Opgravingen te Utrecht Onderwijzersgenootschap. Haar schuld betaald VARIA. Algemeene vergadering te Alkmaar. GOEDE RESULTATEN. Onder leiding van Professor C. W. Voll- graff werden ook dit jaar weer op het Domplein te Utrecht opgravingen ver richt, die waarschijnlijk volgend jaar worden voortgezet. Jarenlang zwerven expedities door woestijnen, tienduizenden guldens aan onkosten eischen zij. On gelooflijke vermoeienissen, moeilijkheden, ontberin gen en wat dies meer zij. En na jarenlang zwoegen en zoeken, stuiten zij op een tempel, een mummie, een onbekende volksstam. Soms ook is hun werk tevergeefsch. En nu midden in ons land, midden in de hoofd stad van onze provincie Utrecht, in de schaduw van de oude Dom, onder Neerland's eigen regen, wordt de spa in den grond gestoken en twintig eeuwen oude historie opgehaald. Een kleine vijf jaar geleden begonnen de opgra vingen. Het doel was op te helderen, hoe eigenlijk de ligging geweest is van de Heilige Kruiskapel, die in 1148 opgebouwd werd. Men vermoedde toen in het geheel niet waartoe dit werk zooal zou leiden. Men stiet namelijk op de resten van een Ro- meinsch legerkamp, dat daar ongeveer 50 na Chris tus ontstond. Hier kunnen we dus van het eerste begin der stad Utrecht spreken. Het schijnt, dat dit kamp vernield werd en op hooger niveau, waar schijnlijk door overstroomingen veroorzaakt, onge veer 100 na Christus weer opgebouwd. In verband met de elkaar kris kras dekkende bouwvlakken concludeerde men tot een herbouwing. Er moeten houten barakken gestaan hebben. Vorig jaar vond men er een pot met gouden munten, die onderanderen de beeltenis droegen van Nero, gesla gen in de vier laatste regeeringsjaren van dezen Caesar. Hierdoor kon men dus met zekerheid de ouderdom van deze nederzetting bepalen. Dit jaar heeft men er verschillende fundeeringen gevonden, scherven van vaatwerk, dakpannen, medischê in strumentjes en ook speciale tegeltjes. Deze laatsten wijzen er op, dat in de kampen een centrale verwarming werd toegepast. De tegels werden tot kleine pilaren gemetseld, waarop de vloeren gebouwd werden. Hierdoor ontstond dus on der de bodem een ruimte. In de hoek van het ge bouw stond een groote ketel, die de lucht verwarmde, welke onder de vloeren gebracht werd. Men ziet: niet alleen in wegenbouw, waterlcidingaanleg waren de Romeinen ons voor; de moderne centrale verwar ming pasten zij zelfs in legerkampen toe. In een hooger liggende laag vond men grafurnen uit de vijfde en zesde eeuw. Uit den tijd der Mero- vingers vond men ook bizonder mooie sieraden. Op den 13den Juni van het vorige jaar werd op nieuw een begin gemaakt met de opgravingen. Men verwachtte op de plek, waar men aan het werk ging, deelen van de Heilige Kruiskapel te vinden. Hierin is men dan ook geslaagd. Merkwaardig is wel, dat in het fundament Romeinsche betonnen blokken gevonden werden. Zooals men weet werd de H. Kruiskapel door koning Dagobert opgericht. Her haaldelijk werd het gebouw vernield en weer opge bouwd. In 1S26 werd het definitief afgebroken. Een verrassing is wel geweest het vinden van muurresten, die toegeschreven moeten worden aan de St. Salvatorkerk. Uit geschriften wist men, dat deze kerk ten zuiden van de kapel gestaan heeft. Omstreeks 590 werd de kerk volkomen gesloopt Onder de vloer, die uit roode baksteen bestond, vond men diverse geraamten en sarcophagen. Het schijnt dus, dat voordat de kerk gebouwd werd, op die plek een begraafplaats geweest is. In een der kisten vond men een zilveren gesp in een andere een bronzen, eveneens uit den Merovingschen tijd. FEUILLETON. door MARGARET PEDLER. 