De Woestijnen trekken np!
Sojab
onen.
Haar schuld betaald
Het goud van Mandsjcekwo.
Arrondissements Rechtbank
te Alkmaar.
HOOFDVOEDINGSMIDDEL VOOR 420 MILLIOEN
MENSCHEN. 1 K.G. SOJAMEEL BEVAT DE
ZELFDE VOEDINGSKRACHT ALS 67 EIE
REN. DUITSCHLAND NEEMT PROE
VEN OM DEZE VOEDINGSBRON OP
EIGEN BODEM AAN TE
PLANTEN.
Dairen, dat voor den Russisch-Japanschen oorlog
Porth Arthur heette, is een stad. die den vreemde
ling niet veel bijzonders biedt. Door een aantal
nauwe straatjes komt men van de binnenstad in
het havenkwartier. Plotseling ziet men een aantal
gashouders. Dichterbij gekomen, meent men. dat
het petroleumtanks zijn. Noch het een. noch het
ander is juist. In deze groote tanks wordt het ..goud
van Mandsjoekwo" bewaard, n.1. de sojaboonen,
hoewel niet in hun oorspronkelijke gedaante, doch
in uitgepersten toestand, de sojaboonenolie. dat een
belangrijk handelsartikel op de wereldmarkt is.
Vervolgen wij onze wandeling dan komen wij in
de binnenhaven. Luid schreeuwend loopen Chinec-
zen. Japanners. Mongolen en andere Oosterlingen
door elkaar. Duizenden zakken met sojakoeken
worden in de typische Chineesche jonken geladen.
Rijna alles gaat naar Japan, dat voor de voedering
van het vee aangewezen is op soiaboonenkoeken. die
er als Emmenthalerkazen uit ziet.
Sedert duizenden jaren zijn de soiaboonenkoeken
naast de rijst het voornaamste voedingsmiddel voor
de Chineezen. In dit land leven 420 millioen men-
schen ongeveer alleen van rijst en sojaboonen met
bijna volledige uitschakeling van vleeschkost. Zeker
Va van het totale verbouwoppervlak van Mandsjoe-
rije is met boonen beplant. Rijst, mais. grutten en
aardappelen zijn de vier belangrijkste artikelen
voor de volksvoeding. Het vijfde, dat in Europa nog
te weinig bekend is. is soja. waaruit eigenlijk alles
gemaakt wordt dat de mensch voor zijn levenson
derhoud noodig heeft. Uit sojaboonenolie bereidt
•men margarine; de boonen worden nadat zij uitge
perst zijn tot meel vermalen, dat een tamelijk eroot
vetgehalte bevat, doch dat toch nog geschikt is om
brood van te bakken. Nadat men onlangs een pro
cédé ontdekt heeft om dit meel te verbeteren, wordt
het zelfs in sommige deelen van Europa met het
hroodmeel gemengd.
Hetgeen eigenlijk de meeste mensehen niet hekend
is. is dat men de sojaboonen dagelijks in de meest
uiteenloopende bereiding tegenkomt. De sojaboon is
de basis van alle soorten bouillonblokjes; eiwit van
sojaboonen vormt een bestanddeel van veevoeder,
en uit de cellulose maakt men films.
In Mandsjoekwo kan men de sojaboon nergens
ontberen. In de hotels bevindt zich on de waschtafel
een stukje zeep uit soja-olie bereid. Drinkt men des
namiddags thee, dan wordt daarbij een stuk ie
zoete sojacake of een sojabiscuitje geserveerd. De
industrieel smeert zijn machinerieën met soja-
smeerolie en tenslotte worden zekere residu's als
meststof gebruikt.
Voor den Mandsfoe is soja het belangrijkste arti
kel. De transporten zijn soms dagenlang onderweg.
Op muildierkarren wordt de oogst naar de stad
vervoerd, alwaar deze in groote ronde stroohutten
rondom het marktplein wordt opgeslagen. De Mand-
sjoerijsche boer verbouwt zooveel mogelijk van deze
boonensoort, waarvan het oliegehalte ongeveer 10
keer zoo groot is als van onze peulvruchten. Do
invoer van sojaboonen in alle niet-Aziatische lan
den stijgt gestadig. Sinds Amerikaansche geleerden
onderzoekingen met sojaboonen gedaan hebben, zijn
de Ver. Staten van Noord-Amerika tot de voornaam
ste invoerlanden gaan behooren.
