat ik langzamerhand een gevoel kroeg, als had ik
de personen, die er in optraden gekend en als had
ik dat heele geval meegemaakt.
De zaak was zoo. Hun vader hij heet zooals
zijn zoon Frans stond er destijds vrij slecht voor.
Hij had nogal tegenslag en bovendien werd hij ont
erfd door een oom, die zijn geld naliet ann zijn
neef Jules. Deze bewoonde dus het huis. Op een
keer had hij er gasten, waaronder ook zijn neel
Frans en diens jonge vrouw. Ze waren altijd twee
uitersten geweest, Frans en Jules. Do eerste levens
lustig, intelligent, moedig, do tweede een onbedui
dende ijdelc jongen, die graag opschepte, maar wei
nig moed bezat, zooals uit allerlei kleinigheden
duidelijk werd. Op een keer kwam het gral ter
sprake en Jules bespotte zijn neef. die er vast nan
geloofde, dat de vloek zou uitkomen, waarop Frans
hem uitdaagde als hij dat zoo hespottelijk vond.
dan maar naar het graf te gaan en den steen, n'
was het maar t'cn contineer, te verschuiven. Jnlre
antwoordde pralend., dat hij het natuurlijk best
zou durven, maar hij bracht het gesprek toch on
iets anders. Er gingen enkele dagen voorbij, toen
op een avond een der gasten opgewonden kwant
zeggen, dat de steen verschoven was. F.r ontstond
oen zekere opschudding en Frans zei, tamelijk ver
baasd: Dus je hebt 't toch durven wagen, waar
op Jules spottend antwoordde, dat hij nu hopelijk
overtuigd was. Frans zei schouderophalend: Van
je moed, ja, maar van de dwaasheid van het gelooi
aan den vloek pas over een jaar.
Het schijnt, dat Jules luidkeels lachte en nadien
herhaaldelijk erop «erukwam en steeds prat erop
ging, dat hij den vloek had durven trotseeren en dat
hij er tachtig jaar onder zou worden. Tenslotte
schijnt het do anderen zelfs gehinderd te hebben,
want velen van ons zijn heimelijk wat bijgcloovig
en Frans waarschuwde hem. liever af te wachten cn
niet te vroeg te spotten. Wel om kort te zijn
twee weken nadat hel gebeurd was. struikelde
Jules, toen hij naar zijn geliefkoosd plaatsje in don
toren ging die toren is nu verbouwd en was
vroeger hooger, heel nauw en bood een mooi uit
zicht hij viel van den hoogen trap en brak zijn
nek.
Dat verhaal deed mijn gastheer mij. Je zult je af
vragen, hoe ik daarover zoo kan tobben als ik
inderdaad doe. Wel, eenmaal politieman On
willekeurig drong de gedachte zich nan mij op,
dat het per slot van rekening een gunstig iets voor
den eenen neef geweest was. dat de ander den
vloek trotseerde. Docli tegelijkertijd verbaasde ik
me. Er zat iels in die geschiedenis, wat mijn hart
van ouden politieman wantrouwend maakte. Het
toeval weet je, het erg opvallend toeval, flat een
man, die hekend staat als opschepper, inderdaad
deed. wat hij pralend beweerde fc durven doen.
