De Woestijnen trekken np! Sojab onen. Haar schuld betaald Het goud van Mandsjcekwo. Arrondissements Rechtbank te Alkmaar. HOOFDVOEDINGSMIDDEL VOOR 420 MILLIOEN MENSCHEN. 1 K.G. SOJAMEEL BEVAT DE ZELFDE VOEDINGSKRACHT ALS 67 EIE REN. DUITSCHLAND NEEMT PROE VEN OM DEZE VOEDINGSBRON OP EIGEN BODEM AAN TE PLANTEN. Dairen, dat voor den Russisch-Japanschen oorlog Porth Arthur heette, is een stad. die den vreemde ling niet veel bijzonders biedt. Door een aantal nauwe straatjes komt men van de binnenstad in het havenkwartier. Plotseling ziet men een aantal gashouders. Dichterbij gekomen, meent men. dat het petroleumtanks zijn. Noch het een. noch het ander is juist. In deze groote tanks wordt het ..goud van Mandsjoekwo" bewaard, n.1. de sojaboonen, hoewel niet in hun oorspronkelijke gedaante, doch in uitgepersten toestand, de sojaboonenolie. dat een belangrijk handelsartikel op de wereldmarkt is. Vervolgen wij onze wandeling dan komen wij in de binnenhaven. Luid schreeuwend loopen Chinec- zen. Japanners. Mongolen en andere Oosterlingen door elkaar. Duizenden zakken met sojakoeken worden in de typische Chineesche jonken geladen. Rijna alles gaat naar Japan, dat voor de voedering van het vee aangewezen is op soiaboonenkoeken. die er als Emmenthalerkazen uit ziet. Sedert duizenden jaren zijn de soiaboonenkoeken naast de rijst het voornaamste voedingsmiddel voor de Chineezen. In dit land leven 420 millioen men- schen ongeveer alleen van rijst en sojaboonen met bijna volledige uitschakeling van vleeschkost. Zeker Va van het totale verbouwoppervlak van Mandsjoe- rije is met boonen beplant. Rijst, mais. grutten en aardappelen zijn de vier belangrijkste artikelen voor de volksvoeding. Het vijfde, dat in Europa nog te weinig bekend is. is soja. waaruit eigenlijk alles gemaakt wordt dat de mensch voor zijn levenson derhoud noodig heeft. Uit sojaboonenolie bereidt •men margarine; de boonen worden nadat zij uitge perst zijn tot meel vermalen, dat een tamelijk eroot vetgehalte bevat, doch dat toch nog geschikt is om brood van te bakken. Nadat men onlangs een pro cédé ontdekt heeft om dit meel te verbeteren, wordt het zelfs in sommige deelen van Europa met het hroodmeel gemengd. Hetgeen eigenlijk de meeste mensehen niet hekend is. is dat men de sojaboonen dagelijks in de meest uiteenloopende bereiding tegenkomt. De sojaboon is de basis van alle soorten bouillonblokjes; eiwit van sojaboonen vormt een bestanddeel van veevoeder, en uit de cellulose maakt men films. In Mandsjoekwo kan men de sojaboon nergens ontberen. In de hotels bevindt zich on de waschtafel een stukje zeep uit soja-olie bereid. Drinkt men des namiddags thee, dan wordt daarbij een stuk ie zoete sojacake of een sojabiscuitje geserveerd. De industrieel smeert zijn machinerieën met soja- smeerolie en tenslotte worden zekere residu's als meststof gebruikt. Voor den Mandsfoe is soja het belangrijkste arti kel. De transporten zijn soms dagenlang onderweg. Op muildierkarren wordt de oogst naar de stad vervoerd, alwaar deze in groote ronde stroohutten rondom het marktplein wordt opgeslagen. De Mand- sjoerijsche boer verbouwt zooveel mogelijk van deze boonensoort, waarvan het oliegehalte ongeveer 10 keer zoo groot is als van onze peulvruchten. Do invoer van sojaboonen in alle niet-Aziatische lan den stijgt gestadig. Sinds Amerikaansche geleerden onderzoekingen met sojaboonen gedaan hebben, zijn de Ver. Staten van Noord-Amerika tot de voornaam ste invoerlanden gaan behooren. Boonen maken de wereldgeschiedenis! Toen de fi nanciën van China volslagen in het honderd waren geloopen, ondervond Mandsjoekwo hiervan geen te rugslag. Tsjang-So-Lien, die