Arrondissementsrechtbank te Alkmaar. Raad St. Maarten. Jacht op vlinders en vampiers. ZAADONTSMETTING. Een „vliegende edelsteen" eischt vaak een menschenleven. MEERVOUDIGE STRAFKAMER Zitting van Dinsdag 3 April. H e i 1 o o. DE HEILOOSCIIE INBREKER VAN DEN KOUDEN GROND. De groote voorraad nog niet afgedane strafzaken was oorzaak, dat het meervoudig college gedwon gen was geweest, zoowel op den begrafenisdag van wijlen Koningin-Moeder Emma, als op den dag, on middellijk volgende op het hooggetij van Paschen, strafzitting te houden. Bedoelde zitting ving aan ten half twee ure met de uitspraken en werd daarna voortgezet de behan deling der strafzaak contra den bekenden 22-jarigen koopman Adrianus Petrus Gr., wonende te Heiloo, thans reeds geruimen tijd in voorarrest, ter zake de tegen hem bestaande verdenking, dat hij zich in den nacht van 8—9 November j.1., door verbreking van een vensterruit toegang had verschaft in een perceel, bewoond door den veehouder Jan Lengers aldaar, die kort tevoren koeien te Alkmaar had verkocht en dus geacht kon worden, 'n aanlig duitje in petto te hebben, wat misschien aan den nachtelijken bezoeker bekend was. Reeds op 10 Januari stond Adrianus Petrus voor dit feit terecht, doch, hoewel de antecedenten van dezen knaap niet heel schitterend waren, vond de rechtbank termen, alsnog een nader onderzoek in te stellen, vandaar de reprise op heden. Hot door dr. Hoeneveld ingestelde onderzoek had tot conclusie, dat verdachte wèl toerekenbaar, doch zeer onverschillig is. Hij heeft a-sociale neigingen. Do Officier requireerde opnieuw 7 maanden gev., doch thans met aftrek van 2 maanden voorarrest. Mr. A. G. de Lange, verdediger van A. P. Gr., ver meende dat verdachte toch wel een psychopatisch beeld vertoonde, Voorts betwijfelde pleiter, of het wettig en overtuigend bewijs wel was geleverd, zoodat tot vrijspraak moest worden geconcludeerd, doch pleiter sprak deze conclusie niet, maar ver zocht het opleggen van een zoodanige straf, dat deze door het voorarrest ongeveer zou worden ge compenseerd. 'Alkmaar. Knoeierij met kerkelijke obli- gatiën ten behoeve van een kerk te Fadd in Hongarije. De 40-jarige, te Akersloot geboren assuradeur en commissionair, Petrus Paulus V., te Alkmaar, thans in voorarrest, verscheen als verdacht van valsch- hcid in geschrifte, met gebruikmaking daarvan, voor de meerv. strafkamer. Volgens dagvaarding zou verdachte in September 1931 een aantal obligatie-formulieren hebben doen drukken, met betrekking tot een kerkelijke leening ten behoeve van de parochie van den Allerheiligsten Verlosser te Fadd in Hongarije, van welke obligaties hij, als waren zij echt en onvervalscht had uitgege ven, en wel 2, groot f 1000 aan zekeren H. M. Bos man, veehouder te Zijpe, en 15 dusdanige obligaties aan den heer W. Slijkerman te Oude Niedorp. In deze zaak waren gedagvaard 4 getuigen, J. H. Dröge, Rafael, Bosman en Slijkerman. Verdachte werd voorts juridisch bijgestaan door mr. Thomas te Hoorn. De heer V. erkende wèl het ten laste gelegde feit, doch wees eenig strafbaar opzet van de hand. Wel was hem bekend, dat de oorspronkelijke stukken niet naar behooren waren afgewikkeld. De door verdachte uitgegeven stukken waren niet gezegeld en door hem geteekend met den naam Lobman. Allereerst werd gehoord de heer Dröge, typograaf te Alkmaar. Deze had op last van den verdachte een 50-tal obligaties als hierboven vermeld, gedrukt ten bedrage van f 39.50. Het had getuige niet gefrap peerd, dat de stukken niet gezegeld waren. Een ori gineel stuk had getuige niet gezien en verdachte had niet gezegd, dat deze stukken