IS DE BESTE SLAOLIE!
Arrondissementsrechtbankte Alkmaar.
Een Huwelijk
Donderdag 12 April 1934.
SCHAGER COURANT.
Tweede blad. No. 9464
Huwelijkstrouw in beeld.
niet volkomen overtuigd was van dc strafbaarheid,
zooals dog meer uitvoerig door hem werd aange
toond.
MEERVOUDIGE STRAFKAMER.
Zitting van Dinsdag 10 ApriL
Alkmaar.
DK MISLUKTE REPRESENTANT VAN HET
«HOOGF. HUIS".
De eerste zaak, lieden ter behandeling voorgedra
gen. betrof den 28-jarigen voormaligen vertegen
woordiger voor het „Hooge Huis" te Alkmaar, belast
niet de werkzaamheden, verbonden aan de ziekte
verzekering, de heer Ferdinand H., thans te 's-Graven-
hage, welke lieer ten eigen bate, die door zijn sala
ris niet gedekt kon worden op grond van zijn weel
derige leefwijze, zich had toegelegd op liet vervaar
digen van valsehe kwitanties. Voor dit feit stond
hij op li November tcorcht en werd een reclassee-
ringsonderzoek gelast. I)e heer Wiggcrs, de hoek
steen der rcclassecring, bracht zijn rapport uit, dat
mot het grootste optimisme niet schitterend was te
noemen, liet moest dus niemand verbazen, dat de
heer Officier persisteerde bij zijn gedane eisch: zes
maanden gevangenistraf! Echter bleek het college
niet voldaan, gelastte voortzetting op Dinsdag 15
Mei en voorgeleiding van den verdachte, die niet
was verschenen, teneinde hem dc krijgsartikelen eens
voor te lezen.
Hoorn.
DE TRADITIONEELS ZWIJNTJESJAGER.
De heer Corn. St., 'n zwerver, thans in evening-
dn ss, verschaft door het Rijk en pensionnaire in
maison ..De Houten I.epel", Geestersingel 14, had
zich te Hoorn in Februari schuldig gemaakt aan rij-
wieldicfstal ten nadcele van den niet verschenen
heer A. Wngenaar, die nu op zijn beurt weer 'n klant
voor den Kantonrechter dreigt te worden.
Mijnheer C. Ff. voornoemd had zich veel moeite
gegeven en de fiets geknrpineerd, zooals Jan Boeze
roen het noemt, op een binnenplaats. Hij was nota
bene nog wel 'n reclassant, die nog niet eens de be-
teekoning van zijn voorw. vonnis had ontvangen.
Het geduld van den Officier was dan ook met dit
onbetrouwbaar exemplaar ten einde en rcquircerde
Z.F.d. voorloopig 1 jaar gevangenisstraf.
Even later werd uitspraak gedaan en Cornells tot
het gevorderde jaar veroordeeld. Wachten hem nog
de 5 maanden, destijds voorwaardelijk opgelegd, dus
is bij voorloopig „onder de pannen".
Ca st ri cu m.
UIT DE ZOMERMAAND VAN 1033.
De chauffeur Minne de Vries, op fi Juni 1033 geca-
langeerd omdat zijn 6-wielig reuze vehikel aan de
achterzijde niet was verlicht, zoodat letter en num
nier niet behoorlijk zichtbaar waren .was deswege
veroordeeld en uit princlpieele overwegingen in appèl
gekomen. Het ging hier over het feit of tractor en
trailer als één geheel waren te beschouwen. Een
tweetal deskundigen, brigadier de Groot, van de
Rijksverkeersbrigade en W. W. v. Hemort, nmhtenaar
op bet bureau van inschrijving worden als getuigen-
deskundigen gehoord. Appelant was niet verschenen.
Het scheen geen gemakkelijk zaakje om uit te knob
belen. doch ten slotte bleek do Officier bereid om de
eenheid te erkennen en vorderde bevestiging van het
vonnis, hoewel hij hot principieele niet toegnf en
aandrong op verhooging der straf tot f 10 boete of 10
dagen.
