Waar de eeuwen droomen^ Het Escorial Alhambra Zaterdag 7 Juli 1934. SCHAGER COURANT. Vierde blad. No. 9512 Een rijk bouwwerk door Philips II gesticht Een golf van zacht geuren, ondefinieer» baar als een Oos» tersch sprookje. WIT schemerende bergen houden stil dc wacht achter do roode muren en torens, die het geheim „Alham bra" bergen. Onze vorschende blik volgt de forseh golvende lijnen van den rustigen bergrug: de Siërra Xevadat Als een andere Tnygetos, torent ook hier een ziiverharige grijsaard den wal omhoog tus- schen de nederzettingen van een met de natuur vergroeid heldeuvolk en dc blauwe »ee. Hier mag het geweest zijn dat Chateau briand na zijn Oostersrho reis de schoon heid van Spanje duidelijk werd! Dit beeld moet hem wel den verbaasden roep ont lokt hebben: „Terrc de délices!" Land der geneugten! Alhambra, Generalie en Monte Santo hebben zich in zijn verbeelding gegrift als die fantastische landen, die men bij den eersten zonnestraal aan den morgcnrooden hemel ziet oplichten. In de lente van 1807, van Gibraltar komend, beleeft de grootc romanticus twee dagen Granada. Ilem is zijn dichterlijken tocht als „la course rapi- de d'un liommc qiti va voir la ciel, la terro et 1'eauden vluggen tocht van een mensch. die den hemel, het land en het water ging zien. Hij blijft niet bij de schil dering van bet landschap staan. Zo. wordt voor hem tot een romantisch stemmingvol schilderij. Hij bezweert de gestalten, wier noodlot liet Alhambra werd. Hij vangt de grooto geschiedkundige uiteenzetting tus- schen Morgen- en Avondland in het brand punt van het Koninkrijk Grnnuda op in een spiegel zijner novelle: „Les aventures du Dernier Abenccrragc" Do avonturen \an den laatsten der Abencerragen. Hij breekt een lans voor den ridderlijken aard der Moorcn, bezingt bet Alhambra als grootste cu laatste monument hunner grootheid en van hun tragischen onder gang en laat de plek van hun militairen en cultureelen glans overstraald worden door bet „Génie du christianisme". Maar nog andere herinneringen dringen zich aan ons op! Beluisterden we niet den prettig en ge zellig vertellenden good old Washington Jrving in zijn oude Alhamhra-vertellingen: „Tales of the Alhambra", die thans als ijle sluiers van verdichting over de werkelijk heid zweven... Dc Zuid-westelijke ingang der burcht, de Puerta de Justicia. een hechte, steenen toren met een praebtigen deur, vormt een indrukwekkend toeken van dankbaarheid van den koninklijken bouwer Joessoef. een gedenkteeken uit het jaar 1318. Dc schoonheid, de list en de sterkte hebben samengewerkt, om deze to ren tc doen verrijzen. De sterkte bracht dc zware rotsblokken bijeen, waaruit het met selwerk is opgetrokken, bijeengehouden met zware ijzeren ankers, de list maakte van den toegang tot do poort een doodloo penden, hollen weg, die driemaal gebro ken is, oin de vijandelijke aanval te ver tragen. de schoonheid plaveide de muren met wit marmer en bouwde hoefijzervor mige poort bogen, versierd met schitterend reliëfwerk. Dan komen we vóór de citadel, de Plaza de los Aljibes. de binnenplaats met de beroemde bron. Aan do Noordzijde zagen de torens der Alcazaba omhoog en opeens vreemd-aandoend in de Middel- éeuwsch-Moorsche sfeer, die de Alhambra vervult staan we voor bet breede front van het Rcnaissance-paleia van Karei V. Hier heeft de keizer na zijn huwelijk te Sevilla met zijn jonge gemalin Isabella van Portugal, zijn feestclijken intocht ge- honden. Al deze bouwwonderen zijn nog 9leehts vooruitgeschoven coulissen; zij hebben niets uitstaande niet hetgeen de Alhambra tot het onovcrtreffelijke, zeldzame natio naal