De vorstenmoord aan den oever van De Miljatska. Haar schuld betaald 1U. GROOTE STUKKEN Donderdag 28 Juni 1934. SCHAGER COURANT. Tweede blad. No. 9506 25 cent (EEN HISTORISCHE DATUM). Twintig jaar geleden, Zondag 28 Juni 1914. Op den hoek van de Mlljatska-kade en de smalle straat, die thans Koning Peterstraat heet, te Serajewo, knalden twee schoten en doodden Frans Ferdinand, den Oostenrijkschen troonop volger, en zijn vrouw, gravin Hohenberg, bijna op slag. De dader was een nog niet twintigjarige Oosten- rijksehe onderdaan Gavrilo Princip, die zooals de overgroote meerderheid der bewoners van Bosnië, behoorde tot het ras der Serviërs, die zich in Bos nië en Herzegowina onderdrukt veelden door de .vreemdelingen, de Oostenrijkers. De Oostenrijkers beschuldigden (echter „officieus", niet „officieel") de Servische regeering van mede plichtigheid aan den moord. Een zeer scherp ulti matum met onbarmhartig ver gaande eischen werd aan Servië gesteld en niettegenstaande Servië het ultimatum met slechts een zwakke reserve ten op zichte van één punt aannam, verklaarde Oostenrijk den oorlog aan het kleine land en hieruit ontstond de wereldoorlog. Vier dagen na de oorlogsverklaring van Oostenrijk aan Servië verklaarde Duitschland den oorlog aan Rusland, op grond, dat dit land de mobilisatie had gelast. (De mobilisatie in Oostenrijk was toen reeds in vollen gang en motiveerde de maatregelen van Rusland). De oorlogsverklaring van Duitschland aan Frankrijk volgde dadelijk daarop met de onware bewering, dat Fransche vliegmachines bommen zou den hebben geworpen op Neurenberg, Wesel en Karlsruhe en met volkomen verachting van de be staande verdragen, die de neutraliteit van België waarborgden, rukte een Duitsch leger door België, wat ook Engeland, mét Pruisen een der garanten yan de Belgische neutraliteit, in den oorlog sleepte. Bij den hellebrand, die over Europa uitbrak, ver gat men vrijwel geheel de oorspronkelijke aanlei ding: den moord te Serajewo, nu op den dag af twintig jaar geleden. In Oostenrijk was men er zich volkomen van be wust, dat een oorlog met Servië niet beperkt zou blijven tot den Balkan. De keizerkoning'van Oos- tenrijk-Hongarije, de grijze Frans Joseph, zeide, na dat hij het ultimatum aan Servië had goedgekeurd, tot zijn minister van financiën, Billinski: „Rusland kan zich hierbij niet nederleggen. Men mag zich hierover niets voorspiegelen, dat wordt een groote oorlog." (Russland kann das nicht hinnehmen. Man darf sich nicht darüber tauschen, das vvird ein gros ser Krieg). Vijandige plannen tegen Servië bestonden In Oostenrijk reeds lang en de moord te Serawejo scheen nu een prachtig voorwendsel te leveren voor een gewapend optreden. Dadelijk na den moord begon een krachtige an ti-Servische «propaganda-campagne. Aan de wereld werd hekend gemaakt, dat Serviërs den moord hadden gepleegd, maar men vergat erbij te melden, dat deze Serviërs Oostenrijksche onderdanen waren. De „Sektionsrat", het ministerie van buitenland- sche zaken Wiener werd van Weenen naar Sera jewo gezonden, om de medeplichtigheid van de Ser vische regeering vast te stellen, maar toen de Oos tenrijksche gezant te Berlijn van de Duitsche regee ring op 5 Juli de mededceling had gekregen, dat FEUILLET ON. door M.4RGARET PEDLER. 7. „Tony!" Ann's stem was heesch van verademing. Zijn oogen keken onzeker in de hare. „Hallo!" zei hij, wat zwakjes. „Wat is er gebeurd?" „Ik dacht dat je dood was!" Hij beschouwde haar aandachtig. „Neen," antwoordde hij met onvaste stem. „Ik ben niet dood. Waarom zou ik dood zijn?" Toen. terwijl z'n geest helderder werd: „Spreek ik nonsens? Wat is er gebeurd?" Ann stak haar arm onder zijn schouders en beur de hem een beetje op, zoodat z'n hoofd op haar schoot rustte. „Je bent gevallen." zeide zii. terwijl zij haar nervo siteit trachtte te verbergen. ...Te bent naar boven ge klommen en gevallen. Waar heb je je pijn gedaan, Tony?" „Oh. nu herinner ik mij Ja. ik viel iuist