28. „Er zijn te veel menschen voor ons", mompelde Eliot. Daarna was het alsof zij makkers in den nood wa ren, verbonden door een geheim, woordeloos begrij pen en Ann ging met een lichter hart verder. Cara liep een paar passen vooruit met Robin en den dokter, die zich beiden inspanden haar onverdeelde belangstelling, voor zich op te eischen. Ze zag er erg lief uit. in een eenvoudige japon van lichte stof. Ze was altijd heel apart gekleed, ieder onderdeel volko men in harmonie met de rest. Ze kwamen nu allen in de kassen, die warm en geu rig waren, met den reuk van pas besproeide aarde en een trotsche tuinman onderbrak zijn werk om te vertellen over enkele uitheemsche planten, waarvoor hij zich bijzonder interesseerde. Maar de trots van de pastorie was het orchideeënhuis en geleidelijk trok ie der daarheen. Ann en Eliot liepen een eindje achter de anderen aan en ze bleef even staan om een takje te plukken van een pot bloeiende heliotroop. „Een hemelsche geur!" zei ze, diep ademhalend „Ruik eens!" En ze hield het onder Eliots neus, ver .wachtend dat hij haar enthousiasme zou deelen. Niets ter wereld brengt zoo scherp het verleden weer terug als geuren die men zich herinnert, ftoch iets dat men ziet. noch klanken. Toen Ann vroolijk haar takje heliotroop naar vo ren stak, verbleekte Eliots gelaat onder zijn bruine huid, en met een vlugge, bijna heftige beweging kreep hij haar het takje uit handen, wierp het op den grond en zette er zijn voet bovenop. Ze keek hem verbaasd aan, maar week met een zachten uitroep van schrik achteruit toen ze zijn ge laat zag. Het was bijna onherkenbaar veranderd, zijn mond was vertrokken tot een booze, rechte, bittere lijn en ziin oogen stonden zoo hard, dat ze wreed leken. De moeite waard te vermelden is ook wel, dat men in de Salvatorkerklaag een baksteenen postement van een altaar gevonden heeft, alsook een fragmênt van een wapenschild met drie roodgekleurde en vergulde rozetten. Voor den leek viel er bij deze opgravingen niet veel te zien. De tientallen, die zoo af cn toe over den rand keken, zagen alleen voorzichtig gravende mannen, vermolmde palen, een enkele keer, de grie zelige botten van een eeuwenoud skelet en zelfs een keer, na een regennacht, leverde goudvisschen, die door humoristische Utrechtenaren in een met re genwater gevulde kuil gedeponeerd waren. Al wordt de kuil thans weer dichtgegooid, het wetenschappelijk werk gaat door. Nog heel wat valt er te catalogiseeren. En volgend jaar wordt waarschijnlijk weer gegra ven. Het is te hopen, dat het succes dan even groot is als thans. De houding van Minister Marchant, als voorstander van het openbaar onderwijs, nog een onopgelost raadseL Alkmaar. Gister en vandaag wordt te Alk maar de 88e Algemeene Vergadering gehouden van het Ned. Onderwijzers Genootschap. De Voorzitter van het N.O.G. de heer H. J. Bon sprak de openingsrede uit', waaraan wij het volgende ontleenen: In zeer moeilijke tijdsomstandigheden, aldus de heer Bon, komen wij samen. Voor zeer velen uit het corps zijn de levensomstandigheden uiterst bezwaar lijk geworden, naderen door werkloosheid de grens van armoede, zoo die grens hier en daar al niet overschreden is. Het aantal wachtgelders is met honderden vermeerderd, voor een tweede categorie is het salaris opnieuw in belangrijke mate terugge bracht, voor de jongeren is er geen kans op het ver krijgen eener betrekking. Spr. constateerde, dat de regeering maar voortgaat met het onbeperkt open stellen van de gelegenheid tot opleiding voor het onderwijzersambt. Ingrijpende maatregelen zijn noo- dig om de werkeloosheid in het onderwijzerscorps te bestrijden. De