WE MAKEN EEN KANTEN KLEEDJE.
Een Zeeman in China.
WIJ BOUWEN ZELF
EEN LAMPJE.
Een aardig
paddestoeltje
HOUDT HET POTLOOD
KLAAR.
Wie helpt Klaas Tromp op weg?
WIE KAN HET?
Dit is een soort zoekplaatje.
Niet zooals we gewoonlijk 'n
zoekplaatje noemen en waar
we sommige personen, die
ren of dingen uit moeten
zoeken, die er al op staan,
maar weer een ander soort.
Hier moeten we „zoeken"
naar de beteekenis van al
die stippen en de paar klei
ne figuurtjes die elkaar ver
binden die er tusschen staan.
De beteekenis vinden we
door de nummers met el
kaar te verbinden, maar niet
zoo maar iedere twee num
mers, die een beetje dicht bij
elkaar staan, maar de cijfers
volgen, die erbij staan, te be-
ginnen bij één.
Van één naar twee, vandaar naar drie
enz.
Goed opletten, dat je je niet vergist, want
dan komt het niet uit. Het heeft natuur
lijk iets te maken met de beide potsierlijke
aangedane aapjes, die jullie daar ziet zit
ten!
Je ziet, dat ze elkaar een hand geven.
Wel ik heb er ook mijn hand op moeten
geven, dat ik niets verraden zou wat uit
die punten te voorschijn zou komen. Het
moet beslist een verrassing blijven.
Dat wekt nieuwsgierigheid hè? Nou, je
bent de eenigc niet, die kleine muis zit er
ook nog met zijn snuitje bij.
Aan het werk en opgepast.
Ik beji benieuwd wat jullie ervan maakt.
Kom, blanke, jonge broeder, willen wij te
zamen eens de jachtgronden van onze
stammen bezoeken?
Zoo bedroevend als het is maar de ro
mantiek en de opwindende atmosfeer, die
Karl May in zijn onsterfelijke indianenboe
ken wist te leggen, die zullen wij niet meer
terug kunnen vinden. Weliswaar leven er
in Amerika in de Vereenigde Staten en
in Canada nog ruim 300.000 roodhuiden,
maar zij leven niet meer het vrije en avon
tuurlijke leven van de groote jagers en
krijgslieden van weleer. Neen, de Ameri-
kaansche regeering heeft hen zoogenaamde
„reservaten" aangewezen, gebieden waar
buiten zij zich niet begeven mogen, groote
wouden- en prairielanden. De Amerikaan-
sche regeering stelt jaarlijks 15 millioen
dollars voor de Indianen ter beschikking
waarvoor de reservaten worden onderhou
den en waarmede de scholen worden ge
steund, die tegenwoordig de kleine Indi-
aansche kindertjes moeten bezoeken. En
de Amerikaan is trotsch op dit alles, want
de Indianen zijn voor hen tegenwoordig
waardevolle, levende... museumstukken,
die gasten trekken uit alle landen!...
Dit vreemdelingenverkeer is natuurlijk
van slechten invloed op de zeden en ge
woonten van het Indianenvolk. Want zelfs
de éérlijke, goede roodhuiden, hebben al
lang ervaring opgedaan, dat gasten, die
men in volledig oorlogstooi tegemoet
treedt, en die men het „kampleven", fraaie
rijkunsten en gevaarlijke schietpartijen
vertoont, veel goedgeefscher zijn,... dan
die, waaraan men zich als goed Engelscli
sprekend persoon van beschaving en in
Europeesche kleeding gestoken, voorstelt.
Dus spelen de Indianen Indiaantje! En
als je naar Amerika gaat en bij een van
de beroemde stammen van weleer te gast
bent, b.v. bij de zwartvoet-Indianen, dan
kan je erop rekenen ingewijd te worden
tot „stambroeder" van de „adelaarsklauw"
en „berendoodcr", als je maar vijf Dol
lar neertelt. Voor 10 Dollar verleent men
jc zelfs den titulairen rang van hoofdman
van den stam, met bijlevering van de daar
bij behoorende schitterende vedertooi.