Boonen maken de wereldgeschiedenis! Toen de fi
nanciën van China volslagen in het honderd waren
geloopen, ondervond Mandsjoekwo hiervan geen te
rugslag. Tsjang-So-Lien, die gedurende tal van ja
ren vanuit Moekden het land regeerde, voerde een
belasting op den boonenexport in. Zoo had hij een
zekere bron van inkomsten, want de grondslag voor
de volkswelvaart van Mandsjoekwo was en is nog
steeds de sojaboon, welke de grondstof is voor ver
schillende industrieën, die de spoorwegen beter deed
rendeeren en die evens millioenen Chineezen, die
vanuit hun overbevolkt land naar Mandsjoekwo
emigreerden, den weg wees om in hun levensonder
houd te kunnen voorzien.
Tijdens den wereldoorlog heeft men in Midden-
Europa verschillende experimenten met sojaboonen
gemaakt. Doch de bevolking heeft zich aan het ge
bruik van soja niet kunnen wennen. De boon heeft
een harde schaal en moet eerst lang gekookt worden.
Ook het groote oliegehalte was voor de Europeesche
FEUILLETON.
door
MARGARET PEDLER.
12.
Ann glimlachte ze kon er niets aan doen, maar
er kwam geen antwoord, er vertrok geen spier van
zijn gezicht. Hij zag haar koel aan, zonder een spoor
van herkenning in zijn oogen.
Een hoogc blos steeg naar haar wangen.
„Lomperd," mompelde zij, terwijl de wagen langs
haar heen schoof.
Lady Susan lachte smakelijk.
„Ik zou wel eens willen weten, wie dat knappe,
gemelijke individu is?" zei ze v rooi ijk. „Hij keek je
haast weg, Ann. Ik vermoed, dat hij gedacht heeft,
dat je het met opzet deed."
Ann's gezicht begon nog meer te gloeien. Dat was
ook de overtuiging, die zij bij zichzelf had gevormd
en dat idee maakte haar woedend.
„Bij hem trof mij die vreemde combinatie van een
prettig gezicht en een slecht humeur", vervolgde
Lady Susan. „Maar in elk geval is hij er blijkbaar
niet op gesteld om met rozen gebombardeerd te wor
den."
Ann lachte nerveus. „Het was nog een tamelijk
hard bouquetje ook", merkte ze zegevierend op. „Ik
hoop, dat het hem bezeerd heeft."
Lady Susan wierp haar een vluchtigcn, opmerk-
zamen blik toe.
„Ken je hem? Heb je hem tevoren al eens ont
moet?" vroeg zij.
„Hij was dien eenen avond in de Kurzaal op
dien avond, dat Tony en ik zoo'n geluk hebben ge-
5ad. Tk liet mijn taschje vallen en hij raapte het
•oor mij op. Dat is alles."
Ann sprak tamelijk kortaf en scheen daarna vol-
kOmen verdiept te zijn in het manoeuvreeren van
deri two-scater door de drukke straten. Zij kwamen
den W2gen van den Engelschman niet meer tegen
en keerden eindelijk, na een eindrit door de stad,
weer naar Mon Rêve terug.
In den avond klaagde Lady Susan over vermoeid
heid. „Dat been is toch nog niet heelemaal in orde"
magen ongeschikt. Doch ondanks deze n egatleve
resultaten bleef de helnngstelling voor soiahooneo
in Europa, vooral in Duitschland. steeds bestaan.
In Februari 19:13 werd in het plantkundig instituut
in Duitschland een bijeenkomst gehouden, waarin de
mogelijkheid besproken werd om sojameel bij de
bereiding van brood te gebruiken. Het invoeren van
sojameel strookte niet met de autarkische politiek
van Duitschland. Sinds eonigen tijd worden aan de
Duitschc landhouw-hoogescholen proeven genomen
om de sojaboon binnen de landsgrenzen te verbou
wen. Meer dan duizend verschillende bonnsoorten
zijn reeds onder leiding van prof. Sessous (Gi essen 1
gekweekt en on eiwit- en vetgehalte onderzocht. De
groote moeilijkheid schuilt hierin zaad te vinden,
dat voor den Duitschen bodem geschikt is. Intus-
schen worden nog steeds in verschillende streken
proeven genomen om de geschiktste hoon te vinden,
die aldaar met ecnige mogelijkheid tot succes ver
bouwd zou kunnen worden.
