Er wordt gegeten....!
Met kroon en scepter.
SEATES,
Vijf millioen
slaven
De M a a 11 ij d,
Zaterdag 25 Augustus 1934.
SCHAGER COURANT.
Vierde blad. No. 9540
TOBESOLD&LET
SE A V ES,
"o" TTlijchbS!
De Legenden over de
Karolingsche Rijkskleinodiën
Oude slavenhandelaar.
beperking weg. Door Arabië en Perzië tot
aan Britsch-Indië toe breidt zich de sla
vernij ook in Azië uit, als een kanker
gezwel der naties.
Abessinië, dat toch tot de vooruitstrevend
ste landen van Afrika behoort, waarvan de
heerscher er een vliegtuig op nahoudt, en
dat zijn jeugd op Europeesch ingerichte
scholen laat opvoeden, bestaat voor één
vijfde uit slaven. Liberia, de negerstaat,
door bevrijde Amerikaansehc negerslaven
gegrondvest, en waarop zich de hoop van
het vooruitstrevende gedeelte van het
zwarte ras gevestigd had. werd een cen
trum van den slavenhandel tot aan .Ma
rokko toe, zooals er geen erger gedacht
kan worden.
Het toppunt op dit gebied gaven do
Abessinische afgezanten te zien. die voor
een door Engeland ingestelde commissie
verschenen, om inlichtingen te verstrekken
over verdwenen zwarte Engelsche onder
danen, en zich daarbij door een groot ge
volg van slaven lieten vergezellen, terwijl
de betreffende gestolen negers zich als be
dienden in hun huis ophielden.
BV PUBLIC ADCTION.
On MONDAY the ISthof MAY. 18-29
tHPCT» K T »t«
r*R ULE.
THE THREE FOLLQW1NG
MALE «Ml FKM ALE
Also Itor Snip, al Elr*« «Tlork.
Fine Rice. Gram. Paddv. Books. Muslm-
Needies. Pin». Ribbons. &c. Ar
Aanplakbiljet van een slavenvelling
van 18 Mei 1829.
Slaven worden in de meeste gevallen
slechter dan dieren behandeld en heel dik
wijls zijn ze dan ook goedkooper dan
deze. Overvallen op negerdorpen verschaf
fen ook heden nog don slavenhandelaars
vlug en gemakkelijk hun koopwaar. An
deren worden eerst in hun dienst gelokt
en er zijn talrijke stamhoofden, die hun
dorpshoofden als „arbeiders" verhuren,
dat wil zeggen als slaven verkoopen.
Steeds nog is Tibbu Tib, de groote man
van den slavenhandel in de vorige eeuw,
het ideaal van de tegenwoordige verkoo-
pers van „levend ebbenhout". Deze man ver
stond het, als geniaal diplomaat, zich de
indringende blanken van alle naties tot
vriend te maken. Groothandelaar in alles
wat zich maar verkoopen liet. bezat hij de
absolute macht in Ecpiatoriaal-Afrika. on
dersteunde de Engelsche onderzoekers
Cameron en Stanley, hielp Wissmann
van Tabora naar Usagara, werkte met
Emin Pascha samen en verstond het, zich
steeds onontbeerlijk te maken. Tenslotte
door Engeland tot gouverneur benoemd,
kreeg hij de officieele toestemming, in sla
ven te handelen, enkele streken uitgeslo
ten.
DE MEEST BEKROONDE VROUW
TER WERELD.
Natuurlijk een Amerikaansche! Ze heet
Ruth Magden en heeft drie prijzen in had-
wedstrijden behaald, heeft wijders drie
eervolle vermeldingen voor haar mooie
rug, twee voor de schoonste voeten, een
voor het mooiste gezicht, en mag er ook
nog prat op gaan het langste haar aller
Amerikaansche vrouwen te bezitten. Bo
vendien verbeterde zij acht records in het
fluiten en behaalde de hoogste onderschei
ding op het concours-hippique voor vrou
wen.
DE ZEESLANG - WETENSCHAPPELIJK,'
MAAR DAAROM NIET MINDER
GEHEIMZINNIG!
In alle stilte heeft een wetenschappe
lijke expeditie onder leiding van Sir
Edward Moutain zich naar Loch Ness be
geven. om het wonder van de zeeslang
door de wetenschappelijke bril te gaan
bekijken. De twintig leden van de expeditie
waren allen met fototoestellen van den
eersten rang uitgerust en maakten onaf
hankelijk van elkaar opnamen. De platen
werden verzegeld en ter ontwikkeling op
gestuurd. En zie daar 21 opnamen
toonden werkelijk een eigenaardig wezen,
dat de beruchte zeeslang moet zijn geweest
Men weet dus nu, dat er inderdaad in het
Loch Ness iets rondzwemt helaas weet
men nog steeds niet wat.
