Geestelijk |^even KIJKEn is KOOPEfl tij CLOECK Spaart uw oogen tegen Zon en stof W. C. van Geelen Int. Telef. No. 20 18 PAGINA'S. Over Apen en Menschen. MODERNE FOTO's en VERGROOTINGEN Fotogr. Atelier ARPAD MOLDOVAH - Nieuwe Niedorp AKKERBOUW-EXCURSIE. Zaterdag 7 Juli 1934. Postrekening No. 23330 SCHAGER 77ste Jaargang. No. 9512 COURANT. Dit blad verschijnt viermaal per week: Dinsdag, Woensdag, Donder dag en Zaterdag. Bij inzending tot 's morgens 8 uur, worden Adver- tentiën nog zooveel mogelijk in het eerstuitkomend nummer geplaatst. Uitgave der N.V. v.h. P. Trapman Co., Schagen. Prijs per 3 maanden f 1.80. Losse nummers 6 cent. ADVERTEN- TlëN van 1 tot 5 regels f0.85, iedere regel meer 15 cent Cbewijsno. Inbegrepen. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. door Astor. Om te beginnen een mop! Zij is niet van mezelf af komstig, maar werd mij medegedeeld door een Rus, met wien ik toevallig samenreisde in een spoorweg coupé. We zaten met ons drieën. Een Duitsche dame, een Russische mijnheer en mijn persoon. Toen ik be merkte met een Duitsche dame te doen te hebben, kon ik niet nalaten het gesprek te brengen op Hitier en het nationaal-socialisme. Dat werd tot een zeer heftig gesprek, waarop ik niet verder inga in dit ar tikel. En nu de mop: Toen Adolf Hitier onlangs een be zoek bracht aan Benito Mussolini in Venetië, be groette hij den Italiaanschen dictator met de woor den: „Salvo imperator! (Gegroet heerscher!) en Mus solini antwoordde: „Salvo imitator'* (Gegroet navol- grr.) Ik zou er niet aan hebben gedacht om het boven staande te schrijven als inleiding van een artikel, wanneer ik niet al ge ruimen tijd rondliep met de gedachte om de aandacht te vestigen op een merk waardige eigenschap van de menschen, n.1. de nei ging tot nabootsen. Ken eigenschap, welke heel on schuldig lijkt, maar die toch terdege haar gevaarlijke zijde heeft. Gewoonlijk wil men er niet aan om zijn verwant schap met de apen te erkennen. Velen willen niets weten van do theorie, dat de mensch een millioen ja ren geleden ontstaan is uit een lagere diersoort, welke óf reeds apen waren óf de voorloopcrs van den mensch en den aap, in dien zin dus, dat apen en menschen dezelfde stamvaderen hebben. Wij zullen over dit vraagstuk niet twisten. Ik wensch slechts vast te stellen, dat de mensch in elk geval groote overeen komst vertoont met de open, wat betreft zijn zucht tot nabootsing. Het is bekend, dat de apen deze eigen schap zeer sterk bezitten. Maar de menschen dan? Gij moet eens aandachtig het leven van kinderen bestudeeren en gij zult getroffen worden door de zucht om na te bootsen, om te imiteeren. Er is zelfs een zekere vrees bij hen op te merken om anders te zijn dan de meesten. En zeer eigenaardig is vooral het verlangen om ouderen na te doen. Een kleine jongen steekt graag een stukje hout, een takje of iets dergelijks in zijn mond en maakt zich zelf dan wijs dat hij een sigaar rookt en iets gelijkt op een man. Hij wil iets meer lijken dan hij is en doet daar om de grooten na. Het is zelfs do vraag of iemand van ons wel heele- maal vrij is van deze typische apeneigenschap. De mode zou niet zulk een tyrannie kunnen zijn, wan neer deze eigenschap niet algemeen voorkwam. Er zijn maar weinig menschen, die er zich heelemaal niet aan storen en zich bijvoorbeeld geheel kleeden naar eigen scmaak en met 't oog op eigen gemak en behagelijkheid. Wie herinnert zich niet