Zal de molen herleven?
VEL0 STOFZUIGER
NIEUW VOLK OP
NIEUW-GUINEA ONTDEKT
Verbeteringsplannon ontvouwd.
Reclame door middel van vliegtuigen.
Spoorwegongeluk m Miilhausen.
SCHIP MET 1000 VACANTIEGANGERS
AAN DEN GROND.
De vrouwen heerschen.
Zonnestraal-collecte
„ZONNESTRAAL."
Economisch gebruik van de windkracht. -
De Nederlandsche molen als brandstof-
looze dynamisch-thermische kracht
centrale.
Een groep van techinici in ons land heeft het
vraagstuk van een economisch gebruik der kracht
van den wind in studie genomen Daar deze quaestie
ten nauwste verband houdt met de eventueele mo
gelijkheid tot behoud van den windmolen in Neder
land, heeft men voeling gezocht met diegenen, die
zich beijveren het nuttig gebruik van den molen te
vergrooten. Zoo was de vergadering tot stand ge
komen, die Donderdagavond in Poseidon te Rotter
dam werd gehouden, gewijd aan het onderwerp: De
Nederlandsche molen als brandstoflooze dynamisch-
thermische krachtcentrale.
Aan een verslag over deze vergadering in de
N.R. Ct. ontleenen we het volgende:
In zijn openingswoord heeft de voorzitter erop ge
wezen, dat de mensch er steeds op uit is geweest
om de natuurkrachten nuttig te gebruiken, zooals
de zonnewarmte, watervallen, eb en vloed en .de
windkracht. Voor eb en vloed heeft men nog geen
werktuigen gevonden. Zonnewarmte hebben wij in
ons land te weinig en watervallen komen er niet
voor. Do windkracht hebben wij echter steecis goed
gebruikt. De molen is een in ons land heel bekend
werktuig. Dit werktuig kan nog veel worden ver
beterd en om hier de aandacht eens op te vestigen,
is deze avond belegd.
Ais eerste spreker heeft daarop de heer A. J. Dek
ker, molenbouwer te Leiden, het woord gevoerd.
Spr. ving zijn rede aan met mee te doelen, dat
het aantal molens in ons land, dat vroeger 6000 be
droeg, thans nog maar 2500 is.
De oprichting van de vereeniging De Hollandsche
Molen heeft dezen teruggang sterk geremd. Ilct ver
dwijnen van zooveel molens moet worden toegeschre
ven aan het feit, dat men te lang heeft gewacht met
hel zoeken naar verbeteringen van het systeem van
do molens. De molens van het oude systeem hebben
slechts 10 procent rendement In het buitenland heeft
men dit reeds weten op te voeren tot 30 pet.; de Ame-
rikaanschc molen, met do zgn. windroos levert 25
rendement
De N'ereenfging De Hollandsche Molen heeft een
prijsvraag uitgeschreven, om het molen-systeem te
verbeteren. F.r kwamen 40 antwoorden in, waarvan
er 8 zijn bekroond. Enkele van deze 8 principes zijn
reeds inet goed succes in toepassing gebracht. Kén
van die oplossingen was de wieken een stroomlijn te
geven. Deze verbetering heeft tot gevolg gehad, dat
het rendement van de aldus verbeterde molens (in
totaal 100 stuks) met 34 tot 52 pet. Is verbeterd. Deze
verbeterde molens zijn minder afhankelijk van de
windsterkte. De oude molens hebben een windkracht
noodig van 7 8 meter om te kunnen werken. D<v
verbeterde molens -werken reeds hij een windsnel
heid van 3 nieter. Hierbij moet men rekening hou
den met do omstandigheid, dat de belasting van do
wieken niet van veel invloed op de snelheid is.
Dank zij deze verbetering zijn niet alleen al vele
molens behouden, maar bovendien is men hier en
daar in ons land en in België ook, weer begonnen
met het houwen van molens.
De heer C. I'. J. Staal, hoofd-werktuigkundlge te
Rotterdam, heeft vervolgens een en ander verteld
van zijn proeven, welke hij in studie heeft genomen,
om den windmolen te kunnen laten draaien, als er
eigenlijk te weinig wind staat, immers, dit is altijd
nog het zwakke punt hij den windmolen: de bed rijfs-
onzekerheid. Spr. heeft de oplossing van deze moei
lijkheid gezocht in de richting van ijs-accumulatie.
