Tofeador- Steno-typiste Een Gordel van Katoen rondom de Aarde op Zee De Trommel des Doods Zaterdag 18 Augustus 1934. SCHAGER COURANT. Vierde blad. No. 9536 r - l ég* De algemeene Huwelijkstempel Een ontdekkingsreis in oude couranten ZANDZUILEN IN DE SAHARA. De ontzettende droogte, die dezen zomer Amerika teisterde, en temperaturen van over de 100 gr. F. met zich medebracht, heelt niet alleen aan den veestapel zware schade toegebracht, maar ook de bezitters van katoen-plan tages tot wanhoop gedreven. De opbrengst van alle plantages wordt dit faar geschat op slechts 9.195.000 balen katoen tegen over 13 millioen balen in het vo rige jaar! Dit beteekent voor Amerika de slechtste katoen- oogst sinds 40 jaren Honderd vijfenzestig millioen weefgetou wen snorren on de*e wereld, om van ka toenvezels de meest verscheidene weefsels te maken. Het aantal weefgetouwen is binnen 20 jaar ongeveer verdubbeld de katoen heeft zijn triomphtocht over de geheele aarde volbracht Het land. dat de schier onuitputtelijke voorraden steeds weer levert, is in de eerste plaats Ameri ka. met zijn beroemde plantages te Texas. Carolina. Mississippi, Georgia, Alabama. Arkansas. Oklahama. Louisana en Ten- nesee. Do op e* i^na-grootste leverancier is Britsch-Indie. dan volgt China en ten slotte, de in den jongsten machtige, en niet tegen moeite opziende concurrent: Egypte. Het duurste de oogst! Een parallel kan men trekken tusschen den Jan-Weet-Al, die ons vertelt, dat den landbouwer toch om zoo te zeggen alles maar ..toe groeit" en den door de nlan- tage-beziters niet zeer beminde Yankee, die geringschattend over de in den zonne gloed schitterende katoenvolden blikt en verklaart, dat men aan dat katoen toch maar weinig werk heeft en de prijs daar van dus aan do planters groote rijkdom men verschaft. Zeker, de zwarte arbeidskrachten zijn goedkoop, steeds nog. en zij maken het hoofdbestanddeel uit van he» personeel on een plantage, reeds daarom omdat half bloeden en blanken de temperatuur en den arbeid veel minder goed kunnen ver dragen. De uit het zaad gegroeide plan ten worden, om zoo veel mogelijk vruch ten te krijgen, herhaaldelijk versneden. Daarna kornt de duurste tijd voor den katoenplanter: de oogst! Slechts de afgesprongen zaaddoosjes zijn Voor de textiel geschikt, en daar deze vruchtjes" niet op den zelfden tijd rijp zijn. Is de verzameling daarvan moeilijk en kost bovendien uiterst veel tijd. Van een hectare katoen-aanplanting wint men 60 300 K.G. zuivere katoen. Na den oogst van het eerste jaar moeten de planten vlak boven den grond afgesneden worden, om Itog een of meerdere oogsten op te leveren, die echter een mindere opbrengst hebben, tenzij voor een doelmatige bemesting wordt gezorgd. De katoenbeurzen doen hun werk De ontzaggelijke hoeveelheden katoen worden in de spoorwagons, over de groote stroomen of in de reuze ruimen van de stoomschepen, naar de katoenheurzen vervoerd, waar de prijs benaald en de waarde vastgesteld wordt. Meer dan 30 kwaliteiten kato. n onderscheidt de vak man, al naar herkomst, zuiverheid of soepelheid, naar vetgehalte, lengte of glans van de vezels. De grootste katoen beurzen zijn New-York. New-Orleans, Li- verpool. Bremcn en Le Havre Uit eiken oogst worden door speciaal hiertoe beledig de personen, monsters zoogenaamde •Standards" getrokken, en aan de benr- zen overgelegd. Het gebeurde, dat vroeger standards en klassen bii de verschillende beurzen niet hetzelfde waren. Tegenwoor dig rirhten alle beurzen ter weretd naar de richtlijnen, gegeven door Livcrpool. om eenheid in de katoen-clnssificeering te bereiken. Dank zij de Arabieren Waren er «een Arabieren geweest, dan zou Europa bezwaarlijk reeds zoo vroeg tijdig het katoen gekend hebben. In de 13de eeuw drong zij van Spanje en Cicilië