De Brabantsche Brief
HONIG'S BOUILLONBLOKJES thans 6 voor lOct
NOODLOTTIG ONGELUK
IN DE HOOFDSTAD.
van Dré.
DE MOOISTE FOTO
Het goud van de Tubantia.
VERLAGING SUIKERACCIJNS.
Fransch vliegtuig neergestort.
De mijnpaarden te Paturages.
6000 GULDEN GEROOFD.
EEN DIE TE VEEL ZAG.
Auto verplettert bakfiets, waarop vier kin
deren zaten. - Vier gewonden, waarvan
twee zwaar. - Chauffeur tusschen
auto's bekneld. - Grove nalatig
heid van een chauffeur de
oorzaak van het onge-
vaL
Amsterdam, 31 Mei. Donderdagmiddag te
gen zes uur had op den hoek van de Govert
Flinckstraat en de Hemonystraat te Amsterdam
een zeer ernstig ongeluk plaats, waarbij vier
personen, drie kinderen en een volwassen
man werden gewond.
Op genoemden hoek stonden twee vrachtauto's
achter elkaar. Daarvoor stond een driewielige
bakfiets, waarom en waarop eenige kinderen
aan het spelen waren De chauffeur van de
achterste vrachtauto, die zijn wagen in de eer
ste versnelling had staan, zonder dit te weten,
zette zijn motor aan, waardoor de vrachtauto
plotseling vooruit schoot. Met groote kracht
botste deze tegen de daarvoor staande vracht
auto, wat weer tot gevolg had, dat deze tweede
auto de bakfiets opduwde, waarop de kinderen
speelden. De fiets werd met zoo veel kracht tegen
een lantaarnpaal gedrukt, dat deze afknapte en
op de eerste auto terecht kwam.
Het was een vreeselijke verwarring en aan
vankelijk dacht men, dat de gevolgen nog veel
ernstiger waren dan tenslotte bleek.
Met vrij groote vaart reden de beide auto's, waar-
tusschen de chauffeur nog bekneld zat, in dit spe
lende stelletje in. Toen de voorste wagen tegen het
spatbord aankwam, wist Palmer van de fiets op
straat te springen en met groote tegenwoordigheid
van geest het negerknaapje nog uit den bak te
trekken. Meer kon hij niet doen. De bakfiets reed
eerst nog een handkar op zij en werd vervolgens
door de auto's, die naar links van den rijweg
zwenkten, naar den hoek van de Govert Flinck
straat meegesleurd. Op den hoek van deze straat
werd nog een lantaarnpaal omvergereden en raak
ten de kinderen ernstig bekneld tusschen de verwron
gen stangen van de fiets, den lantaarnpaal en de as
van de auto. Op dit moment wist een jongeman, een
zekere D. Brouwer, de handrem van de tweede auto
vast te zetten, terwijl een andere de gas-handle op
uonactief stelde, waarna de auto s tot stilstand kwa
men.
Hevige consternatie.
De reactie op dit ongeval was zeer hevig. Toen
het bekend werd dat er kinderen bij betrokken wa
ren, snelden van alle kantn ouders toe. om-te zien,
of hun spruiten niet onder de1 slachtoffers waren,
zoodat op het kruispunteen grooto verwarring ont
stond.
Onmiddellijk werd de geneeskundige dienst, de
politie en de brandweer gewaarschuwd. De eerste
verscheen met drie ziekenauto's ter plaatse, terwijl
toevallig dokter Bruining van den geneeskundigen
dienst met zijn wagen verscheen en aanwijzingen gaf
voorzoover den geneeskundigen bijstand betrof. Van
het bureau Stadhouderskade rukte een politieauto
uit.
De gewonden.