U r k.
DE GEHANDICAPTE l'RKER VISSCHERS.
Door den Kantonrechter te Hoorn werden diverse
T'rker visschers, die zonder acte op hun verloren
Zuiderzee, thans gemetanmrphoseerd tot IJselmeer,
hadden gevischt, tot verschillende hoeten veroordeeld
en wat erger was, met verbeurdverklaring van het
net. Deze gedupeerde vissrherlieden, waren hoofdza
kelijk om die verbeurdverklaring, wat voor hun be
drijf een groote slag was. in hooger beroep gekomen
en werden heden deze appèlzaken, totaal 8 in getal,
In behanedling genomen. Do veroordeelden waren
niet verschenen, doch werden vertegenwoordigd door
mr. Schenkeveld. de universcele vertrouwensman der
Urkers In stervensnood.
Als gangmaker werd uitgeroepen Frans B.. vlsscher
FEUILLETON.
DOOR
ETHEL M. DELL.
Vertaald door Dlcky Wafelbakker.
10.
Zoodra de oude, grijze muren van het kasteel
zichtbaar werden, slaakte Marcia onwillekeurig een
diepen zucht, liet kwam haar voor alsof do betoo-
vering nu eensklaps verbroken was, want ze stond
weer van aangezicht tot aangezicht tegenover dc
ruwe werkelijkheid.
Hij keek haar aan, doch zei niets. De grimmige
trek lag nog steeds om zijn lippen. Do lucht had
nu een loodgrijze kleur aangenomen en toen de
auto bereikt was, begonnen de eerste druppels al te
.vallen.
Eric haastte zich den kap op te zetten, maar ze
weerhield hem en zei zacht:
„Ik zou hem liever neer hebben. Ik houd van regen
en ik vind het een afschuwelijk gevoel door dien kap
ingesloten te worden."
Zwijgend voldeed hij aan haar verlangen. Zo ver
moedde, echter dat ze hem gekwetst had.
„Ik bedoelde dat ik frissche lucht noodig heb", zei
ze verontschuldigend.
„Ik weet wat je bedoelt," mompelde hij toonloos,
recht voor zich uitkijkend.
Zo was te moe om nog meer te zeggen en zeer
zeker hield Eric zijn belofte den terugweg tweemaal
zoo gauw te zullen afleggen als den heenweg. De
regen viel nu bij stroomen neer, en tot op zekere
hoogte was Marcia dankbaar voor die bui, want het
jleed haar goed. Ze wendde geenerlei pogingen aan
het stilzwijgen van haar metgezel te verbreken. Een
hooge scheidsmuur was eensklaps tusschen hen ver
rezen en ze stonden in dat uur als vreemden tegen
over elkander.
Het was een ware verademing voor haar toen ze
het doel van hun tocht bereikt hadden. Voordat ze
uitstapte keek ze schuw om zich heen alsof ze ver
wachtte haar kinderen al te zien.
„Blijf maar zitten", verzocht zo hem. „Ik kan het
mandje er wel uit krijgen". Iiij stapte echter uit en
te Urk, wijk no. 28, die op bovenomschreven wijze
had gevischt met zijn botter U.K. 16-4 en wiens nal-
kuilnet in beslag was genomen en verbeurd ver
klaard.
De beer Rikelt Brants, voorzitter der vakvereeni-
ging, die als bijzonder deskundig kon worden be
schouwd, werd gehoord als getuige A décharge. Deze
ervaren en welbespraakte visscherman gaf een uit
voerig verslag omtrent de ingewikkelde vergunnings-
bcpalingen, die voor de visscherij groote moeilijkhe
den opleverden.
Mr. Schenkovcld trachtte voornamelijk naar voren
te schuiven dc onbillijkheid om aan de verbodsbepa
lingen terugwerkende kracht te vcrleenon. Ook werd
er op gewezen, dat een in beslag genomen net een
waarde van f 300 kon vertegenwoordigen.