Volgens de principe moeten in de molen ijsmachi
nes worden opgesteld. In de praktijk is reeds geble
ken, aldus spreker, dat windmolens op heel goed-
koope wijze ijs kunnen fabriceeren. Het aldus ge
vormde ijs moet in een kelder worden bewaard. Op
windstille dagen moet dan gebruik worden gemaakt
van het verschil in de temperatuur buiten en in de
zen kelder, om een kracht op te wekken, welke den
molen drijft. Het aanzetten van de ijsmachine kan
geschieden op die dagen, nis de wind krachtiger is,
dan voor het eigenlijke bedrijf noodig is. Op de da
gen, dat er te weinig wind is, kan men kracht put
ten uit de ijs-accumulntie-inrichting, waardoor het
vermogen van den molen uiteraard zeer stabiel
wordt, waardoor het bezwaar dat men altijd tegen
den windmolen in het bedrijfsleven te berde brengt,
wordt ondervangen.
Natuurlijk is het mogelijk, om in een windmolen
een electrische accumulatie op te stellen, zoodat men
'op windstile dagen den molen kan laten draaien op
een electromotor, welke zijn energie ontvangt uit
een stol accumulatoren, die op dagen, dat' er veel
wind staat worden gevoed door dynamo's, welke
dopr den windmolen worden aangedreven.
Spreker heeft berekend dnt een dereeliike Insfal-
latie. met een vermogen van ongeveer 75 P.K. op
f 36.000 zou komen. Een ijs accumulatie Inrichting
kost veel en veel minder. Weliswaar heeft men een
veel grootere ruimte noodig en Is het gewicht van
zulk een Installatie veel zwaarder, maar daar staat
weer tegenover, dnt de ijs-accumulatie prnctisch
nooit behoeft te worden vernieuwd, terwijl een elec
trische accumulatie om de zooveel jaar geheel moet
worden herzien.
Bij zijn berekeningen heeft spreker het zeer slech
te rendement verdisconteerd, waarmee men steeds
te kampen heeft, zoodra men warmte in energie wil
omzetten.
Met tal van grafieken en teekenlngen heeft spre
ker zijn bedoelingen verduidelijkt.
Tenslotte wees spreker erop, dat hij ervan over
tuigd is, dat een molen, welke van een iis-accumula-
tin-inrichting is voorzien, occonomischer werkt, dan
ecnig andere maehin-installatie. Bovendien is men
niet van het buitenland afhankelijk voor de be-
drijfsstof.
In antwoord op een vraag uit de vergadering zei
de heer Staal, dat hii zich het proces, om Tilt de
ijs installatie kracht fe putten, heeft gedacht met
behulp van ammoniakgas, dat bij lage temperatuur
goon spanning heeft en dat hij normale buitentem
peratuur een spanning krijgt van enkele atmosfee-
ren. Dit gas moet dan door een dubbel-buizenstel
worden geleid.
De heer R. Verriin. molenaar te Rotterdam, heeft
daarna het woord gevoerd over de oeconomische
hofeekenis van den windmolen. Nederland Is in
vroegere eeuwen hij uitstek het land geweest van
den windmolen. On vernuftige wijze heeft men hier
altijd de windkracht weten te gebruiken. Holland en
de molen ziin langen tijd zelfs zoo wat svnonlem
geweekt. Die tijden zijn voorbij. Men heeft andere
krachtbronnen toegepast en de molens werden afge
broken. zeer ten nndeele van ons zoo karakteristie
ke 'nndsrhnnsschnon.
Aan het verdwijnen van den windmolen zijn de
volgende factoren schuldig: de gebreken van den
ouden molen, de schijn rijkdom van enkele Jaren
DUBBEL ZUIGVERMOGEN NEDERLANDSCH FABRIKAAT
LAAGSTE PRIJS BUITENGEWONE CONDITIËN
VRAAG DEMONSTRATIE FILIAAL VELO WASCHMACHINE My.
geleden en de voorliefde voor den motor, met het
voorbijgaan gedurende langen tijd van wat de oeco-
nomie eischt.
Toch zal men thans in vele gevallen tot den wind
molen moeten terugkeeren, want de windkracht is
een wel heel goedkoope bron van energie. De molen
zal dan echter veel verbeterd moeten worden. Men
is reeds een heel eind op den goeden weg: gestroom
lijnde wieken en kogellagers hebben het rendement
verhoogd. En men kan nog meer bereiken.
De korenmolen heeft vooral in den winter, als
het vee op stal staat, veel werk. Des zomers !s er
veel vraag voor ijs. Deze overweging op zichzelf moet
al een reden zijn. om de iisfnbricntie toe te vertrou
wen aan de molenaars. In het conccntreeren van
alle energie-levering aan electrische centrales schuilt
een groot gevaar.
Aan kolen, olie en benzine moe* ons land per fnnr
10 millioen gulden invoeren en dat terwijl een enor
me hoeveelheid energie gratis over ons land waait.