regeering zal regelend hebben op te treden inzake de opleiding, voorts zal de regeering zich hebben te beperken in mogelijk verdere maat regelen en besluiten tot opvoering van het leerlin gental per onderwijzer en beperking van het aantal openbare scholen, zoodat het aantal wachtgelders niet nog grooter wordt dan het thans reeds is. De re geering zal ook dienen over te gaan tot wat door de verschillende onderwijzersorganisaties is gevraagd: de gelegenheid scheppen tot vervroegde pensionnee- ring, zoodat wachtgelders kunnen worden herplaatst DOODSVIJANDEN VAN DE THEE. Wanneer G. Bernard Shaw, de Britsche schrijver, in zijn bekend boek over het socialisme de thee „het gevaarlijke Chineesche opwek kingsmiddel" noemt, dan is zijn uitspraak, vergeleken met die van andere vijanden van de thee, tame lijk zacht en onschuldig. Want b.v. John Wesley, de beroemde stichter van de Engelsche Methodistenkerk, zei eens tot een vriend: „Je moet ertoe overgaan, de thee als een doodaanbrengenden drank te be schouwen, om hem voorgoed te verbannen." James Lacy, een der meest ge avanceerde Engelsche geneeshee- ren van zijn tijd, verklaarde eens, dat de thee op het menschelljke or ganisme een niet minder storende werking uitoefende dan het opium. In New-York kookte eens een tand arts, die het gevaar van het over matig gebruik van thee wilde de- monstreeren, een pond thee, tot ze op een kwart liter verkookt was en stelde toen vast, dat zes druppels van deze Ingekookte thee voldoen de waren om een konijn van drie maanden te dooden. „En dan te bedenken," zoo riep een tegenstan der van de thee, met het oog op dit experiment uit: „dat de meeste menschen, die gewoon zijn thee te drinken, in drie maanden tijds niet minder dan een pond thee gebrui ken. En toch bevat, zóoals het ex periment heeft bewezen, een pond thee vergift genoeg om meer dan 1700 konijnen of rond 200 per dag van het leven te berooven." Met betrekking tot de aanklach ten van de thee, wordt herinnerd aan het .godsoordeel", dat de Zweedsche koning Gustaav III in riep, in verband met den strijd over de schadelijkheid van de thee. Twee broeders, tweelingen, die ter dood veroordeeld waren en in hun li chaamsverhoudingen volmaakt overeenstemden, werden als waar nemingsobject beschikbaar gesteld. De een moest dagelijks een bepaal de hoeveelheid zwarte koffie drin ken, de andere een kwantum ster ke thee gebruiken. Maar tot groote verbazing van de geleerden, die hadden voorspeld, dat deze manier om te dooden zeer snel werkte, hadden de personen in kwestie er niet de minste last van. De eene professor na den andere stierf, de koning werd vermoord, maar de beide ter dood veroordeelden leef den voort. De theedrinker stierf het eerst toen hij drie en tachtig jaar was. HET VALT DEN BEZOEKER VAN LONDEN OP dat de hoofdbestanddeelen van een echten Brit een grijze broek, een stijve zwarte hoed en een tabakspijp zijn. dat men een kellner of een kellnerin de fooi niet in de hand geeft of eenvoudig op de tafel laat liggen, maar dat men haar op bij zonder discrete wijze onder den rand van het bord verstopt dat de Engelsche taxi's slechts wegens hun hoogte zou oud schij nen, terwijl zij in werkelijkheid meestal tamelijk nieuw zijn; daar de heeren echter meestal rok en hoogen zijden hoed dragen, zouden zij hem moeten afzetten! d a t de Koning van Engeland wel iswaar heerscher over het gehecle Britsche rijk is, maar dat hij de stad Londen slechts met toestem ming van den Lord Mayor (de hoofdburgemeester) mag betreden. Deze laatste is koning in zijn eigen klein rijk. I dat het dragen van een hoo gen hoed voor de