den tijd, dat onze meisjes en vrouwen zich op de gruwelijkste wij ze het lichaam samensnoerden om toch maar een heel dun middeltje te kunnen toonen of die hun natuur lijke, mooie vormen en lijnen op een belachelijke wijze verborgen achter dwaze ballonmouwcn of de beruchte queue de Paris? Bij het mannelijke deel der menschheid moge de mode niet zulk een groote rol spelen als bij de vrouwen, toch zien we ook daar haar invloed. Vooral in wat men noemt de hoogere kringen. De prins van Wales heeft een grijze hooge hoed op zijn hoofd gezet; onmiddellijk wordt hij door allen, die voor deftig wil len doorgaan, daarin gevolgd! De courantenfoto's heb ben 't ons getoond. Wellicht maakt deze of gene lezer de opmerking, dat dit alles vrij onbeduidend is en vraagt hij zich zelf af of de geestelijke levens gewijd mogen zijn aan zulke onbenulligheden. Wat hindert het of do menschen in hun zucht tot imitatie nog sterk aan apen doen denken? Is er dan iets verkeerd in dat men zich aan de mode on derwerpt? Als het bij onbeteekenendo uiterlijkheden bleef, zou het inderdaad niet zoo erg wezen. Dan zou een wijs mensch daar even over glimlachen en verder niet. Maar dit is het nu juist: het blijft niet bij uiterlijkheden. Want het is een uiting van een zekere geestesgesteldheid, die zeer algemeen voorkomt en die in het heele leven doorwerkt: gemis aan origi naliteit -of duidelijker in onvervalscht Hollandscli: gemis aan zelfstandigheid, aan persoonlijkheid. En deze geestesgesteldheid, deze aapachtigheid kan daarom zeer noodlottige gevolgen hebben. Want zéér ten nadecle der menschheid kan hierop door handige volksleiders en volksmisleiders worden gespeculeerd. Het staat voor mij onomstootelijk vast dat noch Mus solini noch Adolf Hitier zooveel succes zouden heb ben gehad, wanneer zij niet hun uniformen, hun zwarte en bruine hemden, wanneer zij niet hun da verende leuzen hadden gehad. Daar zat een geweldige bekoring in vooral voor do jonge menschen om ook zoon pakje te dragen en daarmede te kennen te ge ven, dat zij óók behoorden tot die generatie, welke de wereld zou herscheppen. Zij gingen de leiders na doen, namen hun manieren, hun uitdrukkingswijzen over. Zij waren zelfs bereid om daarvoor de blinde ge hoorzaamheid te aanvaarden en onderwierpen zich volkomen aan den wil van den oppersten leider. Het was dan ook zeer strelend voor het zelfgevoel, te be- hooren tot die menschen, die den chaos in korten tijd zouden te boven komen. Maar van één ding waren zij zich niet bewust, n.1. dat tegelijkertijd zij werden besmet met een geest, die allerverderfelijkst is en die wanneer hij sterk door werkt, tot de gruwelijkste botsingen moet voeren, tot beneden-mcnschelijke gedragingen. En hier moet ik wijzen op een zeer bedenkelijk verschijnsel, niet alleen te constateeren in die landen waar de dictatuur alle vrijheid poogt te vernietigen en den mensch misvormt tot oen rad van de groote staatsmachinerie, maar ook dóór, waar de dictatuur nog niet aanwezig is. Ik bedoel den groei van het vechtinstinct. Wie nauwkeurig om zich heen ziet en zich rekenschap geeft van wat er gebeurt in de we reld, moet wel getroffen worden door het feit, dat honderden, duizenden misschien een zeer merkwaar dige verandering ondergaan, omdat zij komen onder den invloed van stroomingen, welke thans door de wereld gaan. Van boven af wordt zeer krachtig het nationalisme bevorderd. Het zingen van de Interna tionale