Dc Officier wenschtc een garantie, dat de overtre
ding niet meer zou geschieden, indien het net werd
teruggegeven, wat niet nieor dan billijk was.
Door den Voorzitter kon die garantie worden gege
ven, door het aangenomen artikel in het reglement
der Vereenlging, waarin strafbepalingen zijn opge
nomen. indien zonder de wettelijke vergunning wordt
gevischt. Bedoelde netten kunnen ook gebruikt wor
den buiten het IJs^elmeer, b.v. in de Noordzee. Bo
vendien hebben alle 8 appellanten pertinent de be
lofte afgelegd, niet meer in overtreding te zullen ko
men.
Door den heer M. v. d. Groot, belast met het rijks-
politictoezicht op het IJselmeer, werd erkend, dat
visschers niet vooraf met do terugwerkende
kracht van het verbodsartikel in kennis waren ge
steld.
De Officier, overtuigd van het groote belang van het
behoud der netten voor de visschers en lettende op
de verbeterde verhouding, toonde zich bereid tot
meerdere soepelheid en toenadering, reden waarom
het O. M. wél bevestiging vroeg van de diverse von
nissen, doch teruggave der in beslag genomen net
ten. de „pointe" van het hooger beroep.
Mr. Schenkeveld hield daarop weer een van zijn
gedegen pleidooien, waarin hij onder meer den dank
overbracht zijner cliënten voor de coulante mede
werking cn eindigde met zich aan te sluiten hij het
requisitoir van den Officier, hoewel pleiter juridisch
volgde haar. „Ga jij maar naar binnen. Ik zal het
mandje in de poort zetten."
Ze waardeerde zijn optreden en maakte er ge
bruik van, hoewel ze er zichzelf om minachtte. Z.e
stamelde enkele woorden van dank, en ging met
een het huis binnen, de deur achter zich sluitend.
Op den tast af liep ze naar haar slaapkamer, en
draaide den sleutel in het slot om. En toen viel zc
voor haar bed neer, en verborg haar gezicht in het
kussen.
„Oh, goede God!" bad ze. „Oh, gocdo God vergeef
ons en sta ons bij."
En terwijl zc daar neerlag hoorde zo Eric weg
rijden.
HOOFDSTUK XIII.
Do beslissing.
Eensklaps onderscheidde ze do stemmen van haar
kinderen en hierdoor was ze uit haar verdooving op
geschrikt. Langzaam kwam*ze overeind, nog bevend
over haar heele lichaam; tegelijk voelde zo zich vol
komen dof en onverschillig, alsof zo had opgehouden
een rol te vervullen in het menschelijkc drama,
waarin zo meespeelde. Enkele seconden stond ze on
bewegelijk, duidelijk de stemmen onderscheidend,
maar er ternauwernood bcteckenis aan hechtend
Toen er evenwel voetstappen op dc trap werden ge
hoord, gelukto het haar met groote krachtsinspan
ning zich te beheerschen en liep ze op de deur toe.
Goldic had een helroodc kleur en gal triomfante
lijk tc kennen het van Dennis gewonnen te hebben:
zij was het eerst boven gekomen.
„Oh, moeder, hebben we het niet har genoegelijk
gehad?" begon ze opgewonden. „YVo zijn door en
door nat. Peter wilde niet blijven. Vreeselijk onaar
dig van hem, vindt U ook niet? Groote goedheid, U
is ook nat. Heeft U den kap van den wagen dan
niet opgezet?"
„Wc hebben er niet voor stil gehouden", zei Mar
cia bedaard. Ze had het gevoel alsof niets en nie
mand eigenlijk in die oogenblikkcn belangstelling
bij haar kon opwekken.
„Oh, mams, erg dom, hoor. Trek nu gauw andere
kleeren aan; dat ga ik ook doen. Verdwijn, Don! We
hebben jou hier niet noodig! Versta jc me: doo dc
deur dicht."