Duitschland is niet 't eerste land. waar dergelijke
proefnemingen plaats vinden. In 1927 werd reeds
in Italië, op .instigatie van de regeering met de
sojaboon geëxperimenteerd. De Italiaansche bevol
king ten platte lande stelt bijna even weinig eischen
als de bevolking van China, en leeft voornamelijk
van rijst en vruchten. Voor de stedelingen bestaat
de voeding voor een groot gedeelte ook uit vruch
ten of macaroni in verschillende gedaanten als
spaghetti, ravioli enz., welke onder ruime toevoe
ging van olie bereid worden. Toen Italië zich in de
noodzakelijkheid bevond olie in groote hoeveelheden
fe importeeren. daar de binnenlandsche productie
niet meer voldoende was om in de behoefte tc voor
zien. vond de sojaboonenolie zijn weg naar do raffi
naderijen tc Genua, die jaarlijks honderdduizenden
liters van deze oliesoort naar alle oorden van Italië
verzenden.
Tot op heden hebben de proeven, welke in Italië
genomen zijn, nog niet die resultaten gehad, dat
met eenige kans op succes den aanbouw in het groot
ter hand genomen zou kunnen worden.
MEERVOUDIGE STRAFKAMER
Zitting van Dinsdag 3 Juli.
U i t g e e st.
DE GESTOLEN AUTOMOBIELBAND.
De 32-jarige chauffeur Adrianus D. uit Limmen en
Karei T., los-arbeider te Uitgeest, laatstgenoemde
thans in voorarrest, stonden heden gezamenlijk te
recht ter zake de hen ten laste gelegde diefstal van
een nieuwen, gemonteerden autobuitenband, uit een
nevens de woning van den handelaar en eigenaar
W. Overeem staande schuur aan de Kleis onder de
gemeente Uitgeest, welk feit was gepleegd in den
nacht van 23 op 24 Maart.
Ieder dezer heeren was de weelde van een eigen
advocaat gegund en trad mr. Prins op voor den
eerste verdachte en mr. C. A. de Groot voor Karei
T.t die minder openhartig was. De rijksveldwachter
D. Tilstra had na aangifte een serieus onderzoek in
gesteld en zelfs een gipsafdruk gemaakt van opge
merkte voetafdrukken in de nabijheid van de
schuur. In den nacht van den diefstal had Tilstra
bij den viersprong en Chevrolet-vrachtauto aange
houden, waarin behalve de bestuurder. Karei T. was
gezeten. Later bleek de bestuurder Adriaan D. te
zijn. Karei T. hield zich echter van den domme en
beweerde Arie niet te kennen. Hij was meegereden
vanaf Beverwijk. Nota bene was Arie 'n zwager van
Karei, gehuwd met een zuster van zijn vrouw.
Thans beweerde Karei zijn bekendheid met zijn
zwager to hebben geloochend, denkende, dat zijn
zwager iets op zijn kerfstok had.
Door ijverige navorschingen wist Tilstra in den
bestuurder, eersten verdachte. Adr. D. te identifi-
cecren. In tegenwoordigheid van Brigadier de Koek
koek, gem.-veldwachter Bornbroek, en den burge
meester van Uitgeest, als hulpofficier van justitie,
had Karei T. erkend aanwijzing aan Adr. D. te heb
ben gegeven, waar een autoband was te vinden. Sa
men zouden zij daarop den band uit de schuur heb
ben weggenomen. De band was verkocht aan den
caféhouder en expediteur Willem Castricum op Bak-
kum. voor 25 pop.
De heer Karei Tr. herinnerde zich absoluut niets
van eenige beieekenis en was zoo vrij deze open
hartigheid tegen te spreken.
Hierop werd uit het proces-verbaal zijn omstan
dige bekentenis voorgelezen. Karei zelf had het ini
tiatief genomen den band aan den caféhouder te
verkoopen. Het ontvangen geld had Karei ten eigen
bate aangewend. Zijn zwager wilde niets genieten.
De gipsafdrukken konden niet als bijzonder ge
slaagd worden beschouwd. Het meeste voordeel had
hiervan vermoedelijk Karei, wiens voeten thans met
elegante molières waren bekleed, in ruil van de on
ooglijke turftrappers, die in beslag waren genomen.
De Officier had het dan ook beter gevonden deze
erkende ze droevig, toen Ann opperde, dat ze mis
schien te lang onder de felle zon hadden rondge
reden.