heiligdom maakt, tot een gedenktee ken van Spaansche historie en kunst, tot een Oostersch sprookjespaleis, een Moor- schen ark. een toevlucht voor de laatste Moorsche heerschers en strijders toen de golven van de roemruchtige christenlegers het eene Moorsche eiland na het andere wegspoelden, uit het Ebro-land uit Casti- Jie" en uit het laagland van Andalusie". De Alhambra is do „oude burcht", lang- gestrekt gelegen op het 726 meter lange plateau, overheerscht door het landhuis Generalise, dat in het Oosten verrijst, op Onderdeel van de Patio de los Leones et la Alhambra. de helling van den Cerro del Sol, bij de Daror-kloof! Deze oude Alhambra heeft zich be scherm door een gordel van roode muren, verdedigd door roode torens, de Torros Ber- mejas. Zij is ook thans nog het trotsche kenmerk en symbool van strijdlust en over- heersching! Hier stelde Mohammed I, ge lijken tred houdend met de vorderingen, van zijn architcctoriale schepping, zijn ge- loofsbeleidenis op: „er is geen overwinnaar zoonis Godl" Walaghaliba UI Allah!" De toenadering van de Arabische cultuur tot de Europeesch-Spaansche leidde tot 'n wonder van Arabische kunstzin en onder de regeering van de prachtUevende Moor sche Koningen Joessoef I en Mohammed V werd het werk voltooid tot een volmaakt heid, die Sevolla en Cordova overtrof... Een vijandelijke dolk trof Joessoef doode- lijk, een paleisrevolte maakte een einde aan Mohammed V's kunstzinnige daden, burgeroorlogen ondergroeven de macht der Moorsche alleenheerschers. Met den val van de Moorsche stad Antequera ver liezen zij het laatste bolwerk tegen de voortschrijdende christenen. De Islamitische bewoners van de overge bleven stad stichten in Granada een voor stad. Steeds nauwer wordt het cordon, om de laatste Moorenstdrkte, het Alhambra, getrokken. In het midden van de 15de eeuw mag Mohammed X nog enkele tien tallen jaren ongestoord regeeren. Bedriege- lijk is die rust! Dc stilte vóór den storm: de groote storm, die Moorcn en Joden uit Granada, uit Europa verdrijft, wegvaagt. En uit het woeden van dezen storm wordt de nieuwe, nationai staat geboren. Het is het werk der „Katholieke Koningen", die in de twist der Moorsche Koningsfamiliën, een welkome aanleiding vonden om in troebel water te gaan visschen. De jaloezie van twee koningsvrouwen verwekt tenslot te een opstand. Dat was de bezegeling liet liet Noodlot der Mooren-dynastie. De sultane Aisja stookt haar zoon Boabail op, de wapenen ter hand te nemen, uit jaloe zie op haar christelijke mededingster. Boahdil's vader wordt van den troon ge- stooten. Maar ook Boahdil ondergaat dit lot weldra. Op 2 Januari 1192 houden de „Katholieke Koningen" hun intocht in Gra nada, in het Alhambra De Spaansche Staat is geboren! De anarchie dezer middeleeuwsche op standen in Aragon en Castilië is volko men gebroken! Fcrdinand, de Koning van het Ebro-dal, een Spaansche Macchlavelli, gebruikt de politiek op listige wijze als werktuig en bouwt zijn Staat op, met den blik gericht op dc Middellandsche Zee en Italië. Isahellu, de Koningin van liet Cen trale plateau is zijn tegenstandster. Zij wil de eenheid van Spanje bevorderen, maar meer in kerkeiijken, dan in staatkundigen zin! Tenslotte sluiten zij zich aaneen: Fer- dinand met zijn staatkundige eerzucht, met zijn vurig nationalisme, Isabella met haar minder-materialistischc idealen. Zij willen het Nieuwe Spanje scheppen! Dit was evenzeer een product van Isabelln's godsdienstige opvattingen als van Ferdi- nand's politiek. En dit ternauwernood ont stane Spanje ontving van het lot een kost baar wiegengeschenk; de donkere wade in het Westen