dat hij, die toch niet als moedig gold er zoo op
bleef pochen en toen binnen zoo korten tijd veron
gelukte. Ik zei hij mijzelf, dat ik. als de geschiede
nis pas gebeurd was. er wantrouwend tegenover
staan zou. Destijds werd algemeen gezegd, dat de
vloek in vervulHng was gegaan on als al iemand
later getwijfeld heeft, hoe zou het toon nog uit te
zoeken zijn geweest
Dorh stel, dat a'les zich in mijn tegenwoordigheid
had afgesnoeid? Zou ik. gewend om critisch tc den
ken en niet geneigd aan hiigeloovige legenden
waarde te hechten, niet dadeliik zijn getroffen door
die samenloop van omstandigheden en niet ook
dndeliik wantmuwomi zijn geweest tegenover een
man, die alles te winnen had hij dit snolletje? Zou
ik niet dadelijk hebben willen vaststellen, waar
«11e man was. toen de ongelu'-k'ge neef zijn gelief-
i-oosden uit**iehttoren beklom? F.on s'oot, en hij
kon vallen. Men vond hem pas uren later toen zijn
lange wegblijven nnv«el. F.r was besi;st niemand,
die ann misdaad dacht, dus niemand zal ook heb-
hen trachten vast te stellen, welk nl'hi de gasten
hadden. Kerel, d>o kwestie heeft -me ceen rust ge
laten, al dien tijd, dat ik er was. Ik sloeg dien
ouden man gade en vroeg me af. of alleen het leven
van iemand, die werd voorgesteld als een vroolijken,
wat lichtzinnigen jongeman, zoon ernstigen. stillen
gesloten man kon maken? Ik vroeg me nog veel
meer af, den avond -dut ik hem zag dwalen in
«'.en tuin. Hij liep veel in den tuin rond en altijd in
de huurt van het grof. Stel, dat bij dien grafsteen
verschoof, speculeerend op de ijdelheid van zijn neef,
die inderdaad de „eer"' van die daad graag op zich
nam on natuurlijk durfde pralen, wetend, dat hij
den vloek niet op zich had geladen!
Stel dat het zoo was Maar dan zag ik opeens
rlles weer nuchter, zag die lieve oude vrouw, zag
ik hem eens een proef genomen. Ik sloop hem na,
toen hij door don tuin wandehle en bleef stilstaan
dicht hij het graf. Ik zei onverwachts: Waarom
plant men hier geen bloeiende struiken? Het is
zoo somher. Hij keerde zich om cn nog nooit heb ik
zoo'n ontzettenden schrik in menschenoogen gele
zen, zoon akelig bleek en verwrongen gezicht ge
zien. Op dat moment was ik er zeker van, het tee-
l'.e van Cain op dat gelaat tc zien. Naderhand over
legde ik weer: als iemand in gedachten staat in een
stillen tuin en eensklaps zoo wordt aangesproken,
zal hij schrikken, ook al is zijn geweten zuiver en
wat ik voor schuldbesef en angst aanzag, was mis
schien alleen verbazing en natuurlijke schrik. Men
verbeeldt zich zoo gauw iets on de atmosfeer die
schemerige tuin, de sombere plaats was wel ge
schikt om je iets te verbeelden. En toch steeds
weer vervolgt me dat idee. Als het zoo is, dan loopt
niet alleen oen moordenaar ongestraft rond cn ge
niet met zijn kinderen do vruchten van zijn mis
daad, maar er leeft ook een nian, die rechtens op
dat landgoed moest wonen en dat geld bezitten,
want do erfenis zou dan op anderen overgaan. Wat
moot ik doen?
Zijn vriend had aandachtig geluisterd. Nu schonk
hij de wijnglazen rog eens vol en zei: Wat moet
ie doen? Romanschrijver worden, je hebt er alle
kwaliteiten voor: Fantasie en een boeiende manier
van vertellen. Als auteur van spannende verhalen
r.ul je, met jouw ervaring, de prachtigste misdaden
kunnen bedenken. F.n als je dat «loet, lever je min-
<!er gevaar op voor onschuldige mensehen in je
omgeving.
De ander lachte even, doch schudde toen het
hoofd. Ik zal het probceren het van me af te
cellen, zei hij. Per slot van rekening is het niet nu,
maar dertig jaar geleden gebeurd, ik kan nooit
moor iets bewijzen maar toch
Wat een geluk voor 'm, dat dertig jaar geleden
niet iemand als ik on«ler de gasten was!
Ik weet een prachtige oplossing, zei de ander
wat ondeugend, ga terug en verschuif den steen.
Den je in een jaar nog in leven, dan is je wantrou
wen bevestigd en anders
VINCENT DE ROO.