gedurende tal van ja ren vanuit Moekden het land regeerde, voerde een belasting op den boonenexport in. Zoo had hij een zekere bron van inkomsten, want de grondslag voor de volkswelvaart van Mandsjoekwo was en is nog steeds de sojaboon, welke de grondstof is voor ver schillende industrieën, die de spoorwegen beter deed rendeeren en die evens millioenen Chineezen, die vanuit hun overbevolkt land naar Mandsjoekwo emigreerden, den weg wees om in hun levensonder houd te kunnen voorzien. Tijdens den wereldoorlog heeft men in Midden- Europa verschillende experimenten met sojaboonen gemaakt. Doch de bevolking heeft zich aan het ge bruik van soja niet kunnen wennen. De boon heeft een harde schaal en moet eerst lang gekookt worden. Ook het groote oliegehalte was voor de Europeesche FEUILLETON. door MARGARET PEDLER. 12. Ann glimlachte ze kon er niets aan doen, maar er kwam geen antwoord, er vertrok geen spier van zijn gezicht. Hij zag haar koel aan, zonder een spoor van herkenning in zijn oogen. Een hoogc blos steeg naar haar wangen. „Lomperd," mompelde zij, terwijl de wagen langs haar heen schoof. Lady Susan lachte smakelijk. „Ik zou wel eens willen weten, wie dat knappe, gemelijke individu is?" zei ze v rooi ijk. „Hij keek je haast weg, Ann. Ik vermoed, dat hij gedacht heeft, dat je het met opzet deed." Ann's gezicht begon nog meer te gloeien. Dat was ook de overtuiging, die zij bij zichzelf had gevormd en dat idee maakte haar woedend. „Bij hem trof mij die vreemde combinatie van een prettig gezicht en een slecht humeur", vervolgde Lady Susan. „Maar in elk geval is hij er blijkbaar niet op gesteld om met rozen gebombardeerd te wor den." Ann lachte nerveus. „Het was nog een tamelijk hard bouquetje ook", merkte ze zegevierend op. „Ik hoop, dat het hem bezeerd heeft." Lady Susan wierp haar een vluchtigcn, opmerk- zamen blik toe. „Ken je hem? Heb je hem tevoren al eens ont moet?" vroeg zij. „Hij was dien eenen avond in de Kurzaal op dien avond, dat Tony en ik zoo'n geluk hebben ge- 5ad. Tk liet mijn taschje vallen en hij raapte het •oor mij op. Dat is alles." Ann sprak tamelijk kortaf en scheen daarna vol- kOmen verdiept te zijn in het manoeuvreeren van deri two-scater door de drukke straten. Zij kwamen den W2gen van den Engelschman niet meer tegen en keerden eindelijk, na een eindrit door de stad, weer naar Mon Rêve terug. In den avond klaagde Lady Susan over vermoeid heid. „Dat been is toch nog niet heelemaal in orde" magen ongeschikt. Doch ondanks deze n egatleve resultaten bleef de helnngstelling voor soiahooneo in Europa, vooral in Duitschland. steeds bestaan. In Februari 19:13 werd in het plantkundig instituut in Duitschland een bijeenkomst gehouden, waarin de mogelijkheid besproken werd om sojameel bij de bereiding van brood te gebruiken. Het invoeren van sojameel strookte niet met de autarkische politiek van Duitschland. Sinds eonigen tijd worden aan de Duitschc landhouw-hoogescholen proeven genomen om de sojaboon binnen de landsgrenzen te verbou wen. Meer dan duizend verschillende bonnsoorten zijn reeds onder leiding van prof. Sessous (Gi essen 1 gekweekt en on eiwit- en vetgehalte onderzocht. De groote moeilijkheid schuilt hierin zaad te vinden, dat voor den Duitschen bodem geschikt is. Intus- schen worden nog steeds in verschillende streken proeven genomen om de geschiktste hoon te vinden, die aldaar met ecnige mogelijkheid tot succes ver bouwd zou kunnen worden. Duitschland is niet 't eerste land. waar dergelijke proefnemingen plaats vinden. In 1927 werd reeds in Italië, op .instigatie van de regeering met de sojaboon geëxperimenteerd. De Italiaansche bevol king ten platte