werd verscheurd cu er ging daar een nieuw werelddeel glanzen, een nieuw land der belofte. Columbus stond voor de poorten van Granada. Het uur, dat Fcrdinand en Isabella deed triumfee- ren over alle vijanden van Spanje, maakte de. koningin als het ware helderziend voor het toekomstig wereldlot, zoodat zij de ge waagde worp in het groote onbekende deed, in het aardrijkskundige raadsel, waarvan de oplossing mocht en ook alleen maar kon worden gevonden door den merkwaardigen Genueeschen avonturier Colén. Terwijl Boahdil op zijn vlucht naar Afri ka vanaf een bergpad nog een laatste blik op Granada wierp, terwijl Moorcn en Jo den dachten over een uittocht uit Auda- lusië, verscheen Colan aan het hof in het kamp van Santa Fé voor Granada om te onderhandelen over zijn tocht naar Indië. Al deze herinneringen en historische overpeinzingen vervliegen echter, wanneer men den eersten blik slaat in de verborgen sprookjeswereld van het Alhambra. Het is de patia de los arrayanes, de myrtenhof! Een langgerekte, rechthoekige binnenplaats ingesloten door paleisvleugels van twee verdiepingen en aan de smalle zijden afge sloten door sierlijke booghallen. Achter de Noordelijke booggalerij verheft zich de in drukwekkende Comarestoren, eigenaardig groot en zwaar afstekend hij de sierlijke gevel van den onderhouw. Toch is liet r.iet die toren, die ons het meest boeit, doch de onbeschrijfelijke diepe indruk, wel ke men hier krijgt van de tijdlooze en toch eeuwige rust. die over de binnenplaats ligt. Hier voelen wij voor het eerst op onze reis de stilte van het Oosten. Zij is wel licht het diepste mysterie van deze sprook jessfeer. Het wezen van het sprookje ligt niet in de verscheidenheid van vreemde figuren, in het fantastische, spookachtige of snel wisselende karakter, dat vele sprookjes eigen is. Hier vinden wij het: stilte, afgeslotenheid, gedempt licht, maar toch daglicht, de vrije adem van bergen en tuinen, maar toch bijna onbeweeglijk in den ingesloten tufn, een golf van zachte geuren uit verre tuinen, ondefinieerbaar als een Oostersch snrookje. Hier en temid den van de speelsche gratie der hallen, welker fijne marmeren zuilen aan tenten 'toen denken, waar een lichte schijn hangt, die toch niet fel wordt door de stille, hooce muurvlakken rondom, hier vindt men alle elementen, die de Oostersche bouwwijze zoo merkwaardig en bekoorlijk maken. Waar eens Koningen droomden. D* ldarlène Dietrich van het Zigeunerkamp. HET was een zeer persoonlijke wensch van Philijs II, om bij een klein dorpje op de Siërra Carpe- tana het klooster van den II. Laurentius van het Escorial tc doen ont staan. Zoowel uit artistiek als uit histo risch oogpunt is het een der aantrekke lijkste gebouwen van geheel Spanie. Het doel van Philips II was, een huis van afzondering en gebed te bouwen, dat te vens tot grafkelder kon dienen voor de leden van het Koninklijk Huis. Het werd gewijd aan den H. Laurentius, omdat op diens feestdag in 1557 de slag bij Saint- Ouentin was gewonnen. Het klooster zou worden toevertrouwd aan de orde van den H. Hieronvmus. omdat die een Spaan sche orde was, die bovendien Karei V gekozen had om hem naar Yustc te ver gezellen. Philips II riep de bekwaamste kunste naars tot zich om zijn geliefkoosde bouwwerk tot stand te brengen. Jean Baptiste de Toledo kwam uit Napels over om de werkzaamheden te leidon. Het was hem echter niet gegeven, ze ook te beëindigen: dit deed Juan de Verrern, die er zoozeer zijn persoonlijken stem pel op drukte en een strenge zuivering doorvoerde van de klassieke elementen, die door de Italiaansche Renaissance waren herleefd, terwijl