Karei is handig. DE AVONTUREN VAN PROF JE EN STRUISJE Kruiswoordraadsel. Bijvoegsel der Schager Courant van Zaterdag 4 Augustus 1934. No. 9528. ZATERDAOAVONDSCHETS Vrij bewerkt naar een Engelsch motief, door SIROLF. (Nadruk verboden 1 alle rechten voorbehouden). DE zomer is een heerlijke tijd, doch als de heele natuur als 't ware zich te buiten gaat aan een bijna dronken ma kend feest van zon en geurend groen en zacht ruischende zee en heerlijke stranden, dan komt af en toe de verleiding een overigens nij ver en hardwerkend burger besprin gen en fluistert hem in het oor: Kom aan, ouwe jongen, laat -lat werk vandaag nu maar eens rus ten, en haal dat ouwe rammelende Fordje van je uit de garage en rijd er eens fijn mee naar het strand. Welnu, wat doe je dan als zwakke sterveling? Je neemt dat oude Fordje en zegt tegen je vrouw: Vrouw, ga mee, we gaan naar zee. En wat zegt de vrouw dan? Ja, hoor eens, wat Uw vrouw zegt, weet ik natuurlijk niet, maar de mijne zei onmiddellijk tegen me: Laten we Karei meenemen! Nu, als mijn vrouw er haar zin nen op gezet heeft om haar broer mee te nemen, dan behoeft daar niet verder over geredeneerd te worden. En dus belde ik Karei op, die beloofde met een kwartiertje bij ons te zijn en buitengewoon in genomen was met het plan, om naar Zandvoort te gaan. Inderdaad reden we een kwartier later met zijn drieën weg, hoewel mijn vrouw en ik zeer verbaasd waren, dat Karei alleen was geko men. Dat was zoo niets voor hem. „Hoe komt dat zoo, Karei," vroeg mijn vrouw, „we dachten dat je natuurlijk weer een meisje zou meebrengen." „Ja," gaf hij toe, „dat was ook wel mijn idee geweest, maar Li en tje zou toch niet mee gekund heb ben." „Lientje?" „Och ja, jullie kent haar niet. Zij Is dat meisje, waar ik vanavond mee naar de bioscoop zou zijn ge gaan. We zijn zoo goed als ver loofd." Dit laatste nu Is niets bijzonders. Gewoonlijk is Karei „zoo goed als verloofd" met een of ander meisje. Maar mijn vrouw wilde hot naadje van do kous weten en vroeg: „Waarom kon ze niet mee?" „Wel", zei Karei verontwaardigd, „omdat het lieve kind voor haar broodje moet werken en dus ook niet met haar naar de bioscoop kan gaan. Dat heb ik maar voor de ze kerheid gedaan, voor het geval we niet bijtijds zijn. Ik heb een hekel eraan me te doen haasten als ik aan zee ben." „Nu," zei mijn vrouw, „het spijt me dat we geen gezelschap voor Je hebben." „Kom, kom," bemoedigde Karei haar, „trek het je maar niet aan, hoor. Jullie kunt het ook niet hel pen. En ik heb al het een en ander gearrangeerd. Herinner jullie je nog die kleine zwarte Jauetje?" Nu, dat was ook een vraag, la- netje was een zeer aanhalig en bo vendien heel knap meisje geweest, dat een paar huizen van ons af woonde. En waarmee Karei ook verloofd was geweest. En er was een zucht van verlichting onder de meisjes van onze buurt op gegaan, toen Janetje verhuisde. We be antwoordden Karel's vraag dus be vestigend. „Welnu", ging Karei opgewekt voort, „Janetje Is naar Zandvoort verhuisd en ik herinnerde me toe vallig haar telefoonnummer en ik heb haar opgeheld en ze komt ons afhalen van de parkeerplaats in Zandvoort. Janetje Is een aardig meisje, we hebben veel met eikaar op gehad." Ik zei niet veel daarop, want ik vond de situatie niet heciemaal in orde. Ook mijn vrouw kon er zich maar half mee vereenigen. Doch Karei gaf er een andere draal aan en zei met Iets van gekrenkte trots en op vermanenden toon: .Het zou erg onbeleefd en onharte lijk zijn geweest, als we dat heele eind naar Zandvoort zouden zijn gegaan, zonder Janetje even goe den dag te zeggen!" En daarbij bleef het. Janetje wachtte ons op en we brachten den dng op de gewone manier met luieren en zonnebaden door en amuseerden ons op do manier van losgebroken stedelingen. Alleen vond lk. dat Karei zich wel wat bij zonder inspande om Janetje te be wijzen. dat hij niet onhartelijk je gens haar wilde zijn. Alles ging goed ,tot in den namid dag we hadden juist een paar kiekjes gemaakt Karei eensklaps opsprong, me ter zijde nam en me toefluisterde: „Verdraaid nogan- foe, daar heb je die malle ouwe Rnrendsen." Ik keek en herkende B&rendsen ook. De man woont om den hoek van onze straat Doch ik begreep niet waarom Karei zoo van hem moest schrikken. Maar Karei hielp me uit den droom: „Wat doet die malle ouwe vent hier? Laat *m thuisblijven en over zijn graf den ken, in plaats van jonge menschen moeilijkheden te veroorzaken. Hij kent Lientje en zal haar natuurlijk vertellen, dat hij mij hier gezien heeft En hij keek daarnet nog wel roo, toen je dat foto'tje van mtj en Janetje maakte!" „Hm", zei ik om Karei op te vroo- lijken, „en jij had nog wel zoo tee- der je arm om haar heen geslagen." „Onzin," verweerde Karei zich, „het arme kind had het eensklap.1 erg koud." Op den heelen terugweg sprak Karei geen woord meer. Hij scheen in diep gepeins verzonken en af en toe bewogen zijn lippen, alsof hij bezig was, in zichzelf iets te repe- teeren. Een paar dagen later kwam Ka- rel bij ons oploopen. Hij was In de beste stemming en lk vroeg: „Wel, hoe is het afgeloopen met Lientje?" „O," antwoordde Karei, „net zoo als ik dacht. Die ouwe Berendsen heeft natuurlijk alles overgebriefd en ik heb mijn keel schor moeten praten bij Lientje, om haar ervan te overtuigen, dat hij zich vergist heeft, dat ik Janetje In geen jaar gezien heb en dat lk sinds tien jaar geen voet in Zandvoort heb gezet. Nou, eindelijk geloofde ze het en alles is nu weer koek en A propos, zijn die kiekjes al klaar? Ik had Janetje beloofd er haar een paar te sturen." „Nee," antwoordde ik, „die zijn nog niet klaar. Ik heb ze vanmor gen pas weggebracht. Ik laat ze ontwikkelen en afdrukken deze keer, want ik heb geen tijd om het zelf te doen Karei werd onrustig en Ik meen de, dat ik hem zag verbleeken, toen hij opgewonden vroeg: „Waar laat je ze ontwikkelen?" „O," zei lk, ,hij een drogist In de Remhrandtstraat, die doet het wel eens meer voor me en h(j doet het heel goed." „Toch niet bij van Donderen?", vroeg Karei flauwtjes. „Ja Juist, bij van Donderen", be vestigde ik. Handige Karei werd spierwit, en terwijl hij de kamer ultwankelde, stamelde hij: „Ondank is 's werelds loon dat doet iemand je aan, dien je het plezier doet om met hem mee naar Zandvoort te gaan in zijn rammelende oude Ford Stom merd die je bent idioot Die van Donderen is de vader van Lien tje en Lientje ontwikkelt de films en maakt alle afdrukjes stommerd!" D 2 I 5 n H 5 6 7 "6 ~Q p PM 12 13 r 14 M rw M 16 gg 0 r 17 18 20 p k 23 24 ~35 0 H 26 27 M 28 i 29 _lj I Horizontaal: 1. Voegwoord 3. Ned. Dichter uit de 19e eeuw 5. Gehoorzaal in een universiteit 8. Vriend (Fransch) 9. Puiverig, los 10. Voegwoord IE. Stad in Frankrijk 14. Dwingen 16. Afgekorte meisjesnaam 18. Stad in Duitschland 21. Nieuwigheid 23. Ontzaggelijk 25. Kippenloop .26. Paar (Ut.) 27. Europeaan 28. Drank, door de Germanen ge bruikt 29. Niets Verticaal: 1. Sterrenbeeld 2. Scherp kijken 3. Oude lengtemaat 4. Duitsche badplaats 6. Vadsig 7. Rivier in Oost-Europa 10. Delfstof 11. Plein in Rome 12. Ligplaats' voor schepen 13. Arabische groet 15. Geneesmtddol 17. Engelsche titel 18. Eiland In de Oostzee 19. Gemeente in Noord Brabant 20. Eilandengroep (Ned. O.-Indië) 22. Paarden, runderen, schapen 24. Ned. Staatsman 26. Laagte-vallei. Oplossing Kruiswoordraadsel van de vorige week. Horizontaal: 1 Copra; 4. Ebe- ne; 7. Plato; 9. Alsem; 12. Kam; 13. Net; 14. Oer; 15. Oor; 16. Ooi; 19. Lek; 21. Tante; 22. Arena; 23. Traan; 25. Raket Verticaal: 1. Creta; 2. Pee; 3. Adelo; 5. Bom; 6. Nan; 7. Poort; 8. Akron; 10. Stoke; 11. Morra; 17. Otter; 18. Ier; 19. Laa; 20. Ernst; 24. Aak. Wetenswaardigheden. Is het U bekend: dat het bij de inboorlingen in Oost-Nepal do gewoonte is om een vrouw te zingen? dat de jongeman van de Limbu- statn, nauai hij zijn toekomstige vrouw voor hot stamhoofd heeft ge leid, in gezang uitbarst, en hij slechts succes heeft, wanneer zijn liederen het hoofd aanstaan en be ter zijn dan die van zijn mededin ger? d a t de Leng visch is? de vruchtbaarste dat in één seizoen de vrouwelijke long 28 milliocn eitjes