toen ik bijna den top bereikt had. Een vermolmde onde stronk brak onder mijn voel af." „Maar waar heb je je bezeerd?" drong Ann aan. „Ik geloof niet, dat ik ergens gekneusd ben." Hij strekte z'n ledematen voorzichtig uit. „Neen, er is niets gebroken. Ik voel mij wat duizelig, dat is al les." Toen hij op wilde staan, trok Ann hem echter be hoedzaam terug. „Beweeg je niet", riep zij geagiteerd. „Blijf even zóó stil liggen. Je bent. er torh zeker, absoluut zeker van, dat je niets gebroken hebt?" „Ik verwed er tien gulden om", antwoordde hij met een vagen glimlach. „Mijn hoofd wordt nu ook helderder. Maak je niet bezorgd." Hij lichtte zijn hand op en beroerde haar wang. „Maar je bent heelemaal bleek, Ann." „Nu, ik kan je ook zeggen, dat ik mijn bloed als 't ware voelde wpgstroonien," gaf zij met een huive ring toe. „Ik was or zeker van, dat je dood moest zijn. Oostenrijk er zeker van kon zijn den Duitschen bondgenoot achter zich te hebben, besloot het Oos- tenrijksch-Hongaarsche ministerie op 7 Juli, nog voordat van den „Sektionsrat Wiesner" eenig rap port. was ontvangen, aan Servië volkomen onaan nemelijke eischen te stellen, zoodat het zeker tot een oorlog zou komen (dass qganzun annehmbare For- dertmgen an Serbien gestellt werden niössten, damit es bestimmt zum Kriege komme, zooals het officieele, ongecorrigeerde protOcool van de Kabinetszitting vermeldt). Het rapport van „Sektionsrat" Wiesner werd eerst op 14 Juli ontvangen en ontnam feitelijk alle aan leiding tot een optreden tegen Servië. Volgens het rapport was de medeplichtigheid van de Servische regeering door niets bewezen of ook slechts te ver moeden en waren er eerder redenen zulk een mede plichtigheid als buitengesloten te. beschouwen (Mit- wissenschaft der Serbischen Regierung an der Lei- tung des Attentats oder dessen Vorbereitung und Bestellung der Waffen durch nichts erwiesen oder auch nur zu vermuten. Es hestchen viel mehr An- haltspunkte dies als ausgeschlossen anzusehen). Door kleinigheden als zulk een rapport lieten de heeren te Weenen zich van hun oorlogsplannen niet afbrengen en ook de zeer tegemoetkomende houding der Servische regeering kon aan den loop van zaken niets meer veranderen. Het behoeft wel geen betoog, dat het rapport van „Sektionsrat" Wiesner geheim werd gehouden. Eerst na den oorlog is dit rapport in de archieven te Wee nen gevonden en tot openbaarheid gekomen. De dader van den aanslag op het Oostenrijksche troonopvolgerspaar was dadelijk ter plaatse gearres teerd. Hij stond niet alleen. Er was een heele samen zwering. Trouwens reeds vóór den moord was op denzelfden dag te Serajewo naar den vorstelijken stoet oen hom geworpen en ook de dader van dezen aanslag was gearresteerd. In de volgende dagen werden nog meerdere ver dachten in hechtenis genomen. Naar we thans we ten (o.a. uit de mededeelingen van een der thans nog in leven zijnde samenzweerders, den heer Borovoj Jeftits, nu letterkundig adviseur aan den schouw burg te Serajewo. Ik bezocht hem vijf jaar geleden) stonden op dien tragischen 28 Juni te Serajewo op tien of twaalf plaatsen samenzweerders gereed met bommen en revolvers, zoodat er voor den Oostenrijk schen troonopvolger geen ontkomen mogelijk was. De eigenlijke samenzweerders, allen jongelui van onder de twintig, waren grootendeels Bosnische Ser viërs (dus Oostenrijksche onderdanen). Onder hen bevond zich echter ook een Bosnische Kroaat en een „Het zou een uitweg zijn, niet waar", merkte hij op met een zweem van bitterheid in z'n stem. „Och stil toch, spreek daar niet over." „Als het je hindert, zal ik het niet doen. Maar hoe dan ook. je behoeft je niet ongerust te maken Ik zal niet jong sterven. De goden hebben mij niet lief genoeg." Ann ging hier niet op in. „Denk je, dat je nu op kunt staan?" was haar practische vraag. Tony's oogen schitterden vroolijk. „Ik voel mij anders op 't moment, heel behagelijk," antwoordde hij,' terwijl hij zijn wang tegen haar knie