De PaaschkSokken. Paaschgedachte. Een Huwelijk Zaterdag 31 Maart 1934. SCHAGER COURANT. Vijfde blad. No. 9458 Klacht bij het Kruis' Een Tsjechische legende. (Naar een schilderij van Rubens). Door PAUL VAN WOERDEN. HET is nu reeds honderden jaren geleden, en misschien nog wel langer, dat in de NMeim* stad (een stadskwartier van Praag) een ar- mo weduwe woonde. Wat gaf het haar, dat zij vlijtig en zuinig was, waar zij zooveel kinderen had? Iedereen weet, dat de torens van de Loretokerk vele klokken hebben; juist zooveel kinderen had de we duwe en zij noemde ze daarom haar Loretoklokjes. In die dagen klonken de klokken niet zoo krachtig. Ze gaven alleen de tijden van den dag aan. De grootc klokken gaven het halve en het heele uur aan, de kleine het kwartier. De weduwe zcide, dat het met haar klokjes in haar huis net zoo ging. De grooto beidden hun tijd, do kleinere wilden ieder oogenblik iets hebben. De eenige schat van de arme weduwe was een snoer zilveren munten, waaraan er net zooveel zaten, als de we duwe kinderen had. Het snoer was afkomstig van een rijk familielid en de moeder wilde het voor haar kinderen bewaren. Daar brak te Praag een verschrikkelijke ziekte uit. Deze ziekte overviel voornamelijk de armen en deze beweerden in hun wanhoop, dat de rijken door ver gift de ziekte hadden verwekt, om van de armen aff te komen. Eindelijk -werd ook het gezin van de weduwe door de ziekte aangetast. De oudste zoon werd ziek. De moeder werd bijna krankzinnig van verdriet, want ze hield van haar kinderen, van alle evenveel en het kwam niet in haar op, dat met haar kinderen ook al haar zorg en moeite zouden worden weggeno men. Een geneesheer betalen kon ze niet. Ze zag ook in dat alle dokters te veel te doen hadden, om naar haar huis te komen en haar zieke te bezoeken. Het duurde nog geen twee uur of het kind lag op ster ven. Toen de ongelukkige moeder zag, dat zij niet kon keipen, nam zij het snoer met de zilveren munten, deed de grootste er af en liep daarmee naar de Loretokerk. En zoo ging het icdcren dag. Munt na munt ver dween van het snoer en op de torens der Loretokerk klonken dagelijks al minder en minder de klokken. De moeder was in doffe vertwijfeling, wanhoopig liep zij achter den lijkwagen naar het kerkhof, en van het kerkhof keerde zij verslagen naar huis, om een ander kind bij te staan in zijn laatste oogenblikken. En toen stierf ook het jongste kind, dat bijna nog een zuigeling was. Toen de laatste klok van den kerk toren klonk, dacht de moeder, dat haar hart zou bre ken. Ze vergezelde ook haar jongste kind naar den godsakker en toen zij was teruggekeerd, voelde zij, dat de ziekte zich ook van haar had meester gemaakt cn zij viel op het bed, waarop zij haar rijkdom had zien sterven. Daar lag de arme vrouw, zonder hulp, ja, ze had niemand, die haar een slok water kon reiken. Haar eenige troost was, dat zij haar kinderen niet lang zou overleven. Een bijna ondragelijke hitte verteerde haar ge- heelc lichaam. Eindelijk voelde ze, hoe een wonder- DE SCHRIJNE!YDE TEGENSTELLING TUSSCHEN DE RIJKE BELOFTE VAX IIET PAASCHFEEST EX HETGEEN WIJ OM ONS ZIEN GEBEUREN. DF, Goede Vrijdag is voorbij en het is Pasclien. Paschcn, het feest van de Opstanding, van de Herrijzenis. In den nood en verscheurdheid van onze dagen, in den strijd om arbeid cn brood onder de koude, onverschillige heer schappij van de machine, valt een zuiver licht van boven. Een