uit ook verder naar het Noorden door. Reeds in de 14de eeuw maakte Venetië zich tot eerste katoenmarkt aan de Middelandsche Zee en bleef dit tot in de 17de eeuw toe. Tegelijkertijd bloeide het noorden van de Alpen als opslagplaats van het ruwe ma teriaal: Augsburg. dat de geheele Euro- peesche markt van de grondstoffen voor de katoen fabricage voorzag. In dien tijd verwerkte men het katoen slechts door half-linnen. Eerst in de 18de eeuw openden zich. door de uitvinding van de spin machine. nieuwe, ongedachte mogelijk heden. Van toen af aan werd het katoen het uitgangsmateriaal van een machtige wereld-industrie. 150 JAREN HUWELIJKSADVERTENTIE. Het bestudeeren van de huwelijksadver tenties behoort voor vele menschen tot de genietingen van den Zaterdagavond. Men kan zich er over verheugen, vroolijk ma ken, ergeren kortom zij bieden voor elks smaak wat wils! Wij hebben aan de huwelijksadvertentie heden ten dage reeds aanzienlijke rechten verleend een groot deel der tegenwoordige huwelijken komt op dezen, niet meer ongewonen weg, tot stand. Juist dit jaar viert de huwelijksad vertentie een jubileum: honderd en vijftig jaar geleden trok ze in een Kngelsche cou rant voor het eerst de aandacht. Die ad vertentie besloeg vele regels druks; en met goeden grond, want de moedige op drachtgever had zich in de eerste plaats bij voorbaat te verdedigen tegen de veront waardigde critick vau duizenden lezers, door ecu logische verklaring van zijn hau- delwijze te geven. Eenigcn tijd later kon men voor het eerst in een N'ederlandsche courant een huwelijksadvertentie lezen, die eveneens een flinke omvang had en schuchter en verontschuldigend op het En- gelsche voorbeeld wees. l'it het jaar 1789 stamt de volgende huwelijksadvertentie, een van de oudste, die ons bekend is: „Er wordt, gezocht een heer, bereid om een voordeelig huwelijk aan te gaan. Hij moet water kunnen drinken. De dame zal hem eiken dag zeven stuivers zakgeld ge ven en om de drie jaren een nieuw pak. Zijn schoenen moet hij zelf kunnen ma ken, zij heeft daarvoor alle schoenmakers gereedschappen. Ook moet hij vuur kun nen aanleggen, omdat de vrouw geen dienstmeisje heeft, om het schandaal te vermijden dat dergelijke meisjes altijd in een huishouden voor een oudere vrouw is, verwekken. Liefhebbers kunnen haar ko men bekijken Eerst langzamerhand kreeg de huwe lijksadvertentie vasten voet in de courant. In Weenen en Berlijn werd omstreeks het jaar 1800 aan de huwelijksadvertenties 'n bijzondere, zq het ook nog kleine rubriek, ingeruimd. In 1801 werd zelfs een speciale huwelijkscourant opgericht, die den titel van „Algemcene Huwelijkstempel" droeg. Heel spoedig moest echter deze tempel zijn poorten reeds sluiten, want de politie be vond hem op onbekende gronden als niet overeenkomend met de zedelijke beteeke nis van het huwelijk." Toen kwam men in den tijd van de ro mantiek, ingeleid door een periode van 'n beleefde zakelijkheid en bescheidenheid. Hier is een huwelijksadvertentie uit dien tijd, waaruit men heel goed de geestelijke richting kan opmaken: „Vier achtenswaar dige, heel mooie 1824-jarige meisjes van goeden huize, op het land woonachtig, waarvan ieder 3000 gulden als huwelijks gift medekrijgt, wonschen in een groote stad in het huwelijk te treden. Zij vleien zich met de hoop, goede huisvrouwen te worden. Slechts wegens de afgelegenheid van hun woonplaats kunnen zij geen ge schikte huwelijkscandidaten vinden. Er wordt meer op rechtschapenheid dan op vermogen gelet. Heeren boven de 40 jaar komen niet in aanmerking. Serieusc be langhebbenden worden verzocht onder het motto: „Zoekt en gij zult vinden", aan het bureau van dit blad te schrijven." In dat romantische tijdperk zijn de hu- welijksarvertenties erg „bloemig". Men leest er van viooltjes, rozen