„Doe het zelf," riep Dennis terug. „Moeder, was
dat kasteel niet prachtig? Ik wou dat ik in Peter's
plaats stond. Geluksvogel die hij is?"
Er lag een vage. glimlach om Marcia's lippen, een
glimlach, welke als een schild moest* dienst doen.
Bergen.
EEN BAKFIETS MET DESZELFS BIJDER IN DE
SOEP GEREDEN.
In den avond van 7 November reed de stevige
taxi-chauffeur Marth. Fred. Willem B., wien zijn ste
vig geslacht wel was aan te zien, met zijn auto op
den Kogerdijk en was daarbij zoo onfortuinlijk een
bakfiets aan tc rijden, met gevolg dat deze bakfiets
in den wegberm werd gesmakt cn den bestuurder, de
16-jarige fruitventer A. Wetsteijn, door den val een
ernstige beenbreuk bekwam, waardoor hij geruimen
tijd verhinderd was zijn beroepsbezigheden uit te
oefenen.
Aangezien het door den chef-veldwachter van Bor
gen, Ilcnri Vermeulen, jverd vastgesteld, dat bedoel
de aanrijding aan de schuld van den chauffeur was
ie wijten, werd een strafvervolging ingesteld en stond
hij in de middagzitting terecht ter zake het toebren
gen door grove schuld van ernstig lichamelijk letsel.
I)r. Van Gelder uit Bergen had den gewonde do
eerste medische hulp verleend cn hem doen over
brengen naar het Centraal Ziekenhuis te Alkmaar.
Hij beschouwde dc heenbreuk beslist als zwaar li
chamelijk letsel.
De vader van den minderjarigen A. Wetsteijn stel
de zich civiele partij voor zijn zoon, tot een bedrag
van f 149.50 voor lijfs-, mntorialc- en arhcidsschade.
Mr. P. Langeveld, verdediger en raadsman van
den verdachte, deelde mede. dat zijn cliént de vor
dering toegaf tot een bedrag van f 150. Hooger ci
viele eisch is trouwens in een dergelijke zaak niet
toegestaan.
Volgens lezing van den jongeheer Wetsteijn be
vond zich ter plaatse ook een handkar aan de an
dere weg/.ijde. Wetsteijn is toon met zijn bakfiets Op
den berm gaan rijden, om den auto te ontwijken,
doch werd toch door den auto gepikt. Hij heeft 9
weken in het ziekenhuis vertoefd en zijn heen is
thans vrijwel normaal, op een wond en eenlge stijf
beid na. Verdachte had hem viermalen in het zie
kenhuis bezocht.
Chef Vermeulen was spoedig op de plek des on-
hcils en had een situatieteekening vervaardigd, die
met de gewone intense belangstelling, als ware het
een bekoorlijke filmster, werd bezichtigd. De ver
spreide vruchten uit de kar, als gevolg van den
schok, gaven motief tot een geanimeerde discussie
combinecren en deduceeren.
„Jullie hoeven je niet meer te verkleeden, want het
is bijna bedtijd. Ga dus maar gauw paar jo slaap
kamers, dan zal ik jullie nog wat hoven brengen."
Hiertegen werd evenwel heftig geprotesteerd. Het
was allerongezclligst een half uur te vroeg naar bod
te moeten. Marcia nam echter geenerlei notitie van
hun protesten cn begon zich van haar natte kleeren
te ontdoen, precies alsof ze niet in de kamer waren
geweest.
Dennis ondektc het eerst iets vreemds aan haar
houding. Hij nam haar met onderzoekende blikken
op.
„Wat is er gebeurd?" vroeg hij kortaf. „U heeft
toch geen ongeluk met den wagen gehad?"