bezoekers van de Londensche beurzen nog steeds verplichtend is, evenals voor de bankbod*en. dat de chemisten niet slechts de apothekers en drogisten van het continent vervangen, dat zij niet alleen papeterieën en pho- to-artikelen verkoopen, maar dat men bij hen ook thee kan drinken en dat de meesten den geheelen nacht geopend zijn. dat de groote kranten van □oen tot 's avonds laat bij elke sportgebeurtenis en ieder nieuw po litiek bericht een editie hebben, waardoor zij tien- en meermalen per dag verschijnen. dat de alcoholische dranken slechts op zekere uren van den dag mogen geschonken worden en dat om 11 uur 's avonds de kell- nere langs de tafels gaan en flee- schen en glazen ledig of vol wegnemen. en binnen niet te langen tijd bij vrije sollicitatie de jongeren ook de kans op het verkrijgen eener be trekking zouden kunnen hebben. Spr. constateerde tot zijn leedwezen, dat bij het zestig-millioen-plan, beschikbaar gesteld voor werkverruiming en bestrij ding der werkloosheid, het onderwijs niet is betrok ken. De heer Bon wees vervolgens op het feit, dat voor het eerst sinds de instelling van een afzonderlijk ministerie van onderwijs een voorstander van open baar onderwijs als Minister aan dat Departement staat. Hard is er gewerkt en spr. herinnerde aan het noodwetje-Marchant van 4 Augustus inzake beper king in den bouw van bijzondere scholen. Ongerust heid wekte de circulaire van 20 Juli 1933 aan ver schillende burgemeesters betreffende de opheffing van openbare scholen in hun gemeente. Tot eind April 1934 zijn 48 beroepen inzake het behoud der school bij de Kroon behandeld, waarbij in 45 geval len heb ingestelde beroep ongegrond is verklaard. De praktijk komt hierop neer, dat openbare scholen worden opgeheven, maar bijzondere scholen van ge lijken of kleiner omvang blijven ongemoeid. Gewone doos. „Wat is er?" stamelde ze. Met onmenschelijkc inspanning scheen hij zich te herstellen. „Niets", antwoordde hij ruw. „Ik herinnerde me al leen maar, dat een man. die de Voorzienigheid voor de tweede maal uitdaagt, een dubbele dwaas is." Ann huiverde, alsof hij haar geslagen had. „Ik ik begrijp je niet", zei ze met een stem die nauwelijks hoorbaar was. Hij lachte kort. „Neen? Misschien zul je het begrijpen, als ik je nu zeg dat ik door de poorten der herinnering uit den „gelukkigen tuin" verdreven ben, voor nu en voor altijd." Ze antwoordde niet. Voor het oogenblik was ze lichamelijk niet in staat om te antwoorden. Maar ze begreep het o ja, ze begreep het heel goed. Hij had spijt van dat korte, adembenemende oogenblik en wees alles af wat het inhield. Hij vertrouwde haar niet, geloofde niet in haart En dat vertelde hij haar nu. Dit gevoel maakte haar suf en verbijsterd. Ze was zoo volkomen gelukkig geweest, had zich in gedach ten al aan hem gegeven, in antwoord op zijn uitge sproken vraag, en nu had hij, met één enkel ruw zinnetje, de poorten gesloten, die poorten der herinne ring en haar er huiten gedreven. En toen kwam haar trots haar te hulp. Hij zou nooit weten, nooit vermoeden, hoe hij haar gewond had. Met den moed die het ware ras eigen is, glim lachte ze naar hem en zelfs heel natuurlijk. „Nu, je hadt je poorten niet zoo plotseling behoe ven te sluiten voor mijn arme takje heliotroop! Kijk nu eens, je hebt het heelemaal vertrapt!" Ze wee% naar waar het lag, gebroken en verplet, tusschen hen in. „Ik zal een ander takje voor je plukken", zei hij kortaf. „Neen, neen!" Ze hield hem lachend tegen. „We krijgen dien bezorgden tuinman achter ons aan als we nog meer stelen. Mr. Tempest zegt, dat hij haast niet zelf zijn eigen bloemen mag