Het bleek, dat de chauffeur, de 23-jarige Over-
beeke, dio tusschen de auto's bekneld had gezeten,
er het ergst aan toe was. Zijn borstkas was inge
drukt, terwijl hij ook een wervelfractuur had op-
gcloopen. Na ter plaatse verbonden te zijn, is hij in
zorgvollcn toestand naar het Binnengasthuis ge
bracht. Ook het 14-jarige meisje, dat met haar lin
kerbeen bekneld had gezeten tusschen de stangen
der bakfiets en de vooras van den eersten wagen,
was zwaar gewond. Het linkerbeen was totaal ver
pletterd, terwijl het voorts nog eenige ontvellingen
had opgeloopen. Zij werd met een crick uit haar
benarde positie bevrijd en door den geneeskundigen
dienst naar het Binnengasthuis gebracht De 5-jarige
Jan Aldewerld had een sleutelbeenfractuur beko
men. Zijn ouders hebben hem eerst in de groote con
sternatie mee naar huis genomen, later werd hij in
het gasthuis onderzocht, doch kon daarna toch weer
naar huis terugkeeren.
Omstreeks hal zeven waren de ziekenautos weer
van de plaats des onheils verdwenen en rukte de
brandweer eveneens in.
Het politieonderzoek.
Het onderzoek heeft uitgewezen, dat de wagens in
orde waren, zoodat het aan de grove nalatigheid
van den chauffeur, die de auto op de eerste versnel
ling had laten staan, te wijten is, dat dit ongeval
heeft plaats gegrepen De chauffeur ha l ter plaatse
goederen afgeleverd en wilde weer wegrijden.
Portret-Atelier JAC. DE BOER
Keizerstraat DEN HELDER
Nog geen enkel positie! resnltaat.
De secretaris van het Italiaansche bergingsvaartuig
Artiglio, dat zooals gemeld in de huurt van Oostende
een onderzoek heeft ingesteld, naar de ligplaats van
het in den oorlog getorpedeerde Nederlandsrhe s.s.
Tubantia, heeft in een interview met de bladen te
Genua verklaard, dat tot nu toe bij dit onderzoek geen
enkel positief resultaat is bereikt. Men acht het zeker,
dat het wrak van de Tubantia een hoeveelheid eoud
aan boord heeft, die als contrabande door de Duit-
schers naar de Ver. Staten gezonden was om daar
goederen te betalen. Daar de werkzaamheden bij het
s.s. Egypt voor de Fransche kust, waar de rest van
de goudlading nog boven gebracht moet worden, niet
voor 20 Juni hervat kunnen worden, heeft de Artiglio
den tussclientijd ten nutte gemaakt door naar het
goud van de Tubantia te zoeken.
Andere bergingswerkzaamheden der
Italianen.
Een vertegenwoordiger van de reederij heeft verder
medegedeeld, dat het bergingssrhip Bostro voor reke
ning van het Fransche ministerie van oorlog de koper
lading opduikt van het Spaansche schip Noviembre,
dat tijdens den oorlog bij La Rochelle getorpedeerd is.
Pas na drie jaar zoeken heeft men dit schip gevon
den.
liet bergingsschip Arpionc haalt op het oogenblik
ladingen staal en koper op uit twee schepen, die hij
Cork in Ierland gezonken zijn. Tot nu toe is 1000
ton koper gelicht uit de- Noviembre en 300 ton koper
en staal bij Cork.
Met 14.50 per 100 K.G. Datum van in
gang 1 Juli.
Naar het „Ned. Weekblad van Kruidenierswaren"
verneemt, zal de suikcraccijns ingaande 1 Juli a.s. met
20 opcenten worden verminderd. Dit beteekent een
accijnsverlaging van 4.50 p. 100 K.G.
Teruggave van te veel betaalden accijns za! ge
schieden, zoowel op aanwezige voorraden als op dc in
goederen verwerkte suiker.
Het desbetreffende wetsontwerp is in voorbereiding.
Tegen radio-mast bij Croydon gevlogen.
De inzittenden gedood.
Naar uit Londen gemeld wordt, is Donderdagoch
tend hij Croydon ecu Fransch post-vliegtuig omlaag
gestort, nadat het toestel tegen één van de masten
van de radio-antenne van het vliegveld was gevlogen.
Het vliegtuig startte naar Frankrijk. De piloot en
de mecanicien werden bij het ongeval gedood.