Marcia zei nog niets, en dc kinderen keken elkan
der vragend aan. Zc hadden hun moeder nog nooit
in een dergel ij ken toestand aangetroffen en zo ston
den eenvoudig voor een raadsel. Onbemerkt verdwe
nen zo uit de kamer. Zoodra ze do deur achter zich
gesloten hadden, vroeg Goldic fluisterend aan Den
nis wat er aan do hand kon wezen. „Zou ze ziek
zijn.?*
„Ik weet het niet," antwoordde Dennis. Hij keer
de zich ineens met een ruk om en ging Marcia's
kamer weer binnen. „Scheelt U iets, moeder?,"
vroeg hij onhandig.
Marcia zat op den rand van haar bed en trok
haar natte schoenen uit. Nog steeds zweeg zc. Den
nis hukte zich en wilde haar schoenen voor haar
losmaken, en toen keek Marcia hem eigenlijk voor
het eerst rustig in de oogen. Haar gezichtje zag
doodsbleek en er was een vreemde gloed in haar
oogen. Ze sprak langzaam cn duidelijk verstaanbaar.
„Ik wil dat jullie zult doen wat ik gezegd heb, cn
mij alleen laten."
Dennis ging achteruit alsof een wesp hem gesto
ken had, en Goldie kon ternatuwernood een kreet
van verbazing weerhouden. Onmiddellijk daarop
dropen ze als twee schuldigen af.
„Wat kan er in 's hemelsnaam aan do band we
zen?" bracht Dennis fluisterend uit „Ik heb moe
der nog nooit zoo gezien. Jij wel?"
„Nooit", zei Goldic. „Ik veronderstel dat er iets
met Majoor Morven is gebeurd. Na de thee was ze
nog vroolijk cn wel."
„Denk je dat ze gekibbeld hebben?" voreg Dennis
opgewonden.
Goldie trok haar schouders op. „Do hemel moge
het weten. Hij kan grof genoeg wezen als het in zijn
hoofd op komt. Ik geloof echter niet dat hij ooit
onaardig togen haar is geweest. Nee, er zal wel wat
anders zijn."
„Ik ga me uitkleeden", gaf Goldio te kennen. „En
Zaterdag a.s., den 14den April, zal het 50 |aar ge-
leden zijn, dat het echtpaar L. Bruin en T. Bruin—
Rempt te Kolhorn in het huwelijksbootje zijn gestapt.
Aan het bovenstaanda plaatje tc zien verhengen da
beide onde mcnschen zich nog in een goede gezond
heid.
De bestuurder van de handkar. Middelkoop, werd
ook nog als getuige gehoord, ter versterking van het
bewijs. Hij hoorde een gekraak en gegil, hij „dorst*
niet te kijken. Dacht je, dat het spookte? vroeg de
President.
Keconstrucercnde het voorgevallene, achtte de Of
ficier het dimmen der lichten liet begin van bet bit
ter lijden. Door niet voldoende rekening te houden
inet de bakfiets, vermeende dc Officier grove schuld
aanwezig, maar bepaalde zich casu quo te vorderen
f 75 boete subs. 30 dagen hechtenis.
Mr. Langeveld bracht in een hartelijke speech eeni-
ge lichtpunten in het voordeel van rijn cliént naaf
voren en riep alle clementie in voor dezen fatsoenlij
ken verdachte en broodvechter.
E n k h u i z c n.
DE PLOERTIGE BRILLENKOOPMAN.
Op 15 Januari werd Enkhuizeu in den meest on
gunstige» zin des woords „bezocht" door den 3i-jari
gen reizenden „opticien" Gerard B. uit Rotterdam,
welke alles behalve vvelvoegelijke mijnheer, toen hij
zich had vervoegd bij een weduwe, mcj. T. K„ en
in goed vertrouwen op zijn fatsoenlijk uiterlijk was
binen gelaten, zich op zeer onbetamelijke, niet na
der te kwalificceren wijze tegenover deze reeds be
jaarde dame had gedragen en bovendien zich nog
twee brillen wederrechtelijk had toegeëigend.