„Oudere dames moeten eigenlijk niet meer strui
kelen; het werkt te veel op hen in. Ik zou er ge
weldig veel voor voelen om naar bed te gaan, als
je er tenminste niets op tegen hebt om het Vene-
tiaansche feest in de eenzaamheid te aanschouwen.
Gaat dat?"
Zij slaakte een zucht van voldoening, toen Ann
haar verzekerde, dat ze wel alleen kon gaan.
„Dan z&l ik nu maar naar bed verdwijnen met
een roman bij me. Dat zal me meer boeien, dan het
turen naar een stel geïllumineerde booten, die op
het meer rondpeddelen."
„Ik denk, dat ik onze boot dan maar zal halen",
zei Ann. „Ik zou het graag eens van alle kanten zien.
Het is allemaal nieuw voor mij, zooals u weet."
Lady Susan knikte. Zij hadden samen reeds ver
scheidene aangename uren spelevarend op het meer
doorgebracht en zij had een sterk vertrouwen in
Ann's routine bij het besturen van een roeiboot
„Heel goed. Maar vergeet niet, dat Tony je om
tien uur komt halen voor het bal en dat je je nog
moet verkleeden."
Ann lachte instemmend en toen Lady Susan zich
in haar slaapkamer had teruggetrokken, trok zij een
gebreid jasje over haar avondjapon en verdween
in den tuin. Het was een groote tuin, doorwoekerd
van planten en door een hoogen muur van den weg
gescheiden, terwijl aan het uiterste einde het meer
zelf lag. Hier was een kleine, houten steiger opge
richt, waartegen een lichte roeiboot, de Rêve, lag,
gemeerd. Op handige, vlugge wijze maakte Ann de
vanglijn los, hing een licht aan den boeg van de
boot, stak de riemen in de zijgaten en roeide rustig
weg over het gladde water Geïllumineerde booten
voeren de een voor de ander rond de landtong en
voegden ieder een nieuwen krans van dansende
lichtjes bij het feestelijk schouwspel. Als een wolk
vuurvlinders schenen de lichtjes te zweven en te
dartelen boven den duisteren waterspiegel. Motor
bootjes gleden tusschen de anderen af en aan, terwijl
van een der groote dekbooten, wier coutouren in
kleurige lichtlijnen voorbijschoven, de bloemrijke
melodieën van een strijkje overwaaiden. Soms hoor
de men gezang uit een der booten, terwijl nu en dan
het langgerekte, gefluit eener sirene door de lucht
trilde. Geleidelijk dreef Ann mee in den stroom en
manoeuvreerde handig tusschen alles door. Het ge
zicht der versierde en verlichte bootjes verrukte
haar. Er waren sommige met fantastisch-gloeiende
Chineesche lantarens, die een phosforiseerend licht
Verdwijnende oasen.
PESSIMISME GERECHTVAARDIGD?
Uit de berichten der betreffende Engelsche en Fran-
sche autoriteiten blijkt, dat de Sahara ieder jaar
één kilometer groeit.
Wie een tiental jaren niet in Ni
geria geweest is en er dan eenigs
zins noordelijk van komt, bijvoor
beeld in het gebied tusschen het
Tsjad-meer en Ansongo of Gao.
zal tot zijn verbazing moeten con
stateeren, hoe daar, vroeger gras
land, nu de. woestijn heerscht.
Sinds de Gradir expeditie van
1923/24 haar weg vond door de
droge Tanasroeft, sedert tusschen
Rnggan en Gao, 320 mijl bezuiden
Raggan, Biddon 5 werd gevonden,
waar tegenwoordig vliegmachines
en auto's tanken, hebben wij ge
heel andere mogelijkheden om de
woestijn te observeeren dan vroe
ger.
Op deze breedten, waar men de
Poolster, het Zuiderkruis en de
maan tegelijk aan den hemel ziet,
beleeft men hoe letterlijk de woes
tijn groeit.
De Tanasroeft kruipt naar Oost
en Zuid. Onophoudelijk, onver
moeid
Op zeer oude kaarten vindt men
oasen en wegwijzers aangegeven,
die tegenwoordig niet meer te vin
den zijn. Dit bewijst, dat sedert de
laatste 250 k 300 jaar de Sahara in
dit gebied tusschen Gao en het
Tsjadmeer van 250 tot 320 kilo
meter is gegroeid. Men beschikt
over dit tijdperk over nauwkeurige
gegevens, maar men heeft eerst
sinds eenige tientallen jaren met
scherpzinnige, maar helaas In
praktijk niet succesvolle theorieën,
den strijd tegen de woestijn aange
bonden.