Omtrent het ongeval van het Fransche postvlieg
tuig wordt nader gemeld, dot bij den val vier huizen
werden beschadigd en twee ga ra ces met de hierin
staande twee auto's werden vernield.
Dc piloot Jiep ernstige hoofdwonden op. terwijl hom
een voet werd afgerukt. De mecanicien had den nek
Beiden moeten onmiddellijk gedood zijn geweest,
gebroken.
Omgekomen door verstikking.
Men zal zich herinneren dat bij de dubbele mijn
ramp te Paturages, nadat besiot.-n was geen nieu
wen menschenlevons meer te wagen om de 33 lij
ken van de in de mijn gebleven arbeiders en redders
te bergen, vier paarden, die zich in e<m op G50 meter
diepte gelegen gaanderij bevonden, aan hun lot wer
den overgelaten. Er was genoeg voeder om deze die
ren gedurende een paar weken in het leven te hou
den. Thans is door de mij'idirectie bericht dat de
vier paarden, bij het stijgen van het mijngas in de
tragische schacht, door verstikking zijn omgekomen.
GRUWELIJKE MEDICIJN.
Moest vervaardigd zijn uit menschelijke
lichaamsdeelen.
De .Times" meldt uit Johanneshurg:
In Natal wenschte een inboorlingen-hoofdman ter
vergrooting van zijn macht medicijn, welke vervaar
digd moest zijn uit menschelijke lichaamsdeelen.
Een inboorling verklaarde zich bereid zijn zieken
zoon te doen slachten en verkocht hem aan den
hoofdman voor den prijs van 0 pond sterling en tien
ossen. De zieke knaap werd daarop na een plechtig
heid. die tot in alle détails was voorbereid, gedood.
Het lijk werd in stukken gehakt en twee medicijn
mannen namen verschillen do lichaamsdee'en in be
zit om de verlangde medicijn te vervaardigen. Dc
vader van den gedooden knaap en nog zes inboor
lingen zijn thans door het gerecht ter dood veroor
deeld.
Bij een nachtelijke overval te Voorschoten.
In den nacht van Woensdag op Donderdag zijn
tot dusver onbekend gebleven personen binnenge
drongen in het huis van veehouder Vulk aan de
Veurtschelaan te Voorschoten. De heer Valk bevond
zich te bed. Dc mannen sloegen hein bewusteloos,
waarna zij zich een bedrag van f 0000 toeeigenden.
De politic heeft direct een uitgebreid onderzoek in
gesteld. In Stompwijk zijn eenige huiszoekingen ver
richt. Tot dusver heeft men evenwel nog niet kun
nen ontdekken, door wie de overval gepleegd is.
Wel heeft dc politie in een roeiboot, waarmede de
daders van den overval dc Vliet zijn overgestoken,
een vest gevonden, dat aan den veehouder Valk
behoort.
De toestand van den heer Valk. die niet ernstige
verwondingen heeft hekomen. is goed.
Het spoor wijst naar de gemeente Stompwijk en
Veurs, waar denzclfden nacht reeds enkele personen
van hun bed zijn gelicht en huiszoekingen zijn ge
daan, doch zonder bepaald resultaat
Slachtoffer heeft zijn aanranders slechts
even gezien.
Omtrent den overval verneemt de Leidsche corr.
van het „Alg. Hsbl." nog dc volgende bijzonderhe
den: Van der Valk was naar de markt geweest on
had z.iju geheele bedrijfskapitaal, ruim 5000 gulden
in bankbiljetten van 10 gulden en 25 gulden en en
kele biljetten van 100 gulden de nummers zijn
niet hekend in een drietal portefeuilles in ziin
jas gestoken en die. met ziin jas. onder zijn hoofd
kussen gelegd. Beide kleedtngstukken namen de
daders mee. Van der Valk werd wakker, doordat
iemand onder het kussen woelde, en voordat hij
alarm kon maken wcr dhij, vermoedelijk met een
boksbeugel bewusteloos geslagen. Hij kreeg slechts
even zijn aanranders te zien. Er zouden twee per
sonen zijn slaapvertrek zijn binnengedrongen die
hun gezichten hadden zwart gemaakt. Veel bijzon
derheden kon liet slachtoffer niet geven over zijn
aanranders. Een hunner» was een forsch gebouwd
persoon en bad oen grooten neus.