In deze zaak waren een 8-tal getuigen, alsmede een
psychiater, Dr. Barnhorn, gedagvaard, terwijl voorts
de zaak, in verband met liet zedekwetsende, buiten
tegenwoordigheid van publiek werd behandeld.
Mr. Smal opponeerde als toegevoegd raadsman en
verdediger.
Gerequirecrd werd tegen den brillenman, die zich
reeds eenigen tijd in voorarrest bevindt, maanden
gevangenisstraf.
In verschillende zake a.s. Donderdag 10 uur v.m.
uitspraken.
A.s. week geen politie- noch meerv. strafkamer-
zitting.
ik zou Jou aanraden hetzelfde tc doen." Ze duwde
hem half haar kamer uit, doch voordat Dennis ver
dween, hoorde ze hem nog mompelen: „Het is
vreemd, erg vreemd. Ik snap er niets van."
Toen Marcia ongeveer een half uur later naar he
neden ging, vond ze haar kinderen in pyama's in
do zitkamer zitten. Bij haar binnenkomst keken ze
beiden met een angstige uitdrukking in hun oogen
op, welke echter dadelijk verdween. Er was niets
bijzonder meer aan haar waar te nemen; ze zag er
alleen nog wat moe uit, doch dat was ook alles.
„Hebben jullie een prcttigen dag gehad?" vroeg
ze.
„Oh ja," antwoordde Dennis. Hij sprak echter heel
bedaard, alsof hij nog niet precies wist wat van zijn
moeders houding te moeten denken of verwachten.
„En jij, lieveling?" vroeg Marcia aan Goldic.
„liet was fijn," zei Goldie, terwijl ze haar moeder
recht aankeek. „Waarom vroeg U dut?"
„Omdat ik vind dat wij hier nu lang genoeg zijn
geweest, en we naar vader moeten teruggaan voor
dat dc vacantie heelemaal voorbij is."
Een heftig protest ontstond. Oh, nee, zo dachten
er niet over vóór den afgesproken tijd weg te. gaan.
Vader had hen heusch niet noodig. Zc hadden nog
zooveel plannetjes gemaakt, en er viel nog heel wat
te doen. Peter had nu zijn auto waarmee ze uit kon
den gaan, en hij had hun beloofd zoodra het weer
wat heter was met hen te gaan roeien. Bovendien
hadden ze het kasteel nog maar half gezien, en Pe
ter vertelde hun dat er een smokkelaarsgrot in do
buurt was. Maria hoorde dit alles zwijgend aan, en
uit haar houding viel duidelijk op te maken dat er
niets meer aan haar besluit viel te veranderen.
„Het spijt me, kinderen, maar nu jullie heiden
weer volmaakt gezqnd zijn, wordt het tijd dat we
naar de stad terugkeeren. Het is hier heel prettig
geweest, doch nu moeten we vertrekken. Over veer
tien dagen hebben jullie weer school en daarvoor
valt nog het noodige te doen."
„Dat kan allemaal in twee dagen opgeknapt wor
den," oordeelde Ooldie woedend.
„Nee, dat zou te overhaastt wezen", zei Marcia.
„Daarom gaat het echter ook niet. Wo moeten nu
werkelijk naar huis, en ik zal vader schrijven dat
hij ons overmorgen kan verwachten."
„Waarom nog niet één weekje, moeder?" begon
Goldio te smecken. „Dan hebben we toch een heele
weck over, voordat we naar school gaan. Een enke
le week kan niet zulk een groot verschil maken
voor vader, gelooft U wel? Ik denk dat hij ons zelfs
heelemaal niet mist."
Wordt vervolgd.
Een foto van de noodlottige plek te Ta-fjord aan de Noorsche kast, waar een stak rots
van zeven millioen knbleke meter plotseling losliet en ln het water stortte, tengevolge
waarvan een geweldige vloedgolf over het land spoelde, die aan 41 menschen het leven
koste. Tot nu toe konden 11 ltjken geborgen worden.
u..-