De Teekenen van Waardigheid der Oude
Duitsche Keizers: kroon, zwaard, rijksappel
en scepter.
Heeft Karei de Groote reeds de
Rijkskleinodiën gedragen?
Doch daarmede is de vraag nog niet be
antwoord: „Heeft Karei de Groote reeds
de rijkskleinodieën gedragen.?"
In de oudst bekende inventaris van de
Duitsche kroonjuweelen, gedateerd 124G,
wordt van Karei de Groote met geen woord
gerept. Zijn naam komt bij geen der opge
somde voorwerpen voor. Dat wordt an
ders in het jaar 1350, als Karei IV de rijks
kleinodiën van Ludwig van Brandenburg,
den zoon van keizer Ludwig van Beieren
overneemt. Nu hooren we plotseling van
het zwaard en den gouden kroon van den
heiligen keizer Karei, van zijn wit, met
edelsteenen en parels versierd gewaad
(Alba), van zijn met drie leeuwen bestik
ten mantel (keizersmantel), van zijn gou
den rijksappel met het gouden kruis en
van zijn edelgesteenten, parels en goud
borduursel voorziene handschoenen. Se-
dertdien zijn aan de oorspronkelijke verza
meling nieuwe stukken toegevoegd.
De Mauritiuslans heeft zijn naam verlo
ren en verschijnt nu als de Heilige Lans.
Het was Karei IV, op wiens rekening de
nieuwe attributen, veranderingen en toe
voegingen te boeken zijn. En dit gebeurde
bewust en als volgens een programma en
is daarom voor den lateren tijd bindend.
Hij is de grondlegger van de legenden in
de geschiedenis van de Rijkssieraden.
Met den vroomen eerbied, dio hij voor
alle heiligen had, blikte hij in alles naar
zijn grooten voorganger, wiens naam hij
aangenomen had. Toen zijn zoon Wenzel
geboren werd, stuurde hij zooveel goud
aan het Akener klooster als het gewicht
van dien zoon was. Wat Karei IV had aan
gevangen, zetten volgende geslachten voort.
Zij handelden in goed vertrouwen. En toen
zijn zoon, keizer Sigismund in 1423 de klei
nodiën en heiligdommen van keizer Karei
de Groote aan de vrije rijksstad Nürnberg
ter bewaring toevertrouwde, kwamen op
de inventaris zelfs voorwerpen voor, die
op last van Karei IV waren vervaardigd.
Zoo bloeide de legendeknop uit tot een
groote bont geschilderde bloem. Is het
daarom een wonder dat ten tijde van Al-
brecht Dürer den naam van Karei de Groo
te en de rijkskleinodiën in een ademtocht
genoemd werd en dat zelfs Goethe, die als
knaap de koningskroning van Frans II op
3 April 1764 bijwoonde, niet anders wist,
dan dat hij in het ornaat van Karei de
Groote verscheen?
En toch bevindt zich onder de rijksklei
nodiën geen stuk, dat uit zijn tijd stamt
De eerwaardige keizerskroon heeft nooit
zijn hoofd gesierd. Het was de Salische kei
zer Coenraad II (19241039) die de ver
moedelijk in 993 voor koning Rudolf III
van Bourgondië vervaardigde konings
kroon, die deze hem voor zijn dood op 6
September 1932 als zinnebeeld van de we
der-vereeniging van het Rijk met Bourgon
dië schonk, tot Duitsche keizerskroon ver
hief. Coenraad II was het ook, die het met
edelsteenen en parels versierde rijkskruis
liet vervaardigen. Aan dit kruis, werden
als reliquien de Heilige Lans en een stuk
van het kruis van Christus toegevoegd. Ook
de Heilige Lans stamt overigens uit Bour
gondië en werd in 926 door Rudolf I aan
Hendrik I, den stichter van het Duitsche
Rijk, geschonken. Ook de ornamentale rijks
appel schijnt op last van Coenraad II te zijn
vervaardigd. De keizersmantel, een stuk
van ongehoorde pracht, is blijkens een in
schrift in 1133 voor koning Roger, de grond
lc-gger van het meteoorachtige Nqorman-
nenrijk in Zuid-ItaÜë, in de Koninklijke
Werkplaatsen te Palermo vervaardigd.
Weinige jaren later verviel het Noor-1
mannonrijk aan de Hohenstaufen. Het was
de zoon van Frederik Barbarossa, Hendrik
VI, die in 1185 te Constanz, de erfdochter
van Willem II huwde en na zijn kroning
tot koning van Cicilië (1195) de schatten
van Palermo naar den burcht Trifels in
den Palz liet overbrengen.