Uit alles blijkt, dat de daders zeer goed van de
situatie op de hoogte zijn geweest. Behalve het
slachtoffer sliepen nog twee personen op de zolder
verdieping. die door een gesloten luik dat door een
touw verbonden was aan de trap naar den zolder,
zoolang werden opgesloten, zoodat de daders tijd en
gelegenheid kregen, te ontkomen.
De Engelsche journalist Pembroke Ste-
phens uit Dultschland uitgewezen.
De bekende Engelsche journalist Pembroke Sto
phens, correspondent van do „Daily Express", is door
de Duitsche Rijksregeering uit Duitschland uitgewe
zen, aangezien hij, zooals in dc officicelc motiveering
van dit besluit wordt medegedeeld „voortdurend op
ontstellende en frivole wijze bericht geeft over de Duit
sche verhoudingen en daardoor dc hem verleende
gastvrijheid schromelijk misbruikt", waardoor de vro
de tusschen de volkeren bedreigd wordt, de openbare
meening wordt vergiftigd en dc betrekkingen tusschen
Duitschland en de andere staten verstoord dreigen to
worden.
Pembroke Stephcns is de schrijver van de verleden
week in de „Daily Express" gepubliceerdo gerucht
makend# artikelen over den aanleg van geheime vlieg
velden in Duitschland, in verband waarmede hij toen
reeds gearresteerd werd, doch kort daarna weer in
vrijheid werd gesteld.
Ulvenhout, 29 Mei 1934.
Menier,
Dieën lesten Zondag,
ollee, da was er nouw echt
eencn mee 'n stertje. Toen
dn Fielp de „Gouwen
Ivoei" binnenkwam ge
wit, meestal is ie d'n eer
ste, waren wij allemaal
al present. Ikke, d'n Joep,
d'n Blaauwe en d'n Joost
uit Osterhout, dieën worst
reiziger, da weduwman-
neke-oud-weareld-kam-
pioen.
Me zatten daar, met de
bedoeling, om d'n Fielp
er zo n bietje in te laten
fladderen. Waant, net as ik vermoedde, d'n
Blaauwe hee de dikkeratie van d'n Fielp óp 'm ge
nomen! En as d n Blaauwe wa doet, ge weet 't, dan
doet ie 't niet haalf! As die z'n eigen veurgenomen
hee't da ge 'r in zult tuimelen, nouw, dan graaft ie
't gat wel zóów, da ge 'r ok zonder maankeeren,
hovenèrms in-suizebolt, dat 'r gin redden meer
aan isl
Toen d'n Fielp laangs 't raam kwam, zee d'n
Tiest: „nouw!"
En as dan d'n Fielp binnenkwam, dan zatten me.
mee z n gevieren over 't tafeltje gebogen, met de
koppen teugen mekaar aan, en mee 'nen grooten,
gelen envelop op tafel.
„Nouwnouw!" prees d'n bakker bij 't inkomen:
„nouwnouw, jullie zijn mannen van 't klokske,
horre!"
„Daar is ie", zee d'n Blaauwe aangstig, mee 'n
flusterstern, die fl'n bakker best verstaan kost, wa-
d-ok de bedoeling was „Daar is ie! Weg, Jop, dien
brief van dn Generaal, gaauw!"
Zenuwachtig friemelde dn Joep dieën leegen en
velop weg en toen zeeën nie: „goeienmiddag Fielp,
goeie!"
,'t Mot 'n verrassing blijven", zee d'n Blaauwe
binnensmonds tegen d'n Joep: „da verstade gij,
Joep?." En toen: „ollee, d'n Fielp! Wa zijde vroeg
bakker?"
„Vroeg? Vroeg?" zee d'n bakker: „gullie zij
me-n-allemaal veurl"
„Jawel, jawèèl', zee d'n Blaauwe: „maar wij had
den eerst nog wa te bepraten, ziede!