De dappere krijgslieden van vroeger zijn
thans goede vreemdelingengidsen gewor
den, goede gastheeren en... flinke kooplie
den. Een rijke Indiaansche is b.v. eigena
res van tal van oliebronnen. Zij reist in een
hyperelegante luxe-auto heen en weer en
bezoekt in het voorjaar de Rivièra-baden.
Een andere rijke Indiaan moest korten tijd
geleden een kuur in Karlsbad volgen
omdat hij te dik was geworden. Want
de tegenwoordige indianen, ook zij, die
nog in hun tentdorpen wonen, zijn tot een
voor hen onnatuurlijke levenswijze ge
dwongen. De jacht op de dieren, welke op
hun gronden leven, is hun meestal verbo
den, daar de mééste dieren beschermd wor
den door de landswetten. Inplaats daarvan
krijgen ze levensmiddelen en let men
nauwgezet op de opvoeding, het onderwijs
en de hygiène der kinderen hetgeen 't
geslacht onmiddellijk verslapte. Dat past.
niet bij échte roodhuiden, wèl? Denk eens
aan: groenten uit busjes, vleesch uit bus
jes, scholen en badinrichtingen?
Een prettige en practische
arbeid, het bouwen van een
eigen schemerlampje... het
draaivyerk is gemakkelijk tc
maken. Heb je een groote
broer, die nog al handig met
de soldeerbout omgaat, dan
is het heelemaal schitterend.
Het voetstuk-plankje wordt
licht groen geverfd. Nu nog
een stevige gele zijde-soort,
of anders perkament papier. Het laatste is
wel het gemakkelijkste. In het eerste ge
val knippen wij de zijde volgens de teeke-
ning bovenaan uit en naaien roode stukjes
stof erop, dat staat alleraardigst! Is hel
perkamentpapier, dan is gekleurde inkt en
een goed penseeltje er goed voor. Nu wordt
het met eenvoudige steken steeds twee
korten na een lange in elkaar genaaid:
materiaal op draadwerk! De lamp voor de
kinderkamer is klaar! Bij het schijnsel
daarvan kan je wel tienmaal zoo goed
luisteren naar de verhaaltjes, die tante
vertelt!
Jullie hebt allemaal op aardrijkskunde
les wel eens wat gehoord van China dat
geheimzinnige land in de buurt van ons
Indië. Jullie weten natuurlijk dat de men-
schen daar een gele huidskleur hebben en
scheeve oogen wie heeft er nooit 'n pin
da-Chinees gezien? Maar weten jullie nu
ook hoe een Chineesche stad er eigenlijk
uitziet? Heel anders dan een Hollandsche
hoor! Dat heeft Klaas Tromp ook onder
vonden. Klaas Tromp, moet jullie weten, is
matroos en nu voor het eerst op een schip
geplaatst dat naar China gaat. Hij stelt
zich natuurlijk heel wat voor van dit onbe
kende land en in de eerste de beste haven
plaats gaat hij aan wal en op onderzoe
kingstocht uit, zooals jullie op het plaatje
hierboven zien kunt komt hij allereerst
aan een geweldige poort, en wordt tegen
gehouden door een paar poortwachters, die
hem in een raar taaltje wat vragen. Klaas
Tromp zet groote oogen op, maar trekt
dan een heel geheimzinnig gezicht,
fluistert een paar zelf verzonnen woor
den, net genoeg, dat de poortwachters
vol ontzag opzij gaan en hem doorlaten.
Nu is hij binnen, en hij ziet werkelijk de
raarste dingen, houten huisjes met gekleur
de draken op de omgekrulde dakenranden,
vrouwen met broeken en mannen met een
soort jurk aan. Kerken van twee of drie
verdiepingen hoog met fel gekleurde vlag
gen; groote beesten, die op leeuwen gelij
ken, maar gelukkig van steen zijn, en ein
delijk, komt hij aan een heel groot huis,
dat wel het stadhuis zal zijn' denkt hij.