lande stelt bijna even weinig eischen als de bevolking van China, en leeft voornamelijk van rijst en vruchten. Voor de stedelingen bestaat de voeding voor een groot gedeelte ook uit vruch ten of macaroni in verschillende gedaanten als spaghetti, ravioli enz., welke onder ruime toevoe ging van olie bereid worden. Toen Italië zich in de noodzakelijkheid bevond olie in groote hoeveelheden fe importeeren. daar de binnenlandsche productie niet meer voldoende was om in de behoefte tc voor zien. vond de sojaboonenolie zijn weg naar do raffi naderijen tc Genua, die jaarlijks honderdduizenden liters van deze oliesoort naar alle oorden van Italië verzenden. Tot op heden hebben de proeven, welke in Italië genomen zijn, nog niet die resultaten gehad, dat met eenige kans op succes den aanbouw in het groot ter hand genomen zou kunnen worden. MEERVOUDIGE STRAFKAMER Zitting van Dinsdag 3 Juli. U i t g e e st. DE GESTOLEN AUTOMOBIELBAND. De 32-jarige chauffeur Adrianus D. uit Limmen en Karei T., los-arbeider te Uitgeest, laatstgenoemde thans in voorarrest, stonden heden gezamenlijk te recht ter zake de hen ten laste gelegde diefstal van een nieuwen, gemonteerden autobuitenband, uit een nevens de woning van den handelaar en eigenaar W. Overeem staande schuur aan de Kleis onder de gemeente Uitgeest, welk feit was gepleegd in den nacht van 23 op 24 Maart. Ieder dezer heeren was de weelde van een eigen advocaat gegund en trad mr. Prins op voor den eerste verdachte en mr. C. A. de Groot voor Karei T.t die minder openhartig was. De rijksveldwachter D. Tilstra had na aangifte een serieus onderzoek in gesteld en zelfs een gipsafdruk gemaakt van opge merkte voetafdrukken in de nabijheid van de schuur. In den nacht van den diefstal had Tilstra bij den viersprong en Chevrolet-vrachtauto aange houden, waarin behalve de bestuurder. Karei T. was gezeten. Later bleek de bestuurder Adriaan D. te zijn. Karei T. hield zich echter van den domme en beweerde Arie niet te kennen. Hij was meegereden vanaf Beverwijk. Nota bene was Arie 'n zwager van Karei, gehuwd met een zuster van zijn vrouw. Thans beweerde Karei zijn bekendheid met zijn zwager to hebben geloochend, denkende, dat zijn zwager iets op zijn kerfstok had. Door ijverige navorschingen wist Tilstra in den bestuurder, eersten verdachte. Adr. D. te identifi- cecren. In tegenwoordigheid van Brigadier de Koek koek, gem.-veldwachter Bornbroek, en den burge meester van Uitgeest, als hulpofficier van justitie, had Karei T. erkend aanwijzing aan Adr. D. te heb ben gegeven, waar een autoband was te vinden. Sa men zouden zij daarop den band uit de schuur heb ben weggenomen. De band was verkocht aan den caféhouder en expediteur Willem Castricum op Bak- kum. voor 25 pop. De heer Karei Tr. herinnerde zich absoluut niets van eenige beieekenis en was zoo vrij deze open hartigheid tegen te spreken. Hierop werd uit het proces-verbaal zijn omstan dige bekentenis voorgelezen. Karei zelf had het ini tiatief genomen den band aan den caféhouder te verkoopen. Het ontvangen geld had Karei ten eigen bate aangewend. Zijn zwager wilde niets genieten. De gipsafdrukken konden niet als bijzonder ge slaagd worden beschouwd. Het meeste voordeel had hiervan vermoedelijk Karei, wiens voeten thans met elegante molières waren bekleed, in ruil van de on ooglijke turftrappers, die in beslag waren genomen. De Officier had het dan ook beter gevonden deze erkende ze droevig, toen Ann opperde, dat ze mis schien te lang onder de felle zon hadden rondge reden. „Oudere dames moeten eigenlijk niet meer strui kelen; het werkt te veel op hen in. Ik zou er ge weldig veel voor voelen om naar bed te