Voor de Fransche en Engelsche
koloniën wordt de groei van de
Sahara een levenskwestie. Ge
meenscha ppelljk wordt hier tegen
ie natuur gevochten.
De Emir van Katsina, die zioh
in het geheel niet met Oostersch
fatalisme aan de woestijn over
geeft, heeft reeds met groote aan
plantingen de eerste pogingen ge
daan haar tegen te houden.
Steeds brokkeliger wordt de bo
dem door den gloeienden dag en
den ijskouden nacht; heet en koud,
krimpen en uitzetten en steeds
droog. De rotsen verpulveren en
dit stof waait de wind verder en
vernielt alle gewassen er mee.
Men zou op flinken afstand van
de woestijn een zeer breeden gordel
met machtige irrigatiewerken moe
ten aanleggen, wil men met eenig
succes het gulzige zand kunnen
bestrijden.
Niet alleen in Afrika groeit de
woestijn. Over de geheele wereld
maken de zandvlakten zich op en
zullen maar dit volgens heel
sombere profeten de werelddee-
len bedekken. Somber zijn deze
voorspellingen zeker. Want wij mo
gen niet vergeten, dat in de geheele
wereld proeven genomen worden
met het verwekken van regen. In
Asjabad is men daar zelfs voor
100 in geslaagd. Wanneer deze
methode door de verdere proefne
mingen deugdelijk blijkt, dan za!
men de begcerige woestijnen af
doend te lijf kunnen gaan.
De berichten uit Amerika zijn
eveneens somber. Een ieder weet
van den zandstorm, die Amerika
geteisterd heeft. Nooit is een zand
storm zoo groot en geweldig ge
weest, nooit omhulde hij zoovee!
steden, bedekte zooveel akkers.
Uit de rotsgebergten, uit de gras-
looze vlakten sleurt de wind het
zand hoog en ver mee.
Nog ruischt het graan in Wcst-
Amerika. Maar reeds verkondigen
serieuze wetenschappelijke men-
schcn het woestijnspook. 6e kolo
nisten, die 20 of 30 jaar geleden
het struikgewas kapten en gras en
weiden omploegden, kapten een
bres in de natuurlijke verdediging
tegen het zand.
Het Amerikaansche boschbeheer
neemt nu strenge maatregelen om
door aanplantingen een wal op te
werpen. Dat Is hier nog mogelijk.
Maar geheel anders is het in de
Aziatische woestijnen, hier, waar
het meer Lop Nor zijn wandeling
nog steeds niet staakt, wordt de
woestenij steeds grooter. Vroeger
waren er evenals in de Arabische
woestijn groote steden. Steeds meer
ruines ontdekken de ijverig speu
rende vliegers.
En voor Australië moet men wel
eerlijk toegeven, dat men daar glo
baal genomen nog niet verder geko
men is dan de kust.
De Atacama Chiles wordt niet
kleiner, al groeit zij dan ook niet
zoo razend vlug als de Sahara.
Wanneer men tot de bovenge
noemde sombere profeten behoort,
dan komt mon, wanneer men
nauwkeurig cijfert, tot het resul
taat, dat over tientallen eeuwen de
woestijn gezegevierd zal hebben.
Dus geen dood der aarde door kou
de, door gebrek aan zuurstof, maar
heel eenvoudig door zand.
Maar ende despereert niet.
onpassende schoenen niet aan te trekken en bleef
onverschillig. Bij de ter zitting gedane opmetingen
kwamen do maten niet precies overeen.
Karei T. staat, volgens den rijksveldwachter, niet
gunstig bekend. Men vermoedt in hem een inbreker.
Zijn strafregister is dan ook niet hlanco. doch bij
deze rechtbank is hij een onbekende.
Verdachte Tr. zei, dat men den laatsten tijd be
slist niets nadeeligs van hem kon zeggen.
Ten slotte werd als ingeschoven getuige A charge
ook nog gehoord Pieter Bessi, n 38-jarig chauffeur,
destijds tc Uitgeest. Hij verklaarde dat hij op ver
zoek van Karei T. 'n autohand had gehaald hij
Adrianus D. en is men daarop gegaan naar het café
van Castricum op Bakkum. Behalve Adrianus D. en
Karei T. waren ook nog van de partij zekere Vrouwe
en W. Bruinenberg.