„Geheimen
„Mm-mja!" zee d'n Tiest: „m ja!'Zoo zouw 't ge
noemd kunnen worren. Fielp!"
„Mag ik daar dan niks van vroeg d'n bak
ker. Maar d'n Blaauwe viel 'm in zn rede en zee:
„nog nie Fielp!"
En toen trok da Blaauw-stuk-vleesch 'n tronie,
'n tronie, amico, zóó veul-belovend geheimzinnig,
ollee, d'n Fielp sting al mee allebei zn voeten in d'n
kuil, die d'n Blaauwe nog pas aan 't graven was!
'k Zouw nog verder willen gaan en gerust dur
ven beweren: hij sting d'n Blaauwe bekaanst in de
weg, zoow gèren wouw d'n Fielp meehelpen
Waant zoow gaauw as ie zat, en d'n Blaauwe be
zwaren maken wouw. dat d'n Fielp nog efkens wach
ten moest en zoow, bestelde d'n bakker al dalijk 'n
rondje. Ok klopte-n-ie d'n Joep op z'nen schouwer,
zee: „en hoe ga-g-et thuis. Snotpiek, mee moeder-de-
vrouw?" en meteen perbeerde-n-ie, as 'nen zakken
roller in d n Joep z'nen binnenzak te gluren, naar
„den" envelop.
D'n Blaauwe boog vlug over 't tafeltje naar d'n
Joep toe, douwde vertrouwelijk op d'n Joep z'nen
jas, zoowdat d'n envelop krokte en zee: „bewaart
dieën brief gqed, Joep, aanders En hij trok n
gezicht da beteekende: „is alles verloren."
En om nouw even op 't komediestuk veuruit te
loopen: vandenmergen sprak ik d'n Joep en die ver
telde, dat d'n Fielp Maandagmergeu, toen ie z'n
brood brocht, aan d'n Joep z'n wijf had gezeed:
„oewen mensch hee-g-et druk d'n lesten tijd, ee?"
„Hoezoow?" vroeg Toos: „hier is 't altijd druk!
Tien kinders bekaanst, zooas ge ziet, vul melkbees
ten, 'nen ordentelijken lap bouwgrond, wij we
ten hier mee onzen tijd wel raad, Fielp!"
„Jaja", zee-t-ie: „da weet ik, Toos. maar buiten die
gewone drukte, hee-t-ie teugeswoorig nog veul meer
aan z'n kop, niewaar? Die kommiteit veur 1 Au
gustus ommers, die mobilisatiefeesten en. en al
les wat daar nog zoow bijkomt. Ik bedoel: „krispon-
dentie mee de hooge oomes en zoow!"
„Niks van gemorken", zee Toos.
„Jaja", had ie toen gezeed: „houw mijn maar veur
d'n gek, Toske! Da lukt oew toch nie, meske! Da lukt
ginmensch! Die mijn vernikkelen wil, mot vroeg op
staan, horre!"
Verbouwereerd was d'n Joep z'n wijf toen blijven
zwijgen. „Ik dieën bakker vernikkelen zee zc
later teugen d'n Joep: „wa denkt dieën vent? Wa
schilt dieën kearel?"
„Hij maalt wel 's 'r. bietje", had d'n Joep gezeed:
„en 't beste is maar, Toos, da ge 'm in zulke oogen-
blikkcn gelijk gift. Nie teugensprikt'"
Toos zit dus in 't complot zonder da ze 't begrept;
'n bietje krom en gedraaid wel, maar ze zit er toch
ók tusschen.
„Wie zouw 't uitreiken, Joep?" vroeg den Joost
zoow laangs zn' neus weg, toen Kee van „de Gou
wen" 't rondje brocht.
„Watte", vroeg d'n Joep, die nouw nie direct tot de
grotste gladjanussen hoort.
„Datte", dce d'n Tiest geheimzinnig en hij zette
mee z'nen vinger 'n kruis op de tafel.
'n Kind kost 't „geheim" voelen en tasten!