gaan, als je er tenminste niets op tegen hebt om het Vene- tiaansche feest in de eenzaamheid te aanschouwen. Gaat dat?" Zij slaakte een zucht van voldoening, toen Ann haar verzekerde, dat ze wel alleen kon gaan. „Dan z&l ik nu maar naar bed verdwijnen met een roman bij me. Dat zal me meer boeien, dan het turen naar een stel geïllumineerde booten, die op het meer rondpeddelen." „Ik denk, dat ik onze boot dan maar zal halen", zei Ann. „Ik zou het graag eens van alle kanten zien. Het is allemaal nieuw voor mij, zooals u weet." Lady Susan knikte. Zij hadden samen reeds ver scheidene aangename uren spelevarend op het meer doorgebracht en zij had een sterk vertrouwen in Ann's routine bij het besturen van een roeiboot „Heel goed. Maar vergeet niet, dat Tony je om tien uur komt halen voor het bal en dat je je nog moet verkleeden." Ann lachte instemmend en toen Lady Susan zich in haar slaapkamer had teruggetrokken, trok zij een gebreid jasje over haar avondjapon en verdween in den tuin. Het was een groote tuin, doorwoekerd van planten en door een hoogen muur van den weg gescheiden, terwijl aan het uiterste einde het meer zelf lag. Hier was een kleine, houten steiger opge richt, waartegen een lichte roeiboot, de Rêve, lag, gemeerd. Op handige, vlugge wijze maakte Ann de vanglijn los, hing een licht aan den boeg van de boot, stak de riemen in de zijgaten en roeide rustig weg over het gladde water Geïllumineerde booten voeren de een voor de ander rond de landtong en voegden ieder een nieuwen krans van dansende lichtjes bij het feestelijk schouwspel. Als een wolk vuurvlinders schenen de lichtjes te zweven en te dartelen boven den duisteren waterspiegel. Motor bootjes gleden tusschen de anderen af en aan, terwijl van een der groote dekbooten, wier coutouren in kleurige lichtlijnen voorbijschoven, de bloemrijke melodieën van een strijkje overwaaiden. Soms hoor de men gezang uit een der booten, terwijl nu en dan het langgerekte, gefluit eener sirene door de lucht trilde. Geleidelijk dreef Ann mee in den stroom en manoeuvreerde handig tusschen alles door. Het ge zicht der versierde en verlichte bootjes verrukte haar. Er waren sommige met fantastisch-gloeiende Chineesche lantarens, die een phosforiseerend licht Verdwijnende oasen. PESSIMISME GERECHTVAARDIGD? Uit de berichten der betreffende Engelsche en Fran- sche autoriteiten blijkt, dat de Sahara ieder jaar één kilometer groeit. Wie een tiental jaren niet in Ni geria geweest is en er dan eenigs zins noordelijk van komt, bijvoor beeld in het gebied tusschen het Tsjad-meer en Ansongo of Gao. zal tot zijn verbazing moeten con stateeren, hoe daar, vroeger gras land, nu de. woestijn heerscht. Sinds de Gradir expeditie van 1923/24 haar weg vond door de droge Tanasroeft, sedert tusschen Rnggan en Gao, 320 mijl bezuiden Raggan, Biddon 5 werd gevonden, waar tegenwoordig vliegmachines en auto's tanken, hebben wij ge heel andere mogelijkheden om de woestijn te observeeren dan vroe ger. Op deze breedten, waar men de Poolster, het Zuiderkruis en de maan tegelijk aan den hemel ziet, beleeft men hoe letterlijk de woes tijn groeit. De Tanasroeft kruipt naar Oost en Zuid. Onophoudelijk, onver moeid Op zeer oude kaarten vindt men oasen en wegwijzers aangegeven, die tegenwoordig niet meer te vin den zijn. Dit bewijst, dat sedert de laatste 250 k 300 jaar de Sahara in dit gebied tusschen Gao en het Tsjadmeer van 250 tot 320 kilo meter is gegroeid. Men beschikt over dit tijdperk over nauwkeurige gegevens, maar men heeft eerst sinds eenige tientallen jaren met scherpzinnige, maar helaas In praktijk niet succesvolle theorieën, den strijd tegen de woestijn aange