en andere ge- luksattributen. In den jongsten tijd triompheert weer, wanneer men de ontwikkeling volgt, de ydille, het ideaal, dc liefde! Het „ver trouwde en gezellige huis", het „vroolijke natuurlijke meisje, dat kameraad, vrouw en moeder wil zijn" spelen de hoofdrol. Een ontmoeting met een stieren vechter van het zwakke geslacht Zij is klein, slank en ongekend levendig, zij heeft kortgeknipt zwart haar en de ouderdom achttien jaar waarop dc Spaansche vrouw nog mooi te noemen is. Zij heet Juanite de la Cruz en is eigenlijk ben ik stenotypiste. De ty pisten van elk land zullen zich vermoede lijk wel verbeelden, dat dit beroep juist in hun land de geringste vooruitzichten biedt. Maar zoo erg als in Spanje kan het ner gens zijn! Wat moet men beginnen, wan neer men zich nu eenmaal in het hoofd gezet heeft niet met honderd peseta's per maand langzaam dood te hongeren? Iets bijzonders, op-zich-zelf-staands. opval lends! Bijvoorbeeld toreador!" „Dus een zuiver zakelijke kwestie niet waar?" „Neen, dat niet, Spaanschen zijn nooit uitsluitend zakelijk! (Ik geloof het direct, wanneer ik haar koolzwarte oogen zie!) Mn beste vriendin was de dochter van Alvares, en Alvares was portier van de Arena en broeder van den beroemden stierenvechter Alvares. Geen gevecht hebben wij overgeslagen. Heeft U al eens een stierengevecht gezien? Niet? Oh, dan weet U niet, wat strijd, moed beteekent! Kijkt U mij toch eens aan! Ik kijk haar aan. Haar oogen glinsteren. Haar heele persoontje ziet er, zij het dan ook in het flatteuse toreadors-costuum, met de witte broek en het blauw getresde jas je, betooverend uit. Net een klein bundel tje gecomprimeerde energie. „Op mijn vijftiende jaar heb ik voor de eerste maal een degen in de hand gehad. Hoe sierlijk zoo'n ding toch is kijkt U toch eens! en hoe machtig, geweldig en krachtig de stier! Kunt U de opwinding van zoon strijd niet begrijpen? Zooals ik nu met U zit te praten, heb ik eens met een man gesproken, die toevallig op mijn kantoor kwam en op den chef wilde wach ten. Van den chef heb ik later een vree- gelijk standje gehad, omdat mijn brieven niet netjes genoeg getypt waren, maar de vreemde bezoeker werd mijn impressario. Het eerste gevecht nooit zal ik dat ver geten heb ik incognito gevoerd. Koorts had ik van opwinding. Eerst nadat ik twee stieren had neergeveld, heeft men aan het publiek verteld, dat ik een vrouw was. Verscheurd hebben ze me bijna! En toen kreeg ik zooveel engagementen als ik maar wilde. En op het oogenblik ze lacht trots en zelfbewust nu, in elk geval be hoef ik geen brieven meer te rtkken, on danks dat men mij torero-stenotypiste" noemt!" „En dat is allemaal maar zoo gemakke lijk gegaan met den roem en de carrière?" „Gemakkelijk? Bij vrouwen gaat nooit iets gemakkelijk!" zegt ze wereldwijs en ernstig. „De autoriteiten hebben getierd, ja getierd hebben ze. Ik was verboden, alles was verboden! Maar in Spanje prikkelt zoo'n ambtelijk verbod des te erger. En ik heb ze een brief geschreven waarvan ze hebben gelust, die hoogo heeren. Iedere vrouw mag leven en werken waarom dus ik niet? Mag ik vliegen, ontdekkings reizen maken, leeuwen srhieten, olifanten jagen? Natuurlijk mag ik dat! Waarom dan geen stieren bevechten? In elk geval, op het oogenblik mag ik; En U komt mor gen natuurlijk kijken naar mijn groote gevecht." Ik zeg ja, kleine Juanita, schitterend klein stierendoodstertje, maar komen... zal ik niett door PETER KLARENS. Lange duinenrijen als golven van de Sahara omgaven ons van alle kanten, honderd rijen achter elkaar misschien wel vijfhonderd of duizend, die wij moesten passeeren, voordat wij den bron zouden .iereikt hebben, waar wij de vijftien ledige .ccren waterzakken weer zouden kunnen vullen. Onze drie kameelcn waren er reeds slecht aan