Nu in nagenoeg alle landen het autarkisch streven
naar voren komt, moeten wij meer dan tot nu toe
aan het zoo hij uitstek nationale werktuig den mo
len aandacht schenken.
Een veelvuldlger en doelmatig gebruik van den
molen, kan een enorme besparing heteekenen.
Een gedeelte van zijp pleidooi voor d«p windmolen
heeft de spreker in dichtvorm voorgedragen.
Zullen gemeentebesturen bezwaren maken?
Gedeputeerde Staten van Overijssel hebben aan de
gemeentebesturen de volgende circulaire gericht:
De minister van waterstaat heeft ons o.m. het vol
gende medegedeeld:
,Nu meer en meer het streven ontstaat om door
middel van vliegtuigen voorzien van luidsprekers,
sirenen of andere inrichtingen reclame uit de lucht
fe maken, heeft de regeering gemeend een middel te
moeten scheppen om tegen mogelijk hieruit voort
vloeiende uitwassen fe kunnen optreden. Rij K.R.
van Si Maart jl. Is in het I.uchtverkeersreglpment een
nieuw artikel ingelascht. volgens hetwelk het verbo
den is tijdens een vlucht ander op het aardopper
vlak waarneembaar geluid voort te brengen of te
doen voortbrengen, dan ontstaat hij normaal ge
bruik van een luchtvaartuig. Artikel 55ter. tweede lid.
opent echter de mogelijkheid om ontheffing van de
verbodsbepaling te verlecnen.
Daar uiteraard de reclame in den regel boven de
gemeenten met bebouwde kommen van eenige be-
teekenls zal worden gemaakt en de openbare orde
aldaar hierbij is betrokken, acht ik het niet uitge
sloten, dat van de zijde van sommige gemeentebe
sturen bezwaren dillen worden geopperd tegen het
verleenen van ontheffing tot het gebruik van een
luidsprekerinstallatie of een sirene boven hun ge
bied, dan wel dat op het stellen van beperkende be
palingen zal worden aangedrongen.
Hoewel ik mij niet ontveins, dat het voor vele
gemeentebesturen moeilijk zal zijn in dezen een uit
spraak te doen, daar zij geen of weinig ervaring op
dit gebied hebben, meen ik, nu mij uit aanvragen
bekend is, dat verschillende ondernemingen voorne
mens zijn op die wijze reclame te maken en tot dat
doel vliegtuigen aan te schaffeo. dat het met het oog
daarop niet gewenscht is te wachten totdat die erva
ring is verkregen.
In verband met het vorenstaande zullen Ged.
Staten gaarne vernemen welk standpunt te dier zake
door de gemeentebesturen wordt ingenomen.
Vier personenwagens In elkaar gesohoven.
Parijs, 21 Juni (V.P.): Donderdagmorgen is een
trein tegen een stootblok gereden in het station te
Mülhausen. De eerste vier personenwagens schoven
in elkaar en werden vernield. Voor zoover thans reeds
vastgesteld is. zijn vier personen gedood en vier zwaar
gewond. Talrijke anderen bekwamen lichte kwetsuren.
Drie dooden, drie zwaargewonden.
Nader uit Parijs: Omtrent het spoorwegongeluk te
Miilhausen wordt nader gemeld, dat daarbij drie per
sonen gedood zijn en drie zwaar gewond.
FEESTTENT OMGEWAAID.
Eenige kinderen bedolven.
Woensdagavond is te Boekelo in de gemeente En
schede ten gevolge van een hevige windstoot een in
aanbouw zijnde groote feesttent ingestort. In de tent
waren tal van kinderen aan het spelen, die door do
neerstortende stukken hout en ijzer werden getroffen.
Twee der kinderen, Jongens van 13 jaar konden
slechts met moeite worden bevrijd. Zij bleken behalve
bloedende hoofdwonden, inwendige kneuzingen te heb
ben bekomen. De overige kinderen werden slechts
licht gewond.
Na het vlotkomen gezonken. - Reddingsboot
met 20 vronwen omgeslagen. - Twee
vrouwen overleden.
Het Dultsche tocristenschip „Dresden", een schip
van ruim 14.000 ton van den Norddeutschen Lloyd L-
Bremen, dat Woensdag ten N. van Sta vanger ann den
grond moest worden gezet na aan de grond te zijn
geraakt en weer vlot te zijn gekomen, is gezonken.