Langzamerhand heeft hij echter honger ge
kregen, hij wil dus wel graag naar het
schip terug. Maar Oh! dat ik makkelijker
gezegd dan gedaan. Alle straatjes zijn zoo
nauw, en lijken zoo op elkaar, hij weet
heelemaal niet meer, hoe hij geloopen is.
Kunnen jullie hem niet helpen om van
uit het stadhuis (begin) weer bij zijn schip
te komen?
Hier zien jullie de oude kruidenheks van
Wilgendorp... Het is een griezelig oud
vrouwtje, met een gerimpeld gezicht. Men
zegt in het dorp, dat zij tooveren kan, maar
dat is allemaal maar bijgeloof. De oude
vrouw doet niets anders dan hout rapen
en dat klein hakken en samenbinden,
waarna zij het verkoopt en zoodoende in
haar levensonderhoud- voorziet. Ze heeft
een gerimpeld gezicht en ondanks haar
hoogen ouderdom is ze nog flink ter been.
Maar alle kinderen zijn bang voor haar
en de honden gaan blaffen, als ze voorbij
komt ...Zelfs de kippen rennen weg,
als ze in de verte aankomt! Maar wij heb
ben genoeg moed wij teekenen zelfs
kalm haar portret... in één lijn!
VOOR VLIJTIGE
MEISJESHANDEN.
Vandaag gaan we 'n
kleedje maken van
restjes kant, die moe
der nog wel hier of
daar bewaard heeft
met de gedachte, dat
het nog wel eens te
pas kan komen. En 't.
komt ook van pas, kijk
maar!
Allereerst moet je er
natuurlijk voor zorgen,
dat de stukjes kant
allemaal hetzelfde ge
kleurd zijn, dus geen
witte en crème of geel
achtige door elkaar.
Wel kun je probeeren door de stukjes
witte kant denk erom niet eerst knip
pen, eerst kleuren in thee leggen
waardoor ze crème gekleurd worden, om op
die manier alleen crème te krijgen, als je
nu eenmaal witte en crème stukjes kant
hebt.
Zijn ze op die manier alle van één kleur
geworden, dan kunnen we aan het werk.
Knip gelijke vierhoekjes, welke ongeveer
zoo groot zijn als een halve briefkaart.
Op een stuk stevig karton leg je de stuk
jes in een regelmatig figuur, zooals het
plaatje aangeeft: op de vier hoeken een
stukje van hetzelfde patroon, in het mid
den een stukje, waar je maar weinig van
hebt en van de vier stukken, die nu nog
overblijven, neem je twee aan twee stukjes
van dezelfde stof.
Maar je kunt ze natuurlijk alle vier van
dezelfde stof nemen en als je maar weinig
verschillende soorten hebt, maar twee b.v.,
dan neem je het middelste stukje en de
vier hoeken van hetzelfde.
En nu gaan we de stukjes aan elkaar
verbinden.
Je hebt het toch wel netjes naast elkaar
gelegd. En het met groote steken aan hel
karton bevestigd?
Mooi zoo. Het naaien gaat overhands
met niet te groote steken, ja zelfs zoo klein
mogelijk, dat is het netste.
Als alles aan elkaar vastzit, tornen we
de groote steken, waarmee de stukjes kant
op het papier gehecht zijn, los en het
kleedje is klaar op de afwerking na.
Als we erg handig zijn, haken we het om,
eerst gewoon, dan een rij boogjes, zooals
de teekening aangeeft; 2 kleine en 1 groote
boog, maar je kunt naar eigen verkiezing
dat mooier of eenvoudiger maken. Je kunt
het ook omfestonneeren. Maar denk er nu
om: in dezelfde kleur blijven van het ge
heel, dat staat het fijnste.