slechts voor- loopig moesten dienen. De administrateur van de voormalige Burgers- Bank te 's-Gravenhagc, de heer Rafaël, verklaarde dat in 1928 een emissie had plaats gehad ten behoe ve van de parochie van de Allerh. Drievuldigheid te Fadd, in stukken van diverse waarden en alstoen was ook een dergelijk stuk aan het Commission- nairsbedrijf van Verduin te Sc hagen gezonden. Door verdachte werd opgemerkt, dat te Eindho ven ook een particulier 'n dergelijke leening had uitgeschreven. De getuige Bosman uit Schagcrhrug had door wel willende bemiddeling van verdachte een groot be drag verloren. Hij had verdachte een aantal stuk ken ter waarde van f 4300, ter hand gesteld om te verzilveren. Deze opdracht vlotte heel slecht en be gon Bosman zijn commissionnair te wantrouwen. Na aansporing om de afwikkeling der zaken wat te bespoedigen, kreeg Bosman nu en dan 'n paar hon derd gulden en ten slotte ontving hij twee der ge fingeerde obligaties van Fadd, zoogenaamd ter waarde van f 2000. Verdachte had hij deze aanbie ding opgewekt gezegd Nu heb ik weer wat! Volgens verdachte was hij destijds aan getuige Bosman geen geld schuldig, wat zijn boeken zouden kunnen uitwijzen. Echter gaf hij toe, dat hij van getuige 5 stukken had ontvangen ter wanrde van f 4300, doch deze schuld had hij gedelgd door leve ring van andere stukken. (Zeker van de kerkelijke leening!) Getuige Bosman ontkende dat verdachte in zijn te genwoordigheid bedoelde stukken zou hebben ge teekend. Het bleek dat met de ruiling en verwisseling van diverse stukken op een wonderlijke manier door verdachte was gescharreld. De 65-jarige veehouder W. Slijkerman te Oude Niedorp begon met de moedgevende verklaring dat de connecties met verdachte hem zijn gansclie ver mogen hadden gekost! De verdachte stak hem echter een riem onder het hart met do bekende spreuk: Alles komt terecht, wist om de. zaak te „redden" twee accepten, groot f 30.000 los te krijgen en gaf Slijkerman toen als onderpand 15 stukken van de Parochie van de Al lerheiligste Drievuldigheid, rentende 8 procent, die hij zelf had gefabriceerd. Getuige had echter geen trok in deze stukken en verkreeg van verdachte de toezegging, dat hij dan andere, niet kerkelijke stuk ken zou leveren, doch deze stukken had Slijkerman nimmer gekregen! Alweer 'n reuze knoeiboel! Eisch 2 Jaar gevangenisstraf. De heer Officier ging deze onverkwikkelijke obli gaties-geschiedenis nog eens na en releveerde dat de valschc obligatie 'n vrijwel getrouwe copie was van de echte emissie in 1928. Al spoedig had verdachte gebruik gemaakt van de valschc obligaties. Uit niets bleek, dat verdachte de obligaties voorwaardelijk zou hebben uitgegeven, zooals door hem wordt voorgegeven. Het was een gemakkelijke taak voor een „direc teur" van een „bankierhuis" om eenvoudige landlic- lieden, die meer verstand hebben van paarden en koeien, 'n rad voor oogen te draaien. De Officier wees voorts op "Mt systeemloos ver weer van den verdachte en waarschuwde tegen het gevaar van speculaties met dergelijke personen als deze man als vertrouwensmenschen. Door den Officier werd nog ter sprake gebracht het gebrek aan hcrineringsvermogen door verdachte betoond en eindigde hij zijn uitvoerig requisitoir met te requireeren ter zake het valschelijk opmaken van een schuldbrief ten behoeve van een openbare in stelling (in easu een R.K. parochie te Fadd in Hon garije) 2 jaar gevangeniss t ra f. Mr. Thomas achtte de hij dagvaarding ten laste gelegde vervalsching wettig en overtuigend bewe zen, doch ontkende dat de aan Slijkerman afgege ven aandeelen nadeel zouden knunen