Het zoogenaamde keizerlijk ceremonie-
zwaard („het zwaard van keizer Karei")
werd hem bij het sluiten van zijn huwelijk
als symbool van de voogdij over zijn
vrouw gegeven, terwijl de met phantasti-
sch pracht opgesmukte handschoenen een
gave aan den bruidegom waren. Ook het
Mauritiuszwaard, de schoenen en de pon
tificale gordel stammen ook uit de Nor-
mandische nalatenschap.
Het slavenvraagstuk in het Engelsche
Parlement.
DE SLUIKHANDEL.
Zevenhonderdduizend slaven werden
honderd jaar geleden door de Engelsche
wet bevrijd en groote feesten herinneren
aan deze menschlievende daad.
Maar nog steeds zijn er meer dan 5
millioen slaven, die door geen enkele
menschwaardige wet worden beschermd,
wier kinderen verhandeld worden, die zelf
van hand tot hand gaan. geen huis en
geen recht hebben. En nog heden, honderd
jaren na de slavenbestriiding moet het
Engelsche parlement maatregelen treffen,
om den menschenhandel tegen te gaan.
Een flotille bijzonder snelle politiebooten
zal in de Roode Zee een van de hoofd
centra van den handel in gekleurde sla
ven worden gemeerd: zij heeft de op
dracht. verdachte schepen aan te houden
en te doorzoeken.
De langzame kotters, die tot op heden
dezen dienst waarnamen, hadden te veel
tijd noodig, om de slavenschepen in te
halen en in staat van beschuldiging te
kunnen stellen, want in de meeste geval
len werd de verboden levende „koopwaar"
gebonden en met steenen bezwaard in zee
verdronken, waardoor dan elk bewijs ver
nietigd werd
Slavernij komt op het oogenblik nog in
twee werelddeelen voor in Azië en
Afrika. Geheel Midden-Afrika. van Liberia
tot Abessinië erkent, onder een dekmantel
van een oppervlakkige heschermingswet,
de slayernii als rechtmatig.
Daar. waar het blanke ras de opperheer
schappij heeft, wordt deze dekmantel wat
zorgvuldiger gehandhaafd, maar in de
streken waar geen blanke komt, valt elke
Door
Dr. SHUZ.
Deutsche Kaiserkron&
Legenden over Karei de Groote.
Er zal wel geen heerscher geweest zijn,
die nog na zijn dood de volksphantasie zoo
prikkelde, als keizer Karei de Groote. Uit
onze jeugd weten we niets anders meer,
dan dat hij in de graftombe van den dom
te Aken is bijgezet, zittend op een gouden
troon, in al de glans, die hem als levend
heerscher omringde, gekleed in het koste
lijke keizerlijke gewaad, omhangen met de
teekenen zijner waardigheid. Sterk heb
ben de historische schilderijen van Alfred
Kethel in het Akener stadhuis en van
Wilhelm Kaulbach in het Germaansche
Museum, welke de opening van den graf
kelder door Otto III tot onderwerp hebben,
tot ons gesproken. Hoe dorst men het te
wagen, aan' ons lief geworden gebouwen
der phantasie de schendende hand te
slaan? En toch moet het geschieden. Wij
hebben recht om na te gaan, of het werke
lijk waar is, dat keizer Karei de Groote 'n
begrafenis is ten deel gevallen, die, hoe
wel niet geheel in het rijk der onmogelijk
heden thuishoorende, in elk geval met de
kerkelijke en zedelijke beschouwingen van
dien tijd niet in overeenstemming is te
brengen.
Einhard, de trouwe en toegewijde vriend
en biograaf van den keizer, vertelt ons,
dat zijn lichaam op de gebruikelijke wijze
gewasschen, verzorgd en onder groot treu
ren van het volk in de kerk is bijgezet.
Men verkeerde eerst in twijfel, waar kei
zer Karei begraven zou worden, omdat hij
tijdens zijn leven zich daar niet over uit
gelaten had. Maar ten slotte stond het voor
allen vast, dat hij nergens waardiger zou
kunnen worden begraven, dan in de op
zijn kosten gebouwde basiliek. In tegen
stelling met de legenden heeft de phantas-
tisch aangelegde Otto III volgens de Hil-
desheimer Annalen slechts uit nieuwsgie
righeid het gebeente van den grooten kei
zer laten opgraven. De romantisch geschil
derde opening van de groeve is slechts 'n
verdichting, die eerst na zijn dood is ont
staan. De berichten van de Karolingische
geschiedschrijvers onthullen de nuchtere
werkelijkheid met een sluier van roman
tiek, die het geheel aan vroome sprookjes
doet denken.