bonden. Voor de Fransche en Engelsche koloniën wordt de groei van de Sahara een levenskwestie. Ge meenscha ppelljk wordt hier tegen ie natuur gevochten. De Emir van Katsina, die zioh in het geheel niet met Oostersch fatalisme aan de woestijn over geeft, heeft reeds met groote aan plantingen de eerste pogingen ge daan haar tegen te houden. Steeds brokkeliger wordt de bo dem door den gloeienden dag en den ijskouden nacht; heet en koud, krimpen en uitzetten en steeds droog. De rotsen verpulveren en dit stof waait de wind verder en vernielt alle gewassen er mee. Men zou op flinken afstand van de woestijn een zeer breeden gordel met machtige irrigatiewerken moe ten aanleggen, wil men met eenig succes het gulzige zand kunnen bestrijden. Niet alleen in Afrika groeit de woestijn. Over de geheele wereld maken de zandvlakten zich op en zullen maar dit volgens heel sombere profeten de werelddee- len bedekken. Somber zijn deze voorspellingen zeker. Want wij mo gen niet vergeten, dat in de geheele wereld proeven genomen worden met het verwekken van regen. In Asjabad is men daar zelfs voor 100 in geslaagd. Wanneer deze methode door de verdere proefne mingen deugdelijk blijkt, dan za! men de begcerige woestijnen af doend te lijf kunnen gaan. De berichten uit Amerika zijn eveneens somber. Een ieder weet van den zandstorm, die Amerika geteisterd heeft. Nooit is een zand storm zoo groot en geweldig ge weest, nooit omhulde hij zoovee! steden, bedekte zooveel akkers. Uit de rotsgebergten, uit de gras- looze vlakten sleurt de wind het zand hoog en ver mee. Nog ruischt het graan in Wcst- Amerika. Maar reeds verkondigen serieuze wetenschappelijke men- schcn het woestijnspook. 6e kolo nisten, die 20 of 30 jaar geleden het struikgewas kapten en gras en weiden omploegden, kapten een bres in de natuurlijke verdediging tegen het zand. Het Amerikaansche boschbeheer neemt nu strenge maatregelen om door aanplantingen een wal op te werpen. Dat Is hier nog mogelijk. Maar geheel anders is het in de Aziatische woestijnen, hier, waar het meer Lop Nor zijn wandeling nog steeds niet staakt, wordt de woestenij steeds grooter. Vroeger waren er evenals in de Arabische woestijn groote steden. Steeds meer ruines ontdekken de ijverig speu rende vliegers. En voor Australië moet men wel eerlijk toegeven, dat men daar glo baal genomen nog niet verder geko men is dan de kust. De Atacama Chiles wordt niet kleiner, al groeit zij dan ook niet zoo razend vlug als de Sahara. Wanneer men tot de bovenge noemde sombere profeten behoort, dan komt mon, wanneer men nauwkeurig cijfert, tot het resul taat, dat over tientallen eeuwen de woestijn gezegevierd zal hebben. Dus geen dood der aarde door kou de, door gebrek aan zuurstof, maar heel eenvoudig door zand. Maar ende despereert niet. onpassende schoenen niet aan te trekken en bleef onverschillig. Bij de ter zitting gedane opmetingen kwamen do maten niet precies overeen. Karei T. staat, volgens den rijksveldwachter, niet gunstig bekend. Men vermoedt in hem een inbreker. Zijn strafregister is dan ook niet hlanco. doch bij deze rechtbank is hij een onbekende. Verdachte Tr. zei, dat men den laatsten tijd be slist niets nadeeligs van hem kon zeggen. Ten slotte werd als ingeschoven getuige A charge ook nog gehoord Pieter Bessi, n 38-jarig chauffeur, destijds tc Uitgeest. Hij verklaarde dat hij op ver zoek van Karei T. 