opleveren. Overigens achtte pleiter de azak zeer ingewikkeld en refereerde zich in vele opzichten aan het oordeel der rechtbank. Eindelijk bestreed pleiter eenige stellingen door den Officier geopperd en eindigde met iizn cliënt in de clementie der rechtbank aan te bevelen, waarop een l ort debat tusschen parket en verdediging volgde. A.s. week uitspraak. Vergadernig van den Raad op Woensdag 4 April 1934, des morgens half 10. Voorzitter de lieer A. Klerk, burgemeester, tevens secretaris. Alle leden zijn aanwezig. Na opening volgt beëediging en installatie van hel nieuwbenoemde lid van den raad, den heer P. Blom. De Voorzitter spreekt den wensch uit dat de heer Blom do voetstappen van zijn voorganger, den heer Stoop, die een goed raadslid was, zal drukken. Spr. verwacht dat de heer Blom dc belangen der gehccle burgerij zal willen behartigen, en vertrouwt op alge- meene samenwerking. Algemeene felicitatie volgt. Dc notulen van de 2 vorige vergaderingen worden goedgekeurd, die van de vergadering van 20 Dec. zullen op verzoek van den heer Breed, een kleine aanvulling krijgen. Door den Voorzitter wordt medegedeeld dat aan H.M. dc Koningin cn de Koninklijke familie een te legram van deelneming is verzonden met het over lijden der Koningin Moeder. B. en W. hebben besloten dat alleen zij in de werk verschaffing zullen worden geplaatst, die 1 jaar of langer in de gemeente wonen. B. en W. hebben dit gedaan, omdat ook de omlig gende gemeenten tot een dergelijke regeling over gaan, en waar onze gemeente in vergelijking mot het zielenaantal reeds een groot aantal werkloozen heeft, moet onze gemeente toch geen toevluchtsoord wor den. Spr. noemt als voorbeeld hoe een gezin uit een andere provincie kwam en den volgenden dag meld de dc persoon zich aan als werklooze. De heer Van Druncn meent dat het heter is het kwaad te keeren bij de bron; spr. ziet het kwaad in die z.g. doorgangshuizen, do huisjes die niet als wo ningen kunnen golden. Het zijn krotten. En ook zou het gewenscht zijn dat de werkgevers geen vreem de werkkrachten namen. Spr. kent een geval waarbij hel gezin steeds ten loste \an het Armbestuur komt, Verder wil spr. dc incuschca duu muur vrij laten, er zijn al dwangmaatregelen genoeg. De Voorzitter zegt, dat men de menschen maar niet direct kan vervormen. Overigens is het de vraag ol het wel allemaal krotwoningen zijn, die de heer au Drunen op het oog heeft en ol men ze maar kan afbreken. Waarom heeft de heer Van Drunen zich uan niet op dc hoogte gesteld, toen liet over een bepaaldo woning ging. De heer au Drunen merkt op, dat de Voorzitter niet goed op de hoogte is. De heer Glas begrijpt niet waarom Schagen eerst geen overleg heeft gepleegd met do omliggende ge meenten, voor cn atecr een dergelijke bepaling vast te stollen. Do heer Van Drunen zegt dat Schagen het heeft gedaan in verband met do werken daar, maar dat is in onze gemeente niet het geval. Waar do Voorzitter zijn niedcdeelingen wil ver volgen, merkt de heer Van Drunen op, dat hij geen genoegen neemt met den termijn van 1 jaar, doch de voorzitter antwoordt, dat dit B. cn VV. koud zal la ten, want spr. denkt niet, dat dc liccr Van Drunen er iets aan kan doem Opheffing der openbare lagere scholen to Volkkoog ea Eenigenburg. Omtrent de behandeling door den Raad van Sta te, van het beroep ingesteld tegen de opheffing der openbare lagere scholen te Vulkkoog cn Lenigen- burg, wordt medegedeeld dat deze vermoedelijk in openbare zitting zul plaats hebben op 11 April. Dc heer Brak vraagt ol B. en VV. deze openbare zitting denken bij te wonen. De Voorzitter zegt dut B. en W. daarover gepn