Goddelijke hand raakt den schouder van den mensch even aan cn do mensch blijft stilstaan, herinnert zich en bezint zich. Waarvan is het Paaschfcest het symbool? Van de overwinning van het goede op het kwade: de liefde is sterker dan de haat, het licht is sterker dan de duisternis, het leven is sterker dan de dood. Dat is de grootc optimistische gedachte, de rijke belofte van dit feest, Té groot, té rijk bijna voor ons menschelijk verstand. De tegenstelling van deze belofte cn hetgeen wij om ons heen zien gebeuren, is bijna te fel, te benauwend. Wij zien immers, hoe in de wereld Tlog steeds liet recht van den sterkste hcerscht. Nog steeds, cn zelfs kunnen wij zeggen, dat dit recht van den sterkste zich weer rigou reuzer doet gelden naarmate de leven som- standiglieden moeilijker worden, naarmate dus de strijd om het bestaan heftiger wordt. De ontwikkeling zelve der omstandigheden stimuleert de minst verheven en toch zoo echt menschelijke instincten. De vraag naar zelfbehoud is sterker dan ooit, de worsteling om het brood is dus verbitterd, en het is een natuurwet, dat de zwakke daarin het onder spit moet delven. Het is een natuurwet, maar het resultaat is onbevredigend. Verhe vener is dan toch het woord van Jezus: ,A1 wat gij dezen kleinen gedaan hebt, dat hebt gij Mij gedaan." Wij zeiden, dat de tegenstelling tusschen de belofte van het Paaschfeest cn de wereld om ons schrijnend is. Maar er is plaats voor optimisme, wanneer wij de tegenstelling cn de belote In onderling verband kunnen zien. ZóA, dat de tegenstelling nog slechts een tijdstcgenstelling is: na den haat de liefde, na de duisternis het licht, na den dood het leven. Dat is ook de beteekenis van de belof te: hoe groot het leed ook is, het zal door het geluk overw onnen worden; hoe sterk ook de ondeugd der menschen is, de deugd zal sterker blijken te zijn. Wij kunnen op dit Paaschfeest een voor uitgang boeken, als wij er eens over naden ken, in hoeverre wij aan de vervulling dier belofte kunnen medewerken, en als wij dan ook naar het goede streven. Onze persoon lijke krachten zijn in zoo een groot werk ge ring. maar de samenwerking dier kleine krachten kan belangrijk zijn. Het Paaschfeest herinnert ons er aan trouwens evenals het Kerstfeest dat het stoffelijk goed niet het eenige, niet het hoog ste is; liet doet ons opnieuw beseffen, dat er moreele waarden zijn, die ons een minstens even groote voldoening en een zuiverder le vensvreugde kunnen bereiden. FEUILLETON DOOR ETHEL M. DELL. Vertaald door Dlcky Wafelbakker. 13. Haastig liep hij op haar toe. Op een gegeven oogen blik struikelde ze, waardoor ze tegen hem aanviel. Haar ademhaling kwam met horten en stootcn, en de tranen biggelden langs haar rosc wangen. Hij sloeg zijn armen met een beschermend gebaar om haar heen. „Oh, hoe kon je het doen. Hoe kon je?" snikte ze woest. Ja, hoe was het mogelijk geweest zijn speelmak kertje zoo ineens in den steek te laten, vroeg Peter zich nu ook al. „Ik hen een bruut, en het spijt me ontzettend zoo onaardig te zijn geweest," bracht hij heesch uit. „Houd nu op met huilen, kindje." Goldie wendde hiertoe een krachtige poging aan, waarin zo vrijwel slaagde. Langzaam liep hij met haar het strand op. „Het... ik bedoelde het heelemaal niet... dat je op die manier zou weggaan", zei zo met een snik. „Ik dacht dat je totaal niets om me gaf", klonk Peters verwijt. „Natuurlijk die ik dat wèl". Ze legde