Van dadelpalmen en kameelen 145 Millioen. MARKIEZEN Spaart uw oogen w. C. van Geelen C. ROGGEVEEN Zaterdag 2 Juni 1934. SCHAGER COURANT. Derde blad. No. 9491 tegen zon en stof STRIJD TEGEN DE MISDAAD TE OSS. Amsterdam krijgt f 334.000.—. LOTING VOOR DE MILITIE. Oplichting voor f14000.—. Scherper politietoezicht. SCHANDAAL IN EEN HONGAARSCHE STAD. (Van onzen reizendeu correspondent.) Bagdad, 25 Mei. TWEE dingen zijn er, die me in de oostelijke landen, vooral in de droge, woestijnachtige gebieden, telkens weder met bewondering en verwondering treffen. Dat zijn de kameel en de dadelpalm, die aan de bevolking zooal geen wel vaart, dan toch bestaansmogelijkheid geven. Zeer dikwijls hebben de zwijgende, toch ook wel eenigszins eentonige palmen onze harten gedurende lange, moeizame woestijn toch ten met vreugde ver vuld als we in de verte hun silhouetten zagen af steken tegen den hemel. We wisten dan: daar was schaduw, bescherming tegen den brandenden zonnegloed en misschien ook water. Steeds hebben we dadels als reservevoedsel met ons gevoerd, dadels, dat „brood der woestijn". Wc hebben ze meest gegeten in half versuikerden toe stand,, zooals men ze in Europa kent, maar ook als nieuwe, versche vruchten, die niet slecht van smaak zijn, maar eenigszins onaangenaam, omdat het vrucht- vleesch dan houtachtig is. Vaak ook werden ze ons, reeds versuikerd, bij de Bedocïncn voorgezet in ka meelmelk. Geen karavaan trekt de woestijn in zonder een flinken voorraad dadels, die immers onderweg het voornaamste voedsel vormen. Maar dan is er het andere wonder: de kameel. Lang is het reeds geleden, dat ik voor het eerst ïn do verte tegen de kim de silhouetten zag van een trage kameel karavaan en ontroerd was Ik toen, als vormde deze aanblik de vervulling van diep'in mij sluimerende droomen. Men moge het vreemd vinden, maar nu nog, na Jaren, is steeds deze ontroering in mij als ik de tra ge, waardige kameelen aanschouw in langzamen, sta- tigen, zelfbewusten gang, met de steeds bewegende lippen, die altijd zacht, onverstaanbaar, mompelen 'den honderdsten naam van Allah, die den menschen verborgen bleef. Of als ik zo rustend zie, gelaten droo- xnend. Dan vallen nog beter op de groote, donkere, weemoedige, wijze oogen, waarin vreemde lichtjes van verre horizonten drijven. Schoon is de kameel- moeder met haar veulen, dat waardig en wijs is als de volwassen dieren, doch nu en dan alle waardigheid cn wijsheid vergeet om rond te dartelen en te sprin gen als een jong geitje. Verrassend is dit. Verrassend, veclschenkcnd zijn dadelpalmen en ka meelen, maar de dadelpalm vraagt toch nog meer zorg dan de kameel. De wonderlijke boom, die vijftig a honderd jaar oud wordt, vormt elk jaar nieuwe takken, een hoogere kroon en er is niets, wat van den palm onbenut blijft. De vruchten leveren voedsel, uit de bladeren worden matten vervaardigd, de oude takken, die elk jaar af sterven, dienen voor vlechtwerk, de stam levert ten laaste nog (zeer zacht, poreus en sponzig) hout voor den bouw van woningen en brandstof voor de berei ding van voedsel, koffie en thee. Er zijn mannelijke en vrouwelijke dadelpalmen en natuurlijk leveren alleen de laatste vruchten. In elke oase, in eiken tuin vindt men twee of meer manne lijke boomen en in den bloeitijd moet de verzorger der boomen het stuifmeel der mannelijke boomen over brengen op de bloemen der vrouwelijke boomen. De bevruchting is dus kunstmatig en vereischt arbeid. Soms ook worden de reeds bevruchte bloemen en ook wel de jonge vruchten ingepakt in zacht boom bast, om ze te beschermen tegen den wind en tegen te felle zon. De vruchten laat men als ze rijp zijn, meestal aan den boom drogen, waarbij het