Naar de laatste rustplaats te
Tannenberg
De Rijksdag brengt hulde aan
Hindenburg's nagedachtenis
Dinsdag 7 Augustus 1934.SCHAGER COURANT.Tweede blad. No. 9529
Hitier herdenkt den ontslapen
Rijkspresident.
Gister heeft de Duitsche Rijksdag hulde gebracht
aan de nagedachtenis van den overleden president
Hindenburg.
De zaai van het oude operagebouw van Krol is in
een mystiek halfdonker gehuld daar alle spiegels be
dekt zijn en alle pilaren zijn met zwart crêpe gedra
peerd. De diplomatenloge heeft een versiering met
donkerroode rozen. Het groote hakenkruis tegen den
achterwant is met rouwfloers en lauwertakken om
geven. Op den vloer staat een wit marmeren borst
beeld van den overleden rijkspresident, om welks
voet een schat van witte bloemen.
In de voorste rijen van de zittingszaal waren ge
zeten de familie van von Hindenburg, achter hen de
leden van het kabinet, de leden van het corps diplo-
matique, alle leden van den rijksdag, benevens ver
schillende genoodigden.
Toen Goering de rouwplechtigheid voor geopend
had verklaard, heerschte er in de zaal een diepe
stilte.
De treurplecbtigheid werd ingeleid door het spelen
van de Coriolanusouverturo van Beethoven.
Rede van Hitier.
Dan zegt Hitier het volgende:
Leden van den Duitschen rijksdag, mannen en
Vrouwen van het Duitsche rijk.
Sinds maanden is het Duitsche volk onder zware
zorgen gebukt gegaan. De strijd om het kostbare le
ven van gcneraal-veldmaarschalk, president van het
Duitsche rijk, von Hindenburg, heeft dc harten van
millioenen Duitschers met zorg vervuld, zorg om het
leven van een grijsaard, die evenwel het symbool was
van de onverwoestbare levenskracht van ons volk.
Thans, nu dit kostbare leven van ons is weggerukt,
ls het onze plicht vol eerbied en dankbaarheid de
grootheid van dit ecnige leven in de herinnering van
het Duitsche volk terug te roepen.
Buigen wij deemoedig het hoofd voor de grootheid
van dit belangeloos leven voor een zoekenden mensch,
die getracht heeft zijn volk het beste te bereiden.
Generaal-veldmaarschalk von Hindenburg is dood.
Trachten wij den indruk weer te geven, dien dit ge
beuren heeft gemaakt op het Duitsche volk. Trach
ten wij het volk te bewegen tot dankbaarheid jegens
den overledene.
Wij hebben thans een rnenschenleven te herdenken,
zoo rijk aan gaven als slechts zelden in den loop van
eeuwen terugkeert.
Het gelaat van de wereld is geweldig veranderd,
sedert von Hindenburg geboren werd.
Te midden van een revolutie nam zijn leven een
aanvang, te midden van het Jacobijnschc communis
me, te midden van den strijd der mcnschheid tegen
een verouderde orde.
Wilhelm I regeerde in Pruisen, dat als de overige
Duitsche staten wakker was voor den strijd.
Prins Wilhelm werd koning van Pruisen. Het
groote triumviraat met von Ëismarck nam dc leiding.
Von Hindenburg als piepjong luitenant marcheerde
geestdriftig in de Pruisische regimenten.
Vier jaar later was hij getuige van de geboorte
van het Duitsche rijK.
Onder do eminente leiding van Von Bismarck
groeide Duitschland. De wereld veranderde van aan
gezicht. Duitschland werd een grootmacht.
De naainlooze officier onder honderdduizenden an
deren deed zijn plicht.
De wereldoorlog brak los over Duitschland. In dit
zware uur was het von Hindenburg die, op nonacti-
(vitcit gesteld, geroepen werd om zijn vaderland ter
hulp te snellen.
Op 22 Augustus 1914 werd von Hindenburg belast
met het oppercommando over het Duitsche leger in
Oost-Pruisen.
Acht dagen later vernamen 't Duitsche volk en de
wereld van hem en leerden voor het eerst den naam
von Hindenburg kennen.
In een officieel legercommuniqué deelde generaal
von Stein de overwinning mede. welke de Pruisische
jtroepen op de Russische regimenten hadden be
haald.
1 Tannenberg was gestreden.
Do Duitsche natie was van den ondergang gered.
^Duitschland waa de ergste verdeemoediging be
spaard.
j Een nieuwe catastrofe teisterde Duitschland: de
jjs'ovember-revolutie. Von Hindenburg werd weder-
'*>m op non-activiteit gesteld.