aanvlijde. „Ik niet bijzonder", zei zij kort. „Ik heb kramp ge kregen." Hij zat ineens overeind. „Waarom heb je dat niet eerder gezegd?" „Omdat ik het niet eerder bemerkt heb. Ik was te veel in jou verdiept om daarop te letten. Hoe voel je je? Zal ik je helpen opstaan?" Maar Tony wilde hier niet van hooren. Zooals hij zeide, was hij slechts eenige oogenblikken huiten bewustzijn geweest. Het leek wel, of hij van rubber gemaakt was, daar de val hem geen enkel letsel bezorgd had. Hij stond zonder moeite op en hielp zelfs Ann weer op den been. „Hoe zullen wij teruggaan?" vroeg hij. „Ik laat me hangen, als ik voor een tweeden keer daar weei tegen op ga klauteren. Hoe ter wereld hen jij hier gekomen? Je bent toch niet als een engel uit den hemel gevallen?" „Er is een pad het is tamelijk smal, maar men kan er net op loopen en op die manier hoven ko men. Ben je er zeker van, dat je het zou klaarspe len? Je zult toch niet flauw vallen of zoo iets der gelijks?" „Ik voel mij. alsof ik een polka zou kunnen dan sen. Toch zal ik je hand maar vasthouden, je weet niet wat er gebeuren kan en" overmoedig „zal ik voorop gaan? A propos" hij stokte even „hier is je blauwe gentiaan. Wil je hem niet heb ben...?" Ann voelde haar keel als toegeschroefd, toen zij bedacht, wat het kleine bloempje bijna gekost had. Haar oogen vulden zich met tranen. „Groote hemel! Je moet er niet om huilen!" Tony lachte zorgeloos. Gaandeweg herkreeg hij weer zijn gewone uitdagende allure, die echter altijd een on dergrond van bitterheid scheen in tc houden. „Dat is het niet waard. Kijk, ik gooi het weg, zoodat het te Serajewo geboren Muzelman van Servische af komst. De Oostenrijkers heerschten in de Slavische ge bieden Bosnië en Herzegowina als onderdrukkers. Politieke rechten had de bevolking niet. Voor de economische ontwikkeling werd niets gedaan en het onderwijs werd verwaarloosd. De Oostenrijksch-Hon- gaarsche minister von Kallav, die in zijn hoedanig heid van gemeenschappelijk minister van financiën der Donau-Monarchie meer dan twintig jaar onbe perkt heerschcr over Bosnië en Herzegowina was, zette zijn onderwijsprogramma kort en krachtig uit een in de volgende woorden: „Eén gendarme heeft meer waarde van vijf schoolmeesters." Dit alles had hevige verbittering gewekt en voor al onder de jonge intellectueelen heerschte de mee ning, dat ten koste van wat ook aan de onderdruk king een einde moest worden gemaakt Het proces tegen de samenzweerders werd te Se rajewo behandeld in een tijd, dat geheel Europa in vlammen stond en vreemde journalisten woonden het proces niet bij. Het zou voor de meeste journa listen ook moeilijk zijn geweest de verhandelingen te volgen, daar ze in de taal der beklaagden, het Ser visch, werden gevoerd. Van Duitsche en Oostenrijksche zijde zagen bro chures en uittreksels uit de verhandelingen het licht, die de bedoeling hadden de Tpedeplichtigheid der Servische regeering aan te toonen. Na den oorlog is echter in boekvorm een woordelijke Fran sche vertaling van het stenografisch verslag der strafzitting verschenen en hieruit wordt het volko men duidelijk, dat ook gedurende het proces niets gebleken is van eenige medeplichtigheid der Ser vische regeering, hoewel president en rechters tel kens trachtten de Servische regeering in de zaak te betrekken. Gavrilo Princip, de hoofddader bewaarde geduren de de verhandeling bijna voortdurend een verras sende koelbloedigheid. Hij toonde niet het minste spoor van berouw den troonopvolger te hebben ge dood, doch betreurde het, dat hij in zijn razende op winding ook op gravin Hohenberg had geschoten. Dit was zijn bedoeling niet geweest, verklaarde hij, sterk onder den indruk. Geen der beklaagden deed de geringste poging zijn aandeel aan de samenzwering te verkleinen. Telkens weder kon men uit hun monden hooren: „We wilden ten koste van wat ook ons land van dc vreemde in dringers bevrijden." De jongste aangeklaagde was zeventien Jaar oud en gedurende