vrucht- vlcesch zachter en zoeter wordt. De dadelpalm heeft zeer diepgaande wortelen, maar vaak is het water ook voor deze zeer lange wortelen in den bodem onbereikbaar en moet een bevloeiing plaats hebben. Door middel van een lang, over een katrol loopend touw wordt door een kameel, een ezel tje, soms ook wel door een os het water in lederen zakken opgetrokken uit den zeer diepen put en uit gestort in een vernuftig stelsel van bevloeiingskanaal- tjes. Hoe dieper het water ligt, hoe moeilijker natuur lijk de bearbeiding wordt. Ondernemende sjeichs en andere rijke bezitters in de oasen hebben hier en daar motorpompen laten komen, doch de aanvoer van benzine of van ruw-olie is natuurlijk zeer moeilijk en kostbaar. Ook metalen windmolens worden wel aangewend, maar ten eerste kan men hierbij niet op gcregcldcn arbeid rekenen, maar ook (en dit bezwaar geldt in nog meerdere mate voor de motorpompen) is het vermogen der putten meestal zeer beperkt en kan men het dagelijks be schikbare water ook zonder machines naar boven brengen. Dan komt ei bij, dat de Arabieren van werk tuigen niet voel begrijpen en gewoonlijk niet in staat zijn de eenvoudigste herstellingen te verrichten en herstelinrichtingen zijn er in de wosteijn cn de kleine oasen natuurlijk niet. De bestaans mogelijkheden van de w o e s t ij n- bevolking L i tl k Op een kameelmarkl: moeder- kameel met veulen. Wat de dadelpalm is voor de oasenbewoners, het middel van bestaan hij uitstek, is de kameel voor de zwervers der woestijn, de Bedoeïnen. Men kan, indien men de woestijn kent, den kameel niet aanschouwen, zonder de schepping te bewonde ren. Breed, plat, bijna geheel rond zijn van onderen de poolen, waardoor zelfs in fijn zand de dieren niet wegzinken. Buitengewoon groot is het uithoudingsver mogen van kameel, die zeer weinig verzorging behoeft en zeer lang zonder water en voedsel kan. De bult op den rug van den drounnedaris cn de twee bulten op den rug van den kameel (hier zijn het alle droinme- darissen, maar dezen worden ook steeds kameelen ge noemd) vormen een reservekrachten voorraad. Na een Hieronder: DADELOOGST. langen, vermoeienden tocht verdwijnen deze bulten bijna geheel, wat een tecken is van verzwakking. Dan moeten de dieren rust houden en goed gevoed wor den, waardoor de bulten weder aangroeien. Drie dagen kan de kameel zonder water blijven, paarden cn ezels, die met een karavaan medetrekken, worden bij watergebrek gedrenkt met kameelmelk. Paarden zijn in Arabië evenwel een weelde-artikel. De kameelmelk wordt ook door de menschen als voedsel benut. Een heel gewone maaltijd bij de Be doeïnen bestaat uit kameelmelk met dadels. De kamcelfokkerij is een der voornaamste middelen van bestaan der Bedoeïnen. In vele oasen worden ge regeld, vooral in den zomertijd en in den herfst, ka- meelmarkten gehouden, waarheen de Bedoeïnen met hun kudden komen. Oude, tegen de vermoeienissen van een langen tocht niet meer opgewassen kameelen worden dikwijls ge slacht en hun vlccsch wordt gegeten. Heel lekker is dat vlcesch niet, maar anders is het met het vleesch van jonge kameelen. Voor zeer ge ziene gasten laat een sjeich wel eens een jong kameel slachten. Uit kameelmelk wordt boter, maar meer een (meestal sterk met haren vermengde) kaas bereid, die na eenigen tijd hard is als steen. De haren van den kameel leveren de grondstof voor de kleederen der Bedoeïnen. De tenten worden evenwel meestal van geitenhaar vervaardigd. Ook de uitwerpselen der kameelen hebben hun nut en dienen in de oasen als mest, maar in de woestijn, (in gedroogden toestand) als brandstof ter bereiding van koffie, thee cn voedsel. Waar zouden de menschen anders hun brandstof vandaan halen? Doch