Op 29 April 1925 werd voor de tweede maal een be
roep op hem gedaan om zijn- volk te redden. Het
Duitsche volk koos den grijzen overwinnaar van Tan
nenberg tot president.
Hier is het mijn taak te wijzen op de onmetelijke
verdiensten, welke von Hindenburg zich jegens het
Duitsche volk en jegens de toekomst der natie ver
worven heeft.
In 1933 heb ik in zijn eerbiedwaardige handen den
eed als rijkskanselier afgelegd. In diepe dankbaar
heid zal ik de herinnering bewaren aan dezen groo
ten Duitscher als nalatenschap uit een grooten strijd
Kooit zal ik hem vergeten, steeds zal ik hem in eer
bied en trouw herdenken.
Moge God mij de kracht geven voor het volk te
werken, moge Hij mij steunen, om aan de Duitsche
natie de vrijheid en de eer te schenken, moge Hij
mij verlichten om den juisten weg in te slaan, ten
einde den vrede te bewaren en het groote ongeluk
van een oorlog te vermijden.
Afgevaardigden van den Duitschen rijksdag, man
nen en vrouwen van het Duitsche rijk, ik verzoek
u om erkenning van de ontschatbare verdiensten
van den grijzen rijk9president.
Generaal-veldmaarschalk von Hindenburg is niet
Öood.
Hij leeft onsterfelijk in ons volk en in onze har
ten als eeuwige toevlucht van het Duitsche rijk en
de Duitschen natie.
Buitengewone veiligheidsmaatregelen.
De zitting ging met buitengewone veiligheids
maatregelen gepaard.
Waarschijnlijk is nog nimmer, waar ter wereld
ook, een herdenkingsplechtigheid met zóó grooten
toevloed van gewapende macht gepaard gegaan.
Heel de omgeving was afgezet: de soldaten ston
den schouder aan schouder langs den weg.
De zwarte nazi-wachten droegen revolvers, de po
litie te paard de getrokken sabels.
De couloirs, waarlangs de kanselier den rijksdag,
betrad, waren eveneens streng bewaakt door den
Staalhelm.
In den afgeloopen nacht is het stoffelijk
overschot van Neudeck naar het Tan-
nenberg-gedenkteeken overge
bracht.
Langs het fantastische fakkellicht maakt
Hindenburg zijn l&atsten tocht door Oost-
Pruisen.
Gisteravond om 8 uur is de begrafenisplechtigheid
begonnen, waarbij Duitschland zijn grooten doode
ten grave draagt.
In den omtrek van Neudeck was het tegen het
eind van den middag vol troepen. Door dc straten
van Freystadt klonk de marschpas van de compag
nieën, welke op weg waren naar Neudeck. Op een
ander punt zag men de Cavalerie. Het auto
verkeer voltooide den aan manoeuvres heririnemi-
den indruk. Zoo ziet men, aldus het D.N.B., voor den
laatsten tocht van den grootsten soldaat van dezen
tijd een militaire voorbereiding, wat de veldmaar
schalk zeker een schoon eerebetoon gevonden zou
hebben.
Tegen den avond vloog op geringe hoogte een
vliegtuigstaffel over Neudeck en wierp een groote
krans donkerroode rozen naar beneden, welke door
de kleinkinderen van den president in het park van
Neudeck opgeraapt werd.
De kist met het stoffelijk overschot van den Rijks
president stond gisteren in de werkkamer opgesteld.
Een schat van bloemen en kransen lag er omheen.
Naast de kist stonden onbeweeglijk officieren die de
eerewacht vormden. Op het deksel van de kist lagen
de helin, de maarschalksstaf en het kussen met de
ordeteekens. Het stoffelijk overschot is bedekt door
den zwarten Johannitermantel met het witte kruis.
Gisteravond mochten nog 80 burgers van Freystadt
een laatste groet aan den gestorvene brengen.
De rouwplechtigheid in Neudeck is om acht uur
begonnen.
De weg van het slot naar het park was door sol
daten van de rijkswecr en fakkeldragers afgezet.
Een bataljon van twee eskadrons van de rijksweer
met een zangkoor waren aan den rand van het park
van het landgoed Neudeck opgesteld.
Achter de versperringen verdrong zich dc bevol
king van Freistadt en talrijke mannen en vrouwen
uit de omgeving.
De werkkamer, waarin Hindenburg opgebaard
staat, werd slechts door kaarsen verlicht.
Reeds om omstreeks acht uur kon men ver over
de landeu talrijke fakkels zien 'oplichten.