haar handje op zijn arni en drukte dien. „Wij zijn toch immers goede vrienden?" „Wat anders?" bracht Peter verrukt uit. Ze liet een zacht lachje hooren. „Je hebt jo er niet naar gedragen", vond ze het noodig op te mer ken, nadat ze hen^ een ondeugenden blik had toe geworpen. „Ik was ook erg onaardig. Ik begrijp nu best waarom je niet naar school wilt gaan, cn het komt er ook heelemaal niet op aan. Is het zoo goed?" „Ja, het is heel lief van je dat te zeggen", ant woordde Peter met een groot gevoel van dankbaar heid in zijn hart. „Je hoeft misschien niet eens zooveel te leeren," vervolgde het meisje peinzend. „Ik hoop dat je er altijd zoo over zult denken", mompelde Peter, die werkelijk een weinig van streek raakte door die overweldigende vriendelijk heid. „Ik zal het altijd zoo beschouwen", zei Goldie op beslisten toon. „We blijven dus goede vrienden, niet waar?" „De beste vrienden van de wereld." Toen ze even later den weg naar huls insloegen, stonden ze weer op goeden voet met elkaar cn leek het alsof er niets gebeurd was. Dennis die echter op cenigen afstand van hen verwijderd was gebleven, nam zijn zusje met onder zoekende, wantrouwende blikken op. „Het lijkt wel alsof jo aan het grienen bent ge weest. Wat is er aan de hand?" vroeg hij. Peter antwoordde voor haar: „Ze heeft een leelij- ken val gemaakt over een steenklomp. Maar het is nu weer over." Dennis liet een minachtend geluid hooren. „Meis jes schijnen altijd te moeten huilen als zo zich pijn doen." Goldie stond op het punt een scherp antwoord te geven, doch weer was Peter haar vóór. „En jij zult het dadelijk op een blerren zetten als jo niet oppast, beste jongen, ik ben juist in de stemming om je een Hinken klap op jo kop te geven, wanneer je niet dadelijk je mond houdt." Voor een kort oogenblik staarde Dennis hem vol verbazing aan; daarna wondde hij zich af. „Och, stel je toch niet zoo belachelijk aan," zei hij schou derophalend. „Daarvoor is het leven te kort." Peter scheen het met die verstandige opmerking roerend eens to wezen, en er werd niet verder over het voorval gesproken. HOOFDSTUK VUL Jeugd. „Ik vraag me af of je je werkelijk amuseert", zei Morven. Ze maakten een wandeling over de heide, en Marcia had haar schetsboek meegenomen. Zc wilde graag do teckening van de kustlijn afmaken, waar mede zo kort geleden niet had kunnen doorgaan. Als jong meisje had zo al getoond een zeker talent te bezitten, doch in latere jaren had zo er totaal geen gebruik van gemaakt. Ze keek naar het schetsboek in haar hand, terwijl zo antwoordde: „Ik heb het gevoel alsol ik iederen dag jonger word." Hij zag haar glimlachend aan. „Oh, jo begint het dus zelf ook te merken. Het is geweldig jammer dat je je kinderen een dergelijk iets niet kunt leeren." „Je beoordeelt de tegenwoordige generatie buiten gewoon hard", protesteerde ze. „Jij cn ik behooren daartoe, mijn beste",: zei Eric Morven bedaard. „De kinderen behooren aan do toe komst en van mijn gezichtspunt bekeken, een zeer onaantrekkelijke toekomst. Zo zullen al oud zijn voordat ze die bereikt hebben. Ze zijn eigenlijk nu al oud." Ze glimlachte terug, daar zo hot eenvoudig on mogelijk vond, iets anders te doen. Hij uitte zich dikwijls op een dergelijke intieme wijze tegenover haar, wanneer ze alleen waren, en zijn optreden scheen even natuurlijk als hun vriendschap. Er be staan nu eenmaal zekere typen menschen op de wereld, tot wie men zich al