zelfs de urine der kameelen gaat niet verlo ren. Ze dient als.... „waschwater". Het is waar, de Bedocïn wascht zich niet, maar in de woestijn (waar men met water immers de grootste zuinigheid moet betrach ten) worden de pas geboren kinderen met kamcelurine „gereinigd" en de Be- docinenvrouwen gebruiken dit minder geurige middel ook om de haren t? wasschen. De mannen van den dadelpalm en de mannen van den kameel, die in me nig opzicht toch op elkander zijn aan gewezen, haten en verachten elkander ten diepste. De oasenbewoner be schouwt den Bcdoeïn als een „wilde"; de Bcdoeïn beschouwt den oasenbewo ner als een lafhartigen, eerloozen slaaf van den arbeid en deze verachting neemt nog toe, als de oasenbewoner zich niet bepaalt tot zijn dadelpalmen, maar ook land bewerkt, want één waarheid is voor de Bedoeïnen ortom- stoofelijk: „Waar de ploeg komt, komt de schande." J. K. BREDERODE. ZONNEBRILLEN 30, 40, 50 et, 11.25 enz. STOFBRILLEN 40, 50, 60, 80 et, f 1.25, enz. Gediplomeerd Opticien. LAAGZIJDE Teleff. 26 SCHAGEN. Voor oogonderzoek a.s. Maandag 4 Juni zitting te KLEINE SLUIS van half 10-12 uur bij SLIKKER, te BRBEZAND van half 1—3 uur bij C. PRINS. Alle brillen worden direct gereed gemaakt, daar wij een groote keuze mee hebben. Oogonderzoek geheel gratis. DE OPBRENGST VAN DE VERZWEGEN MIL- LIOENEN IN DE HOOFDSTAD. Leverde Den Haag een totaal van ongeveer honderd millioen gulden aan verzwegen vermogen op, Amster dam spant in deze verre de kroon. De hoofdinspecteur der directe belastingen, de heer J. Koldenhof, heeft aan de „Msb." het resultaat me degedeeld van de aangifte van verzwegen vermogens en inkomens. Het resultaat van dit generaal-pardon is als volgt: vermogen per 1 Mei 1931/32 nagevorderd f56.786.002, idem per 1 Mei 1932/33 f47.491.949, idem per 1 Mei 1933/34 f 41.559.024, totaal f 145.836.975. Inkomen per 1 Mei 1931/32 nagevorderd f 4.075.155, idem per 1 Mei 1932/1933 f 3.808.388, idem per 1 Mei 1933 1934 f2.921.036, totaal f 10.801.579. De opbrengst voor de belasting is: 1931/32 f613.051, 1932/33 f625.031, 19X1/34 f515.926, totaal f 1.781.011. De heer Koldenhof deelde nog zijn indrukken mede over deze gehecle affaire. Naar zijn meening is do aangifte van verzwegen vermogens en belasting te gengevallen. Volgens hem zou dit bedrag veel en veel hoogcr moeten zijn ge weest en het is wel eigenaardig, dat slechts enkele groote vermogens zijn aangegeven en het groote be drag van 145 millioen hoofdzakelijk bestaat uit vermo gens tusschcn f15.000 en f20.000. Daarnaast zijn nog een groot aantal kleinere bedragen aangegeven, die niet onder de vermogensbelasting vallen en waarvan de rente zoo gering is, dat deze niet onder de inkom stenbelasting valt. De kleinste post was een stukje van f 100, dat 3 pet. rente opleverde. Ofschoon iedereen bekend was, dat de sluitingsda tum 1 Mei was, kwamen toch op dien dag met de eer ste bestelling nog een paar honderd aangiften binnen, waarmede men niet wist, wat aan te vangen. We hebben tenslotte adus de heer Koldenhof in Den Haag geïnformeerd en vandaar werd ons medege deeld, dat het generale pardon ook nog voor deze belastingbetalers zou gelden. De moeilijkheid deed zich hierbij voor, dat de termijn van navordering voor ons voor een gedeelte van het vermogen was verstre ken, zoodat wij de aangevers moesten verzoeken, hun achterstallige belasting te betalen. Thans zijn wij blij, dat we door al dit werk heen zijn. Eerst moest het personeel aan de voorbereiding van de omzetbelasting. Nauwelijks was men hiermede gereed, of de minister kondigde het genernlc-pardon aan, hetgeen ons ook weer de handen vol werk gaf. Het gevolg hiervan was, dat de.reclames der belasting