De geheele lengte van de haag van fakkels, welke
den generaal-veldmaarschalk op zijn weg naar Tan
nenberg zal belichten, zal honderd kilometer bedragen
Om kwart over achten namen de familie van von
Hindenburg voor het laatst afscheid van hun groo
ten doode.
In het slotpark had dc infanterie met blanke ba
jonet stelling genomen. Het gemengde koor van
Freistadt zong het lied: „Jesus, meine Zuversicht".
Daarop bliezen de houtvetsers op trompetten en op
horens het signaal: „Dc iacht is voorhij".
De kist werd hierop uit het slot naar buiten ge
dragen. Vier kolonels en vier kapiteins droegen
haar op hun schouders en zetten haar aan den in
gang van het slot neder.
Daar werd het stoffelijk overschot nog een laatste
maal ingezegend en op een gereed staande affuit ge-
tild.
De affuit was met een witten doek bedekt, waar
op een groot kruis was afgebeeld. Op de baar lag
de helm van von Hindcnbrug en zijn maarschalk
staf.
Toen de stoet zich in beweging zette, werd de
maarschalkstaf weggenomen en tezamen met dc
ordeteekenen van von Hindenburg voor de kist uit
gedragen.
Toen de stoet zich in beweging zette, presenteer
den alle rijksweersoldaten. die de wacht hadden be
trokken. liet geweer .terwijl de overige weerafdeelin-
gen. artillerie, cavallcrie. auto-batterijen en afdec-
lingen mariniers, zich in een rij opstelden.
Nadat de kist met het stoffelijk overschot op de
door paarden getrokken affuit geplaatst was. werd
zij in langzamen stap naar de trenzen van het land
goed, ongeveer anderhalve kilometer van het park
verwijderd, gevoerd.
De nnnwezige genoranls volgden de lijkkist te
paard. Het overige soldatenvolk volgde haar te voet.
Van het. park tot de grenzen van het landgoed
stond een dichte haag van rijksweer en mariniers
opgesteld.
Aan de grenzen van het landgoed werd de kist
met het stoffelijk overschot op een motoraffuit ge
plaatst. Op deze plaats waren twaalf vaandeldragers
geposteerd.
Dit was het einde van de plechtigheden in Neu
deck. Toon de kist werd overgeplaatst speelde een
muziekkapel het lied: „Ich hatt' einen Kameraden".
Van hier uit gaat thans de motoraffuit langzaam
over een afstand van ongeveer twintig kilometer
naar het slagveld van Tannenberg.
Freistadt. waar het hoofdkwartier van den dienst,
welke voor de afzettingsmaatregelen te zorgen heeft,
biedt een beeld van drukke bedrijvigheid.
Het rustige kleine plaatsje is vol menschen. De
afstand van Freistadt-Neudeck naar F.vlan was
gistermiddag reeds van vijf uur voor rijverkeer en
van zeven uur af voor voetgangers afgezet.
Verdere afzettingen zijn in dc latere avonduren
tusschen Neudeck en Hohenstein bevolen. Freistadt
ziet er uit als een legerkamp. Alle uitspanningen
zijn door de politie in beslng genomen.
Overal weerklinkt het gehinnik en het getrappel
van paarden welke in Freistadt ondergebracht zijn.
Officieren en beambten van politie beraadslagen,
wat er nog te doen is. om het. verdere verkeer zon
der ongevallen te doen vorloopen.
Ordonances, ongewoon voor het rustige plaatsje,
rijden af en aan.
Bijna alle inwoners van Freistadt en de omliggen-
De uitzending op heden.
Berlijn. i'D.N.B.) De „Deutschlandsender" maakt
de volgende wijzigingen in het programma van den
7den Augustus bekend:
10.50 uur. Aankondiging van de rouwplechtigheid.
11.00 uur. Begin van de rouwplechtigheid.
Ongeveer 13.00 uur. Einde van de rouwplechtig
heid.
19.55 uur. Samenschakcling van de zenders voor
de volgende zending.
20.00 uur. Rouwplechtigheid bij het Tannenberg-
denkmal. (Herhaling).
Ongeveer 22.00 uur. Rede van den overleden rijks
president, gehouden op 11 November 1933 en opge
nomen op gramofoonplaten.
Al de hierboven aangegeven uren zijn Duitsche
tijd, hetgeen dus twintig minuten vroeger is dan
onze zomertijd.
DE LAATSTE RUSTPLAATS VAN HINDENBURG.