voor de Hollandsche radio is verboden; zelfs de muziek zonder begeleiding van de woorden, is con trabande. En met het aanwakkeren van het nationa lisme gaat samen een versterking van het militaris me en van de oorlogsbereidheid. Tot voor betrekke lijk korten tijd konden wij met vreugde zien op een groeiend verzet tegen het militairisme en op een die per doordringen van den afschuw tegen den oorlog. Maar de onzichtbare machten (men denke slechts aan de wapenindustrie d.i. aan de bloedige inter nationale) die in deze maatschappij oen overweldi genden rol spelen, zijn daar niet van gediend. Zij zien met leede oogen, dat het antimilitairisme veel verder is doorgedrongen dan zij wenschen. Daar moet verandering in komen. Hun winsten staan op het spel» Welnu, zij zullen er verandering in brengen. Zij gaan speculeeren, d.i. een beroep doen op de aap- eigenschappen. De verbleekende glans van het mi litairisme moet worden verfrischt. Er moet weer eer bied komen voor den uniform, voor militair vertoon, voor krijgsmanseer. Ec wordt weer geschermd met groote woorden als nationale eenheid en de helden van het verleden worden ten voorbeeld gesteld. Man nen als Koen en de Ruyter worden afgschilderd als de groote mannen, die moeten worden nagevolgd. En dit alles spreekt tot de verbeelding. Men gaat den oorlog d.i. den broedermoord weer romantisch ma ken. Bij alle mogelijke gelegenheden moet, als het maar eenigszins kan, do militaire uniform worden vertoond. Militaire muziek moet klinken. Zelfs bij begrafenissen. Ik geloof dat in haar soort koningin Emma een goedwillend mensch is geweest. Maar is het geen profanic geweest, dat ook bij haar begra fenis het militairisme was vertegenwoordigd? Daar stond men tegenover de majesteit van den dood en daar waren aanwezig de mannen, die bereid zijn om den dood te brengen aan medcmcnschen! En een millioen menschen heeft dien stoet aangegaapt en bewonderend gekeken naar de schitterende uniformen en zij hebben het indrukwekkend gevonden! Heb ben zij er bij gedacht? O, stellig heeft menigeen ge- voeld het tragische van het verscheiden van haar, die in hunne oogen, een voorbeeld is geweest van mooie menschelijkheid. Maar is het niet tot hen door gedrongen, hoe scherp daarmede in tegenspraak was de aanwezigheid van al wat militair is? Maar het was toch zoo mooi! En dat mooie sprak tot de verbeelding en belemmerde het kritisch oor deel. In de plaats waar ik woon, was niet lang geleden een militaire vertooning. Lang van te voren haddei! de menschen zich opgesteld om er getuige van te kunnen zijn. Toevallig kwam ik er langs en vroeg aan eenige menschen, waarom zij daar stonden. Zij waren heel verbaasd over mijn vraag. Daar was immers iets moois te zien. En zij konden maar niet begrijpen, dat ik doorging en die vertooning niet wilde zien. Vindt U het dan geen prachtig gezicht, werd me gevraagd. Toen heb ik geantwoord, dat ik er niets prachtigs in kon zien, omdat ik maar al te goed wist, waarvoor het militairisme diende en ik heb er aan toegevoegd, dat ik bitter weinig respect had voor de menigte, die nog onder den invloed van zulk een vertoon kon komen, dat al die uiterlijke glans mij ijskoud liet of erger nog, dat ik me erover bedroefde, dat de massa nog zoo dom kon zijn daar voor bewondering te koesteren, omdat dit bewees, dat zij vatbaar was voor noodlottige suggestie. Nood lottig, immers datzelfde militairisme mergelt de vol