betalers moesten blijven liggen, hetgeen veel klachten DINSDAG 12 JUNI. De minister van Defensie heeft bepaald, dat de loting voor den dienstplicht van de lichting 1936 in het openbaar zal worden gehouden op Dinsdag 12 Juni, des middags om 2 uur, in de Rolzaal, Binnenhof 8 te 's-Gravenhage. voor Hotels en Café's. heeft gegeven. Met extra personeel kon de belasting het ook niet af, daar men voör dit werk geschoolde krachten noodig heeft. Zooals hierboven vermeld is, is de totale bate voor de belastingen f 1.784.011. De gemeente Amsterdam zal hiervan wat het gemeentefonds betreft, f266.249 en wat de opcenten op de vermogensbelasting betreft, f67.822 ontvangen, een voordeel dus van f334.071. Of de wethouder van de Financiën dezen meevaller zal toejuichen. Koopman in tapijten aangehouden. Na verhoor weer op vrije voeten. Een 49-jarige koopman in tapijten, die door de po litic te 's-Gravenhage werd gezocht wegens oplichting van f 14.000, is te Amsterdam aangehouden en in het hoofdbureau opgesloten. Omtrent déze zaak wordt nader gemeld, dat een ingezetene van Den Haag van bovenbedoelden koop man, de Ve. genaamd, een aanbieding had gekregen om een tapijt te koopen, dat volgens zeggen wel vijf tigduizend gulden waard zou zijn. Daar de Hagenaar wel meer antiek en ook tapijten van de V. had ge kocht, ging hij op dit aanbod in, temeer toen hem een foto van hot tapijt werd getoond. De V. zeide echter, dat hij zelf niet over voldoende contanten beschikte om den koop te sluiten. Hierop heeft de Hagenaar hem daartoe een bedrag van f 14.000 voorgeschoten. Sindsdien echter heeft de V. niets meer van zich laten hooren en daarom bekroop zijn opdrachtgever de vrees, dat er iets niet in den haak was. Hij meng de do politie in do zaak, met het gevolg, dat de V. in Amsterdam werd aangehouden cn naar Den Haag is overgebracht. Hier heeft de politie hem gehoord, doch na dit verhoor is de man weer op vrije voeten gesteld. Een uitgebreide surveillancedienst zal in het leven worden geroepen om de ongure elementen te „schaduwen". In verband met de steeds voortwoekerende misda digheid in Oss en omstreken zal binnenkort de bigade van do Koninklijke marechaussee te Oss met tien man worden uitgebreid. Ook zullen in de verschillende dorpen bij Oss manschappen worden geplaatst, die in samenwerking met de rijksveldwacht en de gemeente politie tot taak zullen hebben de toenemende onveilig heid op het platteland van Oostelijk Noord-Brabant togen tc gaan. Men is voornemens een uitgebreiden surveil lancedienst in het leven te roepen, welke voor namelijk ten doel zal hebben het schaduwen van ongure elementen, opdat deze verhinderd zullen worden op roof uit te gaan. Door deze voortduren de controle, waaronder de leden van het inbre kersgilde worden gebracht, hoopt men een eind te kunnen maken aan de talrijke overvallen welke in deze streek voortdurend plaats vinden. Reeds herhaaldelijk is van verschillende zijden op het nemen van afdoende maatregelen aangedrongen. In zijn brochure betreffende misdadigheid van Oss en omstreken heeft de bekende psychiater dr. Caspari uit Den Bosch versterking der rijkspolitie reeds als een der middelen genoemd om de criminaliteit te be strijden. In hetbijzonder hoopt men door deze inten sieve bewaking de daders van eventueele misdrijven op heeterdaad te kupnen betrappen. Juist het feit, dat het meerendeei der wanddaden ongestraft blijft, maakt deze misdadigers voortdurend brutaler. Voor namelijk na den onlangs plaats gehad hebbenden moord tc Oyen heeft men opnieuw van verschillende zijden op versterking van de rijkspolitie aangedron gen. Het heeft dan ook in deze streek groote voldoe ning gewekt dat aan dezen wensch