Het dorp Tannenberg in Oost-Pruisen waar Hin
denburg zijn laatste rustplaats zal vinden, en dat
reeds in de vijftiende eeuw bekendheid had gekre
gen door de nederlaag die de Duitsche ridderscha
ren er tegen de Polen leden, is in den grooten oor
log beroemd geworden door de overwinning die de
Duitsche legers aan het Oostelijk front onder lei
ding van Hindenburg en Ludendorff er op de Rus
sen hebben behaald.
De slag duurde volle acht dagen, van 23 tot 30
Augustus 1914 en leidde tot de bijna volslagen ver
nietiging van het Narew-leger van den Russischen
generaal Sansonof. Van de 290.000 man, die onder
zijn bevel Oost-Pruisen waren binnengevallen, wisten
zich slechts 70.000 door de hen omsingelende Duit
schers heen te slaan. De rest was óf gedood óf
raakte in gevangenschap. Sansonof zelf plqegde
zelfmoord.
Op deze eerste zege, die in Duitschland den naam
Hindenburg op ieders lippen bracht, volgde op 9
Sept. 1914 de slag aan de Masurische moerassen,
waar dc Duitschers er in slaagden het Russische
Njemcn-leger onder generaal Rennenkampf zoo ver
nietigend te verslaan, dat slechts poovere overblijf
selen van de 250.000 man zich Oostwaars uit de om
vatting konden redden.
Op deze plek nu is een reusachtig gedenkteeken
opgericht, waarvan men hierboven een gedeelte ziet
afgebeeld, en waarin het stoffelijk overschot van
den ontslapen rijkspresident zal worden bijgezet.
De bedoeling is dat. het in een later te bouwen
mausoleum, dat van het monument een onderdeel
zal vormen, zal rusten.
Hindenburg heeft het gedenkteeken, dat hij op
18 Sept. 1927 zelf heeft ingewijd, herhaaldelijk be
zocht en van de acht torens, welke dc hoogtepunten
ervan zijn, het slagveld nog eens overzien.
de dorpen zijn op de been om den stoet van den grij
zen veldmaarschalk te volgen. Zelfs kleine kinderen
loopen nog in de straten rond, begeerig om hun
„ouden heer", zooals men Hindenburg in Freistadt en
de omgeving noemde, nog eenmaal te begroeten.
Hohenstein, welk plaatsje de stoet passeeren zal,
biedt eenzclfdcn aanblik als Freistadt. Het gelijkt
eveneens op een legerkamp. Onophoudelijk trekken
de veldgrauwen rijen der rijksweer door de straten.
Vreemdelingen komen uit alle richtingen en over alle
mogelijke wegen aangestroomd, om de kist met het
stoffelijk overschot van von Hindenburg voorbij te
zien trekken.
Dc straten, waardoor de stoet zal trekken, waren
met lauwerkransen versierd. Dc straatlantaarns zijn
met zwart rouwfloers omhuld.
Niet minder dan achttien extra-treinen hebben he
denmiddag en -avond Berlijn veriaten en duizenden
menschen naar Hohenstein gebracht.
Hitier wil geen oorlog.
„Duitschland zal de onafhankelijkheid
van Oostenrijk erkennen."
De bekende Engeleche journalist Ward Price heeft
'n interview met Hitier gehad, waarin deze zich met
groote openhartigheid over ver-schillende vraagstuk
ken der Europeesche politiek heeft uitgesproken.
Hitlcr maakte een vergelijking tusschen den te-
genwoordigen toestand en dien van 1914 en wees er
op dat onder een andere leiding vermoedelijk reeds
een oorlog zou zijn uitgebroken. Hij verklaarde, geen
oorlog te willen en Duitschland zal nooit naar dc
wapenen grijpen, tenzij om zich te verdedigen.
Hitier betreurde Baldwins uitlating, dat de grens
van Engeland aan den Rijn ligt, want daaruit zullen
de Franscho staatslieden hun conclusies trekken.
Men kan Duitschland niet verwijten, dat het naar
grenswijzigingen streeft. Hetzelfde geldt voor de
koloniën.
Met groote openhartigheid sprak Hitier over de
uitbreiding van de Duitsche luchtvloot. Engeland
behoeft zich daarover niet bezorgd te maken.
Dc luchtvloot is slechts bestemd voor die moeend-
heden. die eischen zouden willen stellen, welke
Duitschland niet kan inwilligen.
Met betrekking tot het vraagstuk der aansluiting
van Oostenrijk verklaarde Hit Ier, dat Duitschland
zich niet in de binnenlandsche aangelegenheden
van Oostenrijk wil mengen, doch men kan niet
verhinderen, dat de Oostenrijkers zelf die aanslui
ting zoeken.