ken dagelijks uit. Want ziet gij, mijn waarde lezers, dat is de ge vaarlijke zijde van al deze dingen, zij hebben een sterk suggestieve werking. Bij zulk een vertooning ziet men de praal en vergeet de werkelijke bestem ming van den militair. En het is die praal, welke vooral den jongen mensch bekoort. Hij zou ook wel zoo'n pakje willen dragen en op zoo'n mooi paard willen zitten en bekeken willen worden. Wil daarom niet de jongen graag soldaatje spe len? En wordt hij daardoor niet aangetrokken tot elke beweging, zooals b.v. de padvinderij, die een uniform voorschrijft en onderscheidingsteekenen heeft? Maar het zijn heusch niet alleen de Jonge men schen bij wie wij de apennatuur kunnen consta teeren. De zucht tot nabootsing blijft heel lang in ons nawerken en wordt bij velen nooit overwonnen. Als men daar als nuchter mensch oog voor krijgt, wordt het vaak vermakelijk. Ik vind in sommige oogen- blikken van mijn leven de menschheid zoo belache lijk. Dan heb ik neiging om te schaterlachen om haar aapachtighcid en de wereld lijkt me één groote apenkooi. Ik weet wel, dat dit niet zoo is, dat er gelukkig nog heel wat wijze en verstandige we zens zijn, die hun eigen weg gaan, die niet alleen maar nódocn, wat anderen vóórdoen. Maar ieder heeft wel eens van die oogenblikken dat hij bij voorkeur het dwaze en slechte ziet. Dan merk ik b.v. op, hoe men bij voorkeur hén wil nabootsen, die men beschouwt als méérderen, om dat zij rijk zijn of omdat zij een hooge positie be- kleeden of om eenige andere reden in aanzien staan. Een sterk staaltje is me uit mijn jeugd bijgebleven van een arbeider in een stad, dien ik zeer goed heb gekend. Zondags ging hij altijd wandelen met een hoogen hoed op, want, zeide hij, zoodra je zoo'n hoed op hebt, ben je een heer. De goeie man was er zich niet van bewust, dat heel zijn houding, zijn klecdij, zijn gezicht en zijn handen hem verrieden. Hij voelde zich méér dan hij was en wist zich gelukkig in de gedachte voor een heer te worden aangezien. Want in zijn oogen was een heer iets méér dan een doodgewone arbeider. Vandaar de zucht tot nabootsing. Een karakteristieke eigenschap van den aap Is, dat hij niet let op innerlijke waarden, maar alleen op uiterlijke dingen, op sterk In 't oog springende kenmerken. Enfin, daar is hij een aap voor. Maar er ger wordt het als de mensch ook hierin op den aap gelijkt. Slechts zelden ziet men de menschen moeite doen om te gelijken op anderen, die uitblinken door Het overlijden van Prins Hendrik. Eenige Inwoners nlt Arnemuiden arriveeren voor het teekenen van de condoleantie-regls- ters aan het Paleis Noordeinde. van buitengewone kwaliteit GEBRUIKTE AUTOMOBIELEN verkoopen wij onder GARANTIE en op PROEF. Garage C. NIEUWLAND, BERGEN. deugd, door innerlijke schoonheid. Trouwens: deugd en innerlijke schoonheid worden in het algemeen weinig gewaardeerd in deze wereld. Zij hecht meer aan schijn en klatergoud. Wie schenkt aandacht aan den eenvoudige, dia ernstig streeft naar levensreinheid? Wie heeft eer biedige bewondering voor den man of de vrouw, die eerlijk strijdt voor rechtvaardigheid en mensche lijkheid? Wie voelt diep respect voor een vrouw, die met uiterst beperkte middelen, ja vaak onder eb lendige omstandigheden, haar huishouding recht weet te houden, en haar kinderen op te voeden? Neen, de glans en de schittering trekt aan. Dat weten zij, die de massa willen beheerschen, dan ook drommels