dadelijk bij een eerste ontmoeting onbeschrijflijk aangetrokken voelt... aangetrokken door een zeker magnetisme, dat alle wetten der conventie te niet doet. En vanaf hun eerste ontmoeting was hij al een dusdanige vriend voor Marcia geweest. Gelijk hij volkomen juist to kennen had gegeven, bestonden er geen vroegere stadia, geen zich gelei delijk vormende vriendschapsbanden. Ze hadden vanaf het eerste oogenblik al gevoeld en begrepen, dat ze vrienden waren: alles had meer op een hernieuwen van vroeger bestaande vriend schap geleken dan een begin hiervan. En daarom was het ook de gewoonste zaak van de wereld, dat ze met elkander over alle mogelijke dingen spra ken, aangezien er een volmaakt vertrouwen tusschen hen bestond. „Ik vraag me af wat leeftijd eigenlijk werkelijk is", zei Marcia. „Soms denk ik dat die eigenlijk niets met den tijd te maken heeft. Jij wel?" „Ik weet het niet", antwoordde hij. „In ieder ge val bestaat er gcenerlei geestelijk verband. Jij cn ik zouden in eikaars gezelschap altijd jong zijn, zelfs lijkc zwakte bezit nam van haar leden en hoe deze een voor een afstierven. Ach, mijn lieve kinderen, zuchtte zij, achter jul lie lijkbaar ging ik, maar mij zal niemand volgen. Ik gaf jullie, in jullie laatste oogenblikken, den klank van het doodsklokjc, maar wie zal het mij doen? Nauwelijks had zij die woorden uitgesproken of alle klokken van de Loretokerk begonnen te luiden. De Paaschklokkcn, die opnieuw de blijde boodschap brachten, dat de dood was overwonnen en dat het goede ten laatste zal zegevieren. Ze zongen al luider en luider, de Paaschklokken, zóó heerlijk als een koor van engelen. De zielen van mijn lieve kinderen, fluisterde de moeder. Zij stierf in het heerlijke geloof, de haren spoedig te zullen wederzien, daar waar geen angst, geen scheiding meer zal zijn. VOOR ONZE PAASCHTAFEL. Een vroege Paschen dit jaar. In verband met het middagmaal dat toch voor de feestdagen iets van het gewone moet afwijken! wil «rat zeggen, dat wc op voorjaarsgroenten nog maar niet te veel moeten rekenen: die zijn nog schaarsch en daardoor duur. Zullen we daardoor b.v. moeten afzien van de op Paschen zoo bij uitstek geschikte samenvoeging: „sla eieren aardappelen"? Dat is niet noodig. In plaats van de dure kropsla kiezen we één of meer andere groenten, die tot even smakelijke slaschotels kunnen worden bereid cn die, misschien juist door hun minder bekend uiterlijk, het Paaschmaal voor „alledaagschheid" bewaren. Geven we bij die sla gebakken aardapclen en hard gekookte eieren, dan is het middagmaal wat voed zaamheid betreft geheel in orde. Voor de gezellig heid kunnen we desnoods vooraf een bordje soep geven (hebt U al eens de nieuwe Maggi's „groente- met-vermicellisoep" geprobeerd?); en het slot van den maaltijd wordt allicht gevormd door een paar sneetjes Pcaschbrood. Kleurige Paasch-sla (4 personen). 500 G. (1 pond) Brusselsch lof, 1 selderij- knol, 1 groote wortel, 1 gekookte biet, 2 zure appelen, 2 preien, A eetlepels slaolie, 2 a 3 eetlepels azijn (of citroensap), 1 theelepeltjo mosterd, 1 theelepeltje zout, 2 theelepels Maggi's Aroma, 1 a 2 koude aardappelen. Maak de verschillende groenten schoon; snipper het lof zoo fijn mogelijk, snijd de seldcrijknol in dunne schijfjes en deze weer in kleine reepjes, rasp den wortel en hak de appelen, de prei en de biet door elkaar. Verzamel alles in een slabak. Wrijf do koude aardappelen in een diep bord fijn, roer er den mosterd, het zout, de Maggi's Aroma en misschien ook een ietsje peper door; verdun dan het sausje met de olie en daarna met den azijn. Meng met slalepel en -vork de saus door de groen ten; versier de sla met schijfjes of partjes hard gekookt ei. Groene Paasch-sla (4 personen). 