hij ze tevens aan paste aan de behoefte van zijn tijd. De bouwwerkzaamheden duurden van 1563 tot 1580. Tonn zij beëindigd waren, streef de Philijs II. die een streng, doch op recht man en een gotd bestuurder was, zoowel als een verfijnd kunstliefhebber, ernaar om het Escorial te maken tot een toonbeeld van alles., wat de Renaissance was. en dat niet alleen op kunstgebied. Philips II W'hie. dal zijn stichting cm centrum werd van Bijbelsche en klas sieke studies en daarom bracht hii er een groot aantal hoeken en manuscripten hiieen. En ook na zijn regeoring werden de collecties van hei klooster, dat gedu rende een deel van het jaar de koninklij- ke familie tot verblijf diende, voortdu rend verrijkt. Het klooster Is een geweldig rechthoe kig gebouw van 206 hij 1G1 M. met on derling gelijkvormige gevels en vier kante torens op de hoeken, die voorzien zijn van kapiteelen. Daarbinnen zet het gebouw zich voort rondom een aantal binnenplaatsen, waarvan een der schoon ste die der evangelisten wordt genoemd. Hier vindt men een klassiek tempeltje, omgeven door symmetrische vijvers en dichte hagen van bukshoomen, alles overheerscht door dc grootsche massali teit van het gebouw in de strenge stijl van Herrora. De hoofdgevel ziet uit op het Westen en wordt gekenmerkt door ern verhooging van het bouwwerk en door het centrale gevelstuk, waar de Ionische stijl over de Toscaansche domi neert. terwijl hoven het geheel een klas siek fronton is aangebracht met gekoe- pelde pvramiden. De hoofdingang voert naar de binnenplaats der koningen (patio de los reves), terwijl hierop weer dc voorgevel van de kerk uitkomt, met haar twee gelijke torens en «le reusach tige heelden der koningm van Juda, die pan de binnenplaats haar naam geven. Aan de achterzijde wo-dt tenslotte het geheele gebouw bekroond door de klas sieke boog van den cimborrio. In de ontzaglijk groote. in strenge stijl gehouden kerk zijn de verhoudingen zoo harmonisch, dat de kolossale afmetingen van het schip de rest niet „doodslaan". Het altaar in de Canilla Mavor is van Herrora en Jacome Trezzo met heelden van ï.eoni. Ter weerszijden ervan zijn Karei V en Philijs II met hun gezinnen voorgesteld door Unielende beelden van verguld brons, een werk van Leoni, dat een grontsch en indrukwekkend effect maakt. De altaardoeken zijn van Itali- musche en enkele Snnnnsche schilders. Voor zoover de fresco's van de kerk even oud zijn als het gebouw zelf. zijn ze bef werk van T.ucas Cambiasso. Het ziin ',?e van het koor en van de Capilla **evor. Het Pantheon der koningen kwam nnvci gereed in den tijd ven Phil'm IV bevindt zich onder de Canilla Mavor daalt erin af langs een smalle trap, die eindigt in de grafkapel. De stijl daar van is in overeenstemming met dien tijd en staat ver van Herrera's kunst af. In de wanden bevinden zich openingen met de doodkisten der Spaansche koningen en hun gemalinnen, vanaf Karei de I, doch met uitzondering van Philips V. Fcrdi nand VI en de hunnen. Het Panthéon der infantes dateert uit de negentiende Het Escorial te Madrid eeuw en vertoont een zeldzame collectie Florentijnse!» en Carrarisch marnier. Hat bestaat uit acht zalen; in één daarvan rusten de overblijfselen van Don Juan van Oostenrijk, de overwinnaar van Le pante, een bastaardbroeder van Philips II. Het eigenlijke museum van het Escorial bevindt zich echter in de kapittelzalen van liet klooster en de sacristie van do kerk. Het aantal schilderijen en hun kwaliteit zijn van dien aard. dat men van een eersterangs collectie kan spre ken. Wij noemen slechts «Ie „Kruisafne ming" van Van der Weiden, vele wer ken van Bosco, „Jacob