'n autohand had gehaald hij Adrianus D. en is men daarop gegaan naar het café van Castricum op Bakkum. Behalve Adrianus D. en Karei T. waren ook nog van de partij zekere Vrouwe en W. Bruinenberg. De niet vlotte onderhandelingen hadden eindelijk tot resultaat, dat de band door Willem Castricum werd gekocht. Piet Bessi had voor zijn bemoeiingen 4 A 5 gulden ontvangen. De heer Officier gaf een resumé van het verloop der zaak en kwam tot de conclusie, dat de diefstal in vereeniging was begaan en trachtte voorts aan te toonen, mede uit dc buitengerechtelijke erkente nis van Karei Tr.. waarvan hij later zeker zelf was geschrokken, dat het feit wettig en overtuigend was bewezen. Gevorderd werd tegen den meer sympathie ken eersten verdachte D. 6 maanden gev. en tegen Karei Tr. 10 maanden gev. Karei gnf het woord aan zijn verdediger, doch vooraf werd dit vergund aan mr. Prins, die in een geestig betoog met weerkun dige waarnemingen nog wat méér clementie ver zocht voor zijn cliënt, dan de officier had betoond oor dezen sympathieken verdachte, vader van 4 kinderen. Pleiter concludeerde dus geldboete of voorwaardelijk. Mr. de Groot was van meening dat in zijn zaak muziek zat en het contact met Karei T. uit een sportief oogpunt zeer belangwekkend was. Vervol- over het water wierpen, terwijl andere met vreemde kleuren langs dreven als droom booten op een betooverd meer. Zij had de riemen laten rusten in haar schoot en sloeg het tooneel gade met die le vendige belangstelling, die karakteristiek voor haar was. Zij was er zoo in verzonken, dat het haar ontging, hoe haar eigen smalle bootje tamelijk in het ge drang was geraakt. Aan haar rechterzijde lag een groot zeilschip, dat alle uitzicht aan dien kant ont nam, terwijl achter haar een heele rij bootjes lag sa mengeperst als een flottilje Theemsbootjes, die op een zomerschen dag de opening der sluizen afwacht. Vaag en verward hoorde zij liet naderende gonzen van een motor, vermengd met het geluid van vroolijk zingende stemmen het veelstemmig koor van een overmoedig stel feestvierders. ...Het gebeurde allemaal op overrompelende, ver rassende wijze. Het ééne oogenblik was zij nog ge vangen door het sprookje der feeërieke vloot, die op het meer deinde en het andere oogenblik vervulde een roezemoes van heesch en verward geschreeuw de lucht; het dreunen van een motor drong hevig in haar ooren en een motorboot, die was volgepropt met aangeschoten jong^ui, schommelde wild langs den boeg van het zeilscWip en voer als dronken op haar af. Intuïtief greep zij de riemen, maar het was tever geefs, daar deze door den druk der andere booten langs de zijden waren vastgeklemd. Toen klonk, haast vlak aan haar ooren naar het scheen, het korte commando van een diepe krach tige stem, die vreemd vertrouwd leek: „Sta op!" Nauwelijks beseffend wat zij deed, gehoorzaamde zij, blindelings zwichtend voor het onweerstaanbaar bevel. Zij voelde haar "chte, fragiele bootje onder haar voeten wegwankelen en toen werd zij vastge grepen door sterke armen, die haar veerend ophie ven uit de kantelende boot en haar in een andere overbrachten. Nog voor zij tijd had te rcaliseeren, dat zij in veiligheid was, ramde de motorboot kra kend met den boeg tegen de leege „Rêve" en smeet deze overstag, zoodat ze in een oogwenk met water was gevuld en geheel omsloeg. En toen zonk ze plotseling weg, alsof een of andere monsterachtige hand haar vanuit de onderste diepten had aangegre pen. Ann, die met opengesperde oogen naar de snelle en volkomen vernietiging van de Rêve had gestaard, begon hevig te sidderen. Indien de onbekende redder haar niet uit de boot had weggerukt, zou ze zelf in die haast fantastische diepte van het water rond- gens bestreed pleiter den officier op onderscheidene punten in dions requisitoir, om tot het slot van zijn uitvoerig betoog te komen tot de conclusie, dat ver dachte T. in elk geval te zwaar was heiast. niet in het minst omdat hij de