plukken. Laten we de anderen weer opzoeken en zijn toorn ontvluch ten." Zoo gebeurde het, en toen ze zich bi.i de rest van het gezelschap voegden zouden slechts weinigen uit haar zorgelooze manier van doen hebben kunnen ver moeden. dat zij en Eliot zich met iets anders hadden bezig gehouden dan met botanie. Maar dien nacht lag Ann wakker tot het ochtend gloren, terwijl Eliot, rusteloos heen en weer loopend in zijn stille studeerkamer, zichzelf ironisch bespotte, omdat, hoewel hij zich, en met succes, had gehard om de vrouw, die al zijn vertrouwen in hem geschokt had, onbewogen te ontmoeten, een vleugje van den zwaren, zoeten geur van heliotroop zijn heele wezen weer had vervuld met nieuwe bitterheid, zoo diep en zoo teugelloos, dat het zijn groeiend vertrouwen vol komen had vernietigd. HOOFDSTUK VXIII. Een strijd om de macht. De één zaait en de ander maait en soms wordt de oogst voor den maaier een heel onverwachte. Coventry had wreedheid en wantrouwen gezaaid en Brett oogstte vriendelijkheid en hartelijkheid, waar hij dat het minste verwachtte. Ann, verbitterd over zijn koele onbeschaamdheid bij hun laatste ontmoeting, had hem zoo kort mogelijk begroet, toen ze elkaar zagen op den middag bij den dominee en had hem de rest van den dag steeds ont weken. Maar toen hij met zijn gewone beleefde zeker heid den volgenden dag op Oldstone Cottage ver scheen, ontving ze hem met ongewone vriendelijk heid en scheen geheel vergeten te zijn dat hij haar werkelijk reden gegeven had om beleedigd te zijn. Den vorigen dag had ze zich verpletterd gevoeld onder het gewicht van den slag, die haar getroffen had, en in haar houding tegenover Forrester had ze bijna mechanisch de koele achteloosheid bewaard die voortsproot uit haar ergernis over hem. Maar nu was de reactie gekomen, en ze trachtte, als vele anderen van haar sexe, de piin die een man haar door roeke loos te flirten had aangedaan, te verdrijven. Het is een methode, die zijn gevaren heeft, meer speciaal in dien de andere man gevaarlijk is in de liefde, maar een vrouw, die gewond is zooals Ann dat was. houdt zich niet in om de gevaren te tellen, maar zoekt blin delings naar iets iets dat haar gedachten kan ver strooien cn de herinneringen kan weghouden, wier stekende pijn ondragelijk is. Forrester bemerkte al gauw haar veranderde hou ding tegenover hem en trok daar voordeel uit, hoewel hij met een diplomatie die vreemd was aan zijn ge wone tactiek en misschien berustte op Lady Susans waarschuwende raadgevingen, zichzelf goed in de hand hield. De dagen daarna was hij altijd bij haar. Op den eenen dag roeide hij haar naar een ver voorgebergte, waar ze samen picnicten op de klippen, en daarna Spr. wees er op, dat de bezuiniging, die de rogea- ring verkrijgen wil door opheffing van scholen al leen ten laste komt aan het openbaar onderwijs en dat ondanks het feit, dat de Minister zelf ln da Tweede Kamer vorig najaar nog eens uitdrukkelijk' onder de aandacht heeft gebracht, dat de grond wettelijke positie van het openbaar onderwijs an ders is dan die van het bijzonder onderwijs en dat de overheid er voor te zorgen heeft dat alom gele genheid zij voor het genieten van openbaar onder wijs. De houding, aldus de voorzitter, die Minister Mar chant als voorstander van openbaar onderwijs aan neemt, is voor ons een nog niet opgelost raadsel. Aan de hand van verschillende voorbeelden trdchtte spr. aan te toonen, dat, wanneer men de overwe gingen in de Koninklijke Besluiten wat meer op den keper beschouwt, die houding nog raadselachti ger wordt, en dat bij het nemen van beslissingen het volgen van een vaste lijn niet