toe; één lag op het zand met gesloten oogen; twee bleven overeind staan, bang niet meer overeind te kunnen ko men, wanneer zij eenmaal zouden zijn gaan liggen. Wij waren met ons drieën, ikzelf met twee Arabische bedienden en gidsen, M'ba- rek en Kudir. Moeizaam klauterde M'ba- rek tegen de vlak voor ons liggende dui nenrij op om van de top een blik in de rondte te kunnen werpen. Kudir vette zijn leeren sandalen in, die door de hitte wa ren gebarsten. Toen M'barek vér genoeg van ons verwijderd was, begon hij mij te verwijten, dat ik M'barek in mijn dienst had genomen, want die behoorde tot den stam der Tuaregs, die als roovers hekend stonden. Hij spiegelde mij mijn lot voor. M'barek zou ons nooit naar de oase bren gen, doch ons laten omkomen en dan voor al mijn lijk plunderen, want aan Kudi's lijk was niet erg veel te plunderen. Toen M'barek onverrichterzake terug kwam, vervielen wij allen in diep gepeins. Wat zou de toekomst ons brengen? Wij hadden nog twee leeren waterzak ken met water gevuld, over. Maar wat be- teekende zoo'n kleine voorraad in de ein- delooze zandvlakte, die ons van alle zijden omsloot? Reeds vijftien uren lang hadden wij zonder ophouden door de woestijn ge reden, op weg naar de oase Tin R'arho. Het was in deze zand-massa's, dat de Fransche generaal Laperine in het jaar 1920 van dorst was omgekomen. Hier er gens in de buurt, misschien vlak bij ons, moesten de verbleekte geraamten vartizijn soldaten liggen. Plotseling schrikten wij op van een zacht geluid, dat van heel ver scheen te komen. Ergens ver weg sloeg men op een frommel! Droomde of waakte ik? Neen, ik vergiste mij niet. Duidelijk hoorde ik trommelen. Zouden er Fransche troepen in de nabijheid zijn? M'barek keek mij aan met een vreem den, beteekenisvollen blik en voegde mij toe: „Neen, U vergist zich niet! Er wordt ginds inderdaad getrommeld. Het is Rul. die den trommel slaat; Rul, de Dood zelf! Hij is een broeder van ons Tuaregs. Straks zal hij hier komen en hij kondigt nu reeds Kameelen hurkten angstig in elkaar. door trommelen zijn komst aan, want hij wil niet, dat wij van hem zullen schrik ken!" Kudir stelde voor verder te gaan. Hij was bang voor Rul, den trommelaar, die dc nadering van den Dood aankondigde. Ook de kameelen schenen angstig ge worden te zijn. Zij drukten zich tegen el kaar aan. Opeens klonk boven het trom melen uit het gelach van een hyena. De kameelen snoven angstig. Wij reden spoedig verder. Plotseling ja gen wij heel in de verte op een duinrug een gestalte van een kameel met diens berijder. Hij wenkte ons van verre, zwaai de met een paar zwaar gevulde leeren waterzakken. Wij wisten, wat dit moest betcckenen: vlakbij den verren kameelrij der was een oase met een bron! Dadelijk sloegen w$ de richting in, waar De storm nadert. het silhouet zich vertoonde. De trommel van Rul verstomde langzamerhand. De trommel des doods trok in een wijden boog langs ons. Zandkorrel na zandkorrel ver heft zich op den wind, begint rond te draaien, vormt een muur van fijn zand. zich snel verplaatsend over de woestijn- vlakten, valt dan neer op mensch en dier, bedekt alles met een dichte, fijne, ondoor dringbare laag. Dat is onvcermijdelijk het einde! Nu trok de zandstorm in een hoog langs ons heen. Wij bereikten echter spoedig de oase, waar de bron ons overvloedig laaf de, evenals de drie kameelen. Ginds leidde de open weg in dc richting van Timboektoe Wij waren gered! Niet alleen stormen en ijsbergen, klippen en torenhooge golven bedreigen de zee schepen. soms geschiedt door geheel an dere oorzaken een ernstig ongeluk mid den op den Oceaan. Nog onlang9 bleek bii een schipbreuk, dat de naald van het scheepskompas was uitgeweken, doordat een stuurman een electrische zaklamp bii zich had gedragen, ook als hij aan het