het verhoor kwam uit, dat hij reeds was voorbestraft. Als vijftienjarige was hij wegens anti-Oostenrijksche propaganda... verbannen geweest uit de stad, waar zijn ouders woonden. De zeventienjarige verklaarde: „Dat heb ik nooit kunnen vergeten of vergeven, dat ik door Oosten rijk, door vreemden, verbannen werd uit mijn va derstad en van dat oogenblik stond het vast, dat ik me wreken zou." Dnar de eigenlijke samenzweerders allen onder de twintig jaar waren, kon de doodstraf op hen niet je niet meer zal herinneren aan de nare oogenblik ken, die ik je vanmiddag bezorgd heb." Hij wierp de bloem over den rand van het ravijn. Zij scheen een oogenblik als een blauwe vlinder in de lucht te zweven. Toen verdween ze langzaam uit het gezicht. „Hier eindigt de eerste les", verklaarde Tony. „Les waarin?" ^.In het. trachten dingen te verkrijgen, die een al- wijze Voorzienigheid bedachtzaam buiten ons bereik heeft geplaatst!' Zonder haar tijd tot antwoord te laten, vervolgde hij: „Geef mij je hand werkelijk ik sta er op..." Toen zij tegenstribbelde. „Ik wil niet dat je weer alleen het gevaar trotseert." Hij stak een hand achter zich en Ann gaf zich gewonnen door de hare erin te leggen. Zoo onderna men zij den gevaarlijken terugtocht en bereikten ten laatste veiligen grond. Diep ademend van opluchting trok Ann haar hand terug. Gelukig was het gevaar nu geweken. „Ik denk d^t wij ons zullen moeten haasten om den loatsten trein nog te halen", merkte hij nuchter op. Zij voelde zich niet geneigd om nog over hun avontuur na tc praten. Het scheen baar toe, alsof de vleugels van den dood haar reeds aangeraakt had den, toen hij voorbijging. Tony keek op zijn horloge. „Je hebt, zooals altijd, gelijk", beaamde hij. „Wij zullen ons moeten haasten. En je hebt nog niet eens thee gehad", voegde hij er spijtig aan toe. „O, dat bet eekent niets" zei Ann met een flauw lachje. „Je denkt toch niet, dat ik mij over m'n thee veel zorgen maak?" Hij keek haar van terzijde aan. „Neen, dat. denk ik zeker niet", antwoordde hij. Zij liepen met versnelden pas, maar zij waren ver der afgedwaald dan zij vermoedden, en toen ten laatste het hotel en het station, dat. daar vlak bij lag, in 't gezicht kwamen, was dc trein juist op 't punt van te vertrekken. Een schel gefluit drong waarschuwend tot hen door en vanzelf begonnen Ann en Tony harder te loopen, Tony was de eer ste, om de nutteloosheid hiervan in te zien. Hij stopte. „Wij kunnen ons dit wel besparen", zeide hij la coniek. En terwijl hij nog sprak, zette de trein zich al in beweging. Ann stond stil en zag toe met een uitdrukking van verslagenheid in haar oogen. „Tony!" hijgde zij, nog buiten adem van het harde loopen. „Weet je heb je wel gerealiseerd dat dit de laatste trein is?." De heerlijke smaak van KING- pepermunt is voor den modernen mensch meer dan enkel een genot. Het edele natuurproduct, waarvan deze fijne smaak afkomstig is, werkt opwekkend en verkwikkend als een weldadigc^medicijn. worden toegepast. Ze werden veroordeeld tot ge vangenisstraffen van verschillenden duur. Hebben de Oostenrijksche autoriteiten door de behandeling der gevangenen de wet. die de ter dood veroordeeling van personen onder de twintig jaar, niet toeliet, ecnigszins „gecorrigeerd?" Men zou tot deze meening kunnen komen. Aan het einde van den oorlog waren van de veer tien samenzweerders, die in 1914 tot gevangenisstraf fen werden veroordeeld, nog slechts vier in leven. De hoofddader, Gravrilo Princip, stierf in het voorjaar van 1918 in dc gevangenis te Terezin, een Tsjechische stad. Zes maanden later werden Bosnië en Herzegowina bevrijd van de onderdrukkers en ook de Tsjechen kregen na eeuwen slavernij hun onafhankelijkheid. De toen reeds bijna zeventigjarige president der Tsjecho-Slawaaksche republiek liet het stoffelijk overschot van Gavrilo Princip en van enkele andere samenzweerders overbrengen naar Serajewo en daar, in hun nu met Scrvi vereenigde vaderstad, rusten ze