produceert? d a I daarvan echter maar 2 uitko men en visschcn worden, daar de rest door andere visschcn verslon den wordt? d a t er 10.000 verschillende vlsch- soorten bekend zijn? Een zeer bijziende dame zat op een diner naast een heer met een kale knikker. Tijdens den maaltijd liet zij haar servet op den grond vallen, doch bemerkte dit niet. Haar kaalhoofdige buurman echter bukte zich om het servet op te ra pen, doch daarbij raakte hij met zijn hoofd even haar arm aan. De dame keek op zij en zeide toen vriendelijk: „O, nee, geen meloen, dank U!" Oude dame: Hier heb Je een cent, man. Vertel me eens, hoe ben Ja tot zoo groote armoede vervallen? Bedelaar: Ik was net als U, Juf, altijd groote bedragen aan het weggeven aan de armen en behoef* tigen. Een vriendlijke oude dame be zichtigde op een kermis een paar „Siameeache tweelingen". „Och, zei de oude dame meewarig, zeker zusters?" Dirigent van het dorpsfanfare corps: Meneer Stoffers, je bent twee maten bij de andere achter. Stoffers: O, maak Je daar maar niet dik over, ik ken ze elk oogen- blije inhalen als ik dat wil. Ze waren pas verloofd. „Ik zal met liefde al Je zorgen en moeiten en narigheid deelen", lis pelde zij. „Maar lieveling", tel hij, „die heb* ik niet," „Nee," verduidelijkte zij, „ik ba- doel als we getrouwd zijn." Knoelmans moest op reis, voordaf de uitslag bekend was van een rechtzaak, die hem door een hunn man was aangedaan. Hij gaf zijn advocaat opdracht hem te seinen, zoodra de uitspraak bekend zou zijn. Na een dag of acht kreeg hij het telegram dat luidde: „Het recht heeft gezegevierd". Waarom Knoel mans onmiddellijk aan zijn advo caat terugtelegrafeerde: „Ga on- mlddelijk in hooger beroep!' d a t Sunday Island in de Stille Oceaan eigenlijk do hoogste berg ter wereld is? dat dit eiland 650 meter bo ven water uitsteekt, terwijl het wa ter 9500 meter diep ls? dat de berg dus eigenlijk ruim 10.000 M. hoog is? d a t er in Engeland bij het wedden op de renbanen naar schatting jaarlijks 5 mllliard gulden vorwed worden? 66. Mevrouw vond het niets prettig. Ze vroeg hem of hij plaatjes wilde kijken, maar Struisje zei, dat als er soms een tuin was, hij daar liever wat wilde rond neuzen. Mevrouw, die blij was van hem af te komen, bracht hem achter het huis, waar een groote tuin was met een stuk bosch er bij. Toen ging ze weer naar binnen. 67. Nu dat was eindelijk iets naar Struisjes zin. Al gauw vond hij het kip penhok en maakte daar een praatje. Alle kippen keken verschrikt naar het groote beest, dat toch blijkbaar ook van de fa milie was. Maar Struisje was erg vrien delijk en toen kwamen zo al gauw aan het hek. Struisje maakte gedienstig het deurtje open en een voor een kwamen de kippetjes naar buiten gestapt, in den zonnigen tuin, waar ze heelemaal niet mochten. Natuurlijk maakten de meeston ge bruik van de gelegenheid om in de gras perken naar wurmen te zoeken. Struisje hielp mee den grond omwoelen, wat na tuurlijk met die dikke pootcn erg ge makkelijk ging. De bloemen die or ston den vlogon naar alle kanten on het werd een luilekkerland voor de grage kippetjes. 69. Nu ging hij oen elndjo verder. Aan den uitgang van don tuin stond een hondehok. Een groote hond lag aan den ketting on bromde toen de vreemdeling aankwam. Struisje stapte er heen. Wie ben jij? vroeg hij vriendelijk, maar de hond verstond Struisjes taal niet en bromde nog harder. Veel geschreeuw en weinig wol, lachte Struisje goed gemutst on pikte voorzichtig in de krulstaart. Maar nu werd Hector woedend en keer de zich met een ruk om. Net te laat. 70. Want Struisjo sprong bijtijds op zij on lachte hartelijk. Hector trok harder on harder aan de ketting, maar Struisje vloog plagend over zijn hoofd het bosch in. Daar was veel to zien en hij had hee lemaal geen spijt meer, dat hij met Prof- Je op visite was gegaan. Steeds verder dwaalde hij af, rondkijkend naar hoornen en lucht, pratend met vogels en beesten en hij was rijn Profje bijna heelemaal vergeten.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1934 | | pagina 11