De niet vlotte onderhandelingen hadden eindelijk
tot resultaat, dat de band door Willem Castricum
werd gekocht. Piet Bessi had voor zijn bemoeiingen
4 A 5 gulden ontvangen.
De heer Officier gaf een resumé van het verloop
der zaak en kwam tot de conclusie, dat de diefstal
in vereeniging was begaan en trachtte voorts aan
te toonen, mede uit dc buitengerechtelijke erkente
nis van Karei Tr.. waarvan hij later zeker zelf was
geschrokken, dat het feit wettig en overtuigend was
bewezen. Gevorderd werd tegen den meer sympathie
ken eersten verdachte D. 6 maanden gev. en tegen
Karei Tr. 10 maanden gev. Karei gnf het woord aan
zijn verdediger, doch vooraf werd dit vergund aan
mr. Prins, die in een geestig betoog met weerkun
dige waarnemingen nog wat méér clementie ver
zocht voor zijn cliënt, dan de officier had betoond
oor dezen sympathieken verdachte, vader van 4
kinderen. Pleiter concludeerde dus geldboete of
voorwaardelijk.
Mr. de Groot was van meening dat in zijn zaak
muziek zat en het contact met Karei T. uit een
sportief oogpunt zeer belangwekkend was. Vervol-
over het water wierpen, terwijl andere met vreemde
kleuren langs dreven als droom booten op een
betooverd meer. Zij had de riemen laten rusten in
haar schoot en sloeg het tooneel gade met die le
vendige belangstelling, die karakteristiek voor haar
was.
Zij was er zoo in verzonken, dat het haar ontging,
hoe haar eigen smalle bootje tamelijk in het ge
drang was geraakt. Aan haar rechterzijde lag een
groot zeilschip, dat alle uitzicht aan dien kant ont
nam, terwijl achter haar een heele rij bootjes lag sa
mengeperst als een flottilje Theemsbootjes, die op
een zomerschen dag de opening der sluizen afwacht.
Vaag en verward hoorde zij liet naderende gonzen
van een motor, vermengd met het geluid van vroolijk
zingende stemmen het veelstemmig koor van een
overmoedig stel feestvierders.
...Het gebeurde allemaal op overrompelende, ver
rassende wijze. Het ééne oogenblik was zij nog ge
vangen door het sprookje der feeërieke vloot, die op
het meer deinde en het andere oogenblik vervulde
een roezemoes van heesch en verward geschreeuw
de lucht; het dreunen van een motor drong hevig in
haar ooren en een motorboot, die was volgepropt met
aangeschoten jong^ui, schommelde wild langs den
boeg van het zeilscWip en voer als dronken op haar
af.
Intuïtief greep zij de riemen, maar het was tever
geefs, daar deze door den druk der andere booten
langs de zijden waren vastgeklemd.
Toen klonk, haast vlak aan haar ooren naar het
scheen, het korte commando van een diepe krach
tige stem, die vreemd vertrouwd leek: „Sta op!"
Nauwelijks beseffend wat zij deed, gehoorzaamde
zij, blindelings zwichtend voor het onweerstaanbaar
bevel. Zij voelde haar "chte, fragiele bootje onder
haar voeten wegwankelen en toen werd zij vastge
grepen door sterke armen, die haar veerend ophie
ven uit de kantelende boot en haar in een andere
overbrachten. Nog voor zij tijd had te rcaliseeren,
dat zij in veiligheid was, ramde de motorboot kra
kend met den boeg tegen de leege „Rêve" en smeet
deze overstag, zoodat ze in een oogwenk met water
was gevuld en geheel omsloeg. En toen zonk ze
plotseling weg, alsof een of andere monsterachtige
hand haar vanuit de onderste diepten had aangegre
pen.
Ann, die met opengesperde oogen naar de snelle
en volkomen vernietiging van de Rêve had gestaard,
begon hevig te sidderen. Indien de onbekende redder
haar niet uit de boot had weggerukt, zou ze zelf in
die haast fantastische diepte van het water rond-
gens bestreed pleiter den officier op onderscheidene
punten in dions requisitoir, om tot het slot van zijn
uitvoerig betoog te komen tot de conclusie, dat ver
dachte T. in elk geval te zwaar was heiast. niet in
het minst omdat hij de rol vervulde van den wolf,
die in een kwaad gerucht staat en verzocht pleiter
vrijspraak en in ieder geval in aanmerking te wil
len nemen, dat verdachte reeds geruirneu tijd in
voorarrest heeft doorgebracht.