Volgens de eerste berichten zouden vier vrouwelijke
opvarenden door het omslaan van een der reddings-
hooten verdronken zijn doch nadere berichten mel
den, dat er niet vier maar twee vrouwen zijn overle
den. Zij stierven ann een hartaandoening aan boord
van een Noorsch schip dat aan het reddingswerk had
deelgenomen.
Reddingsboot omgeslagen.
Onmiddellijk toen na het vlot komen bleek, dat de
„Dresden" een zoodanig lek had, dat het niet meer te
redden viel, gaf de kapitein bevel, de reddingsboo-
ten uit te zetten en de eerste daarvan werd met
twintig vrouwelijke passagiers ann boord neergela
ten. Toen de boot het water bereikte, sloeg ze om en
alle vrouwen werden in zee geworpen.
Andere reddingsbooten werden uitgezet, welke er
in slaagden alle drenkelingen te redden.
Het eerste schip, dat op de plaats des onheils ver
scheen. was het Noorsche stoomschip „Kong Kaa-
kon", dat 't grootste deel van de passagiers van de
„Dresden" aan boord nam.
De overige passagiers werden met weinig moeito
met behulp van motorbooten en visschersschepen op
het nabijgelegen eiland Karmöy aan land gebracht,
waar zij terstond per auto naar de omliggende boer
derijen werden overgebracht.
Terwijl het reddingswerk reeds in vollen gang
was, kwamen nog het Noorsche stoomschip „Kroon
prinses Martlia" en een Fransch schip ter plaatse.
Volgens bij den Norddeutschen Lloyd van do
„Dresden" ontvangen radioberichten heeft de be
manning het schip verlaten. Alle opvarenden en
alle leden der bemanning zijn in veiligheid gebracht
Blijkens een draadloos bericht van den marconist
van de „Dresden" werd gisteravond om 10.40 uur
het schip door hem en den kapitein als laatste opva
renden verlaten. Het schip was toen snel zinkende.
Het verhaal van een der geredden.
Een der Duitsche passagiers heeft aan Reuters
vertegenwoordiger te Stavanger verteld: „Wij wis
ten onmiddellijk dat er iets aan de hand was toen
wij een zwaren stoot voelden, alsof het schip op
een onderzeeschen rots gestooten was. Alle lichten
gingen eensklaps uit en in de paniek die onvermij
delijk volgde holden mannen en vrouwen naar de
reddingsbooten. Toen de eerste boot, in welke 20
vrouwen zaten, omsloeg, vernam men luide hulp-;
kreten en verscheidene passagiers die nog aan dek
stonden verloren hun bezinning en sprongen pardoes
over boord. Do passagiers kregen bevel niets over 't
gebeurde te zeggen, weshalve Reuters zegsman ook
geweigerd heeft zijn naam mee te deelcn. Wel ver
telde hij nog dat de kapitein enf50 man van de
équipage tot het laatste oogenbhk aan boord ziin
gebleven. De scheepsofficieren ontkennen dat ie pa
niek reeds ontstaan zou zijn toen het schip op do
rotsen stootte, maar andere getuigen zeggen daaren
tegen dat de officieren zich onmiddellijk een weg
moesten banen door groepen van gillende vrouwen,
van welke de meesten uit het Saargehied afkomstig
waren en zelfs de zee nog nooit gezien hadden. Het
gedrag der officieren wordt echter door anderen
weer geroemd.
Bij 'n vlucht over Nieuw-Guinea
werd een tot nu toe onbekend
volk gevonden. Het blijkt dat
een oude prospector van het
bestaan van deze stam reeds ja
ren lang afwist. - -
Australië vat zijn mandaat over Nieuw-Guinea in
den laatstcn tijd zeer ernstig op. in dit eiland, na
Groenland het grootste op do wereld, is men tot nu
toe niet ver kunnen doordringen. Dit is ook onmo
gelijk wanneer men niet de rivieren volgt: de reus
achtige Fly en Ramoe en Sepik en Mamberano.
Maar ook deze zijn vaak door zandbanken en drijf
hout zelfs voor ondiepe booten ontoegankelijk.
Zoo restte dus alleen nog het vliegtuig, waardoor
men de noodzakelijke cartografische opnamen kon
maken.
Kort geleden ontdekte een vlieger bij een vlucht
over het eiland groote tuinen en dorpen met mooie
bijna Europeesche aandoende huizen. Bij een nood
landing ontmoette hij duizenden menschen, waar
van de wereld nooit gehoord had. Niemand kende
hen tot nu toe behalve een zekere Mr. Busby, die
zich nu haast, zijn ervaring aan de wereld mede te
deelen.