En toen zee d' Fielp, ince 't onnoozcligste gezicht,
dat ie zoogaauw trekken kon: „waar hebben jullie
't toch over, mannen?"
„Nouw, saantjes, Fielp", zee d'n Blaauwe: „da
moeste gij nouw 's «eten. ee!" Hij dronk en toen: ,.da
gaat jouw niks aan, Fielp, tenminsteniks
aanoch neeë! 'k Zouw me nog verpraten ok,
mee al jouw nuuwsgiorigheid."
„Ge zij van de week toch op reis gewiest, Fielp?"
vroeg ik.
„Zekers!"
„Naar den Haag?"
„Zekers!"
„En
,,'k Heb nog gin uitsluitsel!"
D'n Blaauwe trok 'n bedenkelijk gezicht. „Da's lil-
lijker. Joep", huichclde-n-ic.
„Oem", dce d'n Joep: „ocm!" En hij schudde secr-
jeus-toegeeflijk z'nen kop: „da zee niks, Tiest."
Strak, gespannen keek d'n Fielp naar d'n Joep z'n
sergeantengezicht, dat ie efkens had opgezet. „Neeë",
gong ie deur: „daar hoeft ditte" en hij trok mee
z'nen vinger 'n kruis in de lucht, nie veur opge-
houwen te worren. Ik heb 't toch ok! Ben ik naar
d'n Ilaag gewiest?"
„Da's waar", zee d'n Blaauwe; „maar gij zijt ser-
zaant", ziede. „En't verschil tusschen 'nen doodgewo-
nen ordinairen, stommen soldaat en 'nen serzaant, is
gin kattendrek!"
Amico, d'n Fielp ree, ree, hij ree 'm as 'nen ouwen
dief. Eatsoenheidshaalvc kost-ie er nie tusschenko-
mon, maar bij, hij had gin leven, dèèr!
M'nen buik piekte, 't Was nie om uit te houden.
,,'k Zal maar geven", zee d'n bakker, 'n bietje wit
jes. „Al da gc-ouwe-vrou van juilie, 'k ben 'n boontje
as 'k er wa van snap". En hij begost de kaarten te
deelen. Niemaand nam ze nog op. D'n bakker daar-
veur ok nie!
„Zeg, bakker", zee d'n Joep toen weer: „hedde gij
oew eigen nog verder verstaan mee die Bredasciie af-
deeling van de oud-gcmobiliscerdcn?"
Hij knikte. „Tuurüjk! ie lui schieten al aardig op."
Toen deed ie 'nen gooi op goed geluk: „ze hebben
daar 'n lijstje opgemokt van ennigte oud gedienden,
die nog vergeten zijn veur 't mobilisatiekruis."
D'n Blaauwe schoot weer over 't tafeltje. Ging aan
d'n bakker „z'n lippen hangen". Hij keek tenminste
in d'n Fielp z'nen mond, of ie 'n pëèrd op d'n leef
tijd keurde. Toen zee-t-ie: „ja? En? Fielp?"
„Nou eh ze hopen 't kruis los te maken, ee,
veur die vergeten menschen. Maar mee ecnen ticp
zitten ze in d'r maag
„Net. as wij", flusterde d'n Blaauwe naar ons.
„Hè?" schrok d'n Fielp.
„Niks", zee d'n Tiest onnoozel.
„En wa-d-is dan veur 'nen tiep?" vroeg d'n Joep.
„Nen ja, 't is gek, 'nen gewezen socialist
„Vrek", zee d'n Joost.
D'n bakker knikte nadrukkelijk en laang.
„Werendig", zee-t-ie. „En da nie alleen! Verschillen
de van deuze soort menschen zouwen gèren meedoen
aan 't défilé, maar d'n eenen durft nie goed veur d'n
aandere!"
„Vrek", verbaasde d'n Joost z'n eigen weer.
„Sterker", gong d'n Fielp deur: „daar is zelfs 'nen
kaptein, 'nen reuzen getapten kaptein is ie gewist
zelfs, die in da schuitje vaart! De lui vinden 't zelf
beroerd!"