Castricum.
WILLEM ALS SCHULDHELER BESCHOUWD.
In oen donkeren Maartschen nacht kreeg de aan-
ncmer-expediteur-caféhoudcr. de 4«»-jarige Willem C
op Bakkum. gemeente Castricum. bezoek van ecnige
personen, per auto gearriveerd, waaronder dc twee
verdachten uit de vorige zaak. Arie D. en Karei T„
welk gezelschap eenige verteering maakte en Karei
T. tevens een nieuwe vrachtauto-buitenband presen
teerde voor f 35. Willem was niet zoo happig op dit
koopje, maar na' informatie of dc zaak eerlijk was,
ging hij er ten slotte toe over den gemonteerden
buiten- met binnenband voor f 25 te koopen. in
welke omstandigheid de Officier motief vond hem te
vervolgen ter zake schuldheliug.
In deze zaak werd gehoord Rijksveldwachter Til
stra, die den band in beslag nam, alsmede Arie
Danenberg en den chauffeur Piet Besse aanhield.
Wat dit verhoor betrof kunnen wc wel verwij
zen naar de vorige zaak. Voorts weid nog gehoord
op verzoek van Willem C, als getuige A décharge,
de heer Dirk Schermer, 'n 56-jarig tuinder op Bak
kum. die tegenwoordig was bij het autoband-han
deltje en kon verklaren dat Willem wel driemaal
had gevraagd of het eerlijk was.
Gevorderd werd, aangezien de Officier niet was
overtuigd of verdachte zich wel voldoende op de
hoogte had gesteld omtrent de tc verantwoorden
worstelen of weerloos als een steen naar den bodem
gezonken zijn.
„Wees niet bang, u is hier veilig." Weer die vreem
de, bekende toon in de rustig-verzekerde stem.
Ann wrong zich om in den greep der armen en
staarde op naar het gezicht van haar redder. Een
dwalende lichtschijn onthulde een klein wit lidtee-
ken boven het linker jukbeen.
„U!" riep zij haast ademloos uit. „Is u het?"
„Ja." Zij ving een klank van innerlijk plezier op
uit de stem, die door het duister tot haar kwam.
„Uw geloof is valsch gebleken, zooals u ziet Ik
verwachtte niets en nu beleef ik hier ineens een
zeer charmant avontuur."
„Ik zou het niet op die manier bezien", antwoord
de zij droevig.
„Waarom niet? U heeft weliswaar een boot verlo
ren en ik heb er een passagier bij gewonnen. Onze
gezichtspunten zijn verschillend."
De armen, die haar vasthielden hadden hun greep
niet verzwakt en zij woelde rusteloos om los te ko
men, daar zij zich plotseling zeer beschroomd voelde
in die omhelzing. Oogenblikkelijk daarop voelde zij
zich bevrijd.
„Zult u zich goed houden?" hoorde zij op koelen
toon vragen.
„O ja ja zeker", stamelde Ann. „Dit Is een zeet
stevige boot, niet?" vroeg ze met trillende stem.
„Ja, het is een motorboot."
Nu het rumoer van het ongeluk was weggestor
ven, kon ze het zachte gonzen van een motor
hooren.
„U zou geloof ik beter kunnen gaan zitten," her
nam de Engelschman. „De dronken heeren van de
boot, die op de uwe liep, zwalken nog steeds in de
omgeving rond en zouden weer op ons kunnen bot
sen. En U zult er wel niet voor voelen om een twee
de kans te loopen omver gevaren tc worden."
„Neen, natuurlijk niet". Zij ging haastig zitten.
„Ik ik weet werkelijk niet, hoe ik U moet be
danken", begon ze verlegen kuchend.
Zij voelde zich op zonderlinge wijze beduusd en
woordenloos in de tegenwoordigheid van dezen man.
„Probeer het maar niet," antwoordde hij eenigs-
zins onhoffelijk.
Dit was niet zeer geschikt om haar moed in te
blazen, maar Ann keerde vastbesloten tot het onder
werp terug.
„Ik moet het", zei ze. „Als u er niet bij was ge
weest, zou ik zeker verdronken zijn."
Wordt vervolgd.