500 G. (1 pond) Brusselsch lof. 250 G. (Y2 pond) jonge spinazie (ook te vervangen door veldsla), 2 preien, 1 klein savove kooltje; 4 eetlepels slaolie. 2 a 3 eetlepels azijn, 1 thee lepel mosterd, 1 theelepeltje zout, ietsje pe per, 2 theelepels Maggi's Aroma, 2 koude aardappelen. Maak de verschillende groenten schoon; snipper het lof en de preien zoo fijn mogelijk, schaaf of rasp (met een grove rasp) de kool en sla, de zorgvuldig gewasschen spinazie of veldsla zoo droog mogelijk uit. Doe dan alles bij elkaar in een slabak. Wrijf de aardappelen in een diep bord fijn, roer er den mosterd, het zout, de peper en de Maggi's Aroma door en verdun bet mengsel met achtereenvolgens de olie en den azijn. Meng met slalepel en -vork de saus door de groen ten en versier den schotel met plakjes of partjes hardgekookt ei en desverkiczende ook met plakjes gekookte biet of zeer dunne schijfjes rauwen wortel. wanneer we voor de buitenwereld zielige, oude messchjes waren geworden." Ze dacht met een ernstige uitdrukking in haar oogen over deze laatste bewering na. „Ja, ik veronderstel dat het inderdaad zoo is, of schoon ik er de juiste reden niet van weet." „Het is dezelfde reden waardoor je dagelijks jon ger wordt," zei hij. „Het is altijd voorjaar, wanneer we samen zijn." „Dat is zoo", zei ze spontaan. „Maar wódrom?" Hij begon te lachen..„Beste Maria, zooevcn vroeg je je af wat leeftijd eigenlijk is. En nu heb je weer een ander probleem op te lossen. Wat is jeugd?" Ze schudde met haar hoofdje. „Dat is een alleron mogelijkste vraag. Ik zou zeggen dat het enkel en alleen grooto levensvreugde is. Menschen welko die nimmer gekend hebben kunnen ook niet jong zijn geweest En de menschen, die levensvreugde kunnen be houden, zullen nooit oud zijn," zei hij. „Het zou af schuwelijk wezen zich kalm te laten gaan, denk jo ook niet?" „Ik vrees dat ik er hard mee bezig was", bekende Marcia. „Ik ook." Er was een grimmige uitdrukking in zijn oogen verschenen. „Het gaat zoo gemakkelijk moet je niet vergeten. Men interesseert zich eenvou dig niet meer voor dingen, die van belang zijn. Ik deed niettemin mijn uiterste best nog een zc!;cro belangstelling to voelen, maar het was comediespel, zuiver onnatuurlijk. Als ik echter maar het kleinste gevoel van hoop kon koesteren dat jij het den een of anderen dag zou zien. dan..." Ze viel hem met een glimlach in de rede. „Dat zou heerlijk wezen. Je dient al je energie to hulp to roe pen, en dan zul je slagen." Hij maakto een grimas. „Succes voor de buiten wereld heeft gecnerlei attractie voor me. Men moet natuurlijk het een of ander doen, en dat dient ook zoo goed mogelijk te geschieden, maar het geeft iemand bitter weinig bevrediging alléén voor zich zelf te werken. Men heeft in ieder geval zelden nei ging overwerk te verrichten." „Oh, ik begrijp het", zei Marcia impulsief En toen hield ze ineens op en er kwam een verword" uitdrukking in haar oogen. Ze had het gevoel als- zo eensklaps, na een langen, rechten en veiligen v te hebben bewandeld, voor een afgrond kwam

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1934 | | pagina 17