beslissing hebben genomen. Het beroep is voldoende gemotiveerd, doch in het belang der geheele burgerij is spr. wel bereid de zitting bij te wonen, als dan de Valkoogcis als tegenuresiatie, wanneer de slag niet ten gunste van do Valkoogers zou vallen, hun kinderen willen zenden naar dc school te Sint Maar ten, opdat dëze openbare school In stand zou wor den gehouden. Spr. hoopt dat er van den kant der Valkoogers voldoende saamhoorighcidsgevoel zal blijken, opdat St. Maarten geen eenmansschool zou krijgen, cn men niet de kinderen naar Schagen zal sturen, om daar te helpen een overtallige onderwij zer te handhaven. Do heer Glas uit zich in gelijken geest. De heer Breed vrlogt of het geen aanbeveling ver dient een openbare vergadering te belcggeu, en waarin de belangen van de gemeente naar voren zouden kunnen worden gebracht. De Voorzitter zegt dat dit onder de oogen zal wor den gezien, wanneer de slag is gevallen. De heer Van Drunen zegt dat ook onder de oogen kan worden gezien het vervoer der kinderen per autobus, gedurende de wintermaanden. Do Voorzitter zegt dat men daar uiterst voorzich tig mee moet zijn. Dc heer Wit denkt dat het gevaar, dat de Val koogers dc kinderen naar Schagen zullen sturen, denkbeeldig is en daarom zou §pr. willen dat de Voorzitter de openbare zitting van den Raad van State bijwoonde. De Voorzitter zegt toe, dat dit zal gebeuren, als zijn gezondheid dit toelaat. T.n.v. de bekende wijzigingen, van het Ambtena renreglement, wijst de heer Breed er op dat z.i. de ambtenaren verlaagd worden tot menschen van een lageren rang en spr. zal dan ook tegen stemmen. Met 5 tegen 2 stemmen wordt tol wijziging beslo ten, legen slemden de lieeren Van Drunen en BreeiU Benoeming onderwijzeres. Aan de orde is de benoeming van een onderwjj- zeie:» uau ue O. L. school te Sl. Muarlem De voordracht luidt: No. 1 Mej. A. van Ooijen, on derwijzeres te Cocksdorp; Nu. 3 Mej. T. Goed, tijde lijk onderwijzeres te llippoiytushoef. Nadat dc raad in comité is geweest, wordt Mej". van Ooijen mei algemeene stemmen benoemd. Ter voorziening van de vacature, ontstaan door het bedanken van den heer C. Stoop, wordt de heer Blom benoemd als lid van het stembureau en als plaatsvervangend lid van het hoofdstcmbureau. Mei de voorgestelde ai- en overschrijvingen be groeiing dienst 1933 kun de raad zich vereenigen. Bij de rondvraag wijst de heer Van Drunen op nieuw op de wenschelijkheid dat in de gemeente werken worden uitgevoerd ter bestrijding van do werkeloosheid. Daar heeft de gemeente meer aan dan aan Ue gelden die worden uitgegeven voor da werkverschaffing in de Wicringcrmcer. Do Voorzitter wijst op het werk aan den Valkkoo- gerdijk, terwijl dat aan den Westfrieschen dijk wel zal volgen. Spr. hoopt dat de proef van het Rijk, de tewerkstelling van werkloozen bij particulieren, goed moge slagen. Daar ziet spr. meer heil in, dan een wijze zooals dc heer Van Drunen propageert. Do beer Van Drunen gelooft niet dat de proef van liet Rijk bij volledige uitvoering zooveel verbetering zal geven. De particulier toch zal voor een werk kracht toch f 10 moeten neerleggen, in plaats van f 13.50. Het werk in den Molenweg is tocli een gord stuk werk en heeft do gemeente ruim f 200 geaost. Voor de f 2000 uitgegeven voor de Wicringcrmcer, had een flink werk in onze gemeente uitgevoerd kunnen worden. I)e heer Brak zegt, dat als de tijd wat beter wordt de werkgever f 10 voor een werkkracht kan uitgeven De heer Van Drunen vraagt ol B. en VV. bij hel polderbestuur willen aandringen op verbetering van den Stroetcrdijk, die is levensgevaarlijk. De heer Gootjes