geschiedt. Het verzenden van de circulaire aan de burge meesters is wat haar uitwerking betreft, niet alleen beperkt gebleven tot de door den Minister met name aangewezen scholen, zij heeft de idee gewekt, dat het openbaar onderwijs wel het allereerste object is, waarop bij de plannen tot bezuiniging niet alleen het eerst, maar ook het krachtigst kan worden aan gevallen. Verschillende autoriteiten en colleges heb ben ongevraagd geadviseerd of besloten tot ophef fing van openbare scholen en hebben reorganisaties van het openbaar lager onderwijs op grooten schaal door combineering van scholen, hergroepee ring van leerlingen, opvoering van het leerlingen- tal per onderwijzer, voorbereid of aangenomen. De heer Bon eindigde zijn openingswoord met de opwekking, altijd en overal de autoriteiten voor te houden, af te zien van het nemen van drastische bezuinigingsmaatregelen ten aanzien van het open baar onderwijs, want men doet daardoor tekort aan het kind van heden en benadeelt de toekomst van ons volk. de bosschen verkenden die daar waren. Op een an deren dag reden ze naar Ferribridge. waar Ann, die in langen tijd niet gewinkeld had, pleizier kreeg in het uitgeven van geld en overdadig aan het winkelen sloeg. En nog een anderen keer, op den dag vóór dien waarop het diner aan boord van de „Sphinx" was vastgesteld, reden ze samen naar de duinen, Ann op Dick Turpin, Brett op een lastige, onstuimige mer rie, die Lady Susan had gefokt en die de grooms van de White Windoms bang waren te berijden. Brett zat prachtig in den zadel, maar tweemaal had ze hem er bijna uitgeworpen, en zeker zou hij„ als hij niet gezegend was geweest met een bijna on uitputtelijk uithoudingsvermogen en met buigzame, sterke spieren, aan het kortste eind getrokken hebben in dezen strijd om de macht, want de merrie leek onvermoeibaar en zag er uit alsof ze met bokken zou kunnen doorgaan, en er plezier in hebben, tot het uiterste. Maar toen ze ten slotte inzag, dat ze Forrester niet kwijt kon raken met dezelfde methode die ze zoo gemakkelijk met succes had toegepast bij de stal knechts op White Windows, stootte ze een gehinnik van woede uit en rende, haar ooren in den nek leg gend, hals over kop de duinen in. Dit alles werd te veel voor Dick Turpins kalmte. Hij werd aangegrepen door een heftig verlangen om net zoo te rennen en te doen en een paar oogenblik- ken had Ann haar handen vol aan hem. Langzamer hand echter wist ze zijn aanvankelijk wilde renpartij te doen overgaan in galop, toen in een korten galop, en ten slotte, toen hij rustig voortdraafde, durfde ze haar aandacht weer ergens anders aan wijden en rondzien, om te ontdekken hoe het met Brett stond. Ze hield haar adem in, verbaasd van schrik. Heel in de verte kon ze de merrie over de duinen zien rennen met Brett rechtop in het zadel. Aan de ma nier waarop ze liep zag Ann, dat ze niet meer te be- heerschen was en als Brett niet in staat zou zijn haar te doen omkeeren, zouden in de volgende minuten paard en ruiter in de ruimte verdwijnen en hals over kop van de rotsen vallen, tweehonderd voet naar be neden. Verlamd van schrik zag ze de merrie wild voortren- nen naar den rand van de klip. Ze meende al bijna de donderende hoefslagen te hooi en, die voort renden, even wild als het kloppen van haar eigen hart, en het einde te voelen van dien roekeloozen rit naar den ondergang. Dichterbij dichter bij den rand van de klip Anns heele lichaam verstijfde in het voor gevoelen van het onvermijdelijk ongeluk. Toen, juist toen het scheen alsof het einde gekomen

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1934 | | pagina 6