Mr. Busby woont in Engeland en tracht thans de
middelen bij elkaar te krijgen om zoo spoedig mo
gelijk naar het „Paradijs" terug te keeren. Mr. Bus
by is een oude mijnenprospector, die indertijd plot
seling door heimwee overvallen werd en toen zelfs
zijn paradijs in den steek liet. En nu is heel zijn
streven er op gericht het weer op te zoeken.
„Ik had indertijd lang in Australië gewerkt en
was tenslotte naar Nieuw-Guinea getrokken, De
Papoea's vertelden mij steeds, dat diep in de bin
nenlanden, in de nabijheid van de sneeuwbergen
(inderdaad verrijzen hier bijna 5000 meter hooge
met sneeuw bedekte bergen) groote „steenen" te
vinden waren.
Een oude bejaarde Papoea vertelde mij een sage
van een daar levend vreemd volk. Ik vermoedde
en hoopte daar eens iets nieuws te ontdekken.
Op een avond kwam ik, op zoek naar een leger
plaats, op een open plek in het woud waar ik tot
mijn verbazing 50 vrouwen vond, alle zeer slank en
goed gebouwd met een intelligente gelaatsuitdruk
king."
Eerst liepen de vrouwen weg en bespiedden den
vreemdeling vanuit de struiken. Spoedig kalmeer
den zij en kwamen uiterst vriendelijk weer naderbij.
„Ik ben daar een paar weken gebleven. Ik moet
zeggen, dat ik uit mijn weliswaar eenigszins avon
tuurlijk leven geen vreedzamer herinneringen heb
dan juist aan deze weken. Waarvandaan deze men
schen komen, welk soort taal zij praten, tot welk'
ras zij behooren, weet ik niet. Wanneer thans do
wetenschappelijke onderzoekers beweren, dat zij
waarschijnlijk tot de Semieten behooren, moet ik'
dat wel* gclooven. Wel kan ik medcdeelen hoe zij
leven. Een koningin wordt gekozen en daarbij wordt
gelet op intelligentie en goed uiterlijk. Haar woord
is wet!
Het meest verwonderde ik mij over de mannen.
Zij zijn weliswaar grooter en krachtiger dan wij,
maar veel vrouwelijker; zij doen al het huiswerk.
Misdaden heb ik niet gezien of er van gehoord.
Misschien is dat te danken aan de slimme wetten
en beveiligingen door de vrouwen, misschien ook
aan de ideale levensvoorwaarden.
Een keer zag ik, hoe een man wegens een klein
vergrijp veroordeeld werd door twee vrouwen go-
geeseld te worden. De man onderwierp zich zonder
meer aan dit vonnis."
Eenige missionarissen zijn reeds op weg om dit
pas ontdekte volk met onze beschaving gelukkig te
maken. Mr. Busby merk^daarbij op: „Ik zou direct
weer naar dit eiland en dit volk terug willen. Maar
om in hun samenleving opgenomen te worden is even
moeilijk, als de moeite die de missionarissen zullen
hebben hen te bekeeren. Want dit volk, dat onge
twijfeld zeer oud is, houdt taai aan zijn oude over
leveringen vast en zal daar ook niet van afwijken.
Bovendien hebben zij alles wat zij noodig hebben
en zijn zij veel gelukkiger dan wij."
Aldus zegt Mr. Busby en Ijveriger dan ooit zoekt
hij naar middelen om weer naar zijn „Paradijs" te
rug te kunnen gaan. De vreedzaamheid van Nieuw-
Guinea lokt hem ondanks de heerschappij der
vrouwen.
Een stichting, die de sympathie van heel ons volk
waard is, is ongetwijfeld „Zonnestraal", en als zij
zooals ook nu weer, een beroep op ons doet, dan kun
nen en mogen we die niet weigeren.
Het is mee een van onze plichten om „Zonnestraal"
Hoofdgebouw mei paviljoen van hel Sanatorium voor
arbeidstherapie „Zonnestraal" te Hilversum.
in haar strijd tegen den grooten volksvijand, de
tuberculose, te steunen. In ons nummer van Donder
dag heeft het Plaatselijk Comité te Schagen reeds een
uiteenzetting gegeven hoe onder bekwame medische
leiding, door planmatige arbeid, t.b.c.-patiënteu voor
hun gezinnen en de maatschappij behouden worden.
Het is dus overbodig om hier nog iets aan toe te voe
gen. Doch wèl willen we het verzoek van genoemd
Comité aan de Schager vrienden en vriendinnen nog
eens extra steunen om toch vooral vandaag, Zaterdag,
de collecte voor dit bij uitstek goede doel te otferen.
„Zonnestraal" rekent op U. Laat haar beroep niet te-
vergecfsch zijn. Ze verdienen het zoo volkomen.