erkent dat de weg slecht Is en er nu wel wat uan gebeuren moet De beer Breed brengt in bespreking do wijziging in de baggerregeling, waardoor te veel van de krach ten van den arbeider wordt gevergd. Thans moet in 14 dagen gedaan worden, wat vroeger steeds in 3 weken werd gedaan. .Spr. vraagt stappen van het gemeentebestuur om die wijziging ingetrokken to krijg, a D« Voorzitter wijst er op dat het een besluit van de regooring is; het schijnt dat de verhouding tus schen baggeren en het slootcn schoonen niet goed was. De hoer Van Drunen en Breed wijzen er op dat hel baggcrwerk een zeer zwaar werk is. I)e heer Glas erkent het feit, dat de voorraad bagger is verminderd en het daardoor moeilijker wordt voor de arbeiders, om aan do opgelegqdo taak te voldoen. De heer Gootjes merkt op dat het voel verschil maakt, of men met geschoolde krachten te doen heeft ol niet. De heer Brak heeft wel eens gehoord, dat sommige arbeiders al om 9 uur klaar waren, en dat zal da aandacht getrokken hebben van de Heidemaatschap pij. De kwaden bederven het in zulk geval voor de goeden. De heer Gootjes zegt dat daarom de Heidemaat schappij een dagregcling wcnschte. De hoer Breed meent dat door de nieuwe rege ling de kleine tuinders worden uitgesloten, terwijl do heer Van Drunen zegt dat voor het platto land een dagregeling niet deugt. Besloten wordt te trachten de wijziging Ingetrok ken te krijgen, tegen stemde do heer Gootjes. Do heer Blom dankt voor dc vriendelijke woorden straks tot hem gesproken cn hoopt op prettige sa menwerking. Hierna sluiting. Hoewel het zaadontsmetten en vooral het ontsmet ten van koolzaad in deze streek nogal ingebur gerd is, kan men zoo nu en dan toch constntce- ren, dat er nog enkele menschen zijn, die blijkbaar het nut ervan niet inzien en hun zaad onontsmet uit zaaien. Ook van diegenen, die eenige jaren geleden hun zaad regelmatig plachten te ontsmetten, zijn er to vinden, die, nu men een paar jaar niet heel veel last van de zgn. vallers in do kool, hun zaad niet rneer ontsmetten: die menschen moeten eerst aan den lijve de schade van die ziekte, of welke andere dan ook, ondervinden, voor ze weer eens wakker geschud wor den. Ook zijn er wel menschen, die onder den invloed van de tijdsomstandigheden, n.1. de meestal lago koolprijzen, den moed laten zakken en van het stand punt uitgaan, dat het toch niet geeft of men zich al uitslooft. Hoewel het nu begrijpelijk is, dat men niet altijd evenveel moed heeft en hoewel het te begrijpen is, dat men niet zooveel belangstelt in plontenzéektcnkundipo maatregelen, toch is het af te raden het hoofd to laten hangen en zoodoende wellicht vandaag of morgen een gevoelige klap te krijgen door nalatendheid; in dit geval omdat men zijn zaad niet onfsmet had. Bovendien, hoewel de toepassing van een planten- zicktenkundige maatregel, b.v. het bestrijden of het voorkomen van een ziekte in een of ander gewas veelal to duur is oin op een goedkoop product te wor den toegepast, dit geldt in geen geval voor het ont smetten van zaad omdat dc kosten, die daaraan ver bonden zijn, een zeer kleine rol spelen. In het geval van het ontsmetten van koolzaad, wortelzaad en uienzaad kan men in de meeste gevallen zelfs zijn zaad gratis laten ontsmetten door de commissie van correspondenten van den Plantenzioktcnkundigcn dienst. De correspondenten zijn tamelijk regelmatig over Noordholland verspreid cn Indien er in een plaats eens geen correspondent mocht zijn, is daaraan ook nog wel een mouw te passen. Daarvoor is liet slechts noodig, dat dc plaatselijke tuinbouwverecni- ging zich in verbinding stelt met