stuur stond, vlak bii het kompas. Een ander schip zonk. doordat een kreeft in een vedticl was binnen gedrongen en het water zoo toegang lot het schip had ver schaft. Ook de lading van een schip kan op zee soms tot ernstige ongelukken voeren. Een schip van Livcrpool met bestemming Rot terdam had karholzuur geladen. Onder- derweg begon het te stormen, de vaten met karholzuur geraakten los. Vier ma trozen moesten (leze vaten weer vast ma ken, maar één dezer vaten was reeds uit elkaar geslagen. De doodeliike gassen vul den reeds het ruim, waardoor de voorste matroos bewusteloos in elkaar zakte. Een der matrozen bleef bii hem. de twee an deren haalden hulp. maai vonden bii hun terugkomst den eersten matroos reeds overleden., de tweede matroos was ook bewusteloos geraakt. Toen de beide ande ren hem nog wilden bijbrengen, over manden de dampen ook hen. zoodat alle vier matrozen door het harsten van één vat met karholzuur den dood vonden. Een ware heldendaad verrichtte de ge zagvoerder van een vlschschuit. die van Yarmouth was vertrokken. Groote golven sloegen over 't betrekkelijk kleine scheep je en spoedig stroomde het water ook do Kajuit binnen, waar een ijzeren reservoir met calcium-carbi.1 stond, dat lek werd. Niemand had dit bemerkt, totdat men des avonds aan boord het licht aanstak. Toen vatte het uit het lekke reservoir gestroom de acetyleengas dadelijk vlam en schoot met een sissenden. helderen, blauwen vlam naar voren. De gezagvoerder begreep, dat zijn schip verloren zou eraan, indien de vlam niet dadelijk werd gebluscht. Water had geen doel, want dit zou- do vlam maar hebben aangewakkerd. En che mische brandbluschmiddelen waren niet aan boord. Slechts één uitweg bleef over. Zonder aarzelen deed dc kapitein het eenig-noodige. Hij greep het reeds rood gloeiende reservoir met calciutn-carbid. wierp toen dit reservoir overboord. Sissend verdween het reservoir iu de golven» Maar de gezagvoerder viel achterover, daar zijn gezicht, armen en handen zwaar verbrand waren. Zoo goed mogelijk hiel pen de matrozen hein. Keerden naar Yar mouth terug, waar de dappero kerel in het ziekenhuis werd opgenomen en eindelijk van zijn pijnlijk lijden herstelde. Een der ergste rampen is brand aan boord van een petroleuin-tankschip. al komen dergelijke ongelukken niet meer zoo veelvuldig voor als vroeger, toen do techniek nog niet dc tegenwoordige vorde ringen had gemaakt. Breekt zoo n brand uit. dan smelt zelfs het staal van het schip of het lood was en in zéér korten tijd is het schip door het vuur verteerd. Eens brak midden op zee brand uit op een met benzine geladen tankschip, veroorzaakt door kortsluiting, waarop een ontploffing volgde, zoodat het geheele schip in enkele oogenblikkcn één groote vuurzee was geworden. De ont ploffing had midden op het schip plaat? gevonden, de brandende olie en benzin® deelde de bemanning dus in twee groepen. Ook dc radio-cabine stond in lichterlaaie, zoodat de marconist het S.O.S.-sein niet kon uitzenden. Toen kreeg de kapitein een schitterend denkbeeld. Hij stuurde het tankschip zoo danig. dat het een weinig slagzij maakte. De golven braken over het schip heen en waschten de brandende olie en benzine overboord. Dit herhaalde de kapitein eenigc malen, zoodat spoedig de zee over al met brandende vloeistoffen was bedekt. Nadat de tanks leeggebrand waren, het geen ongeveer 40 uur duurde, was het tankschip wel een wrak, maar de beman ning gered. Op sleeptouw genomen door een ander zeeschip, bereikte men eindelijk een veilige haven. Maar het voordeel van het varen op zee is, dat men leeft in een harde leer school, waar de zenuwen gestaald worden en waar moed. benevens opoffering, de mooiste deugden mogen heeten.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1934 | | pagina 13