„Vrek alweer'.', zee d'n Joost.
„Waarom Joost?"
„Snappen die menschen dan nie, dat de tijen ver-
aanderd zijn? Ik heb er niks mee te maken, maar ik
zouw mee m'n boerenworstverstand toch zeggen, da
ginminsch 't recht hee. om er die lui op aan te kijken,
da ze 'n herdenking vieren willen van iets, waarvan
ze zeivers hebben meegedaan!"
„Jawel", zee d'n hakker: „maar toen moesten ze.
Kosten ze 'r niks aan doen! Nouw is 't vrijwillig!"
„Ge zij driedubbelt getikt!" kwekte d'n Joost: „vier*
de gij vrijwillig oewen verjaardag, bakker?"
„En of!"
„En konde gij cr wa-d-aan doen, da ge geboren
zijt?"
„Da's waar", zee d'n Fielp!
„As hij wa-d-aan z'n geboorte had kunnen doen",
merkt d'n Blaauwe op: „dan was ie nog veul
mooier, veul knapper dan nouw, ee. Fielp?"
„Maar wat die kruskes betreft", gong d'n Fielp ijs
koud deur: ,,'k vond 't toch 'n vrindelijk gedacht!"
„Ik ok", kwekte d'n Blaauwe. „Alle oud gedienden
hebben er 't zelfste recht op!"
..Nog 'n borreltje, Tiest' vroeg d'n bakker da-
lijk.
„Ollee dan maar", zee d'n Blaauwe genadig.
En d'n Joep. die ok wel 'n borreltje lustte, zee:
„ik hèb t kruske; maar 'k ben 't mee d'n Tiest vol-
inokt ééns!"
„Dtinkt ok nog 's uit, Snotpiek?" offreerde d'n
bakker.
„En ik vind 't 'n schandaal, 'a groot schandaal",
zee d'n Joost: „dat d'n Fielp 't kruis nog steeds nie
draagt!"
„En da nog wel as vcurzitter van de Ulvenhout-
sche kommiteit". gooide-n-ik er toen bovenop.
„Kee!" riep d'n Fielp. „Kee! Sodcmerakel, komt,
as ik oew roep!"
„Wa-d-is-t-er?" vroeg Kee. „Krijg-de 't weer, drift
kop?"
„Schenkt de jongens nog 's in veur mijn. Ze ster
ven van d'n dorst!" dee d'n Fielp royaal.
Amico, wa zal 'm da kruske. da bij d'n Blaauwe
in d'n maak is 'nen hoop rondjes kosten
Waant in die mielionnairsstemming van aan
staanden gedikkereerden bakker-soldaat, heet-ie ons
allemaal meegenomen naar z'n bakkerij, om daar te
lusteren naar d'n voetbalwedstrijd Hollaand—Zwit-
serlaand.
Daar hee-t-ie getracteerd, net zoow laank tot ie
docht dat d'n Snotpiek nou-.v wel wa verraaien zouw
uit dieën ileegen!) envelop!
Mat# dan had d'n Blaauwe-n-er nie bij motten
zijn.
„Neeë, Fielp". zee-t-ie: „as 't zoow wijd is, zulde
'r wel van heuren, jongen!"
Toen klopte d'n Fielp d'n Blaauwe op z'nen
schoeft en offreerde 'n èrebeesjesmaal mee
bier!"
Leut g'ad! Leut g'ad! Of Hollaand gewonnen had!
's Avonds om 8 uur zongen we nog: „Wij gaan naar
Rome" en toen was die kaans toch al twee uur gc-
lejen deur de Zwitsers aan krumeltjes getrapt!
Mesjokken, is dieën ouwen, trouwen Fielp op da
kruske. Maar
't Is in d'n maak.
D'n Blaauwe vijlt er eentje uit d'n bojem van 'n
ouwen tinnen melkkan En d'n Joep zal 't étwieke
leenen van z'n eigen kruske!
Ollee, ik schei er weer al. M'n velleke is staamp-
vol.
Veul groeten van Trui en as altij. gin horke min
der van oewen
toet a voo
DRé.