ondergeteckende. Men neme als gewoonte aan, geen korrel, van welk gewas dan ook, onontsmet uit te zaaien. Het is n.1. zoo van lieverlede wel gebleken, dat er bijna geen gewas op te noemen is, waar zaadontsinctting geen resultaten geeft, al weten we dan ook niet altijd te vertellen, waaraan dat succes te danken is, m.a.w. waartegen men nu eigenlijk wel ontsmet. Dit geldt voor kool, uien, wortelen, bicten, booncn enz., enz. In dit verband kan er nog op gewezen worden, dat het voor vcreenigingen, die zaaizaad telen of voor groote zaadhandelarcn mogelijk is hun zaad te laten ontsmetten onder toezicht van den Plantcnzicktenk. dienst. In dit geval is men gerechtigd in dc zakken een label tc doen, waarop aangegeven is, dat zaad onder toezicht van dien dienst is ontsmet geworden. Mijns inziens zal men den tijd nog beleven, dat wet telijk wordt vastgesteld, dat geen onontsmet zaad in den handel mag worden gebracht. Dit zou do meest radicale oplossing zijn. Voorlooptg ontsmette met zijn zaad echter zelf. Geen korrel worde onontsmet uilgeznaid. Inlichtingen omtrent het ontsmetten van zaad en andere inlichtingen op plantcnziektenkundig gebied, worden gaarne door oudergeteekende verstrekt. Sint Pancras. VAN HERWIJNEN. Uit Engeland is een dezer dagen een expeditie naar Patagonië vertrokken om jacht te maken op een ge signaleerde vlindersoort, die in wetenschappelijke kringen niet bekend is. Het vertrek werd bespoedigd teon men vernam, dat ook in Amerika een expeditie voor datzelfde doel werd samengesteld! Zoo op het eerste oog lijkt het vreemd, dat een kostbare expeditie wordt uitgerust een een vlinder te vangen. F.n toch zijn er men schen, die hun geld er aan offeren en hun gezondheid. Van menig onderzoeker is op de jacht naar zulke „vliegende edelsteenen" de gezondheid voor altijd geknakt. En er zijn in de verzamelingen prachtexemplaren, die het leven van een mensch gekost hebben. Juist deze stille, wetcnschappe lijke onderzoekers maken van hun werk, dat vaak gevaarlijker is dar de jacht op groot wild, weinig druk te. Het is niet voldoende, een goed wapen en een vaste hand te heb ben. Duizenden gevaren loeren in de jungle en, wat gepresteerd moei worden aan taaiheid en geduld, grenst vaak aan het bovenmen schelijke. Een van de beroemdste vlinderjagers van Engeland heeft kortgeleden iets over de geheimen van zijn gebied van onderzoek los gelaten. Juist in de meest afgele gen gebieden in de tropen, vertelde de geleerde, vindt men vaak prach tig ekleurde vlinders, waarbij exemplaren zijn, die in weten schappelijke kringen onbekend zijn. In de oerwouden van Brazilië en Patagonië, in donker Afrika en op de Zuidzee-eilanden zoeken de ex pedities. Voornamelijk zijn het de groote musea, die de onderzoekin gen mogelijk maken, vooral het British-Museum. Maar ook de pnr ticulieren hebben voor deze hobby veel over. Behalve de „gewone" vlinders, waarvan sommige ongemeen kost baar zijn, vindt men er ook nog, die door de natuur in een luimige bui geschapen zijn. Wanneer van een vlindersoort plotseling een in kleur of ander speciaal kenteckon afwijkende exemplaar gesignaleerd wordt, dan trekt dit onmiddellijk de belangstelling van de „vlinder jagers". De techniek van het jrangen heeft zich in de laatste jaren tot een wetenschap ontwikkeld. Een enorme collectie netten fn alle vor men heeft de onderzoeker tot zijn beschikking. De kleur van het net wordt zorgvuldig vastgesteld en va rieert in verband met de uren van den dag en den te vangen vlinder. Voor nachtvlinders heeft men andere methoden. Het gebruik? lijkst is wel de boomstammen met een suikeroplossing in