goed. En dat hebben ze altijd ge weten. Vandaar dat zij steeds veel uiterlijk vertoon hebben gezocht en met pracht en praal zich hebben omgeven. O! dan die gedachte om daarbij te behoo- ren, al is 't slechts om een mooi aangekleede lakei te zijn. Dan leeft men in de illusie, dat men óók deel heeft in de bewondering der menigte, dat ook de glans van de grootheid van den heer, dien men dient, ook op den dienaar afstraalt. En men neemt de houding aan van den meester! En wordt tot een potsierlijke aap Aardige staaltjes kan men in dit opzicht beleven. Ik zal hier verder niet over schrijven. Iedere le zer moet zelf maar zijn gevolgtrekkingen maken en zelf beoordeelen in hoeverre ook voor hem de gei lijkenis van mensch en aap van toepassing is. Ik wil slechts eindigen met de opmerking: laten wij nooit vergeten dat de waarde van den mensch alleen afhankelijk is van wat hij bezit aan werke lijke menschheid. En werkelijke menschelijkheid ia nooit naóperij, maar uitleving van de diepste en zuiverste gevoelens. „De kleeren maken den man!** is apentheorie. „Het innerlijke bepaalt onze waarde", is menschen- theorie. ASTOR. Zonnebrillen 30, 40, 50, 60, 125 ct. Stofbrillen 40, 60, 70, 80, 100, 125 ct. Zie onze enorme keuze. Gedipl. Opticien, LAGEZIJDE 40. - Tel. 26. - SCHAGEN. Mededeclingen van het Rijkslandbouwconsulcnt- schap voor Noord Holland: Nu de drukte in de akkerbouwbedrijvcn nog niet aan de gang is en er tevens nog vele interessante dingen te zien zijn op den akker, lijkt het mij niet ongeschikt om alsnog een oproep langs dezen weg te doen aan die akkerbouwers, welke er in principe wel wat voor voelen om nog een dagje te gaan „boe ren" alvorens door de oogstdrukte verhinderd te zijn er eens tusschen uit te gaan. Bij voldoende belangstelling is het voornemen 0111 a.s. Vrijdag 13 Juli een excursie te houden door de polders Waard- en Groet en Anna Paulowna. Ten einde zorg te kunnen dragen voor bespreking van autobus en „koffiegclegenheid" zie ik opgaven van deelnemers gaarne tegemoet tot en met Donder dagmorgen 12 Juli (op z'n allerlaatst tijdens mijn spreekuur bij „Boontjes"). De kosten worden hoofdelijk omgeslagen, zoowel van bus als van eventueele uitgaven voor koffie drinken. Zij die per auto wenschen deel te nemen gelieven dat even .te vermelden bij hun aangifte. Het eigenlijke excursieplan heb ik mij gedacht als volgt: Samenkomst om 9 uur (n. t.) bij „Veerburg", An na Paulownapolder. 9.20 uur Zomcrtarwerassen proefveld bij K. Vader, Knceskade. 9.45 uur Stikstofvergelijking op suikerbieten bij G. H. Geerligs, Kneesweg. 10.20 uur Wintertarwerassenproefvclden bij R. L. Waiboer, Voorweg. 12 uur Koffiedrinken in Wieringerwaard. 13 uur Vertrek naar den Waardpoldcr ter bezich tiging van groene-crwten-proofvelden, roode klaver vergelijking en brouwgerst-vergeliikingen. 16 uur Vertrek naar den Groetpolder. Bezichtiging van bemestingsproef op groene erwten en kalibe mesting op booncn, benevens zbo mogelijk gevolgen van vruphtopvolgingsinvloeden bij groene erwten. 17.30 uur' Ontbinding van de excursie te Winkel. -Mochten mij nog enkele andere belangrijke zaken ter oore komen, dan zal getracht worden die even eens te laten zien. desnoods met weglating van een of ander proefveld. *ïen teveel aan belangstellenden is niet mogeüjkJ Do Rijkslandhomvconsulont voor Noord-Holland, Ir. G. J. LIENESCH.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1934 | | pagina 1