Toen de correspondent de opmerking maakte,
dat Oostenrijk nooit tot Duitschland heeft behoord,
wees Hitier er op. dat tot 1866 Oostenrijk en de
Duitsche landen vereenigd zijn geweest in het Hei
lige Roomsche rijk.
Het vraagstuk der „aansluiting" is echter niet ac
tueel en Duitschland zal de onafhankelijkheid van
Oostenrijk erkennen.
Met betrokking tot den economischen toestand
toonde Hitier zich optimistisch. Het land zal de
moeilijkheden te boven komen en indien de andere
staten voortgaan met hun markten voor Duitsch
land te sluiten, zal men er in slagen. Duitschland
ook voor zijn grondstoffen onafhankelijk van het
buitenland te maken.
Fransche terughoudendheid stelt teleur.
Oprechte woorden van Hess.
De „Petit Journal" bevat een interview, dat de ver
tegenwoordiger van dit blad, Stanislas de la Roche-
foucauld, in Juli met den Duitschen minister Hess
heeft gehad.
Hess beklaagt zich over het uitblijven van weer
klank in Fransche rcgceringskringen op zijn rede
van Königsberg op 8 Juli, waarin hij „Frankrijk een
hand toestak". (Men zal zich herinneren dat Hess
toen o.a. gezegd heeft: De Franschen zijn, naar ik
vertrouw, vervuld van den wil tot vrede. Ik doe een
beroep op de frontsoldaten in andere landen en op
den goeden wil van hun regceringcn om onze vrede
lievende bedoelingen te ondersteunen).
De pupulairiteit van den leider, zoo zeide Hess tot
den Franschen journalist, is na 30 Juni slechts ge
stegen.
Duitsch-Fransche toenadering is noodzakelijk.
Vooral is samenwerking in economisch opzicht ge
boden.
Op de vraag wat Hess dacht van de regeerings-
kwesties in Parijs, antwoordde deze. dat hij zich
niet met binnenlandsche politiek van Frankrijk be
moeit. en evenzeer aan Franschen het recht ont
zegt zich met Duitsche binnenlandsche kwesties te
bemoeien. De la Rochcfoucauld besluit het interview
met de woorden:
Thans heeft de Fransche regeering het woord.
Hess spreekt verstandig. Hij spreekt als een strijder
en soldaat. In mijn oogen heeft deze manier van.
spreken de groote verdienste van oprecht te zijn.
Byrd's isolement.
Tweede reddingspoging.
Drie man zijn met een motortractor vertrokken om
te trachten de hut van Byrd op de Ross-ijsbarrière
te bereiken, waarin de poolreiziger in 't laatst van
Maart eenzaam is achtgebleven met zijn instrumen
ten, om meteorologische onderzoekingen te doen.
Door draadlooze berichten maakte Byrd bekend,
dat hij een lantaren zou planten boven op een staak.
Ook zou hij een vlieger oplaten, met een lantaren
onderaan, om degenen, die hem trachten te bereiken,
een aanwijzing te geven, aangaande do richting, die
zij moeten volgen. De hut ligt ongeveer 200 km. ver
wijderd van „Klein-Amerika", het basiskamp der
Zuidpool-expeditie.
Dit is de tweede poging, die wordt gedaan, om den
expeditieleider te bevrijden. De eerste reddingspo
ging, den 25sten Juli vermeld, moest worden opge
geven. daar de langs den weg aangebrachte kentee-
kens door hevige sneeuwstormen onkenbaar waren.
Postdiefstal opgehelderd.
Men schrijft aan de N. R. Ct.:
In October 1932 werd in de gemeente Merkstein,
grenzende aan Kerkrade, een inval gedaan door ge
maskerde personen in het postkantoor. De roovers
wierpen den aanwezige beambte peper in de oogen,
dreigden hem met hun revolvers en sloegen op de
vlucht met de geldkist, bevattende 2300 mark. Een
persoon had op den uitkijk gestaan en een vierde me
deplichtige had het geld in een bosch begraven.
Enkele maanden na den driesten overval werd
een der dieven gearresteerd. Hij bleef hardnekkig wei
geren zijn medededaders te noemen en werd tot 4 ja
ren gevangenisstraf veroordeeld.
Thans heeft de politie de hand op de bij het com
plot betrokkenen kunnen leggen; zij arresteerden nog
3 personen, allen van 20-jarigen leeftijd, wonende in
de grensgemeenten Merkstein en Kohlscheid.