rol vervulde van den wolf, die in een kwaad gerucht staat en verzocht pleiter vrijspraak en in ieder geval in aanmerking te wil len nemen, dat verdachte reeds geruirneu tijd in voorarrest heeft doorgebracht. Castricum. WILLEM ALS SCHULDHELER BESCHOUWD. In oen donkeren Maartschen nacht kreeg de aan- ncmer-expediteur-caféhoudcr. de 4«»-jarige Willem C op Bakkum. gemeente Castricum. bezoek van ecnige personen, per auto gearriveerd, waaronder dc twee verdachten uit de vorige zaak. Arie D. en Karei T„ welk gezelschap eenige verteering maakte en Karei T. tevens een nieuwe vrachtauto-buitenband presen teerde voor f 35. Willem was niet zoo happig op dit koopje, maar na' informatie of dc zaak eerlijk was, ging hij er ten slotte toe over den gemonteerden buiten- met binnenband voor f 25 te koopen. in welke omstandigheid de Officier motief vond hem te vervolgen ter zake schuldheliug. In deze zaak werd gehoord Rijksveldwachter Til stra, die den band in beslag nam, alsmede Arie Danenberg en den chauffeur Piet Besse aanhield. Wat dit verhoor betrof kunnen wc wel verwij zen naar de vorige zaak. Voorts weid nog gehoord op verzoek van Willem C, als getuige A décharge, de heer Dirk Schermer, 'n 56-jarig tuinder op Bak kum. die tegenwoordig was bij het autoband-han deltje en kon verklaren dat Willem wel driemaal had gevraagd of het eerlijk was. Gevorderd werd, aangezien de Officier niet was overtuigd of verdachte zich wel voldoende op de hoogte had gesteld omtrent de tc verantwoorden worstelen of weerloos als een steen naar den bodem gezonken zijn. „Wees niet bang, u is hier veilig." Weer die vreem de, bekende toon in de rustig-verzekerde stem. Ann wrong zich om in den greep der armen en staarde op naar het gezicht van haar redder. Een dwalende lichtschijn onthulde een klein wit lidtee- ken boven het linker jukbeen. „U!" riep zij haast ademloos uit. „Is u het?" „Ja." Zij ving een klank van innerlijk plezier op uit de stem, die door het duister tot haar kwam. „Uw geloof is valsch gebleken, zooals u ziet Ik verwachtte niets en nu beleef ik hier ineens een zeer charmant avontuur." „Ik zou het niet op die manier bezien", antwoord de zij droevig. „Waarom niet? U heeft weliswaar een boot verlo ren en ik heb er een passagier bij gewonnen. Onze gezichtspunten zijn verschillend." De armen, die haar vasthielden hadden hun greep niet verzwakt en zij woelde rusteloos om los te ko men, daar zij zich plotseling zeer beschroomd voelde in die omhelzing. Oogenblikkelijk daarop voelde zij zich bevrijd. „Zult u zich goed houden?" hoorde zij op koelen toon vragen. „O ja ja zeker", stamelde Ann. „Dit Is een zeet stevige boot, niet?" vroeg ze met trillende stem. „Ja, het is een motorboot." Nu het rumoer van het ongeluk was weggestor ven, kon ze het zachte gonzen van een motor hooren. „U zou geloof ik beter kunnen gaan zitten," her nam de Engelschman. „De dronken heeren van de boot, die op de uwe liep, zwalken nog steeds in de omgeving rond en zouden weer op ons kunnen bot sen. En U zult er wel niet voor voelen om een twee de kans te loopen omver gevaren tc worden." „Neen, natuurlijk niet". Zij ging haastig zitten. „Ik ik weet werkelijk niet, hoe ik U moet be danken", begon ze verlegen kuchend. Zij voelde zich op zonderlinge wijze beduusd en woordenloos in de tegenwoordigheid van dezen man. „Probeer het maar niet," antwoordde hij eenigs- zins onhoffelijk. Dit was niet zeer geschikt om haar moed in te blazen, maar Ann keerde vastbesloten tot het onder werp terug. „Ik moet het", zei ze. „Als u er niet bij was ge weest, zou ik zeker verdronken zijn." Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1934 | | pagina 2