gehoor is gege ven. De districtscommandant van de koninklijke rr^are- chaussee te Nijmegen jhr. Bouvier zal de leiding van den bewakingsdienst op zich nemen. Naar A. Reggel bericht, vond dezer dagen in de Hongaarsche stad Kecskemét een schandaal plaats, waarvan de hoofdpersonen een officier, een boer cn een grootgrondbezitter waren. Naar het blad bericht, bewoog zich daar Vrijdag middag een afdeeling huzaren onder leiding van den len luitenant Mauskovits langs den weg naar Szolnok. Iets vóór de huzaren reeds een boerenwa gen, met het gevolg, dat het stof. dat die wagen maakte, den huzaren voortdurend in het gezicht woei. Er volgde een heftige woordenwiseling tus schcn den luitepant en den met zijn vrouw op den wagen zittendenden boer, waarbij plotseling de lui tenant zijn sabel trok en op den boer begon in to slaan. Nadat hij een paar maal op dezen had inge houwen, liet hij zich zelfs door een huzaar een nieuwe sabel geven en sloeg met deze opnieuw op den boer in. Op dat oogenblik kwam de grootgrondbezitter Nagv op een fiets voorbij. Nagv, die in den oorlog 27 maanden aan het front stond en vier maal gewond werd, is reserve-officier. Hij was echter bij deze ontmoeting zeer eenvoudig gekleed. Toen hij zag, wat er gebeurde, stapte hij van zijn fiets en riep den luitenant verontwaardigd toe: Is dat geoorloofd, luitenant? Matuskovits, die blijkbaar niet wist, met wicn hij te doen had, sprong over de sloot, die tusschcn hem en Nagy was en kwam thans met getrokken sabel op dezen toegeloopen, waarom Nagy hem toeriep: Pas op, ik ben reserve-officier. Matuskovits bekommerde zich echter daarom niet en sloeg met zfin sabel verschillende malen op Nagy in, die, niettegenstaande hij zich met zijn fiets ver dedigde, op zijn rechterarm een en op zijn linkerarm drie houwen kreeg. De luitenant was daarmedo echter niet tevreden, maar beval den soldaten Nagy to arresteeren en naar de kazerne te brengen. Hier verscheen Matuskovits een half uur later in gezel schap van twee andere officieren in het arrestan tenlokaal. Wat. daar geschiedde, is niet bekend, feit is echter, dat. Nagy later niet alleen Matuskovits, maar ook de beide andere officieren tot een duet deed uitdagen! De boer had intusschen van de gelegenheid ge bruik gemaakt, om te verdwijnen, zoodat men thans tracht vast te stellen, wie de boer was. In Kecskemét is de verontwaardiging natuurlijk zeer groot, in verband wnnrmede reeds een expres brief aan den minister-president werd gezonden, ter wijl een der afgevaardigden van de stad over do zaak een interpellatie wil houden en er opgewonden besprekingen tusschcn de militaire en burgerlijke autoriteiten der stad worden gevoegd. Echter weet het op Maandagmorgen verschijnende blad nog niet te berichten, dat tegen den luitenant, in kwestie ook maar eenige maatregelen werden genomen. In do stad moet het, volgens het blad, zeer veel ergernis hebben gewekt, dat Nagy, in plaats van do officieren, die zich aan handelingen hebben schul dig gemaakt .die zeer beslist onder de strafbepalin gen van het militaire strafrecht vallen, aan te kla gen, hen heeft laten uitdagen. Merkwaardig is ten slotte, dat in het artikel blijkbaar de schuld van 't gebeurde wordt toegeschreven aan het feit, dat Hon gaarsche troepen worden aangevoerd door officieren van vreemd ras en vreemde mentaliteit, blijkbaar omdat, de naam Matuskovits op Kroatische of Ser vische afstamming wijst, terwijl men toch veel eer der geneigd is, dit toe te schrijven aan de overdre ven opvatting, die de Hongaarsche officier en over het geheel iedere Hongaar in staatsdienst van zijn waardigheid heefL

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1934 | | pagina 9