Handschoen en schoen van de oude
Duitsche Keizers.
een norm voor de cultuur
hoogte van een volk
Patriarchaat en matriarchaat
Pe „boeren-tafel"
EeicüsapfeL
door
Drs. Th. M. DEN BOECK.
Zoolang er menschen bestaan, hebben
wij den vvcnsch gehad, het eten tot een
gemeenschappelijke aangelegenheid te
maken. Daarom is het niet te verwonde
ren, dat er in den loop der tijden zekere
eigenaardigheden en voorschriften ont
stonden, waaruit later de zeden voort
kwamen.
W-ij moeten hier onderscheid maken
tusschen twee groote cultuurgebieden:
het Noord-Europeesche en het Oostelijk
Mohammedaansche.
In het Noord-Europeesche gebied is
steeds het matriarchale systeem in zwang
geweest. Het zou ondenkbaar zijn, de
gastvrouw en de dochters niet aan den
gemeenschappelijken disch te zien zitten.
Men zou zich zelfs voor deze minachting
tegenover de rechten van de vrouw be
schaamd gevoeld hebben.
In het Mohammedaansche gedeelte
heerscht daarentegen een streng gehand
haafd patriarchaat. In de groote hal is de
tafel der mannen opgesteld. Daarom ver
zamelen zij zich. praten en eten en laten
zich door de vrouwen bedienen. Zij bren
gen op schotels, platen en in kruiken het
werk hunner handen aan, en mogen zich
aan de rest jes, die de heeren overlaten, na
den maaltijd te goed doen.
Op deze beide eigenaardigheden hebben
zich verdere culturen voortgebouwd, zoo
dat de uiterlijke vervolmaking van tafel
gerei en de daardoor ontstane luxe slechts
een ondergeschikte plaats innemen.
Nog vele eeuwen na Christus werd bij
na overal met de vingers gegeten. Men
maakte het eten zoo klaar, dat zulks ge
makkelijk ging. en legde er waarde op,
dat men zich aan tafel voortreffelijk ge
droeg. Bij dit „voortreffelijk" stooten wij
dan op het verschil in opvatting bij de on
derscheidenlijke volkeren. Terwijl men in
Kibo in Afrika de zede huldigt, dat men
na den maaltijd elkaar met de beenderen
van de reusachtige porties genoten vleescb
op het hoofd moet slaan, is het in Arabië
de gewoonte, de vrouwen tijdens het eten
te laten dansen en zich daarover te ver
heugen. In de Kaukasus besproeien de
vrouwen het hoofd hunner gebieders met
parfums, om hen tegen al te groote ver
hitting. die de inspanning met zich brengt,
te beschermen. Hoe anders is het in de
Europeesche landen. Overal is de vrouw
de heersctieres van het huis. Wel mag zij
niet aan politieke gesprekken deelnemen,
maar het is haar taak, invloed op den
gezichtskring van den man uit te oefe
nen en daardoor indirect toch aan het
wereldgebeuren deel te nemen. Zij neemt
de eerste plaats aan tafel in, zij houdt het
gesprek gaande en de mannen vereeren
haar. Er waren altijd ups en downs, een
voor en een tegen, maar beslissend bleef
EEN PERZISCHE GASTMAALTIJD,
die met theedrinken en het eten van noten
aanvangt. Na twee uren nratens wordt
het einenlijke maal voorgezet, dat men
onder volkomen stilzwilgen zeer vlug
nuttigt.
toch het feit, of de vrouw aan den man
gelijkgerechtigd werd geacht, of dat zij als
slavin en dienend wezen werd beschouwd.
Nooit vermag het uiterlijk vertoon van
pronkend zilver, glinsterend damast, geu
rende bloemen en'keurige vormen dat te
vervangen, wat in den mensch niet leeft.
Het beste bewijs daarvoor krijgt men.
wanneer men eens aan de huiselijke
disch van onze boeren een kijkje neemt,
waar het op vele plaatsen nog even zoo
toegaat als eeuwen her. Men spreekt daar
eerst het gebed uit en eet daarna onder
een rustig, nooit gedwongen zwijgen, uit
één schotel. In een gelijkmatig tempo
gaat deze schotel van hand tot hand. en
ieder neemt zijn deel er uit. steeds er op
bedacht, geen dierlijke gulzigheid te too-
nen. Niemand zal kunnen beweren, dat in
deze eenvoudigste wijze van eten, geen
cultuur voorhanden is.
Hieruit komen we tot de conclusie,
dat de samenstelling en de houding van
de deelnemers aan de gemeenschappelij
ke maaltijden kenschetsend is voor de
cultuurhoogte van een volk.