en zijn kinderen" van Velasquez, „de marteldood van den H. Mauritius" en „de droom van Philips II" door Graeco. de „Voetwassching" van Tintoretto en het „Avondmaal" van Titi- nan. In de sacristie vindt men doeken als „de H. Eugenius" van Graeco- en „do H. Antonius" van Ribera onder zeer velo andere. De grootste belangstelling trekt echter het wonderbaarlijke werk van Claudia Coelo, dat voorstelt, hoe Karei II en zijn bof in deze zelfde sacristie van het Escorial de H. Eucharistie aanbidden. Dc bibliotheek is gevestigd in een grooto zaal, versierd niet schilderijen van Perc- grino Tibaldi en Bartolomeo Coducci, dio duidelijk den invloed van Mirhel Angelo verraden. Zij is later nog verrijkt met tal van werken uit den tijd van Philips II en ondanks betreurenswaardige verliezen be zit zij in haar 40.000 boekdeelen nog een onmetelijken rijkdom, omdat het meeren- deels zeer zeldzame boeken zijn. Er bevin den zich vele middeleeuwsche codes on der, benevens Grieksche, Latijnsche, Hc- breeuwsche en Arabische manuscripten. In dat gedeelte Tan het klooster, dat door de koningen werd bewoond, is een duidelijk onderscheid waar tc nemen tus- schon de vertrekken van Philips II en het overige doel van het paleis. De vertrekken van Philips II bevinden zich nog in den zelfden toestand als tijdens het leven van dien vorst met alle kunstwerken en meu bels uit dien tijd. In deze eenvoudige apar- tementen leeft nog zijn nagedachtenis: zijn bedstede was zoodanig aangebracht, dat hij liggend dc mis kon volgen; zijn werk kamer was zoo eenvoudig als' een cel. Een troonzaal diende voor dc hofplechtigheden, recepties en audiënties voor gezanten en hoogwaardigheidsbekleders, die vanuit 't hartje van Europa naar het Escorial gin gen, wanneer zij door godsdienstoorlogen in moeilijkheden verkeerden, en voor de afgezanten uit het verre en geheimzinnige Indië. Vlakbij bevond zich de kamer van 's konings dochter, zijn geliefde Isabella Clara Eugenie, de intelligente en energieke infante, die later landvoogdes in dc Neder landen werd. In deze eenvoudige vertrek ken heeft Philips II een groot deel van zijn leven doorgebracht, steeds waakzaam voor de belangen van zijn land. Hij stierf er ook in 1593, nadat hij eerst de kwellingen van de jicht had doorgemaakt. Het eigenlijke paleis verschilt door zijn versieringen en ook door zijn bestemming van deze vertrekken. Dc zalen uit de acht tiende eeuw verhalen ons van 'n deel der geschiedenis, dat ons nader staat, wat den tijd betreftvan de stormachtige regee ring van Karei IV, van Marie Louise, van het Escoriaalach proces, van Fcrdinand VII en Isabella II. Het paleis vertoont een kenmerkende verzameling van salons, ver sierd niet voorstellingen van bekende too- neelen. De beschilderde plafonds, de meu bels in Empirestijl, de lustres en pendules geven alle een volmaakt voorbeeld van de stijl op het einde der achttiende eeuw. Deze korte opsomming van de rijkdom men in liet Escorial zou echter niet volle dig zijn, als wij niet wezen op de aanblik, die het. gebouw aanbiedt vanuit de ber gen. Het is dan niet langer zwaar en mas sief, doch logisch van opzet en bijzonder fraai en evenwichtig. I)e tuinen zijn prach tig, ook door hun zuilengangen en spiege lende vijvers. Buiten het klooster bevindt zich in het midden van het park de Casita «tel Principe (huisje van den prins), dat op het einde van de achttiende eeuw is gebouwd in dezelfde stijl als liet paleis. Men vindt er schilderijen, die het tot een museum maken, waar ook de meesterwer ken niet in ontbreken.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1934 | | pagina 13