te smeren Door de geur gelokt komen de vlin ders opzetten en blijven met dc pootjes aan de stammen kleven, Groote exemplaren worden weer anders gevangen. Een groot wit bord wordt in het woud opgesteld cn door schijnwerpers belicht. Dc vreemde witte schijn trekt de nachtvlinders aan. Zij botsen dan legen het bord met zulk een geweld dat zij verdoofd neervallen en door de „jagers" worden „opgeraapt" Maar ook dit „oprapen" vereischt veel oefening en de collectie pincet ten in lederen vorm en grootte is uitgebreider dan de instrumenten kast van een chirurg. Wanneer dan nog verder vermeld wordt, dat de vlinders direct ge conserveerd moeten worden en het prepareeren ongeveer een maand eischt, dat het laboratorium even behoedzaam getransporteerd mo-t worden als de geprepareerde van.? sten, dan krijgt men toch wel een indruk van de moeilijkheden, die zulk een expeditie te overwinnen heeft. Buitengewoon moeilijk en gevaarlijk was ook de jacht, waarop het voor het eerst gelukte een le vende vampier te vangen. Over de ze vleermuissoort, die 's nachts die ren en menschen geruischloos overvalt en door de beten, die het toebrengt, vaak een gevaarlijke hoeveelheid bloed zuigt, zijn veel i/erhalen in omloop, speciaal grie zelverhalen. De vuistgroote dieren zijn overdag ontzettend schuw en houden zich goed verborgen, 's Nachts komen zij uit hun schuil plaatsen naar voren om hun spookachtig werk te verrichten. De Amerikaansche onderzoeker Raymond L. Ditmars, die er in slaagde het dier te vangen, vertelde van dit opwindende avontuur. Een vampierplaag bij Panama bracht aan den veestapel ernstige schade toe. Vergezeld van een paar an dere onderzoekers drong Ditmars diep in de jungle door, waar hij in moeilijk togankelijke holen, in wel ke volgens de inboorlingen de vam piers zich verscholen hield, zijn jacht begon. Door struikgewas en over moeras- sigen, gevaarlijken bodem kwamen de onderzoekers aan de nauwe in- ganecn van de holen, waarin zij verder doordrongen. Weldra ver breedden de gangen zich en voer de de weg verder over een deinen den bodem. Ondergrondsche water stroomen ruischtcn dof. Duizenden vleermuizen hokten aan de wanden maar geen vampiers. Het krioel de v.an reuzenspinnen en talloozc andere insecten. Zoo doorliepen zij twee eindeloos lijkende holen en reeds wilden zij omkceren, toen zij een derde hol vonden. Ilun lan taarns schenen op loodrechte naak te wanden, waarlangs bliksemvlug ge dieren glipten vampiers! On danks hun vermoeidheid begonnen de onderzoekers de jacht. Maar de dieren verdwenen steeds in de on telbare scheuren. Tenslotte werd den jagers hun vermoeidheid de baas. Hun vermoeide oogen zagen drogbeelden: een meer, dat in de lucht zweefde. Toen besloten zij, voorloopig terug te trekken. Diverse malen trokken zij er heen, steeds zonder succes. Tot zij het op een andere manier probeer den. Een enkele man betrad het derde hol, terwijl de anderen bij den ingang bleven. Dit keer was het volkomen duister, daar men de dieren niet door het licht wilde ver jagen. Plotseling hoorden zijn met gezellen een schreeuw, die hen ont zette door de doodsangst die er uit klonk. Zij kwamen nog net op tijd om hem te redden: hij was In een kloof gestort en zou zonder hulp jammerlijk verdronken zijn. Maar toen zij hem na veel moeite er uit gehaald hadden hield hij het net nog steeds krampachtig vast en in het net lag een levende vam pier. Direct vertrokken de onder zoekers. Met deze eene vangst stel den zij zich maar tevreden; zij za gen er van af nog eens hun leven te wagen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1934 | | pagina 6