onder één groote, eenvoudige zerk. Elk jaar op den datum van den aanslag, die tevens een Servische nationale gedenkdag is (de herinne ring aan den slag op het Merelveld in 13S9) komen daar 's avonds dc overlevenden der samenzweerders bijeen en praten er over de oude. bewogen tijden, over hun gestorven makkers en over hun wildo jeugd, die voorbij ging. De Zuid-Slavische regeering onthoudt zich van of ficieele eerbetuigingen ten opzichte van de slachtof fers der oude Oostenrijksche gevangenissen, maar de bewoners van Bosnië hebben dc jonge lieden, die zich offerden voor de vrijheid van Bosnië en Herze gowina, niet vergeten en menigmaal heb ik gezien hoe na een marktdag te Serajewo Bosnische boeren, die op weg waren naar huis daar ergens #in de verre hergen, bloemen en kaarsjes brachten en baden np het graf der samenzweerders, wier bloedige daad een einde maakte aan vreemde onderdrukking. Als men staat bij het graf der samenzweerders ziet men op de bergen in het rond de sterke, kostbare vestingen, die Oostenrijk liet bouwen om zich het bezit van Bosnië te verzekeren. Gedurende den we reldoorlog hebben al deze vestingen tezamen slechts één schot afgevuurd en wel op een Servische vrij- schaar. Nooit hebben ze oen aanval te doorstaan ge had en deze forten, die millioenen verslonden hebben, kwamen ten val door de twee revolverschoten van den jongen Gavrilo Princip, revolverschoten die door de Oostenrijksche regeering als een voorwendsel ge nomen werden voor een oorlogsverklaring aan Ser vië en dientengevolge zulk een ontzettende echo wekten over geheel de wereld. J. K. BREDERODE. LAAT NU!!! Uw Wollen Kleeding repareeren. Kou sen en Sokken (óók de allerfijnste). Voor nieuwwerk zijn wij No. 1. JAAP SNOR, Den Helder, Zuldstr. 19. (Let op den gelen winkel). Voor SCHAGEN bij C. DE MOEL, Noord. Hij knikte. „Ja, en dien hebben wij gemist." Het scheen hem weinig tc imponecren en zij wend de zich ongeduldig tot hem. Zijn onverschilligheid hinderde haar. „Ja, dien hebben wij gemist", herhaalde zij.. „Hoe denk je, dat wij beneden zullen komen, zonder dat er een trein is, die ons daarheen brengt?" Tony's zachte, leikleurige oogen beschouwden haar rustig van achter de lange wimpers. „Ik heb er niet het flauwste idee van", bekende hij. „Tony!" Haar verontwaardiging ten spijt, trilde Ann's stem. Haar zenuwen waren sterk gespannen geweest door de gebeurtenissen van dien middag en zij voelde zich niet in staat om Tony's bekende scherts te weerstaan. Dadelijk veranderde hij z'n houding. Toen hij op nieuw begon te spreken, was het met een goed ver trouwen, dat haar weder volkomen rustig maakte. „Het is volkomen waar", zeide hij thnns ernstig. „Maar ik zal je op de een of andere manier van avond nog wel veilig in Montrichcux terug brengen. Dat beloof ik je, Ann. Dus maak je niet ongerust." De zon stond reeds laag aan den hemel, toen zij het hotel bereikten. Tony installeerde Ann in een gemakkelijkcn stoel, voorzag haar van een cigaret en een Londensch tijdschrift, dat hij onder een sta pel stoffige, leelijk gekleurde reislectuur over Zwit serland te voorschijn had gehaald. Daarna verdween hij om te onderzoeken, hoe zij naar Montrichcux te rug zouden kunnen komen. Spoedig daarop kwam hij terug met een ongewoon ernstige uitdrukking op z'n gezicht. Hij keek Ann een moment zwijgend aan. „Ik heb slecht nieuws voor je", zeide hij eindelijk' met moeite. „Ik hen niet in staat mijn belofte te houden, Ann. Wij kunnen onmogelijk vanavond te- rugkceren naar Montrichcux." Zij keek ongeloovig naar hom op. „Niet terugkeeren?" herhaalde zij. „Oh, maar dat moet." Tony schudde z'n hoofd. „Niet mogelijk," antwoordde hij. „Het schijnt, dat die verduivelde trein hier het eenige middel van vervoer is om naar heneden te komen. Met een auto gaat het ook niet. Er is geen weg." Wordt vervolgd. naNvoo* EN.DE GESCHENKENBONS BLIJVEN GEHANDHAAFD!

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1934 | | pagina 5